Bij het afscheid van Benny Wauters (+ 10.02.2021)

 

Die morgen in juli werden wij wakker onder de Spaanse zon in de parador van Toledo.

Dat ene tafeltje met lege glazen op het terras getuigde nog van het gezellig samenzijn de voorbije nacht.

De obers hadden blijkbaar die twee Belgische koppels  niet willen storen tijdens hun nachtelijke ‘wereldverbetering’ met heel wat Carlos Primero.

Die nacht in Toledo werden politieke tegenstellingen uitvergroot maar kwam ook een hechtere vriendschap tot stand.                                                       

Dat was 20 jaar geleden. 

Benny had goed onthouden dat wij in de zomer van 2002 tijdens dezelfde periode in midden Spanje zouden rondtoeren.  

En zo verraste hij ons met een ontmoeting in de middeleeuwse universiteitsstad Salamanca, die dat jaar ook de culturele hoofdstad van Spanje was.

Lag het aan de gouden studentenstad ? of lag het aan ons ?

Feit was dat we er samen met Nadia en Fanny, misschien wel de mooiste vakantiedagen in ons leven beleefden.

Het begon met de ontvangst door Benny georganiseerd in de tapasbar bij Miguel.

Alleen al de overlekkere Pata Negra, maakten de vele omgereden kilometers goed.

Het was de tijd van Ricky Martins un, dos, tres, un pasito, pa’lante Maria en Placido Domingo’s Granada.

Mijn vrije muzikale interpretaties tussendoor kon Benny al vlug niet meer aanhoren.

Elke door mij ingezette “Granada” ,  ontlokte bij hem een diepe zucht.

Hij had meer waardering voor de studentenkoren die  ‘s avonds op de Plaza Major aan de tafeltjes, de Tuna Universitaria kwamen zingen.

Eerste Wauteriaans discussiepunt: geven we een fooi ? en zo ja aan wie ? en hoeveel ?

Lieve Nadia, Wendy en Olivier, beste familie en vrienden van Benny.

We luisteren nu even naar één van Benny’s favoriete Tuna’s met name Clavelitos, een liefdeslied over Spaanse anjers of anjertjes:

Anjertjes, anjertjes

Anjertjes van mijn hart

Ik breng je anjertjes

En als ik jou op een dag

Geen anjers brengen zou

Denk dan niet dat ik niet meer van je hou

Het is dat ik er geen voor je kon plukken

 

(de 5 kleinkinderen geven een witte anjer aan Nadia)

 

Beste vrienden, het is al vele jaren geleden dat ik aan Benny de belofte deed dat ik bij zijn overlijden, bij het definitief afscheid van deze wereld, een woordje zou zeggen.

Dikwijls herinnerde Benny mij hieraan.

En belofte maakt schuld.

Zeker voor een goede vriend.

En hier sta ik dan.

Benny had het in het leven wel getroffen: hij kende een mooie jeugd, kon studeren en had vlug goede jobs, waarbij het ministriële kabinetswerk het meest in het oog sprong.

Benny was het typevoorbeeld van een ambtenaar.

Hij had steeds een mooi en verzorgd voorkomen.

Zijn bureau was steeds opgeruimd en clean.

Enkel een vuurrode poster met een mooie verleidelijke flamencodanseres en een foto van Peniscola sierden de muren van zijn kantoor op het OCMW.

Samen met Martine had Benny twee lieve kinderen: Olivier, zijn Olivieken en Wendy, zijn poezeminneke waarop papsyken enorm fier was.

Ook zijn kleinkinderen, zijn pluskinderen en zijn pluskleinkind droeg hij een warm hart toe.

 

Hij maakte geen onderscheid.

Hij keek zelfs uit naar de geboorte van Levi, het zoontje van Nadia’s collega Griet die hij Bietje noemde. Jammer genoeg heeft hij het inmiddels geboren kindje, niet meer gezien.

Benny stierf een dag voor de geboorte. 

Benny werd in gans zijn leven zelf ook liefdevol omringd door zijn twee echtgenotes Martine en Nadia.

De liefde die Benny hun gaf, kreeg hij wel duizendmaal terug.

Tijdens een 1 mei feest kwam Nadia als vakbondsafgevaardigde eens terecht aan de tafel van toenmalig ACOD voorzitter Benny Wauters. Gevaarlijk.

En van het één kwam al vlug het andere…

Ik heb mij altijd afgevraagd waar Benny dat charisma vandaan haalde. Hijzelf was toch alleen maar te verleiden met een Orval op de juiste temperatuur en in het passende glas geschonken.

Nadia, zijn poes en Benny, haar schatje, waren ondertussen goed 22 jaar gelukkig samen en huwden drie maanden geleden. Het feest dat uitgesteld werd door de corona -regels zal er nu, spijtig genoeg nooit meer komen, net zo min als de cruise waar hij zo naar verlangde.

Maar Benny was niet enkel een familieman.

Midden de jaren ’60 zat hij samen met Albert Saeys op de schoolbanken van het Atheneum.

Albert zegt mij over deze periode dat Benny toen al veel aanleg en gevoel voor taal en literatuur had.  

Het is duidelijk dat deze gave doorgegeven werd aan de beide kinderen.

Zoon Olivier’s Senorwauters is er een mooi bewijs van.

Albert vertelde mij ook dat Benny toen al iets revolutionairs in zich had.

Er was de grote Che vlag op zijn kamer in de dokter De Moorstraat, symbool voor de Cubaanse revolutie en zijn liefde voor Cuba.

Als dwarsligger, toen al, heeft hij zelfs een schooljaar laten verloren gaan omdat een bepaalde leraar hem niet lag.

 

 

Ja, Benny was niet de gemakkelijkste en ook niet de vriendelijkste in de omgang.

Je moest Benny echter kennen, hij leek wel een stoere boy, maar had eigenlijk een klein hartje. Van zodra het ijs gebroken was, kwam zijn zachtere kant bovendrijven.

Wat hij dacht zei hij ook, rechtuit: ‘klinkt het niet dan botst het’.

Deze houding werd niet door iedereen gewaardeerd maar men wist tenminste wat men aan hem had.

Met Marc De Weghe, de kunstschilder van het OCMW, Benny’s ex collega en met zekerheid ook zijn beste vriend en vertrouwenspersoon, belde hij ’s zondags en ging hij jaarlijks minstens een 4-tal keer op stap.

Onderweg gaven zij hun eigen cynische kijk op alles wat er rondom hen gebeurde.

Naarmate de dag vorderde werden de gesprekken persoonlijker en was er geen enkel onderwerp taboe.

Marc luisterde als Benny praatte en als zijn repliek al eens te moraliserend overkwam, reageerde Benny met een alleszeggend “ja pa” – ik herken deze uitspraak.

Wat Marc ondertussen reeds 46 jaar samen met Benny organiseerde, - het samen verjaardagen vieren - werd toen ook tussen ons ingevoerd met Gracienne er bij.

Dat maakte het voor Benny mogelijk om tegelijk in een vrijzinnige omgeving ‘zijn’ twee schepenen beter bekend te maken in het schoolrestaurant van de KTA villa, van GO!, het Rijksonderwijs.

Benny was immers bij verkiezingen - vaak in tegenstroom -, steeds één van onze trouwste propagandisten.

In 1988 nam hij trouwens zelf deel aan de gemeenteraadsverkiezingen en  behaalde 369 stemmen vanop een niet verkiesbare plaats op de lijst van de socialisten.

Later zou Olivier het nog eens overdoen.

Die verjaardagsetentjes werden soms ook uitgebreid met zijn geliefde Nadia en zijn meer dan goede vriend, OCMW-secretaris Albert Saeys, waarmee hij een  team vormde en 30 jaar prima samenwerkte met wederzijds respect. Ik durfde hen al eens lachend de Jansen en Janssen van het OCMW noemen.

 

Benny, dat is welgekend was een echte Bourgondiër maar dan wel één met bijzondere trekjes. Zo moest zijn steak “a point plus” gebakken worden.

Een bakwijze à la Benny die volgens hem het midden hield tussen medium en zeer goed gebakken.

Een uitdaging voor elke kok die onverbiddelijk de steak terugkreeg als de bakwijze niet voldeed.

Ik heb meermaals met rode kaken zijn discussie met de chef ’s van de restaurants aanhoord.

Benny kon zelf goed koken. Wie kent niet het recept voor zijn lekkere coq au vin ? Met op de lijst benodigdheden de fles rode wijn die men tijdens het koken zelf mag uitdrinken.

 

Beste vrienden, tijdens de laatste jaren van mijn ocmw- voorzitterschap kwam onze vriendschap onder druk te staan.

We verloren elkaar uit het oog. Benny was in het OCMW niet langer onze verbindingspersoon, het cement brokkelde af.

Uiteindelijk ging Benny met pensioen en ik ging werken in Gent.

Toen hij ernstig ziek werd nam ik opnieuw contact.

En toen ik langdurig ziek werd kwam hij mij - zelf nog herstellend - bezoeken.

Zo was Benny, voor zijn vrienden ging hij door het vuur.

Bij hem was het: Uit het oog maar niet uit het hart.

 

Amigos para siempre

 

Nadia en vrienden allemaal, ‘afscheid nemen’ zegt Van Dale is een handeling tussen personen waarbij de één de andere gaat verlaten.

Maar Van Dale zegt wel niet hoe je dat moet doen.

Hoe je aan een vriend kan zeggen: ga maar, zonder te weten of er een terugzien is, tenzij in de herinnering.

En herinneren is dichterbij brengen, oproepen wat is geweest om het in het heden te actualiseren.

Benny zelf vond dat hij met 70 jaar voldoende geïnvesteerd had in genieten. Liever een kort goed leven, dan ernstig ziek langer te moeten leven. Toch komt dit afscheid voor ons nog te vroeg en te onverwachts.

Dank Benny voor alles. 

Het ga je verder goed.

Vaarwel Benny.

 

Patrick De Smedt