BERT VAN HOORICK

Nen hevigen

 

Uit  : Een “verheven” buurt. Geschiedenis van het Ezelsplein – deel 2

 

 

De jongste generatie zal ongetwijfeld de wenkbrauwen fronsen bij het horen van de naam Bert Van Hoorick.

Aalstenaars ouder dan pakweg 35 jaar zullen echter weten dat de man gedurende tientallen jaren heel actief was in de lokale en nationale politiek. Albert Van Hoorick werd geboren in 1915, midden in de Eerste Wereldoorlog. Vader Van Hoorick was op dat moment soldaat aan het IJzerfront en sneuvelde daar drie jaar later, op 9 november, twee dagen voor het einde van de oorlog. Als tiener was Bert al geïnteresseerd in politieke kwesties. Zo stichtte hij op 14-jarige leeftijd, als leerling aan het Atheneum, een Vlaamse studentenbond, de ‘Iweinkerels’ genaamd. Ze werden onderdeel van het ‘Algemeen Vlaamsch Studentenverbond’ (AVS) en publiceerden in Aalst het maandblad Noodhoorn. Na een periode met het Vlaams-nationalisme gedweept te hebben evolueerde Van Hoorick richting communisme. In 1935 werd hij lid van de Kommunistische Partij waar hij in de woelige jaren voor de Tweede Wereldoorlog steeds het gevaar van het nazisme en fascisme aanklaagde evenals de mensonwaardige werkomstandigheden van de Aalsterse textielfabrieken tot de koolmijnen uit de Borinage.

Tijdens één van zijn meetings trachtte Van Hoorick het toegestroomde publiek te overtuigen van de communistische zaak. Zijn podium of hier letterlijk spreekgestoelte bestond uit een stoel die net tevoren uit één van de buurtcafés werd ontleend. Tijdens de oorlog maakte hij deel uit van het Onafhankelijkheidsfront en nadat hij in februari 1943 opgepakt werd door de Gestapo werd hij naar Breendonk en het concentratiekamp Büchenwald gevoerd. Pas na de bevrijding van het kamp in april 1945 kwam er een eind aan de nachtmerrie en kon hij aan zijn terugkeer naar Aalst denken. Tot 1957 bleef hij lid van de Kommunistishe Partij. Nadien stapte hij over naar de Socialistische Partij en werd hij volksvertegenwoordiger evenals schepen van onderwijs en cultuur in Aalst. In 1976 nam hij afscheid van het actieve politieke leven. Hij overleed in 2000 op 85-jarige leeftijd. Hoewel hij niet in de buurt zelf geboren is, heeft hij er jarenlang op verschillende plaatsen gewoond. Tussen 1935 en 1939 woonde hij in de Vakschoolstraat, dan verhuisde hij naar de Volksverheffingstraat waar hij tot 1941 woonde.