AALSTERSE GIDS NR 52 – 9 OKTOBER 1988

 

 

Patrick De Smedt (SP) : “Mijn moeder spaarde het beleg van haar boterham om voor mijn zieke broer een perzik te kopen.”

 

°Aalst, 13 april 1957

Kantoorhouder CODEP

Gemeenteraadslid SP

 

Bij het aanbellen in de Schoolstraat 12 worden we begroet door het geblaf van de zwarte Field-Spaniel Bas (een teefje). Patrick De Smedt en zijn echtgenote Fanny Taildeman bewonen er met hun zoontje Brent (4) een diep uitgebouwd herenhuis, dat zij stukje bij beetje met respekt voor de oorspronkelijk stijl aan het restaureren zijn. De zon nodigde ons uit een rustig plekje op te zoeken in de over twee gevelbreedten gespreide ommuurde tuin. Met een kopje koffie en een glaasje rhum Negrito bij de hand kan ons gesprek beginnen.

 

- Hoe wordt een sociaal geëngageerd iemand als Patrick De Smedt, een konsekwent gewetensbezwaarde, bankier van CODEP ?

 

Bankier mag je dat niet noemen. Ik ben kantoorhouder. Van sociaal werker naar een beroep in de financiële wereld is inderdaad een grote ommekeer. Ik heb burgerdienst gedaan, werkte als tewerkgestelde werkloze in de jeugdsektor, was werkloos. Het is pas sinds 1984 dat ik kommercieel medewerker werd bij CODEP. Wie een gezin moet onderhouden kan geen wankel statuut blijven nastreven, wilt toch enige zekerheid. Nu draag ik de verantwoordelijkheid van het kantoor aan de Houtmarkt, onder hetzelfde dak als het Volkshuis. Achteraf bekeken valt die overstap aardig mee. CODEP is immers geen bank als een andere. Het is een coöperatieve, die nauw aansluit bij de socialistische beweging. De mens staat er centraal en in funktie van die mens werken we, niet in funktie van ons profijt, van winst, van kapitaal.

 

- Wat zijn de sociale achtergronden van Patrick De Smedt ? Hoe ben je bij de SP terecht gekomen ?

 

Ik kom uit een traditioneel socialistisch gezin. Wij woonden op de Bolleweg. Vader was bouwvakker. Moeder hield ooit nog het Volkshuis open en vader reed nog met brood rond van de coöperatieve. Wij waren thuis met vier kinderen. Ik ben een achterkomertje. Er zit dertig jaar verschil op.

Vader, moeder, mijn broer Harry en mijn twee zussen (één is overleden) hebben nog de echte krisis meegemaakt. Er waren ook schrijnende toestanden in ons gezin. Moeder vertelde daar veel over. Ik weet van haar dat zij nog het beleg van haar boterham uitspaarde om een perzik te kunnen kopen voor mijn zieke broer. Als ik zo rond mij kijk, heb ik die band met het verleden thuis meegekregen. Dat maakt wel enig verschil uit met sommige andere mensen uit de partij.

Het was vanzelfsprekend dat ik bij de Rode Valken ging, bij het trommelkorps, de harmonie. Op mijn zestiende nam ik als monitor deel aan de SVV-kindervakanties. Later werd ik er verantwoordelijk voor. Toen ik twintig was verscheen er in het partijblad Voor Allen een oproep van Bert Van Hoorick om een nieuwe ploeg van Jong-Socialisten te vormen. Samen met Gracienne Van Nieuwenborgh en vele anderen ging ik op deze oproep in. Toen pas is mijn ideologische scholing begonnen en kwam er interesse voor nationale en regionale politiek. Het was de tijd van Jong Rood, de tijd van zelfscholing. In 1982 nam ik deel aan de gemeenteraadsverkiezingen en totaal onverwacht was het raak. Ik had als nummer 38 een schier onverkiesbare plaats, was een kandidaat zonder verwachtingen. Toch werd ik de achtste verkozene. Mijn verkiezing was ook binnen de partij een verrassing. De toenmalige leiding kwam me vragen of ik wel kon zetelen – ik werkte toen aan de stad – i.p.v. mij te feliciteren. Dat was een koude douche. Ik heb mijn werk opgezegd en kwam als werkloze in de gemeenteraad.

Die plaats in de politiek heb ik niet gekregen door mijn afkomst of door mijn positie in de socialistische beweging. Die goede verkiezingsuitslag had ik op de eerste plaats te danken aan de goede samenwerking, vooral op praktisch gebied, met de andere Jong-Socialisten. Ik heb ook veel steun gekregen van mijn familie. Mijn ouders, broer en zus waren gelukkig dat “hunne jongste” de kans kreeg om te studeren en er iets van te maken. De familieband is sterk bij ons. En mijn dooppeter Constant Arijs bracht ook zijn steentje bij. Mede door mijn eigen kring van kennissen en kameraden kreeg ik stemmen van jong en oud.

 

Alhoewel er niet expliciet om gevraagd, wenst Patrick De Smedt toch even iets te zeggen over de voorbije interne spanningen in de SP, speciaal dan over moeilijkheden van en met Dolores Baïta.

 

Laat mij vooraf zeggen dat Dolores een zeer goede kracht en gemeenteraadslid is. Ik respecteer haar echt daarvoor. In onze ploeg rond Jong Rood volgden wij met haar de gemeentepolitiek en verzetten wij veel werk om de partijvernieuwing tot stand te brengen zoals die door Karel Van Miert werd voorgesteld. Wij zijn daar blijven op hameren, maar op een bepaald moment is het geëscaleerd naar een strijd om de macht. Edgard Hooghuys zei mij toen :”Patrick, let op. Wacht uw tijd af. Wees uzelf in de politiek.” Die raad is belangrijk geweest voor mij. Ik ben dat blijven onthouden. De moeilijkheden ontaarden in een gevecht over punten en komma’s. Dat waren geen ideologische debatten meer. Ik had last met de manier waarop alles gebeurde. Zo’n problemen los je niet op met brieven en klachten. Wat geschreven is staat geschreven. Zo iets los je alleen op met te blijven praten. Het werd echter een strijd op leven of dood. De winnaars zijn bekend, de verliezers ook. De dag na de uitspraak van het conflict door de partijtop in Brussel, werd er in de partij over Dolores niet meer gesproken. Nu ook niet meer.

 

Naast deze harde politieke feiten is dit gebeuren voor mij – gezien onze vriendschapsbanden – ook persoonlijk een pijnlijke aangelegenheid geweest. Politiek kan hard zijn.

 

- In de gemeenteraad gaf je blijk van interesse voor tal van onderwerpen. Uw tussenkomsten waren telkens constructief. Wat zijn uw stokpaardjes, wat is uw grote ergernis ?

 

Veel aandacht ging uit naar het jeugdbeleid, maar je kunt daar in de raad geen debat meer over voeren op niveau. Wat de kerkfabrieken betreft, ben ik blij dat ik dit in Aalst bespreekbaar heb gesteld. Ik ben er met veel schrik aan begonnen. Maar nu wordt er over gediscussieerd en het CBS deed inspanningen en kreeg begrip om de toestand te verbeteren. Jammer dat ik hiervoor – publiek – zo weinig steun van andere raadsleden geniet. Mijn interesse ging ook uit naar verkeer, cultuur, onderwijs, de derde wereld, de vrede en sociale zaken. In de toekomst zal dit ook zo blijven. In verband met sommige zaken vraag ik me af of er wel een beleid geweest is bij het bestuur en als er een geweest is, is er weinig van terecht gekomen. Het schepencollege bood zich sterk aan, maar de sterke figuren verdwenen.

In de raad voelden wij ons dikwijls machteloos. Het kwam nooit tot een debat. Wij hebben een ‘technische’ periode beleefd. Er kwamen geen grote politieke discussies op gang. Wat het personeel betreft : er is wel een administratie, maar geen beleid. Met teveel belastingsgeld werd er te weinig gedaan. Het college had geen lange-termijn-visie, wel een gebrek aan planning. Kijk maar naar de opening van het Cultureel Centrum. De afwerking van de infrastructuur werd goed aangepakt, maar de situatie nà de opening was onvoldoende voorbereid.

Naar het einde van deze legislatuur stelden wij geen coherentie meer vast in het schepencollege. De cultuurschepen ging zelf deursloten plaatsen en het Cultureel Centrum kuisen. Ook de bekrompenheid van het college heb ik ervaren via censuurmaatregelen en verboden.

Ik ben erg getroffen door het gebrek aan inspraak over geheel de lijn van het beleid van dit bestuur. In de gemeenteraad zelf voelde ik mij vlug thuis. Edgard Hooghuys speelde daar een grote rol. Hij is een goed fractieleider. Maar ook burgemeester Uyttersprot liet mij mijn kansen. De SP is kritisch geweest, maar ook zeer opbouwend. Met onze voorstellen kunnen wij een heel programma opbouwen. In de commissies deden wij veel werk verricht en hebben wij ook heelwat zaken kunnen realiseren.

 

- Naar de toekomst toe. De SP sprak voor de nieuwe coalitieafspraak strijdende taal. Het zou alles of niets worden. De coalitie CVP-PVV moest doorbroken worden. Dan kwam er de breuk in de CVP en een nieuw akkoord tussen de PVV, de Vrije Democraten en de SP. Verandert dat iets aan de strategie van de SP naar de komende verkiezingen toe ?

 

Op een bepaald moment hebben wij inderdaad gedacht er hard tegen aan te kunnen gaan. Wij hebben de voorbije jaren misschien te veel fair-play gehad en konden veel klachten hebben geuit. Maar ik heb niet het gevoel dat onze strategie zal veranderen. Waarschijnlijk komt er een ommekeer in Aalst. Wij zullen onzelf blijven.

 

- Een prognose ? Heeft Patrick De Smedt ambitie om bv. schepen te worden ?

 

Onze 11 zetels in de gemeenteraad zullen wij zeker handhaven en een vooruitgang zit er alleszins in. Eén zetel winst hangt af van de omstandigheden. Wij hebben een sterke lijst en een goed programma. Ik sta op de zesde plaats. Ik heb ambitie, maar blijf bescheiden. Dingen die mij niet liggen, daar blijf ik liever af. In het verdelen van ambten moet men rekening houden met objectieve criteria. De juiste man/vrouw op de juiste plaats. Onze ploeg moet geleid worden door Edgard Hooghuys.

 

- Wil je nog iets kwijt naar de lezers toe ?

 

Ja; Ik ben in het Volkshuis op 10 mei gaan luisteren naar Willy Claes, die zijn boek “De derde weg” voorstelde. Dat is een grote mijnheer met inzicht in het wereldgebeuren. Als je die problematiek door hebt, daar slaap je niet van. Waar zijn wij hier mee bezig? Het is een prachtig boek met een brede kijk op de wereldsituatie. Daar word je alleen menselijker van. Een aanrader.

 

 

Patrick De Smedt gaf kort zijn gedachten weer over volgende namen en woorden :

 

AJO : Uitstekende dienstverlening aan het verenigingsleven gegroeid vanuit een samenwerkingsverband. Is nu in gevaar. Er wordt gewerkt aan een oplossing.

 

Kerk : Lopen leeg. Enige instantie die zelf bepaalt hoeveel subsidie zij jaarlijks wenst te ontvangen.

 

Kapitaal : Mooi begrip voor wie het heeft, afschuwelijk voor wie het niet heeft. De spreiding ervan is onze strijd.

 

Wakkere Burger : Herman De Cock – Voorbije beleid deed hem inslapen.

 

Helikopter : Ik heb er juist twee in Lego gemaakt voor onze Brent.