Openingsreceptie Pastoor Lauwereysstraat –
|
Vooraf moet ik de schepen van Huisvesting
De bevoegde schepen vroeg mij dan ook in haar plaats hier vanavond even het woord tot jullie te richten.
Mijn betrokkenheid bij de sociale huisvesting en het welzijn van de Aalstenaars ligt mij als OCMW voorzitter en schepen van Welzijn nauw aan het hart. Het project hier in de Pastoor Lauwereysstraat werd trouwens tijdens de vorige legislatuur opgestart in de periode dat ikzelf nog bevoegd was voor huisvesting.
Het nieuwe sociale wooncomplex hier in de
Pastoor Lauwereysstraat is er gekomen dank zij publiek private samenwerking.
PPS, zoals men dat afgekort noemt,is een
samenwerkingsformule tussen de publieke overheid en private partners. Concreet
gaat het hier over een samenwerking tussen de stad en de firma’s Van Roey en
Fortis gebundeld in de nv SOWO.
Deze private investeerder blijft gedurende 27
jaar eigenaar en de stad staat, als sociale verhuurder, in voor de verhuring
ervan. Voor de sociale huurder verandert er evenwel niets. De sociale huurprijs
wordt berekend volgens de geldende formules op basis van het inkomen, en wordt
maandelijks betaald aan de stad.
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad
om dit pilootproject opgestart te krijgen en tot een goed einde te brengen. Dit
heeft te maken met deze nieuwe formule voor de bouw en de financiering van de
sociale woningen. De bedoeling van deze PPS-formule was snel extra sociale
woningen bouwen bovenop de normale bouwprogramma’s. De Vlaamse overheid
garandeert in dit verhaal een sluitende financiering door het verschil tussen
de sociale huur en de markthuur bij te passen.
Een echte succesformule is PPS evenwel (nog) niet. Er bestaat in
Vlaanderen nog heel wat koudwatervrees.
Van de oorspronkelijk beloofde 1.000 sociale woningen kwam er eerst een
afzwakking tot 450 en nadien zelfs een vermindering tot nog slechts 160
woningen (waaronder gelukkig deze in de P. Lauwereysstraat).
Er bleek en blijkt nog steeds te weinig inversteringsinteresse vanuit
de private sector.
Het gigantisch huisvestingsprobleem in Vlaanderen oplossen met deze
PPS-formule, voor mensen die leven in een minder gunstige financiële situatie,
zal dus nog niet voor morgen zijn.
Maar vandaag zijn we hier bij elkaar om feest te vieren.
Een beetje historiek interesseert u misschien ook wel?
Weet u, de Pastoor Lauwereysstraat werd op
De bevolking in deze buurt bestond uit kleine
boeren, hoveniers en fabrieksarbeiders die in grote armoede en schrijnende
omstandigheden leefden.
In de zware economische crisis na WO I was er
een enorme woningnood. Men stichtte de Nationale Maatschappij voor Goedkope
Woningen en vanuit dit initiatief werden er houten barakken gebouwd die als
noodwoning dienst deden. Deze huisjes waren bestemd voor arme en bejaarde
echtparen.
Na de vernielingen van WO II werden de houten
barakken door het stadsbestuur omvergetrokken en in brand gestoken. Hierdoor
kwam er ruimte vrij voor het bouwen van 24 nieuwe stadswoningen bedoeld
voor gezinnen die na de tweede
wereldoorlog hun huisvesting ten gevolge van bombardementen waren kwijtgeraakt.
Ondertussen drong zich een paar jaar geleden
opnieuw een grondige renovatie op maar op basis van de slechte bouwfysische
toestand van de woningen werd beslist beter de 24 stadswoningen te slopen én te
vervangen door nieuwbouw.
De 24 nieuwe sociale woningen (goed voor
circa 1,7 miljoen Euro of 68 miljoen BEF) konden ondertussen sinds
De vroegere bewoners kregen hierbij de
gelegenheid om, indien ze dit nog wensten, terug te keren naar hun vroegere
woning. Slechts 2 van de vroegere bewoners keerden terug. Ik vernoem ze even
graag: Madeleine De Vos en Carolina Beeckman.
De nieuwe voorwaarden van het kaderbesluit
brengen met zich mee dat om deze
woningen te kunnen huren de huidige bewoners nu oa. gevraagd wordt Nederlands te
kennen of aan te leren. Dit komt zeker het goede buurschap ten goede.
Vandaar ook dat wij welbewust deze
openingsreceptie vandaag organiseren, op de Europese dag van de buren.
Ik las vandaag in de krant een getuigenis van
iemand over zijn zeer goede buren. Voor
hem zijn goede buren de mensen in de straat die je graag groet en goede dag
zegt en waarvan je kan verwachten dat, in geval van nood, spontane hulp wordt
aangeboden. Het zijn mensen die respect hebben voor elkaar, nodeloos lawaai
vermijden. Deze buren proberen elk jaar op deze dag een bijeenkomst te
organiseren om elkaar en de kinderen beter te leren kennen.
Buren, in Aalst zeggen we “de geburen”, zijn
een verwaarloosd en vergeten onderdeel van onze cultuur. Daarom ondersteunt het
stadsbestuur dit initiatief van de Woonwinkel om jullie hier vandaag op de dag
van de buren samen te brengen met de boodschap in goed buurschap in deze straat
te willen en kunnen wonen.
Tot slot hou ik eraan - ook namens mijn collega’s
- iedereen te danken die op één of andere wijze heeft bijgedragen tot deze
realisatie.
Minister Keulen bevoegd voor huisvesting, het
vorige en huidige stadsbestuur, de nv SOWO en aannemer Van Roey, de direct
betrokken stadsambtenaren: Alain Van Geem, Linda Troch,
De huidige bewoners feliciteer ik graag met
hun nieuwe woonst met de nadrukkelijke vraag er goed zorg voor te dragen
OCMW-voorzitter
Schepen van Welzijnsbeleid,
Sociale Zaken en Gezin