AFSCHEID VAN JEAN PAUL RINGOIR – zaterdag
Monique, familie en vrienden van Jean Paul,
Vorige zondag rond de
Het ging niet goed met Jean Paul, zijn toestand ging
snel achteruit.
JP, zoals velen hem noemden, voerde -omringd door zijn
Monique en beste vrienden- zijn laatste uren strijd tegen die aanslepende en vreselijke
ziekte, die hij steeds verdrongen had voor de mensen om hem heen.
10 minuutjes later stonden 4 sp.a
mandatarissen rond zijn sterfbed.
Een afscheidsmoment dat hij spijtig genoeg zelf niet
meer bewust kon beleven.
Of misschien heeft hij toch nog de mooie anecdotes gehoord die we stilletjes over onze zwarte krollekop in herinnering brachten.
Het was een spontane, ietwat ongewone manier om mekaar
te ondersteunen tijdens zo’n moeilijk afscheid van een nog veel te jonge
kameraad.
Jean Paul was een “monument” binnen de socialistische
beweging .
Na zijn opleiding aan de Arbeidershogeschool, werkte hij
na een korte fabriekservaring achtereenvolgens bij Bond Moyson,
het ABVV, het Rijks PMS, het kabinet van Minister Detiège
en de Internationale Federatie voor Amateursport, waar hij tegen 1 januari zijn
pensioen had aangevraagd.
Nog indrukwekkender was zijn militante en geëngageerde
inzet voor de MJA, de ABVV kadetten, de
Jongsocialisten, de Rode Valken, het Trommelkorps, de Jeugdvrienden en
uiteraard de Partij zelf.
Sinds zijn 18de was hij BSP lid en maakte
hij, ik vermoed, ononderbroken deel uit van het partijbestuur.
Hij was nu nog steeds ondervoorzitter van het
partijbestuur Aalst Centrum en erevoorzitter van het trommelkorps Bert Van Hoorick.
En… wij hebben het geweten, gevoeld en vooral gehoord.
Jean Paul was zoals men zegt geen gemakkelijke, hij
kon het - samen met Monique overigens – de voorzitter soms best moeilijk maken.
Hij was ideologisch sterk, had een scherpe analyse,
was kritisch, kende de geschiedenis en zegde rechtuit, ook ongezouten zijn
mening.
Hij was rad van tong en kon niet tegen onrecht, een socialist
in hart en nieren.
Zijn typische tussenkomsten, in die eigen stijl zullen
velen met mij nu moeten missen.
Het laatste woord op onze vergaderingen zal nu iemand
anders toekomen.
Dat ondervond men ook reeds in Vosseslag
aan zee, waar men de toen 16jarige MJA vakantieganger vlug hulpmonitor maakte
om zo een lastige deelnemer beter in het gelid te krijgen.
Maar ook in Aalst kreeg de toenmalige partijleiding haar
deel van die allerte jongsocialist.
In een interview 25 jaar geleden verwoordde Jean Paul
het toen als volgt:
“ Mijn kritische ingesteldheid heb ik wellicht
overgehouden aan mijn Jongsocialistenperiode.
Met een harde kern volgden wij toen zeer kritisch de
partijwerking.
Er is trouwens een welgekende anecdote
aan verbonden.
Toen we nog vergaderden in de benedenzaal van het
volkhuis aan de Molendries, had onze groep zich in de zaal een vaste plaats
toegeëigend van waaruit wij dikwijls
onze kritische bemerkingen afvuurden.
Op een bepaald moment werd opnieuw vanuit ‘onze’ hoek
een tussenkomst gedaan, waarop de voorzitter Vic Van Der Heyden uitriep: ‘het
is altijd hetzelfde met die Jongsocialisten daar!’, wijzend in de vertrouwde
richting van waar we normaal zaten.
Deze keer zaten wij echter toevallig ergens anders!
Ja, ik ben steeds deze kritische rol blijven opnemen,
vooral daar waar het gaat over de belangenverdediging van de
nevenorganisaties.”
Beste vrienden, inderdaad, verschillende van onze
nevenorganisaties hadden misschien vandaag zelfs niet meer bestaan zonder de
onafgebroken inzet van de onafscheidelijke Monique en Jean Paul of was het van
Jean Paul en Monique?
En ook het wijkcomité Beukenhof en de Nieuwbeek zullen
nu één van die twee begeesterende harde werkers moeten missen.
Wat velen niet weten: Jean Paul was ook een cultuurmens: hij
verslond boeken, sprak zeven talen waaronder recent ook voorzichtig arabisch, hield van klassieke muziek en opera.
Eigenlijk was hij in ons midden ook altijd een beetje de
gids, de animator die vlot een volle zaal kon boeien met taal en zang.
Vriendschap en Kameraadschap - er is nog een nuance -
waren voor de gevoelsmens Jean Paul van groot belang.
De harde roeper JP had tegelijk een klein hartje.
En zo twijfelde ik in het citeren uit ons ‘Vriendschapslied’ of ‘Les Copains d’abord’ van Georges Brassens, zijn lievelingsliederen.
Ik koos voor het laatste wetende dat de Franse taal,
Frankrijk en zijn geliefde vakantieverblijf Cogolin
voor hem ook steeds belangrijker werden.
Au rendez-vous des bons copains
Y avait pas souvent de lapins
Quand l'un d'entre eux manquait
à bord
C'est qu'il était mort
Oui, mais jamais, au grand
jamais
Son trou dans l'eau ne se refermait
Cent ans après, coquin de sort
Il manquait encore
Spraken de boezemvrienden samen af
Dan was er niemand die verstek gaf
En was één van hen niet op de boot
Dan was hij dood
En al was hij er niet meer bij
Zijn plaats bleef voor eeuwig vrij
Honderd jaar mogen voorbij gaan
Het gemis blijft bestaan
Monique veel sterkte verder nu.
JP, namens de ganse socialistische familie bedankt
voor alles.
JP, je rode valken zijn hier vandaag nog een laatste
keer bij u.
JP, je trommelkorps leerde ook speciaal voor u gisteren
een passende mars.
JP, wees gerust, Bram en Tom zullen goed zorg dragen
voor uw klaroen.
JP, Jean Paul, Kameraad, Rode Valk, … vaarwel.
Vriendschap!
Uw (dubbele) voorzitter.