JEUGD

 

 

INSTALLATIE JEUGDRAAD – OPENINGSTOESPRAAK 23 NOVEMBER 1989

 

JEUGSHUIS WORDT  STEDELIJK CENTRUM VOOR VORMING EN RECREATIE

 

 KREA-AALST IN STADSBEHEER

 

OFFICIELE HEROPENING JEUGDHUIS KREJA

 

OPEN BRIEF AAN HET STADSBESTUUR EN DE JEUGDRAAD VAN AALST

 

Opening jeugdlokaal oktober 1984  ( artikel in ‘Voor Allen’ - 12 oktober 1984)

 

OPENING JEUGDLOKAAL VAN HET SOCIALISTISCH JEUGDWERK AALST  OKTOBER 1984 (openingstoespraak)

 

SLOTMANIFESTATIE SCHOOLKID(T)S 18 MEI 1991

 

VERKLARING OVERKOEPELEND SOCIALISTISCH JEUGDWERK-AALST  M.B.T. DE STEDELIJKE JEUGDPOLITIEK

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VERKLARING OVERKOEPELEND SOCIALISTISCH JEUGDWERK-AALST

M.B.T. DE STEDELIJKE JEUGDPOLITIEK

 

 

Tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering van het socialistisch jeugdwerk-Aalst, werd ruime aandacht besteed aan de stedelijke jeugdpolitiek.

De vergadering sprak haar goedkeuring uit over de houding die de socialistische afgevaardigden terzake in de jeugdraad en de gemeenteraad hebben ingenomen.

De vergadering kwam tot het besluit dat de socialistische vertegenwoordigers, samen met de andere vooruitstrevenden, hun aktie voor een open, demokratische

jeugdpolitiek moeten verder zetten.

 

Zolang het stadsbestuur de jeugdraad in een partijpolitieke greep houdt en op deze wijze het vrije adviesrecht en de normale werking onmogelijk maakt, zullen de

socialisten wegblijven van de bestuursvergadering van de jeugdraad.

Waar kan verwacht worden dat een stadsbestuur de onderlinge samenwerking tussen jeugdorganisaties zou toejuichen en aanmoedigen moet men in Aalst

vaststellen dat het CVP-PVV-bestuur voortdurend probeert de jeugdorganisaties te verdelen en tegen elkaar op te zetten, allerlei diskriminaties invoert en de

jeugdorganisaties wil verplichten tot een partijpolitieke keuze : vóór of tegen de bestuursmeerderheid. Deze houding heeft tot nu toe slechts geleid tot

kontestatie én het wegblijven van de jongeren.

 

Het Socialistisch jeugdwerk is ook allerminst opgezet met de manier waarop te Aalst het ‘Jaar van de Jeugd’ wordt georganiseerd : in plaats van aandacht

te schenken aan wat leeft bij de Jeugd : de vredesgedachte, rechtvaardige sociale verhoudingen, derde wereldproblematiek, de participiatiegedacht,

bescherming van het leefmilieu, herverdeling van de arbeid, enz... blijven de initiatiefnemers van ‘het Jaar van de Jeugd’ zich bezighouden met “goedkope”

evenementen zoals kwissen, jeugdprinsverkiezingen e.d.

Kunnen de honderduizenden franken die thans besteed worden aan de “show” voor het ‘Jaar van de Jeugd’ in deze crisisperiode niet beter besteed worden ?

 

Regeling busvervoer RAKETTENBETOGING :

VERTREK TE AALST MET BUSSEN ABVV (tickets vooraf te koop in het secr. van het Socialistisch Jeugdwerk – Houtmarkt 1 – Aalst - tel :  053/78 36 10) te 13u20.

VERZAMELEN AAN DE HOUTMARKT !

 

Niet op de openbare weg gooien ! v.u. : Patrick De Smedt, Houtmarkt 1, Aalst 9300

 

Maart 1985

 

 

Terug naar begin van pagina

 

 

 

 

 

OPEN BRIEF AAN HET STADSBESTUUR EN DE JEUGDRAAD VAN AALST

 

 

Zondagnamiddag 20 oktober 1985 : antirakettenbetoging te Brussel

Zondagnamiddag 20 oktober 1985 : officiële opening jeugdbeurs te Aalst

 

Toch wel ! U hebt goed gelezen?

Net op hetzelfde tijdstip dat VAKA de nationale antirakettenbetoging te Brussel organiseert, wordt door het Aalsters stadsbestuur in samenwerking met de jeugdraad de jeugdbeurs Aalst officieel geopend.

Toeval of niet.

In ieder geval moet dit bij vele Aalsterse vredesmilitanten als een kaakslag overkomen. Bij voorgaande betogingen hebben niet in het minst de jongeren massaal uiting

gegeven aan hun vredeswil.

Nu dringt zich een moeilijke keuze op.

Langs deze weg wil ik vooralsnog aan het college van burgemeester en schepenen en de leden van de jeugdraad vragen om de opening van de Beurs te verleggen naar

een later tijdstip (bv. 19 uur).

Zoniet zullen vele jonge Aalstenaars verplicht worden afwezig te blijven bij de opening van de jeugdbeurs.

 

Niets is immers belangrijker dan vrede.

 

Zondagnamiddag 20 oktober moet in het teken staan van de ontwapening, en van niets anders !

 

Patrick De Smedt

Gemeenteraadslid

 

Terug naar begin van pagina

 

 

 

 

 

INSTALLATIE JEUGDRAAD - OPENINGSTOESPRAAK

23 NOVEMBER 1989

 

 

Twaalf jaar geleden werd door de jeugdverenigingen in een eisenprogramma de vraag gesteld naar de installatie van een pluralistische Jeugdraad. Zes jaar later keurde de Algemene Vergadering van de toen uittredende Jeugdraad, naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen, quasi unaniem een tekst goed met de randvoorwaarden voor de toekomstige werking. Het toenmalig stadsbestuur zag het anders. De gemeenteraad keurde een éénvormig statuut goed voor alle adviesraden, waaronder de Jeugdraad. In de voorbije jaren werd herhaaldelijk kritiek geuit op de partijpolitieke samenstelling van de Jeugdraad. Dit leidde zelfs op bepaalde momenten tot een feitelijke verzwakking van de werking en werd bij de jeugdorganisaties ervaren als een zware hypotheek.

Op 26 april 1988 komt de Algemene Vergadering tot het inzicht dat het zo niet verder kan en keurt een platformtekst goed. In de verklarende nota bij deze tekst is het volgende te lezen : "De Algemene Vergadering wenst dat de toekomstige Jeugdraad (vanaf 1989) van start zou kunnen gaan in gunstige omstandigheden in een geest van vertrouwen en een geest van samenwerking tussen alle aangesloten jongerengroeperingen. De Algemene Vergadering is van oordeel dat een aantal structurele maatregelen die de samenstelling en de werkwijze van de Jeugdraad zouden regelen, de kansen op een positieve werking zouden vergroten". Onmiddellijk na de start van het nieuwe bestuur, besliste het Schepencollege om de Jeugddienst voor Maatschappelijke Participatie van de Lodewijk De Raetstichting, een pluralistische organisatie die zich toelegt op het gemeentelijk jeugdbeleid, in te schakelen met de opdracht binnen een periode van drie maanden een nieuw voorstel rond de organisatie van de Stedelijke Jeugdraad te formuleren. "Nieuw" voorstel omdat het intussen ook duidelijk geworden was dat de in de platformtekst voorgestelde structuren niet de gewenste dynamiek tot gevolg hadden.

De belangrijkste doelstellingen die hierbij naar voren werden geschoven waren :

 

1.   het depolitiseren van de Jeugdraad

2.   het openstellen voor individuele jongeren

3.   het openstellen voor scholierenwerkingen (scholen)

4.   goede inhoudelijke en methodische ondersteuning vanuit het stadsbestuur

 

De voorbereidende vergaderingen in de zin van een consultatieronde, hadden plaats op 11 februari en 11 maart. Na gesprekken met een aantal bevoorrechte getuigen werd een knelpuntennota gemaakt en werden drie minderheidsstandpunten opgetekend. De discussies weden afgerond op de vergadering van 29 april.  De eerste en de laatste vergadering van de open voorbereidingsgroep werden voorafgegaan door een vergadering van de bevoegde Gemeenteraadscommissie. Het eindvoorstel werd na een laatste aanpassing door Jemp in verband met het Cultuurpact aan het College van Burgemeester en Schepenen voorgelegd op 22 mei. Bij dit voorstel werd door het College ook kennis genomen van de minderheidsstandpunten van drie organisaties. De gemeenteraad keurde het nieuw statuut en het nieuw huishoudelijk reglement goed op 30 mei 1989.

 

Hierin werden de volgende doelstellingen gerealiseerd :

 

1.   het bestuur van de Jeugdraad wordt feitelijk gedepolitiseerd. Er is geen vertegenwoordiging meer van de politieke frakties in de gemeenteraad

2.   zowel individuele jongeren als scholierenwerkingen krijgen zitting in het bestuur van de Jeugdraad

3.   een nieuwe generatie van jongeren treedt aan door het bepalen van de leeftijdsgrens van 30 jaar om stemgerechtigd lid te kunnen zijn van de Algemene Vergadering

 

Op verzoek van de jongeren zelf werd de installatie vanwege de examenperiode uitgesteld tot na het groot verlof. De feitelijke installatie mislukte een eerste keer op 7 oktober. Men was op grond van artikel 5 van het huishoudelijk reglement onvoldoende in aantal om geldig te beraadslagen.

 

Vandaag 23 november zijn de helft plus één van de stemgerechtigde leden aanwezig, zodat nu zonder problemen kan overgegaan worden tot de verkiezingsprocedure van het bestuur. Hiermee komt nu hopelijk een einde aan een malaise die al te lang heeft aangesleept. Aan jullie jonge mensen om een nieuw elan te geven aan de Jeugdraad.

Met het inbouwen in een nieuw statuut van de leeftijdsgrens treedt een nieuwe generatie van jongeren aan die zich in goede verstandhouding en met de wil tot samenwerking zullen kunnen toeleggen op het jeugdbeleid in Aalst. Het stadsbestuur is daar om de inspraak te verlenen die in het statuut voorzien wordt en om de werking van de Jeugdraad inhoudelijk en structureel te ondersteunen. In dit verband ben ik bijzonder opgetogen met het voorzien van een jeugdconsulent in het nieuw personeelskader van de stad, wiens opdracht het onder meer zal zijn een goede communicatie van de Jeugdraad met het Stadsbestuur tot stand te brengen en te onderhouden.

Namens het Stadsbestuur wens ik de nieuwe Jeugdraad na een succesvolle start veel werklust  wen doorzettingsvermogen in het belang van de Jeugdraad zelf maar zeker ook in het belang van de Aalsterse jeugd.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SLOTMANIFESTATIE SCHOOLKID(T)S

18 MEI 1991

 

 

Dames en heren, meisjes en jongens, geachte genodigden,

 

 

Vandaag 18 mei is een scholierendag.

De slotmanifestatie van onze scholierenwedstrijd, van "schoolkid(t)s".

Dit was niet de dag van de zeurende politie over het gedrag van onze jeugd, niet de pedagogische studiedag van leerkrachten of niet het wijs colloquium van de welzijnswerkers, nog minder was dit hier de dag van sterke politieke verklaringen.

 

Als voorzitter van het Coco-schoolkidtsproject en als schepen van de jeugd mag ik hier vandaag, ook namens alle volwassenen hier aanwezig, al dit scholierenengagement feliciteren.

 

Ik doe dit heel "au sérieux".

De ene klas wat meer dan de andere, heeft immers een schooljaar lang samen - en ik benadruk samen - aan iets gewerkt.

Drie opdrachten werden uitgewerkt, die - per slot van rekening - voor het schoolrapport geen extra punt opleverden, en toch gebeurde het op school, en niet in het vrijetijdsleven.
Ik denk hier bv. aan de klas die een schoolkrant maakte en deze dan maar meteen op genoeg exemplaren drukte om ze te verkopen op school. Ik hoop dat deze klas daar wil en kan mee doorgaan. Ik zag in een video dat een studiemeester-opvoeder in een lach schoot, door ik weet niet welke grimas van een leerling op strafstudie.
Dergelijke momenten (meestal worden ze niet op video vastgelegd) zijn goud waard en maken voor de scholieren de school be-leef-baar.

 

We hebben de scholieren - doorheen hun opdrachten - niet zo zien roepen om meer ontspanning op school. Soms vragen ze zich wel af waarvoor die voetbalgoalen er staan die nooit mogen gebruikt worden. Sommigen willen meer variatie in het "vrijetijdsaanbod" op school. Anderen vragen wat muziek tijdens het middageten in de refter.

 

In de lijst van vragen en voorstellen m.b.t. de schoolsfeer werd vooral belang gehecht aan vriendschap en kameraadschap. Aan humor die de school, zijn soms zo dodelijke ernst ontneemt, en aan leerkrachten die willen luisteren naar wat leerlingen ook te vertellen hebben.
Ik ben vooral blij omdat velen, eigenlijk allemaal een jaarlang gewerkt hebben aan een goede klassfeer, aan de groepssfeer, kortom aan het samenzijn.

In die zin zijn wij natuurlijk heel gelukkig met de verklaring van een lerares, die zegt dat dankzij schoolkidts, onderlinge problemen nu veel gemakkelijker opgelost geraken ...

 

Als er in dit (eerste) schoolkidtsjaar maar 16 klassen, gespreid over de verschillende netten en richtingen (van Latijn-Grieks tot Buitengewoon Onderwijs) begonnen zijn, en als er maar 12 voleindigd hebben, dan heeft dat in de eerste plaats te maken gehad met het al dan niet vinden van een leraar of lerares die hier wat extra tijd wou voor vrijmaken. Ik wil hier dan ook graag het publiek een applaus vragen voor de niet-bezoldigde prestaties van de leerkrachten en de ene studiemeester-opvoeder, die een schookidts-klas begeleid hebben. Ik ben er zeker van dat toekomstgericht hun voorbeeld aanstekelijk zal verderwerken ...


Van één zaak blijven we ook na onze actie zeker : scholieren maken het niet vanzelf "kits" op school. Al is dat een voorwaarde zonder meer om - ja, ik wil hier de woorden voor het eerste gebruiken - fenomeen als schoolmoeheid en spijbelen naar Bokrijk te doen verhuizen.

Nog deze week pleitte een Aalsterse politie-assistente in een belangrijk tijdschrift vooral voor aandacht en begrip vanuit "de school", voor de scholieren die het soms inderdaad heel moeilijk hebben thuis, op school of met zichzelf.

 

"Opvang" in probleemsituaties is echter één zaak, preventie is een andere punt. Scholieren komen niet vanzelf tot samenwerking, een schoolkrant, een leerlingenraad. Een mentaliteit waar alleen maar cijfers tellen (meer punten, meer leerlingen, ...) vertikt nog te vaak initiatief van leerlingen of leerkrachten die meer willen.

 

Schoolkidts heeft er een beetje willen bij helpen : met een video, met de kidtsofoon, met de opdrachten, met een kerstboom halverweg het jaar, en nu met de prijzen, die - hoe kon het ook anders - dit gemeen hebben, dat er maar in groep van te genieten valt.
In ieder geval is het zo, dit wil ik nog even benadrukken, dat Aalst niet meer of niet minder dan elders een spijbelstad zou zijn.

Alleen wil Aalst, willen wij er allen samen preventief wat aan doen. Een goede school en klassesfeer lijken ons in dit verband één van de belangrijkste elementen, zoniet de belangrijkste.

 

Ik wens de deelnemende scholieren en hun begeleiders veel geluk met de prijs. Ook hier was deelnemen belangrijker dan winnen.

 

Ik dank ook de verschillende leden van de stuurgroep schoolkidts (op zich een staaltje van samenwerking tussen stedelijke en andere diensten), bijzonder ook het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (dat - eerder dan de PMS-centra), als ik dat even mag constateren - het belang van dit soort campagne ingezien heeft).  Ik dank ook de talrijke sponsors (zij staan allen in het programmaboekje vermeld).

 

Wij excuseren ons tenslotte ook voor alle mogelijke fouten qua organisatie (zo was de start nogal ongelukkig) : maar daarom zijn wij dan ook een erkend pilootproject.
Een experiment met andere woorden, dat door een Vlaams Samenwerkingsverband van Jeugdwelzijnsorganisaties nauw gevolg wordt, en dat hier trouwens vertegenwoordigd is. Ook aan hen onze dank.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina

 

 

 

 

 

OFFICIELE HEROPENING JEUGDHUIS KREJA

 

 

Ter gelegenheid van de wederingebruikname van een gebouw, zoals dit, ter gelegenheid van een viering van het tienjarig bestaan van een organisatie, verwacht men dat er eens een balans gemaakt wordt, dat men het volle licht eens laat schijnen over wat voorbij is.

 

Dat is ook de taak die mij is opgedragen.

 

Daar ik echter niet tot de stichters behoorde die in ’71 een jeugdhuis openden – wellicht in een vlaag van overmoed, - niet wetende wat hen of hun nabestaanden in de daaropvolgende jaren allemaal zou te wachten staan, en ik slechts vanaf het jaar ’75 aan den lijve heb kunnen meemaken, wat “Kreja”, dat eerst “Smak”, daarna “Kreja-info” en tenslotte, tijdens de laatste jaren “Flapuit” heette.

 

De documenten en geschreven stukken van vóór 1971 zijn – hoe kan het ook anders – nog wat meer vergeeld en bovendien weet iedereen dat herhaaldelijke verhuizingen en wateroverlast in kelders waar archiefdozen dan als scheepjes zonder motor ronddobberden, niet bevorderlijk zijn om de boodschap van het verleden over te brengen naar het heden.

 

Maar goed, uit de geschriften die het kelderwater overleefd hebben, bleek uiteindelijk toch nog één en ander te achterhalen. Zo is mij onder meer duidelijk geworden waarom we op officiële documenten en contracten niet “vzw Kreja” schrijven maar “vzw Aktiegroep-Vrij”. Aktiegroep Vrij was namelijk de jongerengroepering die in mei-juni 1969 door enkele jongeren op de H. Hart-parochie was opgericht, en die het initiatief nam om een pluralistisch jongerencontactcentrum – zo heette dat toen – met de naam “Kreja” op te richten. Achteraf beschouwd leek die jongerengroep “Aktiegroep Vrij” mij een speciaal geval. Het was niet opgericht door de parochie, maar op initiatief van de jongeren zelf en toch had het zijn lokaal in de gebouwen achter de parochiekring, in de Dr. De Moorstraat.

De groep was een sterke en geëngageerde jongerengroep die zelfs heel delicate onderwerpen durfde aanpakken, een scherp sociaal profiel vertoonde en zich openlijk pluralistisch en onafhankelijk opstelde. Men organiseerde debatavonden, ging zelf op Park De Blieck het vuilnisstort opruimen, om de maatschappij voor sociale huisvesting te wijzen op haar belofte om er een speelplein aan te leggen, organiseerde acties voor ontwikkelingssamenwerking, stelde, samen met de werkgroep jeugdbeleid van Mijlbeek en jeugdzorg Sint-Jan (Immerzeeldreef) een zogenaamd urgentieplan op om speelpleintjes te maken op vrijliggende gronden op Aalst-Rechteroever.

 

Toen stelde dat geen problemen. Blijkbaar was het algemeen geestelijk klimaat in die jaren heel wat opener, vrijmoediger, en verdraagzamer. En in die open geestesgesteldheid was de H. Hartparochie zeker het meest verregaand. Hier kon meer dan op andere parochies het geval was.

 

Hoewel ik hem zelf niet gekend heb, zegt men mij dat dit vooral te maken had met de figuur van pastoor Marcel Decubber, een wat rebelse, radicaal Vlaamsgezinde, sociaal vooruitstrevende, en zelfs wat anti-klerikale pastoor van de H. Hartparochie in die jaren. De man heeft blijkbaar grote indruk gemaakt en invloed gehad op het parochiale leven. Vooral bij de jongeren werd hij erg gewaardeerd om zijn non-conformisme. Tussen die jongeren bevond zich ook op dat ogenblik een negentienjarige student die voor maatschappelijk werker studeerde, en die zich ontpopte als de leider van die jongeren en die voor het eerst met de plannen naar voor kwam om die jongeren te verenigen in een pluralistische jongerengroepering.

 

Dat was Guido Moens. Tussen pastoor Decubber en hem klikte het, zij werden vrienden en steunden elkaar. Achteraf beschouwd zeggen insiders dat de toen door Guido Moens geleide jongerengroepering “Aktiegroep Vrij” heel wat vernieuwend en hervormend werk heeft verricht binnen de H. Hartparochie, - wat ook het doel was van pastoor Decubber -, Aktiegroep Vrij was bij wijze van spreken zijn stootgroep. Maar anderzijds kon de jongerengroep en Guido Moens – als het erop aankwam – ook steeds rekenen op de meestal bedekte, maar altijd effectieve steun en bescherming vanwege pastoor Decubber, als er moeilijkheden waren of als er meningsverschillen waren of als sommigen vonden dat de jongeren te ver waren gegaan. In die dagen was het ook al inspraak, openheid, doorbreking van de verzuiling, enz … wat de klok sloeg. Dat sloeg in. “Creativiteitsbeleving, experimenteerrecht, het recht van ieder mens op vrije zelfontplooiing” … het waren de thema’s die op dat ogenblik de wind in de zeilen had. De jongerengroepering Aktiegroep Vrij voelde zich geroepen om daaraan mee te werken. Een 30-tal bewuste jongeren die actief zijn, - dat was wel zeer positief, maar ware het niet interessant dat men, naast de bestaande groepswerking, ook een meer vrije ontmoetingsruimte voor een groter publiek zou kunnen realiseren op Aalst-Rechteroever. Deze vraag stelde men zich.

 

Dat een jeugdcentrum op de rechteroever toeN vrij algemeen als zeer wenselijk werd aangevoeld, kon aangetoond worden door o.m. brochures en krantenartikels en verslagen van bijeenkomsten uit die tijd. Uit het verslagboek van het in mei 1970 gehouden pastoraal concilie van de Dekenij Aalst, een tweedaags congres waar meer dan 500 Aalstenaars aan deelnamen, lees ik onder meer, bij de besluiten op blz. 25 :

 

Besluiten :

 

  1. Er bestaat een dringende nood aan jeugdbeleid dat moet gericht zijn op alle jongeren, zowel georganiseerde als niet-georganiseerde. Een beperkte en representatieve groep moet na dit weekeinde samenkomen om verder concrete voorstellen uit te werken en dit volgens de geest van het dekanaal concilie.

 

  1. De bestaande jeugdbewegingen dienen tot nauwere samenwerking te komen.

a.       Voor de jongeren van de leeftijdsgroepen 13 tot 17 en 18 tot 25 is het dringend noodzakelijk in volgende behoeften te voorzien :

- per parochiegebied

   a) een eigen instuiflokaal dat openstaat voor alle jongeren ongeacht het
       geslacht, sociale laag en levensbeschouwing
   b)twee vergader- of activiteitenlokalen

- één centraal jeugdhuis op de rechteroever van de Dender. Hier moeten
   voorhanden zijn :

   a) een ontmoetingsplaats voor alle jongeren – en minimum één grote
       zaal
   b) verschillende gespecialiseerde hobbyclubs : (vb. judo, volksdans,
       muziek beluisteren)
   c) een door de plaatselijke groepen permanent verantwoordelijke
       (animator) voor het dagelijks beheer van het jeugdhuis
   d) informatiebureau – dienstverlening aan de plaatselijke groepen (vb
       inrichting van cursussen kadervorming, uitlening spel- en
       sportmaterieel).

 

De werking van de instuif- en vergaderlokalen en het jeugdhuis moet geschoeid zijn op pluralistische grondslag.

Daar deze voorzieningen een zaak zijn van algemeen belang en zij er moeten komen voor alle jongeren, berust de verantwoordelijkheid om dit te realiseren in de eerste plaats bij de gehele gemeenschap, dit is het stadsbestuur.

De parochies dienen echter – in de mate van het mogelijke-  hieraan steun te verlenen.

 

Een jeugdhuis, een onafhankelijk jeugdhuis, een pluralistisch jeugdhuis, dat zou het worden. Aktiegroep Vrij richtte “Kreja” op. De 30 medewerkers zouden de inrichtende macht vormen, de algemene vergadering van de vzw.

 

Toen aan de parochie gevraagd werd of men kon helpen om lokalen ter beschikking te stellen voor zo’n jeugdhuiswerking, en de parochie geen geschikte lokalen kon aanbieden waarbij het pluralistisch karakter kon gewaarborgd worden, bleef de groep niets anders over dan een keuze te maken : ofwel de plannen opgeven, ofwel een eigen, nieuwe accommodatie, volledig los van de parochie te zoeken.

Ik moet u niet laten raden wat er toen gebeurde.

 

We schrijven toen december 1970. Er wordt een huis gehuurd in de Dr. De Moorstraat, er wordt een vzw gesticht. Om het pluralistisch karakter te waarborgen en relaties te hebben naar alle filosofische en politieke partijen, omringt het dagelijks bestuur van toen, bestaande uit Guido Moens (voorzitter), Hugo en André Schollaert (penningmeester), zich door een aantal bereidwillige mensen van diverse strekkingen. In die eerste beheerraad zaten naast de reeds genoemden ook Gracienne Van Nieuwenborgh, Martine De Leeuw, Paul Jacob, René Van de Voorde, Jan De Bruecker, Guy De Smedt, Willy Coen. Die mensen vormden zo’n soort beschermcomité.

Hoe het dan allemaal gegaan is die eerste jaren is een veel te lange geschiedenis om te vertellen. Feit is dat “Kreja” insloeg. In 1973, na tweeënhalfjaar werking werd het jeugdhuis erkend en stond het samen met de toen reeds bijna 10 jaar bestaande Sint-Jorisclub aan de leiding te Aalst inzake jeugdhuiswerk.

 

Wat er zo allemaal in zo’n jeugdclub gebeurde is niet op een avond te verhalen. Daar kan men een boek over schrijven. Men richtte vormingsavonden in, er was een ontmoetingsruime bar, alle soorten sportactiviteiten, voetbal, volley, basket, tafeltennis ; men ging op reis naar Londen, Parijs, Amsterdam of elders, er werd gefeest, en de nachtelijke uurtjes bleken soms de meest inspirerende te zijn : men deed aan toneel, aan kunst, er werd geskiffeld, en er ontstonden muzikale groepen : Creativiting Seiffle groep werd opgericht, en ook een belottersclub. Stampen en Dagen nam zijn intrek, de culturele manifestaties volgden elkaar op met de regelmaat van een klok. Als men in die maandbladen en folders van weleer ronddoolt, dan kan het besluit niet anders zijn : hier is ontzettend veel gebeurd, hier zijn veel mensen aan het werk geweest : Kreja was iets belangrijks op Aalst-Rechteroever geworden. En er is erg veel plezier aan beleefd.

Maar vreugde en pijn zijn blijkbaar onafscheidelijk. En toen de verhuurder in het voorjaar van 1974 van het huis in de Dr. De Moorstraat meedeelde dat hij het huis wenste te verkopen, was de vreugde in Kreja snel verzwonden, en brak een crisisperiode aan die slechts zou eindigen nadat het stadsbestuur eind oktober ’74 het huisvestingsprobleem van Kreja oploste door het leegstaand stadsgebouw in de Driesleutelstraat, gedeeltelijk ter beschikking te stellen. Freddy Van Den Spiegel, in crisistijden de gewaardeerde voorzitter, meer nog gekend als de violist van Stampen en Dagen en Guido Moens, op dat ogenblik vrijgestelde van Kreja, vertelden me over die periode. Het moet er spannend aan toegegaan zijn. Burgemeester De Bisschop en de Schepenen Bogaert, Van Den Eede, De Neve en last but not least Schepen Henri Van Der Veken, zelf Kreja-lid en trouw lid van de belottersclub, waren er allen in positieve zin bij betrokken.

Van laatstgenoemde zei Guido Moens mij hoe hij zich nog levendig herinnert dat, toen het materiaal van Kreja praktisch op straat stond in de Dr. De Moorstraat, en de stad zei dat nog niet alles administratief in orde was om de sleutel van het gebouw in de Driesleutelstraat reeds aan Kreja te bezorgen, Henri Van Der Veken zijn secretaris gauw een korte tekst op papier liet zetten die als volgt luidde : Ondergetekende, Marcel De Bisschop, Burgemeester, geeft hierbij opdracht de sleutel van het gebouw in de Driesleutelstraat 51 onmiddellijk te bezorgen aan de verantwoordelijke van Kreja. Henri Van Der Veken trok hiermee naar een verdieping hoger, naar de burgemeester en zei : “Burgemeester, teken dat eens.” De Burgemeester zei : “Wat is dat”, sputterde wat tegen en zei : “maar Henri, dat dossier is nog niet volledig in orde”. “Burgemeester,” zie Henri, “d’er is hier zoveel op ’t stad niet in orde, dat gerief van die mensen staat op straat en ze wachten al zolang, tekenen moet ge”. En Marcel De Bisschop tekende. Henri Van Der Veken, het is niet de man van de vele woorden, maar Kreja heeft hem alleszins ervaren als een man van de daad, die hielp waar hij kon.

 

In die dagen is er natuurlijk nog heel wat meer gebeurd. Wij zouden het bijvoorbeeld ook kunnen hebben over dat kort verblijf van Kreja in ’t CSV-’t Fabrieksken. Maar dat is uiteraard een verhaal op zichzelf.

Er werd daar trouwens een gelijknamige brochure over uitgegeven : “Kreja in en uit ’t Fabrieksken”. U kan dat verhaal zeker nog lezen. Het is ook terug te vinden in de archieven. De versie van Kreja daarover klinkt echter anders. Kreja herademde in die nieuwe gebouwen en na zware leningen, en contracten met een Leuvense brouwerij, kon zowat alles opnieuw beginnen : inrichting lokalen, op gang trekken van de werking, enz … En het lukte weer. Kreja kwam er bovenop en een nieuwe bloeiperiode vatte aan.

Ondertussen had men toch al wat leren leven met een ander fenomeen : het stadsbestuur en wat dat aan goede en minder goede kanten met zich meebrengt. Bureaucratie, administratieve rompslomp, trage vordering bij de uitvoering van werken en vele onderbreking bij het werken … We kennen dat allemaal. Over de evolutie in de laatste vijf jaar is hier reeds meer gezegd, en vele mensen hebben het hier van nabij meegemaakt, zodat ik hierover niet meer moet uitwijden.

Overloopt men echter die evolutie over de gehele periode, sedert 1969, bij de oprichting van de jongerengroep Aktiegroep Vrij, dan kan ik niet anders dan voor mezelf tot enkele belangrijke conclusies komen. Op de eerste plaats kan ik mij niet ontdoen van de gedachte dat Kreja erg trouw gebleven is aan zijn oorspronkelijke doeleinden en dat er een sterke en goede visie stak achter het project. Van bij de aanvang zaten de verschillende elementen er rotsvast in : streven naar openheid, respect voor ieders overtuiging, pluralisme, eeuwige vernieuwing van medewerkers, nieuwe mensen kans geven, sterke nadruk op sociale vorming, groepswerk, stimuleren van groepsvorming, van creativiteit en “vrije ruimte” voor de jeugd, ruimte voor iedereen, dat creëren was het doel. Die doeleinden zijn met grote hardnekkigheid betracht. Kreeg Kreja soms klappen, soms zware klappen, omdat het niet beschikte over gebouwen, geld of personeel om zelfstandig de problemen op te lossen, dan kwam Kreja die steeds weer te boven. Kreja is – bij wijze van spreken – niet één keer opgericht en uitgebouwd, maar 2 of 3 keer. Herhaaldelijk moeSt men in belangrijke mate de werking opnieuw bijna volledig herbeginnen. Dat is nu opnieuw het geval. Verschillende maanden onderbreking van een deel van de werking, dat geeft zware problemen, en dat stelt ons voor nieuwe opdrachten. Van in den beginne heeft de leiding van Kreja ingezien dat een project zoals Kreja maar mogelijk was mits belangrijke overheidsinterventie enerzijds en samenwerking tussen diverse jeugdverenigingen anderzijds. Indien men zich in Kreja had willen beperken tot de uitbating van een café – een ontmoetingsruimte – dan had Kreja dit zelfstandig, zonder medewerking van anderen gekund, maar Kreja heeft altijd nadruk gelegd op vormingswerk, op werking van onafhankelijk of bijna onafhankelijke groepen, op actieve kunstbeoefening, op culturele manifestaties enz … en dit soort werking vergde een andere infrastructuur dan een caféruimte. Samen met de stad heeft Kreja ook belangrijke verdiensten op het vlak van de samenwerking tussen de verenigingen. Was het niet op initiatief van Kreja dat in 1972 de jeugdhuizen uit het Aalsterse zich verenigden in een werkgroep en gingen samenwerken en dat later hieruit diverse activiteiten uit voortspruiten, het was ook op initiatief van Kreja dat in december ’76 verantwoordelijken van alle jeugdverenigingen uit Groot Aalst, samenkwamen en een visie vaststelden over een nieuw op te richten jeugraad en over de jeugdpolitiek. Maar Kreja zou Kreja niet zijn zo het niet ook op eigen kracht vertrouwde en zelf op zoek ging naar middelen om de toekomst veilig te stellen en de eigen doeleinden te bereiken. Dat is ook in de voorbije jaren gebeurd. We hebben ons lot niet volledig willen laten bepalen door de stadshulp.

In dit verband is het van grote betekenis geweest dat Kreja toetrad tot het samenwerkingsverbond dat Risa heet, zodat van daaruit vormen van gespecialiseerde dienstverlening op het boekhoudkundig, grafisch, juridisch vlak konden ontvangen worden: samen met een aantal andere verenigingen werd ook het fonds voor jeugd- en volwassenenvorming opgericht, dat zich bezighoudt met financiering van projecten in de sector van jeugd- en volwassenenvorming te Aalst.

En dan hebben we het nog niet gehad over de coöperatieve Vennootschap “Reko”, waar Kreja één van de aandeelhouders is, en die, van zodra men voldoende winst maakt, voor Kreja een bron van inkomsten zal zijn om het vormingswerk te financieren.

Door de reorganisatie binnen dit nieuwe centrum en als gevolg van het feit dat enkel de cafetaria aan Kreja werd verhuurd en alle lokalen van het voorgebouw alsook de zaal achteraan een polyvalent karakter hebben, werd Kreja genoodzaakt zijn secretariaat over te brengen naar een andere plaats. Dit is ook gebeurd en dit secretariaat bevindt zich op de tweede verdieping in het gebouw van de Heilig Hartlaan 30, een ruim lokaal, dat tot op heden nog leegstond in dit gebouw.

Dames en heren, over die voorbije 10, 12 jaar zijn we fier. Het is blijkbaar erg prettig geweest, ondanks de soms harde momenten. Wij hopen dat de volgende 10 jaren voor onszelf, maar vooral ook voor de nieuwe generaties jongeren en anderen die van dit centrum zullen gebruik maken, even amusant zullen zijn.

 

Patrick De Smedt

voorzitter

 

 

Terug naar boven…