AFSCHEID VAN FRANS BEECKMAN – VOOR ALLEN   SEPTEMBER 1985

 

 

Samen met een vijftiental andere amateur-kunstenaars zou kd. Frans Beeckman eind oktober n.a.v. de tentoonstelling “Arbeiders en Kunst” zijn poëzie aan het grote publiek voorstellen.

Frans is echter niet meer ! 

Totaal onverwachts overleed hij op 20 september in zijn woning te Aalst. Familieleden vonden hem in zijn bijna typisch geworden werkhouding : voorovergebogen aan de schrijftafel !

Na het voor hem zo moeilijk te verwerken overlijden van zijn echtgenote Cecile Sonck had hij zich immers nog meer dan vroeger eenzaam teruggetrokken in zijn dichtwereld. Resultaat was alvast dat hij nog niet zolang geleden een dichtbundel “Sonate in C” over zijn geliefde echtgenote uitgaf.

De nu 72-jarige autodidact Frans Beeckman werd te Aalst geboren op 27 april 1913.

Na het beëindigen van de lagere school was Frans achtereenvolgens werkzaam als fabrieksarbeider, stadsbediende en bediende in een bouwonderneming, om dan tenslotte tot zijn pensionering te werken als ambtenaar bij her RIZIV. Vermeldingswaardig is wellicht ook het feit dat hij gedurende een zeer korte periode Aalsters speelgoed (beschilderd door Louis Paul Boon) ging aanprijzen bij de speelgoedhandelaars.

Deze partijgenoot was van 1959 tot 1974 voorzitter van de socialistische toneelgroep K.L.V. ; voor 1933-38 spelend lid van deze toneelgroep ; medeoprichter van de wijkclub H. Flips en bestuurslid van C.S.C. De Rank. Door veelvuldig lezen groeide bij Frans op 16-jarige leeftijd reeds de drang om zelf  “gevoelens” op papier te zetten. Hij publiceerde aanvankelijk onder de naam “Framaron” (samentrekking van Frans-Martinus en Romanus). Onder deze schuilnaam publiceerde hij in “Arbeiders dichten” (1937) – een uitgaven van Achiel Van Acker, samengesteld door Raymond Herreman en “Aalst zingt” (1940) – een uitgave van Jan D’Haese waarin 9 Aalsterse dichters voorgesteld werden. In 1954 zette Frans dit initiatief verder met de uitgave van “Aalst zingt nog”. In de inleiding van dit werk schrijft Frans zelf :

 

“De kunstenaar, als werkman met het woord, of laat ons beter zeggen, als een stielman met de taal als werktuig, heeft meer dan ooit recht op erkentelijkheid van de gemeenschap, ten eerste door zijn visie , zijn kijk-vooruit op de wereld en de mens, en ten tweede, doordat hij nieuwe elementen in de levende taal schept, en aldus verrijking aan de taal van iedereen brengt.”

 

Frans Beeckman had nu aan de jonge dichter Patrick Bernauw gevraagd om dit initiatief verder te zetten. Hopelijk zal er dus nog een volgend “Aalst zingt nog steeds” verschijnen.

In 1954 verscheen de dichtbundel “Er lig oud roest …”.

 Later bleef Frans occasioneel schrijven, zoals hij het zelf verwoordt : “De ene periode is al vruchtbaarder dan de andere”.

 Het is pas in 1976 dat hij meer geëngageerd is gaan schrijven vooral beïnvloed door de plotse dood van kameraad Jules Van Droogenbroeck.

De protestvers (ballade) “Elegie van lamme’ werd in 1979 te Damme bekroond. Nog onlangs bracht hij zijn geëngageerde werken samen in de bundel “Guirlandes en papieren bloemen”.

Frans, wij zullen uw gedichten in dit blad missen.

De socialistische beweging heeft opnieuw een echte kameraad verloren.

De belofte die Gracienne Van Nieuwenborgh en ikzelf hier deden om bij de volgende 1 mei-viering zijn “rode gedichten” voor te dragen, zullen wij alvast nakomen.

 

Patrick De Smedt

SP-secretaris

 

De bijzetting in het columbarium op het Stedelijk kerkhof te Aalst heeft plaats op zaterdag 28 september 1985 te 10 uur.

TE MEI

 

 mochten in de stoet op de eerste rij !

Mijn allereerste eerste mei !

 

Wij zongen ’t lied met prille stemmen blij

lijk vader het ons had geleerd.

En heel ons hart lag in die mooie woorden

die klonken door de stad op de eerste mei,

de dag dat de arbeid wordt geëerd

en al dat volk het hart en oog bekoorde.

Wij zongen ’t lied vooraan op eerste rij !

Mijn allereerste eerste mei !

 

Wij stapten op onder een rode rij

van fiere vlaggen in de wind

en alle straten lagen voor ons open.

Zo werd het telkens weerom eerste mei

en elke keer méér strijdgezind

tot eens verknechting is voor goed verlopen.

Met rode vaan vooruit op de eerste rij !

Op de allergrootste eerste mei !

 

En morgen vieren wij weer de eerste mei

zoals het vroeger is geweest :

een dag voor meerder recht en vrede !

Komt zingt in alle tonen vrank en vrij

maakt van die dag het arbeidsfeest

zoals één mei was in een groots verleden.

De jeugd gaat mee vooraan op de eerste rij !

lijk op mijn eerste eerste mei !

 

 

Frans Beeckman