Afscheid van Paul Van Goethem - 10 september 2011

 

 

 

Tinneke,  Engelke,  Dikzakske,  Jongske, Siske,  Moatje,  Kameroadje,… met dergelijke verkleinwoordjes sprak Paul ons aan.

Mijzelf noemde hij Patje en wij allemaal noemden hem Polleke.

Niet Paul of Pol maar Polleke - Polleke Van Goethem, Polleke van de brandweer.

 

Wij zegden Polleke, omdat deze verkleinvorm beter bij hem paste, beter paste bij de gewone, vriendelijke, lieve, warme man die hij was -  zonder franjes, de eenvoud en goedheid zelve.

Polleke, wij vonden dit een gewone aanspreking, maar dat was het niet -  eigenlijk gaven we allen op deze wijze onbewust uiting aan onze grote genegenheid tov een zo mooie mens, een zo mooie persoonlijkheid.

Polleke was eerder bescheiden maar tegelijk ook ietwat fier, zeker op zijn houding en kledij.

Polleke was steeds eerlijk en betrouwbaar, hij kon moeilijk omgaan met schijnheiligheid of onrechtvaardigheid.

Polleke was Polleke.

 

Die Zaterdagmorgen, nu juist een week geleden, kort nadat Martine (zijn Tinneke en zijn Dikzakske), totaal onverwachts geconfronteerd werd met het plots overlijden, zei zij mij in aanwezigheid van de kinderen Veerle en Steven, “… en wij hadden nog zoveel aan mekaar te vertellen, we hadden nog zoveel plannen…”.

Tinneke was de al even lieve, maar tegelijk zo sterke vrouw achter de soms wat aarzelende gevoelsmens Polleke.

‘Hoe langer we mekaar kenden, hoe liever we mekaar zagen’ vertrouwde zij mij toe.

We keken tegelijkertijd in de richting van de nu lege computerstoel, beiden een traan wegpinkend.

 

Weet je’t nog Martine, die avond bij Marcsken, na onze vergadering in het volkshuis, toen Paul tracteerde met Champagne of was het Cava ?

Hij tracteerde op jullie toekomstig huwelijk, voor hem ‘iets’ bijkomstig, maar wel ’iets’, dat hij na zovele jaren samenzijn, toch best ook eens officieel wou regelen.

De liefde was er, natuurlijk, maar ook de papieren moesten toch ooit eens in orde gebracht worden.

Ik zou de eer krijgen jullie huwelijk te betekenen.

Wat ik toen vooral zou moeten zeggen dicteerde hij, ik noteerde het op een (voorlopig niet meer terug te vinden) bierkaartje.

 

Polleke, ik heb het al gezegd , was een gevoelsmens, hij hield van de natuur, zijn vogeltjes, de kanaries die niet in een klein kooitje opgesloten zitten, maar centraal binnen in huis bijna vrij kunnen rondvliegen in een heel grote aan hen toebedeelde ruimte in de keuken.

 

Wat velen niet wisten,  ik ook niet,  Polleke schilderde, in de winterperiode, in alle stilte, met olieverf op doek.

Hij schilderde de natuur in al zijn variaties: vogels, bloemen, bomen, de lucht, de zee …

Vele schilderijen staan verdoken op zolder, zonder dat iemand ze ooit te zien kreeg.

Misschien moeten we later wel eens een tentoonstelling organiseren en dan bij de officiële opening allen samen ‘een potje pakken’ zoals ook onze goede vriend het samen met zijn vrienden zo graag deed.

 

Zijn vrienden: het zijn er zoveel, zij reageerden allen geschokt op het totaal onverwachte slechte nieuws.

Weintje onderbrak zelfs zijn bootreis om hier vandaag te kunnen zijn, bij Geert van ‘t Stadion, de Kleinen zoals Polleke hem noemde, werd zondag alleen Nederlandstalige muziek gedraaid, André Hazes, Ann  Christy en Will Tura stimuleerden er zo de pijnlijke herinneringen.

Pollekes huisvrienden Christine en Peter bleven dicht bij Martine en toonden zich bezorgd om de toekomst.

Hun zoon, de nu 16 jarige Tom Aertsen had het nog het moeilijkst.

Hij had een hechte band met Polleke.

Deze 2 deden immers zoveel samen en waren ook zo graag samen.

Samen naar de voetbal, samen op reis, samen winkelen, samen dezelfde kledij kopen, gewoon alles samen doen.

Op het afscheidsprentje verwoordt zijn oogappel Tom het zo:

 

‘Jij was mijn mentor, coach, manager, helper… mijn vriend.

Er zijn niet genoeg woorden voor.

Je maakte me tot wie ik ben.’

 

Het was voor velen, voor Martine, voor de familie, zijn kinderen Veerle, Steven (zijn spiegelbeeld) en Kelly, de broers en de zussen, zijn schoonmoeder, en voor de vrienden steeds aangenaam in het gezelschap van Polleke.

Met Polleke kon je je amuseren, maar ook een goed gesprek voeren.

Hij luisterde, was bezorgd en behulpzaam - op hem kon je rekenen.

 

Dat weten de manschappen van de brandweer zeer goed.

Polleke was voor hen een raadgevende en beschermende factor, maar ook strijdbaar als het om de verdediging van sociale verworvenheden ging.

En zelfs na zijn pensionering bleef hij alert en paraat en speelde hij (in stilte) nog een prominente rol bij de laatste staking tegen de nieuwe uurroosters.

Hij had de jarenlange ervaring, kon minnelijk bemiddelen maar evengoed op de barricade staan.

Naar Polleke werd geluisterd, met hem werd rekening gehouden.

 

Hoeveel individuele personeelsaangelegenheden heeft hij zo niet helpen oplossen?

Hoe dikwijls heeft hij ook mij aangesproken om één en ander ten goede voor zijn collega’s te willen steunen in het college of de gemeenteraad.

Zijn eigen probleem rond het al dan niet meetellen van die paar operationele dienstjaren is nu spijtig genoeg plots voor goed opgelost.

 

Voor zijn makkers, jong en oud, was hij een vaderfiguur geworden, de Pater Familias van de Aalsterse brandweer die in grote collegialiteit, respect afdwong.

 

Hij was ook oprichter van het wielerteam van de brandweer en was erevoorzitter van de Aalsterse brandweer sportvereniging, het ASBA.

 

Maar Polleke was in de kazerne ook de centrale figuur bij het bedenken van grappen of het moppentappen.

Het verhaal is bekend waarbij Polleke op een nacht, tijdens de wachtdienst, volop commentaar gaf op een wel bepaald soort ’liefdes’film, terwijl hij onwetend tegelijk met zijn elleboog de zendknop ingedrukt hield.

De andere korpsen in de regio konden zo tot hun grote verbazing en wellicht ook grote interesse meeluisteren, met alle gevolgen van dien.

De volgende morgen kon hij het nog maar eens gaan uitleggen bij de commandant.

 

Bij zijn pensionering, nog maar 3 jaar geleden gaf hij mij in de feesttent bij Rita in The Corner zijn rode brandweer- fleece cadeau.  

Ik heb ze vandaag uit dankbaarheid en met respect voor Polleke nog eens aangedaan.

 

Overtuigend Rood was hij reeds van thuisuit.

Binnen de socialistische beweging was hij dan ook een goedgekende en graag geziene kameraad.

Hij volgde de politiek van op afstand maar was er toch sterk mee begaan.

 

Zo hielp hij bij verkiezingen achter de schermen op eigen kracht en op zijn eigen manier.

Bij gemeenteraadsverkiezingen schreef hij telkens een stemmenwervende persoonlijke brief voor zijn partij en zijn kandidaten en… hij betaalde voor de honderden exemplaren ook zelf de postzegels.

Ik laat Paul, want zo ondertekende hij deze officiële brieven, even zelf aan het woord - ik citeer:‘Solidariteit betekent basisrechten toekennen en veilig stellen voor alle mensen.

Een maatschappij op mensenmaat laat zieken, bejaarden, werklozen, … niet uit de boot vallen, maar spant voldoende en sterke vangnetten.

Solidariteit betekent: gelijkwaardigheid nastreven door een rechtvaardige herverdeling. Solidariteit gaat ook hand in hand met verdraagzaamheid.Alle mensen, zonder onderscheid van ras, herkomst of levenswijze verdienen zichzelf te mogen zijn‘

 

Beste vrienden, jullie eerste reacties via Facebook waren massaal en intens.

Eéntje heb ik er uit gehaald: ‘ Sisken, het zal nooit meer hetzelfde zijn !’

Dat klopt natuurlijk, na het veel te plotse en veel te vroege heengaan zal het op vele plaatsen, in verschillende omstandigheden nu zonder Polleke nooit meer hetzelfde zijn.

Maar onze herinneringen aan Polleken zijn wel mooi, heel mooi.

Blijf ze koesteren.

Herinneren is immers dichterbij brengen, oproepen wat is geweest om in het heden voortdurend te actualiseren.

 

Bedankt voor alles Polleke, ons Siske,  vaarwel kameraad.

 

Patrick De Smedt.