AFSCHEID VAN PROSPER VAN DER SCHEUREN - 28 JUNI 2001

 

 

Broer,

Prosper,

 

Ik noemde je broer, ook al was je dat familiekundig niet.

“Schoonbroer” was dan het juiste woord. Een schonere broer had ik me niet kunnen wensen. Als er een definitie van hechte familie bestaat, dan is het dat onnoembaar gevoel dat er tussen ons was. Jij mijn broer, en ik “onze schepen”. 

Je was zoveel ouder, dat ik je uit mijn kinderjaren herinner als een vader bij wie ik altijd terecht kon. Met wie ik mee op reis kon en mocht.

 

En later, als dat kind-zijn achter mij lag, was je mijn grootste politieke medestander, mijn trouwste en meest gemotiveerde propagandist.

 Je blik volgde me in de politiek met echte interesse, soms ook met oprechte bezorgdheid.

En ik was blij jouw welgemeende trots op “onze schepen” te mogen voelen.

 

Met weinig mensen als met jou kon ik zo open, intens en vertrouwelijk praten. Dank je hiervoor.

Je luisterend oor en goede raad waren niet eens mijn exclusief voorrecht. Zovele anderen uit je familie- en vriendenkring konden ook bij jou terecht.

 

Kameraden, Prosper was zoveel voor mij, zonder daarom minder te zijn voor anderen.

Recht voor de vuist, eerlijk en oprecht, met een uitstraling van welgemeend optimisme. In zijn gezelschap was het altijd aangenaam vertoeven.

 

Zijn sociaalvoelendheid en politiek engagement vertaalde Prosper als dynamisch bestuurslid van de SP onderafdeling en afdeling Aalst, van bij de oprichting was hij een enthousiast voorzitter van het Socialistisch Trefpunt.

 

Prosper schreef socialistische geschiedenis in Aalst, toen hij in ’61 met Bert Van Hoorick het trommel- en klaroenkorps oprichtte. Hij wist toen nog niet dat uit zijn zoon, onze Marc, een groot drummer zou groeien.

 

Tussen ’50 en ’65 was hij met zijn vriend Armencia Mauro een geliefd Rode Valkenleider. Samen begeleidden ze nationale pinksterkampen en verschillende internationale kampen.

De lach van Prosper, zijn luide en zo herkenbare stem, tekenen zovele mooie herinneringen.

 

Het werk van bode bij de socialistische mutualiteit was Prosper op het lijf geschreven. Hij kwam overal, bij alle sociale groepen, en hij respecteerde iedereen. Die gerichte aandacht maakte hem een vertrouwensman in verschillende huisgezinnen, bij zieken, gepensioneerden, bejaarden en werklozen.

Twee jaar slechts was Prosper met pensioen. Toen de Bond Moysonleden hem lieten gaan, kon niemand denken dat zijn toekomst nog zo kort zou zijn.

 

Hun 45-jarig huwelijk – een goede week geleden – was nauwelijks een reden tot feest. Hilda en Prosper hielden van mekaar, en het werkte, al die jaren lang. Het staat op het gedenkprentje waarvan Hilda de tekst uitkoos : “geen mens had een mens ooit lief, zoals ik jou”. Maar op 16 juni wisten ze, dat ze te dicht bij het definitieve afscheid stonden. De vele bloemen, de kaartjes : ze waren een troost in de laatste dagen.

 

We wisten dat Prosper zwaar ziek was. Hij sprak het gevreesde woord niet uit, maar zijn gevecht tegen kanker zou uitzichtloos blijken. Het dreef hem niet tot wanhoop. Moedig ging hij het gevecht aan. Hij streed anderhalf jaar, gaandeweg werd hem duidelijk dat hij de laatste weg was ingeslagen.

 

Hij en ik : we namen al vroeg afscheid, zonder woorden. Een gestileerde asbak met Rode Valk-inscriptie was onze tolk. Ooit had ik aan Prosper gezegd dat ik die asbak van hem wou erven.

 

Weken geleden al, kreeg ik hem cadeau. Een intens moment van pijnlijke ontroering dat meer uitdrukte dan woorden kunnen zeggen.

 

Prosper was al die lange, pijnlijke maanden niet alleen. Hilda week tot de laatste moeilijke uren niet van zijn zijde.

Er waren Marc, Marijke, de schoon- en kleinkinderen Damien, Niels en Gil. Ze waren zijn hoop. Er waren zijn zusters.

 

Er was Victor die hem zovele keren naar verschillende ziekenhuizen voerde, er was Harry die de dagelijkse boodschappen deed. Er was François die iedere zondag op bezoek kwam. Er waren nog veel anderen.

We moeten vele vrienden en familieleden danken voor de hartelijkheid, de aanhoudende bemoediging.

 

Prosper,

 

We staan voor het moment dat we je voor altijd moeten laten gaan.

Je lichaam zullen we uitstrooien, de as zal dansen in de wind.

We laten je vrij, weg is de ziekte, je verdriet, je pijn.

Maar je vriendschap houden we vast.

We bewaren je idealen.

De liefde die je ons gaf, zal onze kracht zijn, om verder door te gaan.

 

Dag Prosper, kameraad, Rode Valk, broer.  Vaarwel.

 

Patrick De Smedt