Afscheid Guido Ossemerct – zaterdag 4 juni 2011 – St Martinuskerk

 

 

Die dinsdagavond - vorige week, werd onverwachts zo triestig, toen ook ik tijdens een vergadering het gsm berichtje kreeg waarin kort meegedeeld werd dat Guido Ossemerct verongelukt was.

Even later volgden er nog soortgelijke berichtjes, mails en telefoons.

Aan dit totaal onverwachte, meer dan slechte nieuws, moesten we dus niet meer twijfelen, het werd langs alle kanten bevestigd.

Het nieuws over een dodelijk verkeersongeval in Tielt, waarbij een Aalstenaar betrokken was, verspreidde zich die avond al vlug in de stad en ver erbuiten.

Ik kon, totaal overstuur, alleen maar antwoorden met slechts 2, maar toch alleszeggende woorden: ‘zo erg!’.

 

Dezelfde avond nog, rond middernacht zaten we (op vraag van de politie)

 

 bij de begrafenisondernemer, bedroefd, aangeslagen, verward, en verdwaasd.

Ondertussen waren een aantal goede vrienden van Guido spontaan samengekomen bij Marksken in The Carneby – Guido’s stamcafé voor de late en soms ook vroege uurtjes.

Daar vonden we die avond steun en troost bij mekaar.

Sommigen pinkten al eens een traan weg, anderen vielen mekaar in de armen.

Herinneringen werden opgehaald, annecdotes verteld, er werd gediscussieerd en zelfs gelachen, er waren de pijnlijke stiltes, maar …er was vooral het groeiend besef van een ontzaglijk verlies.

Het café aan de Houtmarkt bleef die avond een uurtje langer open, alsof Guido alsnog zou binnenkomen.

Er werd een pint en een wijntje te veel gedronken.

We hadden dit blijkbaar nodig.

 

Guido – raar ik zei altijd Gudo en niet Gido zoals iedereen– leerde ik reeds in de zeventiger jaren kennen als 1 van de 4 ‘Guido’s’ die toen in Aalst samen het jeugd-, cultuur-, en sociale verenigingsleven domineerden: Guido Debree, Guido Moens, Guido Saey en Guido Ossemerct – de 4 Aalsterse Musketiers zoals Guido henzelf omschreef.

 

Deze pionier in het Aalsterse Welzijnswerk - ondertussen op 13 april  70jaar  geworden -  met een toch wel bijzonder verdienstelijk palmares aan effectief gerealiseerde welzijnsinitiatieven, speelde als vrijwilliger nog steeds een actieve, inspirerende en leidinggevende rol in meerdere welzijnsorganisaties.

Hij was zowat de ‘Pater Familias’ van het Aalsterse welzijnswerk geworden en was, ondanks zijn soms wankele gezondheid, ook nog steeds de actieve en enthousiaste voorzitter van Steunpunt Welzijn en het Cawra.

 

Nog 2 jaar had hij zichzelf gegeven om daarna zijn opvolging mogelijk te maken, maar ook om o.a. op mijn vraag nog 3 belangrijke sociale projecten, al dan niet in samenwerking met andere organisaties, stad en ocmw voor Aalst te realiseren:

 

- de verbouwing en uitbreiding van Niemandsland

- de opstart van een sociale superette in het grotere infrastructuurproject De Kluis

- de herhuisvesting en herdefiniëring van het Sociaal Huis.

  

Eerder had hij ook via het Wereldhuisproject en het recent geopende Kletscafé aan de Nieuwbeek toekomstgericht een nieuwe bestaanszekerheid gegeven.

De lijst van realisaties waarvan hij de (mede)initiatiefnemer, inspirator of trekker was bleef zo maar uitbreiden:

  

St Jorisclub, Dido, Hak, Teleshop, De Klapper, Wolkenkrabber, Niemandsland, De Loods,  De Konker, Cawra, Sociaal Huis, Steunpunt Welzijn, Acro, Lets, Snel en Wel, Wereldhuis, Kletscafé en hopelijk dus ook binnenkort onze gemeenschappelijke droom: de Sociale Superette.

 

Als Guido een droom had dan moest en zou die gerealiseerd worden, dan vocht en lobbyde hij voor zijn project, zocht samenwerking en omringde zich met sterke medewerkers die van zijn dromen ook realistische dossiers konden maken.  

Eens een project gerealiseerd was, dan voegde hij het toe aan de reeks andere in werking zijnde projecten.

Vergelijkbaar met de circusborden die op stokken (het ene bord al wat meer dan het andere) draaiend moeten gehouden worden was hij dan de coördinator die het geheel overschouwde en draaiende hield.

Guido was zo één van de grootste non- profitwerkgevers geworden in de stad.

 

Meer algemeen was Guido natuurlijk ook geïnteresseerd in het sociaal beleid dat voor hem vooral resultaatsgericht moest denken en handelen.

En ook hier stond hij mee aan de wieg van het ‘Aalsters Sociaal Overleg (ASO)’, het Coördinatiecomité voor Welzijnsbeleid (Coco) en het Welzijnsforum.

Samenwerking en coördinatie waren ook voor hem toen reeds de aangewezen middelen om tot betere resultaten te kunnen komen. 

 

Naast deze officiële overlegstructuren langs waar hij het beleid mee kon sturen, had Guido ook een groot sociaal netwerk opgebouwd.

Hij had vele directe relaties gebaseerd op vriendschap en vertrouwen bij tal van plaatselijke en nationale politici, ambtenaren, bedrijfsleiders en welzijnswerkers.

 

Naar Guido werd opgekeken en geluisterd, hij kon mensen motiveren en stimuleren.

Met zijn zachte hese stem en zijn typisch lachje kon hij als geen ander tegengestelde standpunten verzoenen.

Hoeveel opgeblazen bruggen heeft hij niet hersteld tussen mensen en organisaties, hoeveel mensen heeft hij niet terug met de voeten op de grond geplaatst.

 

Hij was een minnelijk maar ook een hard onderhandelaar, steeds met 1 doel voor ogen: zijn doel, dat nooit anders dan sociaal en diep menselijk kon zijn.

Hiertoe kon hij met enig aanzien en gezag mensen tot inzicht brengen, beïnvloeden, doen twijfelen en overtuigen via zijn zo typische eigen gespreks- en vergadertechniek.

Je vond in hem een betrouwbaar medestander of een geducht tegenstander.

  

En zo kwam het dat ik deze positieve lobbyist al eens ‘een halve Pater’ durfde noemen.

Wat ik hiermee juist bedoelde, hadden we ooit eens samen ingevuld – juist weet ik het al lang niet meer, maar ik ben het wel blijven zeggen. 

Hij antwoordde dan steevast: ‘juist kameraad’ gevolgd door zijn gekend lachje.

  

Maar eigenlijk is Guido altijd de basiswerker, de probatieambtenaar, de sociaal assistent, de maatschappelijk werker  gebleven, 24 uur op 24 uur, zeven dagen op zeven.

Zijn contacten waren intens en behulpzaam, hij was toegankelijk en gastvrij.

Bij Guido voelde je je goed, bij Guido kon je tot rust komen.

Hij sprak en luisterde met respect voor de eigenheid en overtuiging van de andere.

Hierbij had hij het altijd over het ‘zijn’  en ‘het meegaan met de mens’.

Met dat ‘zijn’ heeft hij velen, vrienden en cliënten, met zichzelf en de wereld geconfronteerd.

  

Guido, de Gentse skout, die de naam van zijn moeder droeg, heeft sinds 1963 hier in Aalst velen  ‘in hun zijn’ gesteund en geholpen, ook materieel en financieel - zichzelf soms tekort doende.

Hoeveel mensen heeft hij zo niet geholpen en ook bij hem thuis opgevangen.

Niemand hoefde dat te weten.

Hij was de vertrouwensman, de toeverlaat, een vaderfiguur voor velen.

Voor hen die we niet allen kennen en vandaag misschien zelfs het slechte nieuws nog niet vernomen hebben, zal het gemis het grootst zijn.

Guido werkte dus niet alleen in organisaties en aan structuren, hij zorgde ook in alle stilte individueel voor mensen in nood.

  

Ik weet het niet, maar wellicht heeft dit alles wat te maken met Guido’s uitgesproken interesse voor de Katharen en de Tempeliers.

Spijtig maar hierover hebben wij het samen nooit gehad, al stond het op mijn verlanglijstje voor bij een volgend gesprek waartoe wij reeds hadden afgesproken.

Ik onthou alvast alleen het mooie in dit verhaal, de kernwaarden zoals Wikipedia ze omschrijft: edelmoedigheid, gelijkwaardigheid, verdraagzaamheid, respect, opkomen voor zwakkeren, respect voor de meningen van anderen, delen met anderen.

  

Met Guido deelde ik niet alleen een voorzitterschap, dezelfde geboortedatum en Parijs, Guido was ook een kunstliefhebber, een kenner van klassieke muziek en opera.

Zijn huis straalde cultuur uit: boeken, cd’s, kunst, antiek …

Ook heel wat religieuze voorwerpen, hier en daar een verwijzing naar de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en vooral die 2 grote schilderijen van Gillé: een man en een vrouw domineerden zo zijn leefomgeving.

En… op het toilet tussen de bedpannen en wc- potten hing een bordje: ‘enkel korte bezoeken toegelaten’.

  

Had het wat goedkoper gekund, dan had ik graag de reisleider en dansleraar gecombineerd aan het werk gezien tijdens zijn jaarlijkse groepsreis naar Wenen met het Keizersbal en het Nieuwjaarsconcert.

We hadden het er ieder jaar over, het zou er eens van komen, en nu ben ik te laat.

 

Guido is nu alleen, te plots en te vroeg, aan zijn laatste reis begonnen.

De vraag die iedereen zich nu natuurlijk stelt is hoe we zo onverwachts zo iemand kunnen vervangen?

En ook al kan het eigenlijk niet, toch zal het moeten, wij zijn het Guido verschuldigd.

We moeten nu met alle welzijnsorganisaties en welzijnswerkers samen zijn levenswerk verderzetten, zijn dromen verder realiseren en er dromen blijven aan toevoegen.

 

Aan het stadsbestuur vraag ik als dank en waardering voor deze uitzonderlijke stadsgenoot, die terecht in 1998 de Vredesprijs toegekend werd, een ereburgerschap in overweging te willen nemen.

Guido Ossemerct als symbool van het Aalsters Welzijnswerk verdient in onze stad een plaats naast o.a. Priester Daens en Kamiel Sergant.

 

Aan Guido’s 2 Peters (Dauwe en Vercauteren) en aan Stef en Agnes vraag ik die borden, het geheel draaiende te houden.

 

Dames en Heren,

Eeindigen doe ik met een deel van een gedicht dat Gaby De Smyter voor zijn medestander van het eerste uur neerschreef:

 

Uit welk Niemandsland gezogen door diffuus licht,

Opengestraald zonder zon, op zoektochtreis?

- naar welk beloofde land?

Nu terug in d’onnozele kinderslaap

Met zoveel dromen nog, gedropt in de slaap der onschuld,

zonder verse sprookjes, niet meer polyvalent van toekomst

en verdonkeremaand dan de zon, de stem, het nieuw geloof,

Vastgesjord, verpakt in reiskoffers van vervlogen hoop.

                                                        

Guido, beste vriend, bedankt voor alles, bedankt voor uw ‘zijn’ en goeie reis verder.

 

Beste familie en vrienden van Guido,

We nemen vandaag afscheid maar zullen tegelijk blijven verlangen naar vroeger, toen Guido nog bij ons was.

Maar onze herinneringen aan Guido zijn ook mooi, zo mooi – blijf ze koesteren.

Herinneren is immers dichterbij brengen, oproepen wat is geweest om het in het heden te actualiseren.

 

Trees, ik heb het gsm nr van Guido Ossemerct 0477 506637 gewist.

Doen jullie het ook allemaal, maar let op… want het doet zo’n pijn.

 

 

Patrick De Smedt.