Voor Allen – 1 april 1988
Socialistische lokalen te Aalst van 1885 af
I. In de
periode 1868 - 1871
Tijdens deze jaren bestond in Aalst een kleine afdeling van de Eerste
Internationale (Karl Marx). Cesar De Paepe (Brussel) was de voornaamste
woordvoerder voor België. Waarschijnlijk beschikte de Aalsterse afdeling over
geen lokaal en werd er, zoals te Geraardsbergen, min of meer clandestien
vergaderd in een particuliere woning. Er zijn voor Aalst ook geen namen van
personen bekend die er deel van uitmaakten. De Aalsterse correspondent(en) van
het Vlaamse blad van de Internationale “De Werker” schreven hun bijdragen in
deze krant onder een schuilnaam. Zo bv. “Hansken Catoennette”, aangehaald door
Luc Van de Velde in zijn licentiaatsverhandeling “Bijdrage tot de geschiedenis
der socialistische arbeidersbeweging, afdeling Aalst 1870-1917”.
II. In de
periode 1872 - 1884
Ook voor deze periode staat geen socialistisch lokaal te Aalst bekend.
Na het ineenstorten van de Eerste Internationale was er te Aalst weinig teken
van socialistisch leven, tenzij in 1883. In dit jaar werd door Edward Anseele
een meeting gehouden in de herberg “In den Balcon” aan de Veemarkt (thans
Hopmarkt), zoals vermeld wordt in de brochure van L. Roelandt (schuilnaam voor
Jef Van Droogenbroeck), “Jan Bijl en de eerste socialisten te Aalst”. Deze
brochure werd geschreven op basis van herinneringen opgeschreven in een aantal
cahiers door Sooike Van der Niepen. Deze cahiers gingen verloren. Sooike Van
der Niepen is als anarchist de hoofdfiguur in “De Zwarte Hand” van L.P. Boon.
III. In de
periode 1885 - 1890
1.
De Belgische
Werkliedenpartij (B.W.P.) werd in 1885 gesticht.
Er maakten coöperatieven, ziekenfondsen, vakbonden en socialistische
propagandaclubs deel van uit. De oprichting van de B.W.P.
te Aalst dateert van 25 oktober 1885 vermits op de datum de “ziekenkas De
Vooruitgangsvrienden” werd gesticht in de herberg van Jan De Meeter, de
liedjeszanger of ook nog kromme Jean genoemd. De herberg was gelegen in de wijk
Hersthage en heette “In de glazen bult” en later “De
Bastille” (bron : het socialistisch weekblad Recht en Vrijheid). L.P. Boon
spreekt in zijn feuilleton “Fabrieksstad Aalst” (verschenen in Voor Allen over
de herberg “In den liedjeszanger”). Volgens Jos Geysen was de herberg van Jan
De Meeter met zekerheid in de Violettestraat. Dit eerste socialistisch
ziekenfonds te Aalst werd, onder impuls van de Gentenaar Foucart, opgericht
door een aantal Aalstenaars, w.o. André Van der Meirsch. Volgens L.P. Boon
(Fabrieksstad Aalst) was Jan Snel het oudste (eerste?) partijlid. Boon spreekt
ook nog over een herberg “In den vooruitgang” gehouden door Peke Van den Bergh
waar de weerstandsmaatschappij (ziekenfonds) gevestigd was.
2.
Herberg Peke
Nichels, Zoutstraatpoort, ook vermeld als Geraardsbergsestraat:
Volgens L.P. Boon (Fabrieksstad Aalst) kwamen hier, niet ver van de
fabriek Cumont de partijleden samen die het blad “Vooruit” lazen. Als “eersten
en enigen wier namen nog konden achterhaald worden” noemt Boon
: Jan De Meeter, Josse Nichels, Petrus Van den Bergh, André Van der
Meirsch en Constant Vergeylen. L.P. Boon situeert dit
lokaal in 1885. Als socialistisch lokaal kan het evenwel
van een iets latere datum zijn (zie verder).
3.
Herberg “De
Arend”, Binnenstraat en café met zaal “Alcazar” van Albert Petit, Hoogstraat,
1886: Jan Bijl.
Op tweede Paasdag 1886 werd door Jan Bijl een
volksvergadering gehouden in de boomgaard van de herberg “De Arend” in de
Binnenstraat ten einde er een “onpartijdige werkmansbond” (vakbond) op te
richten. Honderden arbeiders kwamen opdagen. Na verloop van een maand telde de
vakbond 2 300 leden? Jan Bijl zelf evolueerde spoedig in de richting van het
socialisme. Hij deelde dit eerlijk mede aan zijn leden op een vergadering in de
zaal “Alcazar” bij Albert Petit in de Hoogstraat. Jan Bijl vond slechts matige
goedkeuring en zijn vakbond viel uiteen. Ontgoocheld week hij uit naar Londen
en Manchester vanwaar hij artikels stuurde naar het
dagblad “Vooruit”. Tien jaar later kwam hij nog éénmaal naar Aalst terug en
werd er door de socialisten gevierd in hun lokaal “Hand aan Hand” op de
Saskaai. Er werd hem een album met foto’s van zijn oude kameraden aangeboden en
het blad “Vooruit” stelde hem voor boekhouder van deze krant te worden. Hij was
echter in Engeland getrouwd en keerde terug. Hij overleed er op 22 januari 1903
(Bron ; L. Roelandt “Jan Bijl
en de eerste socialisten te Aalst”).
Van zijn vakbond waren er in 1886 slechts een zestigtal leden
overgebleven die zich aansloten bij de socialisten. Van 1890 af speelde de
socialistische toneelbond in de zaal van Albert Petit in de Hoogstraat voor
telkens vier- à vijfhonderd toeschouwers.
4.
April 1886:
oprichting “Propagandaklub” in café “In de Stad Gent”, Moorselbaan, bij Alex
Renoir:
In april 1886 werd de “Propagandaclub” opgericht met als leden Frans Van
Vaerenberg, Jan Steurebaut, Boone, Haemelinckx, Jozef De Smet, Frans Luyckx en
Jozef Petit (Bron : “Vooruit” van 12.04.1886
aangehaald door Luc Van de Velde). Of “Vooruit” ook een lokaal vermeldt moet
worden nagetrokken. Waarschijnlijk betreft het het café “In de Stad Gent” op de
Moorselbaan, gehouden door Alex Lenoir (zie ook verder).
5.
S.M. De Toekomst,
Nieuwstraat 35, opgericht in november 1886:
Het betrof een coöperatieve maatschappij. Het lokaal bevatte een café,
een kleine zaal en een bakkerij. De “S.M. De Toekomst” stond onder de leiding
van Jan Luyckx. Toen er de rode vlag werd uitgestoken stormde de politie binnen
omdat dit verboden was door het gemeentereglement en burgemeester Van Wambeke
het bevel gegeven had de vlag te verwijderen. Er ontstond een gevecht tussen de
politie en Fonteyne, Josse Nichels en Alex Lenoir. Fonteyne en Lenoir werden
elk tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld. Josse Nichels tot vier jaar
omdat hij zou gedreigd hebben met een verboden wapen (Bron :
Fabrieksstad Aalst van L.P. Boon in “Voor Allen”). In dit lokaal “De Toekomst”
werd later, in 1890, de katoenbewerkersbond (vakbond) gesticht. Deze telde 16
leden van de fabriek F.F.R. w.o. Frans Luyckx, Domien Bocqué, De Cock, Van den
Bremt en Van der Elst. Omstreeks dezelfde tijd werd, zonder dat ze van mekaar afwisten, nog een andere katoenbewerkersbond
opgericht door werklieden van de fabriek Cumont op initiatief van Felix
Podevijn, waarschijnlijk in de herberg van Peke Nichels, Geraardsbergsestraat (zie
hoger).
6.
Lokaal “De
Vooruitstrevende Werklieden” aan de Zoutstraatpoort, gehouden door André Van
der Meirsch : december 1888
Het betrof een herberg en een winkel van
levensmiddelen.
7.
“In de Stad
Gent”, gehouden door Alex Lenoir, Moorselbaan, rechtover het oude gesloopte
slachthuis : reeds vermeld onder 4. In 1850 zijn hier gevestigd : de propagandaclub, de toneelbond “De
Vondelsvrienden” (voorloper van “Kunst, Licht en Vrijheid”) en een
“Volksboerderij”.
IV. In de
periode 1891 - 1918
1.
Lokaal en Coöperatieve
nin de “Blauwpoort”, Korte Sint-Jorisstraat
In 1891 werd door de Aalsterse afdeling van de B.W.P. (Belgische
Werklieden Partij) een huis gehuurd, geheten de “Baluwpoort” of ook nog de
“Baluwe Poort”. Er werd een herberg en een bakkerij in gevestigd. De Brusselse
S.M. “Le Peuple” schonk een oude broodoven zodat men
kon beginnen brood te bakken (na het verdwijnen van de “S.M. De Toekomst” in de
Nieuwstraat). Dit nieuwe lokaal en de coöperatieve droegen de naam “Recht voor
Allen”. De socialisten zouden dit lokaal verlaten in 1895 omdat het voor hun
beweging en activiteiten te klein was geworden. In november 1903 (toen het reeds lang door de socialisten was verlaten) werd dit lokaal
door de Daensisten gehuurd om er een herberg te houden, brood te bakken en
misschien later een winkel te openen (gegevens: “Recht en Vrijheid” van
6.12.1903). In dit nummer van Recht en Vrijheid wordt nog aan het adres van de
Daensisten geschreven: “Ze vragen een lokaalhouder. Waarom? G’hebt er eenen in
de Eilandstraat. Moet dezen mensch opnieuw overboord?”.
2.
Nog in 1891 bevindt zich het lokaal van de socialistische vakbonden in
een andere herberg, “In den Arbeider” bij Frans Luyckx, Lange Ridderstraat.
3.
In 1892 verhuist
de Toneelbond van bij Alex Lenoir (Moorselbaan) naar de Zonnestraat in het café
van Jan Snel.
4.
Nogmaals in 1892 werd in
de herberg “De Bastille” van Jan de Meeter in de Violettestraat (zie ook hoger
in 1885) de “Socialistische Zangkring” gesticht. Later vestigde De Meeter zich
op de Damlaan, rechtover het latere “Hand aan Hand” (zie verder) om nadien
terug te keren naar de Hertshage en in 1906 café te houden
“In het Schaliënhuis” op het Burgemeestersplein.
5.
“Hand aan Hand”,
Saskaai, vermits “De Baluwe Poort” te klein was
geworden om aan de socialistische organisaties onderdak te bieden, werden in
1895 twee grote magazijnen van de h. De Vidts op de Saskaai nrs 11 en 12
aangekocht voor de som van 14.000 BEF “met gemak van betaling”. Architekt
Dierkens uit Gent werd belast met het verbouwingsplan dat voorzag in “een schoon
café”, een grote machinale bakkerij , een feestzaal, klassen voor onderwijs en
muziekonderricht en werkhuizen, wat samen 25.000 BEF
kostte”. Ditzelfde jaar, 1895, werd de Samenwerkende Maatschappij “Hand aan
Hand” wettelijk erkend (Bron : Recht en Vrijheid” van
11 en 18 september 1904 waarin een terugblik op deze gebeurtenis verschijnt.)
Uit dezelfde nummers van “Recht en Vrijheid” blijkt dat in juni 1903 naast
“Hand aan Hand” op de Saskaai, nog vijf huizen werden aangekocht om het lokaal
te vergroten. Aldus werd in 1903 aldaar een
kruidenierswinkel geopend en werd de bakkerij vergroot. Het nieuwe geheel werd
op 11 september 1904 ingewijd met een optocht (3.500 deelnemers uit het
arrondissement Aalst en elders), een toespraak door
Eedje Anseele, verlichting van de lokalen, opstijgen van luchtballons en een
volksbal. André Van der Meirsch was de lokaalhouder.
6.
Samenwerkende
Maatschappij “De Roode leeuw”, Korte Zoutstraat 36
Café met fabriekje van roltabak, wordt reeds in
de 1ste jaargang van 1901 van “Recht en Vrijheid” vermeldt en moet
dus eerder, wellicht in de beginjaren zijn opgericht. De spaardersmaatschappij
en de tabakbewerkersbond waren er gevestigd.
7.
Samenwerkende
maatschapij Hand aan Hand, Ledebaan.
Het betreft een “hulphuis” van de “S.M. Hand
aan Hand”. “Recht en Vrijheid” vermeldt dat het gelegen is aan “het
Puitenlawijt”, Ledebaan. Het werd opgericht in 1907 of iets vroeger. Later werd
ofwel in hetzelfde gebouw, allezins Ledebaan 10, een coöperatieve winkel “Hand
aan Hand” ingewijd op 26.12.1920. De huidige Valerius De Saedeleerstraat heette
vroeger Ledebaan. Nr. 10 bevond zich op de hoek van de huidige V. De
Saedeleerstraat, ingang Van Bemptlen.
V. Na de
Eerst Wereldoorlog tot de Tweede Wereldoorlog
1.
“Hand aan Hand”,
Molendries of “Volkshuis”
Op 20 mei werd op de Molendries door de S.M. “Hand aan Hand” het huis
met brouwerij van de h. Moens aangekocht. Het werd omgebouwd in een voor die
tijd modern café met groot orgel, vergaderzalen, muziekzaal en bureaus voor de
socialistische organisaties die voordien op de Saskaai waren gevestigd. Het
gebouw was toegankelijk langs de Molendries en langs de Hoge Vesten van waaruit
men de bakkerij en de cinema bereikte. Het Volkshuis werd ingehuldigd op zondag
4 juli 1920. “Recht en Vrijheid” schrijft dd. 30 mei 1920 hierover nog
“Eindelijk zijn wij er in gelukt, na lang zoeken ons een nieuw lokaal aan te
schaffen. Het was dus met fierheid en geluk dat wij verleden donderdag 20 mei,
de roode vlag, zinnebeeld der verdrukte slaven, op een der schoonste gebouwen
der stad hebben geplaatst”. De opeenvolgende lokaalhouders waren Mengsken
Biebaut (1920), Polydor Podevijn (1930), Frans Vinck (1932), Frans Welleman
(1945), Edmond en Virginie Van Gijseghem (1946), Jozef en Nathalie De Smet
(1950), Henri en Marie Blanckaert (1952), Albert en Leona Buyl (1959), Julien
en Madeleine Van den Borre (1971) en Maria Bal (1973-1975).
2.
S.M. Hand aan
Hand, Ledebaan 10: Kruidenierswinkel, ingewijd op 26.12.1920 (zie hoger).
3.
COOP-winkel en
kledermagazijn “Hand aan Hand”, Molenstraat 52.
In december 1913 werd het huis van M. De Seyn, boekhandelaar in de
Molenstraat door “S.M. Hand aan Hand” aangekocht. Het kwam echter pas vrij in
maart 1914. Het huis was bestemd om te worden afgebroken en er een modern
gebouw op te richten met winkel, traphuis en kledermagazijn. Gezien het
uitbreken van W.O. I kon dit pas nadien gebeuren. In “Recht en Vrijheid” werd
deze coöperatieve winkel onder de vorm van een advertentie voor het eerste
vermeld op 22 april 1923. Na de tweede wereldoorlog werd de ruimten van het
kledermagazijn ingenomen door de B.S.P.-arrondissementsfederatie. Door de
afnemende belangstelling van de socialistische arbeiderscoöperateurs voor hun coöperatieve winkels op de Ledebaan, in de Molenstraat
en voor de bakkerij in het Volkshuis op de Molendries-Hoge Vesten en mede door
de toenemende konkurrentie van de privé-handel en in zekere mate ook door
slecht beheer kwam het geheel van de Aalsterse socialistische coöperatieve
instellingen in een financiële noodsituatie terecht. Om zich daaruit te redden
werden alle gebouwen van de “S.M. Hand aan Hand” overgenomen door de “S.M.
Vooruit” van Gent die in ruil de schulden overnam, maar de
bedrijfigheden voorzette. Na het “failliet van de Bank van de Arbeid” kwam ook de “S.M. Vooruit” in moeilijkheden. Aan het einde
van de jaren ’50, begin van de jaren ’60, verkocht de
“S.M. Vooruit” de winkel van de Ledebaan (V. De Saedeleerstraat), de hovingen,
de bakkerij en de cinema van het Volkshuis, kant Hoge Vesten. Ook het gebouw,
kant Hoge Vesten, waarin de vakbonden waren gevestigd, werden verkocht nadat
het ABVV dit reeds had verlaten.
4.
v.z.w.
Polikliniek “De Toekomst”, Sint-Kamielstraat: werd opgericht op 19 april 1937
en geopend in 1938. De administratie van het ziekenfonds “Bond Moyson” werd van
het Volkshuis, Molendries, overgebracht naar de gebouwen van deze eerste
polikliniek. Later zal dit gebouw worden gesloopt voor een nieuwe, moderne
polikliniek. De voorzitter van deze eerste socialistische polikliniek te Aalst
was Arthur Van Schamelhout (federaal sekretaris) ; Frans Rimbaut (sekretaris) ; Louis Spitaels (penningmeester).
VI. Na de
Tweede Wereldoorlog
1.
De nieuwe
polikliniek met apotheek Sint-Kamielstraat
Op de plaats van de eerste kliniek in de St.-Kamielstraat
werd een nieuw gebouw voor de polikliniek met apotheek en conciërgewoning
opgetrokken en ingewijd op 18 mei 1958 (Bond Moyson). De administratie van Bond
Moyson werd gecentraliseerd te Zottegem. Plaatselijke administratieve bleven in
de Sint Kamielstraat. Omstreeks 1980 werden twee administratieve plaatselijke
filialen gevestigd op de Moorselbaan en op de Oude Gentbaan.
2.
“Ons Huis”
Hopmarkt 45
In 1954 was door de Algemene Centrale van het ABVV het huis nr. 45
aangekocht geworden. Een café werd ingericht met als gerante Marie Van Mol. Er werden
plannen gemaakt om er een nieuw groot gebouw op te trekken voor de vakbonden.
Het werd geopend in augustus 1960. De Beslissing een afzonderlijk gebouw voor
het A.B.V.V. op te richten had twee oorzaken : a) de
onredelijke eisen gesteld door de S.M. “Vooruit” van Gent inzake
een nieuwbouw voor de vakbonden op de eigendom van het Volkshuis, kant Hoge
Vesten; b) de vete tussen Jan Bomon en de partij die reeds dateerde van
onmiddellijk na de tweede wereldoorlog toen in 1946 twee socialistische lijsten
werden ingediend, één met als lijsttrekker burgemeester Alfred Nichels, de
andere met als lijsttrekker Jan Bomon. De opeenvolgende cafébazen waren Maria
Van Mol, Leon en Collette Van den Broeck, Cyriel en Simmone Sergeant en Remi
Cobbaut, deze laatste tot 1971.
3.
Verbouwing van
het café Volkshuis einde 1960 – begin 1961
Nadat alle aanhorigheden van het Volkshuis,
Molendries – Hoge Vesten door “Vooruit” van Gent waren verkocht, bleef er nog
enkel het café over met de daarboven gelegen verdiepingen. Als compensatie stemde “Vooruit” er in toe het café te moderniseren. Dit
gebeurde eind 1960 – begin 1961. De grote staking tegen de eenheidswet viel
daar midden in.
4.
Het nieuwe
“Volkshuis” aan de Houtmarkt 1975
Na nieuw kabaal tussen de B.S.P. en Jan Bomon naar aanleiding van de
nieuwe bestuurscoalistie C.V.P.-B.S.P. volgend op de gemeenteraadsverkiezingen
van oktober 1958 en na de staking van het vabondspersoneel tegen Jan Bomon op
15 juni 1960, werd deze laatste door de nationale instanties van het A.B.V.V.
en de Algemene Centrale verplicht een congres te houden over zijn beleid. Dit
congres vond plaats in “Ons Huis” waar Bomon door de vakbondsafgevaardigden
niet meer werd herkozen. Hij werd overgeplaatst naar Brussel. Jules Van
Droogenbroeck werd aangesteld tot gewestelijk secretaris van het A.B.V.V. en
André Van den Broecke tot gew. secr. van de Algemene
Centrale. De Gemeenschappelijke Actie (B.S.P. – A.B.V.V. – Bond Moyson) werd
van dan af ook in het arrond. Aalst opgericht. Deze besloot onder de stuwende
kracht van Jules Van Droogenbroeck “Het Huis der Socialisten” te bouwen op de
voormalige eigendom Meert aan de Houtmarkt – Sterrestraat. Dit “Huis van de
Socialisten” moest een onderkomen bieden aan de vakbonden, de partij en alle
nevenorganisaties, behalde Bond Moyson die reeds over
eigen gebouwen beschikte. “Ons Huis” op de Hopmarkt zou door de Algemene Centrale van het
A.B.V.V. worden verkocht. Het nieuwe “Volkshuis-Huis van de Socialisten” werd
geopend op 19 april 1975. Van het oude Volkshuis op de Molendries werd een kleine twee weken eerder, op 4 april, plechtig afscheid
genomen met o.m. een viering van negen (op dat ogenblik nog in leven zijnde)
gewezen géranten. S.M. Vooruit verkocht dan ook het oude Volkshuis en iets
later de Coöperatieve winkel in de Molenstraat. De eerste gérante van het
nieuwe Volkshuis waren
William en Christiane Van den Broeck. In 1979 werden Emiel en Georgette
Bombeeck de uitbaters van het café.
In de nacht van 28 op 29 april, net voor de 1 mei-viering, werd een
aanslag gepleegd op het Huis der Socialisten. Gans het gedeelte in de
Sterrestraat brandde uit.
Dank zij de brandverzekering kon heropgebouwd en wederuitgerust worden.
De plechtige heropening vond plaats op 27 februari 1987.
Bert Van Hoorick
“ Voor Allen “ 8 april 1988