OCMW budget 2009 – Gemeenteraad 17 02 2009

 

 

Collega’s,

 

Het is op zich ongewoon dat nog na de jaarwisseling het ocmw budget 2009 aan de gemeenteraad dient voorgelegd te worden.

 

Strikt wettelijk is dit geen probleem, hierover kregen we van de hogere overheid de verzekering voor zover de voorziene stadsdotatie in beide budgetten met mekaar in overeenstemming is, maar het blijft hoe dan ook ongewoon.

 

Het is even ongewoon dat ik vandaag voor de gemeenteraad van de gelegenheid gebruik maak om in alle openheid, en zeer bewust toelichting te geven over wat we samengevat zouden kunnen omschrijven als ‘het ocmw, een bedrijf in moeilijkheden’.

 

Ik wens hierbij vooraf te benadrukken dat dit geen gevolg is van een gebrek aan eensgezindheid in de meerderheidspartijen van het ocmw, integendeel.

 

Ik had er even goed kunnen voor kiezen om het voorliggend budget en alle  samengebrachte cijfers (met alles wat er zich achter deze cijfers afspeelt) hier vanavond positief voor te stellen en verbloemd te verdedigen alsof er geen vuiltje aan de lucht is, waarna het budget zoals meestal meerderheid tegen minderheid zou goedgekeurd worden.

 

Maar niets is minder waar.

Ik heb er lang over nagedacht en ben tot de enige juiste conclusie moeten komen, dat we hier vandaag vanuit het ocmw in alle eerlijkheid een noodkreet moeten laten horen.

 

Met de kennis en ervaring van twee jaar voorzitterschap hier vandaag nog maar eens een ‘goed nieuws show’ brengen is niet langer verantwoord.

 

Ik besef dat ik, gesteund door de collega’s ocmw-raadsleden, na 2 jaar hard labeur, maar met  nog 4 jaar te gaan in deze bestuursperiode, nu  mijn nek moet uitsteken.

 

De waarheid is immers dat het Aalsterse ocmw zoals ik het ondertussen beter heb leren kennen een bedrijf in moeilijkheden is, zowel op het vlak van de financiële mogelijkheden en aanwending ervan,  als op het vlak van de interne organisatie, met ook steeds meer zichtbaar wordende gevolgen voor de zo noodzakelijke dienstverlening aan die mensen waarvoor het ocmw meer dan terecht een wettelijke opdracht heeft, nu nog meer dan vroeger trouwens,  gelet op de wereldwijde financiële en economische crisis.

 

Collega’s ik ben na 18 jaar schepen, naar ik hoop met een goede staat van dienst, ondertussen reeds twee jaar geleden vol enthousiasme en sterk gemotiveerd, samen met een al even enthousiaste en gemotiveerde ploeg collega’s in de ocmw-raad, begonnen aan een zo mooie nieuwe uitdaging: het ocmw- voorzitterschap gecombineerd met het schepenambt sociale zaken, welzijn en gezin.

 

Vanuit mijn grote interesse in deze beleidsmaterie was dit binnen de nieuwe tripartite voor mij  een ‘gods’geschenk, waarvoor ik mijn partij en de coalitiepartners nog steeds dankbaar ben.

 

 

 

 

 

Het was ook bekend dat ik in het verleden over meerdere bestuursperiodes steeds een kritisch waarnemer was voor het in het ocmw gevoerde beleid en vooral veel vragen en bedenkingen had bij de manier van werken, zeg maar de sinds zo vele jaren historisch gegroeide of (mis)groeide bedrijfscultuur, volgens mij nog weinig passend bij wat vandaag één van de meest alerte,  aanspreekbare, toegankelijke en  flexibele overheidsdiensten in onze stad zou moeten zijn.

 

Ik wist dus vooraf hoe moeilijk de opdracht zou zijn om deze verstarde niet meer aan de tijd aangepaste overheidsinstelling opnieuw in beweging te brengen en nieuwe kansen te geven om de vele en zo divers geworden uitdagingen in de ruime sociale sector aan te gaan.

 

Ik wist ook, met alle respect, hoe moeilijk mijn voorganger het gehad heeft en hoe berustend ondertussen vele leidinggevende personeelsleden de dagelijkse werksfeer en werkdruk ondergaan.

 

En toch nam ik de uitdaging aan en was ik ervan overtuigd dat we samen met de nieuwe en zoals bleek ook gedreven ploeg collega’s ocmw raadsleden, gespreid over alle partijen en in goede samenwerking met het cbs, waar ik zelf deel van uitmaak, vlug tot een vernieuwend lokaal sociaal beleid overeenkomstig de decreten zouden komen.

De uitdagingen waren en zijn groot: de verarming, vereenzaming, vergrijzing en verkleuring rukken op en vragen toekomstgericht een dringende en steeds meer gespecialiseerde aanpak.

 

De verwachtingen bij de bevolking en de partners waar we mee samenwerken waren en zijn navenant even groot.

 

Het ocmw- en stadsbestuur hebben dan ook hard gewerkt en alle noodzakelijke beleidsplannen opgemaakt en goedgekeurd: de beleidsverklaring, het lokaal sociaal beleidsplan, het kinderopvangplan en het zorgstrategisch plan.

 

Ondertussen ligt ook een ambtelijk voorbereid nieuw (maar onbetaalbaar) ocmw- personeelskader klaar voor bespreking.

 

Eén en ander werd ondertussen ook in uitvoering gebracht, maar om de bestaande dienstverlening op een kwalitatieve wijze in stand te houden en tegelijk binnen een redelijke termijn tegemoet te komen aan de nieuwe noden en wettelijke verplichtingen, is het ocmw organisatorisch niet klaar en beschikt het ook over te weinig (gekwalificeerd) personeel zowel in de ondersteunende diensten als in het sociaal departement.

 

Maar ook de sterk hiërarchische structuur, de overdreven bureaucratische en logge  organisatie en een verdeeld en falend management werkt vertragend, ontmoedigend en verhinderd initiatief en betrokkenheid.

 

Dit werd ook reeds eerder door in het ocmw actief geweest zijnde externe bureau’s aangegeven.

 

Zelfs de meest elementaire administratieve handelingen worden niet meer tijdig uitgevoerd: uitnodigingen, verslagen, notuleringen, aankopen, gunningen, examens, jaarverslag, klachtenbehandeling, dossieropmaak, dossieropvolging, websiteonderhoud, budgetopmaak, en nog zoveel meer.

 

Dagelijks worden grote aantallen mails en brieven vanuit de administratieve top doorgegeven en verspreid over de verschillende diensten, echter dikwijls zonder verdere opvolging en dus soms ook zonder  gevolg of resultaat binnen een normale tijdspanne.

 

Maar ook op het technische vlak (het ocmw beheert 7 gebouwen) stellen zich problemen inzake onderhoud en de dagelijkse werking (noodgedwongen levert het asz bv nu tijdelijk de warme maaltijden aan).

Van technische dossiervorming of bestekopmaak voor de grotere bouwprojecten kan al helemaal geen sprake zijn.

 

Een mogelijke uitleg voor dit alles gaat terug naar de personeelsopsplitsing tussen ocmw en ziekenhuis nav de verzelfstandiging van het asz. Men zegt mij dat sindsdien het ocmw wat verweesd achterbleef.

 

In ieder geval vergelijking met de centrumsteden geeft duidelijk aan dat rekening houdend met:

 

-     de systematische terugnames van de rekeningoverschotten

-          de tussenkomst in de herziening ASZ  (193.400)

-          de werkingsmiddelen aan de van de stad overgenomen lokale actoren en andere (1.275.500), het Aalsters ocmw met één van de laagste stadsdotaties werkt, of met andere woorden dat het Aalsters ocmw in vergelijking zeer goedkoop werkt, maar dit is vanuit sociaal oogpunt uiteraard niets om fier op te zijn.

 

Het kan niet anders dan dat dit alles zich weerspiegelt in de dagelijkse werking en dienstverlening.

 

Om maar één sprekend voorbeeld te geven: een maatschappelijk werker in Aalst behandelt (zelfs na de recente uitbreiding met 2) op jaarbasis 106 dossiers, terwijl in de andere centrumsteden het aantal dossiers schommelt tussen de 60 en 80. Wij glijden in deze omstandigheden dus steeds meer af naar een soort uitbetalingsinstelling met steeds minder tijd voor de ruimere psycho- sociale situatie van de steunvrager.

 

Onze betrokken maatschappelijk werkers en ook onze (slechts) 2 hoofdmaatschappelijk werkers in de sector waar steeds meer van verwacht wordt, verdienen dus meer dan onze waardering en dank voor de wijze waarop zij in moeilijke omstandigheden toch nog proberen hun dikwijls schrijnende dossiers op een kwalitatieve wijze af te werken. Hetzelfde geldt overigens voor al ons personeel op de andere werkvloeren.

 

Tijdens de voorbije periode heeft het bestuur dankzij de goede samenwerking en het begrip van de vakbondsverantwoordelijken meermaals kiemende sociale onrust ingevolge personeelstekort in de rusthuizen kunnen afwenden o.a. door de invoering van tijdelijke opnamestops, wat wel een tijdelijke oplossing is voor het overbelast personeel maar eigenlijk totaal onverantwoord is tov van de hoogbejaarde mensen die dringend onze zorg nodig hebben.

 

Naast de algemeen gekende problematiek van het tekort op de arbeidsmarkt van de zgn knelpuntberoepen dient hier ook budgettair- technische een oplossing uitgewerkt te worden opdat zieke personeelsleden in de zorgsector automatisch zouden kunnen vervangen worden, zonder de nu steeds weerkerende budgetproblemen naargelang de ziektestatistiek onverwachts stijgt.

Een systeem naar het voorbeeld van de kinderopvangsector aan de stad dient budgettair uitgewerkt te worden.

 

In deze omstandigheden heeft het bestuur ervoor gekozen om bij de opmaak van het budget prioriteit te geven aan de meest noodzakelijke bijkomende personeelsfuncties.

 

Hiertoe werden uit de voorliggende kaderuitbreiding slechts de meest dringende functies weerhouden.

Deze weddes werden (weliswaar slechts voor 6 maand) ingeschreven  in het voorliggend budget, de aanpassing naar de volle jaarweddes werd in de meerjarenplanning echter nog niet voorzien.

 

Hiertoe dient het ocmw intern een oplossing te zoeken binnen een op te richten stuurgroep “opvolging budget ifv mogelijke besparingen” naar het voorbeeld aan de stad.

 

Samen met de grote loonsindexatie en de toepassing Kelchtermans (987.000 e), maar ook de stijging van de energiekost (25.000 e) werd voor deze personeelsuitbreiding een dotatieverhoging (688.000 e) gevraagd en bekomen bij de stad, weliswaar zoals gezegd nog niet doorgetrokken in de meerjarenplanning.

 

Maar bleek en blijkt ook dat in de doortrekking van de normale personeelsbezetting zich reeds dit jaar een probleem kan stellen waarbij de verschillende diensten en de  verantwoordelijken nog steeds van mening verschillen, maar waardoor de zo noodzakelijke personeelswerving nu om deze reden tijdelijk geblokkeerd zit.

 

Hierin moet dan ook binnen een zeer korte tijdsspanne duidelijkheid komen via een eerste, liefst interne budgetwijziging, naar ik hoop, in maart, ten laatste april.

 

Collega’s het meerjarenplan 2009-2012 is dus ten opzichte van de voorgaande boekjaren gewijzigd. Ten opzichte van het vorige meerjarenplan is er een stijging van de gemeentelijke bijdrage voorzien van 1.700.000 e. en komt zo op 11.600.000 e.

Ook de stedenfondsmiddelen werden geïndexeerd en bedragen nu 538.000 e. Deze stijging wordt vervolgens doorgetrokken naar de volgende boekjaren met een stijgingscoëfficiënt van 2%.

 

Alle aandacht gaat dus in het budget naar de personeelsproblematiek, voor de rest wordt de werking waarvan de krachtlijnen in het vorig budget reeds werden vastgelegd gewoon doorgetrokken.

 

Er zijn twee uitzonderingen:

- de opname van 1 van de 2 goedgekeurde web + projecten: de minder mobiele
  boodschappendienst, goed voor 2 doelgroepmedewerkers.

- de nu ook wettelijke mogelijkheid tot tewerkstelling van mensen met een handicap.

 

Het totaal van de geplande investeringen bedraagt 2.528.000 e, waarvan 825.000 gefinancierd wordt met eigen middelen, in de meerjarenplanning zijn er hoofdzakelijk reserves voor onvoorziene investeringen opgenomen.

 

Collega’s ik vraag dus vandaag de goedkeuring van het ocmw budget 2009 gekoppeld aan de voorliggende meerjarenplanning met het engagement om in overleg met de stad reeds in maart/april via een eerste begrotingswijziging meer klaarheid te brengen in de personeelsmogelijkheden binnen de toegekende stadsdotatie.

 

Tegelijk moet ook nog de oefening gemaakt worden om de in het nieuwe ocmw –decreet voorziene werkwijzen te implementeren.

 

Maar zoals in het begin van mijn toelichting reeds gesteld wil ik het vandaag ook en vooral hebben over de algemene organisatieproblematiek in het ocmw.

 

Het moet vooraf duidelijk zijn dat de meeste van de personeelsleden, elk met hun specifieke taak, uiteraard weinig of niets te maken hebben met het draaiend houden van het grote raderwerk.

 

En hoewel de ‘politiek’ in deze uiteraard ook een grote verantwoordelijkheid draagt, denk ik dat ook en vooral het management moet beseffen dat het zo niet langer kan en dat één en ander dringend dient bijgestuurd.

 

Net zoals bij de stadsdiensten mogen we ook van het ocmw een kwalitatieve en efficiënte organisatie verwachten die vooral tot resultaten leidt.

 

Ik ben ervan overtuigd dat gelet op de ernst van de situatie er nu meer dan ooit een goede voedingsbodem aanwezig is om de hiertoe noodzakelijke hervormingen door te drukken.

 

Men moet eindelijk willen aanvaarden dat net zoals in elk ander bedrijf voortdurende zelfevaluatie nodig is om via bijsturing tot betere resultaten te kunnen komen.

 

Ik besef echter ook dat een dergelijke belangrijke ingreep niet kan tot stand gebracht worden zonder externe hulp vandaar volgende voorstellen:

 

  1. Verder onderzoek naar meer samenwerking of samenvoeging (ocmw-stadsdiensten) van een aantal belangrijke ondersteunende taken (gunningen, gelijke examens, patrimoniumbeheer, informatica, websitebeheer, technische werken en dossiers, …).

 

  1. Doorlichting van taken, organisatie en werkmethoden (procedures) binnen het centraal departement, de algemene organisatie en het managementteam (veranderings- verbeteringsmanagement) met werkdruk- en rendementsmeting (output) leidinggevenden en managementteam via extern bureau.

 

  1. Functionering en evaluatie wettelijke graden en leidinggevenden binnen het centraal departement managementteam.

 

  1. Kaderwijziging met overeenkomstig organigram in een meer horizontale structuur tot stand brengen.

 

  1. Opmaak masterplan en financieel technische plannen rustoordenbeleid en voorbereiding verzelfstandiging via een extern bureau.

 

  1. Opstart stuurgroep opvolging budget ifv mogelijke besparingen.

 

Enkel voor de punten 2 en 5 dienen hiertoe (geheel of gedeeltelijk) bijkomende middelen voorzien te worden.

 

Collega’s net zoals Obama zei dat “de klim steil zou zijn” hebben de afgelopen 2 jaar meer dan duidelijk aangetoond dat ook in het Aalsterse ocmw de klim steil is.

 

En toch ben ik nog nooit zo hoopvol en vastberaden geweest om de noodzakelijke verandering, de “change” weet u wel, snel in uitvoering te brengen.

 

Wij rekenen hiervoor vanuit de ocmw raad eensgezind op jullie steun en vertrouwen.

 

Enkel een doortastende en kordate aanpak in samenwerking met alle betrokkenen kunnen de noodzakelijke verandering snel tot stand brengen.

 

Patrick De Smedt,

Ocmw voorzitter- Schepen