Afscheid van Patrick Van de Putte 10.01.2009

 

Al jaren ronden we de zomer af met een etentje onder vrienden.

Mekaar terugzien, vakantieverhalen uitwisselen, lekker eten en -drinken, wereldmuziek, de warmte van de vriendschap en van de laatste lange dagen van augustus.

Dat was dit jaar niet anders.

 

Die zomerse avond – het weer was een beetje miezerig en er waren veel muggen – verzamelden we in Gijzegem onder de prachtige Catalpa.

De gastvrije boom staat  in het hart van de tuin, de lievelingsplek van Patrick.

Een zo dominante boom, een plek van schaduw en beschutting, ruimte om te bezinnen en weg te dromen, onder een boom van wijsheid.

Bij de ouzo en een eerste sigaretje startten de verhalen.

Patrick en Lucette brachten hun vakantie door op Rhodos.

Het had zichtbaar deugd gedaan: bruine teint en uitgerust, klaar om straks in september er opnieuw keihard tegenaan te gaan.

De foto’s op de laptop tonen een koppel dat geniet.                                   Van de prachtige omgeving, het mooie weer en van elkaar.

Want er was opluchting die vakantie:  heel even ervoor leek er dreiging – dat geruis en die hoest van Patrick die toch zo hinderlijk bleven – maar de radiografie had ondertussen uitsluitsel gebracht:  niets om bezorgd over te zijn.

Dat lucht op, maar laat je ook al even proeven van het besef hoe dierbaar iemand je kan zijn.

Je kon dat zien aan Patrick en Lucette, alsof ze elkaar opnieuw intenser hadden gevonden.

 

Maar zekerheden zijn broos.

De opluchting over de gezondheid van Patrick bleek vals, het verdict hard: ongeneeslijk, levensbedreigend op korte termijn,                        3 maand, palliatief.

Het bericht sloeg in als een bom.

Bij Lucette en de kinderen, bij ieder van ons, ook bij Patrick.

 

Maar een moedig man geeft niet snel op.

En moed hàd hij.

Hij rechtte de schouders, keek recht tegen de nog voorspelde resterende tijd aan en nam zich voor alles te regelen en nog zo lang en zo goed mogelijk te leven.

Niet met de moed der wanhoop, maar met de moed der hoop keek hij naar de komende maanden, weken, dagen… in alle openheid en eerlijkheid met zichzelf en zijn omgeving.

 

De tijd en die vreselijke ziekte hebben hem en ons intussen ingehaald.

Patrick had in zijn geliefde tuin nog bloembollen geplant, in de hoop ze in de lente boven te zien komen.

Het eetfestijn van Sam wilde hij nog smaken, ook het feest van het stadspersoneel, de trouw van Joke en Kerim wakkerde het verlangen aan zijn eerste kleinkind in de armen te houden, Kerstmis, Nieuwjaar  kwamen eraan, …

Koppigheid, wilskracht, vasthoudendheid, overtuiging, geloof … maar… het sterke verlangen om na iedere nacht een nieuwe dag aangekondigd te zien hebben het niet gehaald.

We geven vandaag een goede vriend voorgoed uit handen.

Patrick was een bescheiden en rechtvaardig man.

Trots op zijn afkomst en zijn naam, de voorname familie Van de Putte, een historisch katholieke familie in onze stad,

Hij, de elfde van dertien, ging voor zijn idealen en zijn keuzes in tegenstroom.

Patrick wist wat hij wilde.

De keuze van Patrick en Lucette voor elkaar was, hoewel niet vanzelfsprekend, een meer dan bewuste keuze voor allebei.

Twee sterke persoonlijkheden, twee uitersten die elkaar omarmden.

Niet zonder hindernissen, maar  met een openheid en eerlijkheid die hen samenhield.

Een liefde die bruggen slaat en wegen opent.

Een samenzijn met heel veel respect en aanmoediging voor ieders eigenheid.

Op een kast in de woonkamer staat een suggestief “De Marianne”-beeld vlakbij een groot kruisbeeld.

Treffend en sprekend is dat.

 

Patrick was een familie-man.

Trots op zijn gezin, dat hij vanuit zijn eigen achtergrond heel wat traditionele waarden meegaf.

Een kruisje op het voorhoofd bij het afscheid: ‘god zegene en beware u’.

Het verbaasde mij – als niet-gelovige - toen ik dat voor het eerst zag.

Maar ik begreep het eenvoudige en oprechte gebaar als een uiting van tederheid en bescherming ten opzichte van zijn kinderen.

Vier prachtige kinderen die met hun ouders van het huis in de Mimosawijk een broeinest van filosofie, politiek en engagement hebben gemaakt.

Aan de venster hangt het bordje “Zonder Haatstraat”, aan de voordeur “welkom vrienden”.

Zijn eigen afkomst verhinderde Patrick niet toe te staan dat er rond hem, in zijn huis een progressieve linkse koers werd gevaren.

Bij de familie Van de Putte-Callebaut, ik noem ze het kartelgezinnetje, is politiek debat, meermaals tot op televisie toe, niet uit de lucht.

Het sociaal engagement delen allen, al werd de inzet verdeeld over rood en groen.

Patrick deed niet aan actieve politiek maar Lucette, Joke en Sam vonden in hem wel een steun en toeverlaat, een criticus en medestander tegelijk, met gelijk verdeelde helpende hand nu voor Sam en Joke.

 

Respect en vertrouwen hanteerde hij als sleutelwoorden.

Wie zijn vertrouwen kreeg kon ook op hem rekenen, op zijn loyauteit en zijn inzet.

Met Patrick praten was vooral luisteren naar de natuur- en zwembadverhalen en les krijgen in familiekunde.

Al met zichtbare ziekteverschijnselen ging hij nog terecht fier (het is hier al gezegd) naar de reddershuldiging.                                                 Met familie en vrienden dronk hij die avond meerdere wittekes.

Voor Patrick was de familiegeschiedenis nauwgezet in kaart brengen een roeping geworden die hem tot zijn laatste uren bezighield.

De familiestamboom, de link met Daens & Woeste, de rol van de familie in de historiek van de stad, zelfs een raadselachtige link tussen Van De Putte en De Smedt,  hij wilde het van naaldje tot draadje weten.

Met gedrevenheid legde hij familiegeheimen bloot, met passie breide hij aan de verhalen, waar hijzelf  het laatste punt niet meer kon achter zetten.

Het zou mooi zijn dit verhaal, zijn initiatief, eens voltooid te weten.

De geschiedenis stopt echter niet, ze strooit haar verhalen verder in de tijd.

Een te kort maar gedreven leven vindt nu voortgang in jullie : Tom, Joke, Sam en Silke

Het moet ongelooflijk hard zijn geweest voor jullie vader om zo vroeg en onverwachts afscheid te moeten nemen.

Maar het moet evengoed een troost zijn geweest te weten dat jullie, door de keuzes die jullie hebben gemaakt, de persoonlijkheden die jullie zijn geworden, zijn naam met fierheid verder te dragen.

Ik denk aan jullie vader terug met veel waardering.

 

Zijn rake humor bleef ook in zijn laatste dagen overeind. Een paar dagen voor zijn dood vroeg hij me nog eens langs te komen.

Hij had een geschenk dat hij me wou overhandigen.

Die middag kreeg ik 7 mooi  ‘in het oranje’  ingekaderde tekeningen: de 7 werken van barmhartigheid van Jeanne Hebbelinck, een gelovige kunstenares die ik niet kende uit de tijd dat meisjes op de academies nog niet werden toegelaten.

Bij een glaasje Cava voegde hij er lachend aan toe dat ik rood opnieuw had versterkt in zijn huis, en hij nu oranje wou binnenbrengen in het mijne.

Ik heb de tekeningen intussen opgehangen in mijn kabinet op het ocmw, passender kan toch niet.

Ze zullen me blijvend herinneren aan de breeddenkendheid en sociaal-voelendheid van een goede vriend.

 

Lucette, Tom, Joke en Kerim, Sam, Silke… jullie wacht een weg die niet langer door Patrick wordt vergezeld.

In zijn geloof blijft hij jullie echter nabij en wachtende.

Ik hoop van harte dat dit jullie mag sterken in de dagen dat verdriet en gemis de bovenhand halen.

Maar denk vooral aan de wil en de hoop die Patrick tot het laatst heeft volgehouden en die Ann Christi, onze gezamenlijke lievelingszangeres,  in ‘De Roos’ zo prachtig bezingt:

,, Is de nacht zo koud en eenzaam, duurt het wachten veel te lang. Denk dan maar dat geluk alleen is, voor wie er werkelijk naar verlangt. Denk dan maar dat bittere winter en dikke lagen sneeuw nog nooit hebben verhinderd dat de roos hen overleeft”.

 

Maar ik wil eindigen met een mooi tekstgedeelte van Maeterlinck, gebruikt in de opera Pelléas en Mélisande van Debussy

Fanny en ik vonden het na de voorstelling een mooie aangrijpende omschrijving van wat toen aan het gebeuren was bij onze vrienden.

Wij mailden het naar Lucette, naar Patrick durfden we toen niet goed.

Nu durven we wel:

“ Je bent vreemd wanneer ik je zo omhels … Je bent zo mooi dat het is alsof je gaat sterven…”

 

Patrick, mijn naamgenoot, beste vriend, hier in uw kerk, onze monumentale kerk, zeg ik met heel veel respect:

“(Uw) God zegene en beware u”.

 

Patrick De Smedt.