STADSBROCHURE
1989
JEUGD, SPORT EN
GEZINSZORG
Het is belangrijk te weten dat de schepen van
Jeugd, Sport en Gezinszorg ook bevoegd is voor Vrije Tijd, Werklozenwerking,
Vredeszaken en Ontwikkelingssamenwerking. Hierbij moet onderstreept worden dat
de bevoegdheid voor Vredeszaken voor het eerst in Aalst officieel werd
toegewezen aan een lid van het College van Burgemeester en Schepenen.
Alle genoemde materies vormen samen het
beleidsdomein van de bevoegde schepen. Nu zijn er weinig begrippen die zoveel
gebruikt en misbruikt worden als het begrip "beleid". Maar wat is dat
"beleid" ?
Wij hebben gekozen voor een minder
gespecialiseerde, maar ons inziens, goed bevattelijke
omschrijving. Het beleid geeft antwoord op de vragen :
"Waartoe?" - "Waarmee?" - "Hoe?". Het beleid
omvat het bepalen van doelstellingen, de keuze van middelen en de wijze van
inzetten van die middelen in de tijd, om het vooropgestelde doel te bereiken.
Beleidsontwikkeling is eerst planning, dan beslissing en tenslotte
evaluatie.
De geleidelijke overgang van intenties naar
realisaties begint bij het nauwkeurig in kaart brengen van bestaande situaties.
Dat is wat in de eerste maanden van de nieuwe legislatuur dient te gebeuren.
Dat is ook waar wij tot nu toe aan gewerkt hebben.
Vanuit deze theoretische visie en vertrekkend
van een goed inzicht in de bestaande toestand, moet men zich voor elk van de
onderscheiden deelgebieden Jeugd, Sport, Gezinszorg, Vrije Tijd,
Werklozenwerking, Vredeszaken en Ontwikkelingssamenwerking, een bepaald doel
voor ogen stellen op korte, middenlange en lange termijn. De grondgedachte of
het persoonlijk accent dat ik hierbij zou willen
inbrengen is de vernieuwing. Het is nu al duidelijk dat op tal van punten
vernieuwing mogelijk en zelfs noodzakelijk is. Vernieuwing in de zin van nieuwe
realisaties, maar ook vernieuwing in de zin van verjonging van vastgelopen
structuren en beleidsniveaus.
De welzijnszorg is per definitie dynamisch en
arbeidsintensief. Dit dynamisme ziet men vooral bij de meer dan 400
verenigingen die bij dit departement aanleunen. Wanneer de communicatie met
deze verenigingen goed is, dan is bij wijze van spreken het halve werk gedaan.
Een voor de hand liggend voorbeeld in dit verband is het opstarten van de
nieuwe Jeugdraad.
Met de deskundige hulp van een neutrale
waarnemer (Jeugddienst voor Maatschappelijke Participatie) werd met de
jeugdverenigingen een dialoog op gang gebracht die zijn beslag kreeg in een
ontwerp van nieuwe statuten voor een gedepolitiseerde Jeugdraad.
Dit wil enerzijds zeggen dat de samenstelling van de Algemene Vergadering en
het Bestuur niet op partijpolitieke basis kon gebeuren :
dit is een kwestie van structuur. Anderzijds betekent dit ook dat het
functioneren van de Jeugdraad niet telkens in een
partijpolitieke sfeer gesteld zou worden : dit is een
kwestie van mentaliteit. Het was dan ook essentieel dat met een nieuwe
generatie van jonge mensen, ook individuele jongeren, op een nieuwe
vertrouwensbasis kon gestart worden. Er was daarom nood aan een duidelijke
structuur die ook dynamiek mogelijk zou maken.
Ook op andere vlakken zijn wij bezig te werken
aan vernieuwing. Zo ging onze aandacht naar het vernieuwen van de vakantiespeelpleinwerking met de nadruk op het kwalitatief aspect evenals naar de uitbreiding ervan door de
invoering van de zogenaamde Grabbelpas naar 14 tot 16-jarigen ; naar de
voorbereiding van concrete realisaties in verband met Vredesbeleid gekoppeld
aan de verhoging van de financiële middelen voor Ontwikkelingssamenwerking ; naar
de realisatie van een project van kinderopvang voor onthaalgezinnen ; naar het
optimaliseren van initiatieven die kaderen in de Sportmaand, de herziening van
de formule 10.000 jaar Sport, de studie van de bijkomende recreatieve
mogelijkheden van het zwembad o.a. in functie van de aanleg van de omgeving ;
het opteren voor een ander concept van de organisatie van beurzen teneinde
overlapping en versnippering tegen te gaan. We denken hierbij aan de
organisatie van een Lentebeurs waarbij o.a. de aspecten jeugd, cultuur, vrije
tijd, toerisme, sport, alsook de hiermee verbonden welzijnszorg in een goed
gekozen thema samen aan bod komen.
Vanzelfsprekend is deze opsomming onvolledig.
Behalve deze enkele voorbeelden kan deze bijdrage om evidente redenen niet
anders dan in algemene bewoordingen gesteld worden. In de afzonderlijke
bijdragen van de volgende jaren zal elk van de deelgebieden meer uitgebreid aan
bod komen, naarmate zich concrete realisaties aandienen.
Eén ding is zeker. Ik zal mij de komende
jaren, met uw steun, voor de volle honderd percent
inzetten in dienst van onze stad en bevolking.
STADSBROCHURE 1990
De gemeenten kunnen een belangrijke bijdrage
leveren tot het proces van vrede en ontspanning. Het behoort tot de
gemeentelijke autonomie om op dit terrein initiatieven te nemen en tot hun
bevoegdheid om zorg te dragen voor het gemeentelijk
belang. Zij die beweren dat deze problematiek niet tot de gemeentelijke
materies behoort vergissen zich. Het mooiste bewijs dat de gemeente op dit vlak
wel haar verantwoordelijkheid kan opnemen werd in 1982 geleverd, toen meer dan
tweehonderd gemeenten waaronder Aalst, een motie tegen kernwapens goedkeurden.
Dat een gemeente zich met internationale
problemen kan inlaten wordt nog duidelijker geïllustreerd door de vooruitgang
die de laatste jaren op het vlak van de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking
werd geboekt, mede onder impuls van het Nationaal Centrum voor
Ontwikkelingssamenwerking. Veel Vlaamse gemeenten hebben een adviesraad,
schrijven er een budget over uit, werken actief mee aan de 11.11.11-actie enz.
Vanuit de nauwe verwevenheid tussen "vrede" en
"ontwikkeling" kunnen een aantal initiatieven dan ook aansluiting
vinden bij wat er in de gemeente al bestaat op het vlak van derde wereld-problematiek. Ontwikkeling is een noodzakelijke
voorwaarde om onze collectieve overleving veilig te stellen en daartoe moeten
wij bereid zijn alle andere culturen te erkennen. Dit betekent dat wij een
wereld moeten maken waarin we zelf verder kunnen ontwikkelen en andere toelaten
zich te ontwikkelen overeenkomstig hun waarden en
mogelijkheden.
Wie zegt ontwikkeling zegt ook mensenrechten.
Naast de burgerrechten, de politieke rechten, de economische, sociale en
culturele rechten, komt stilaan meer aandacht voor een derde generatie mensenrechten : de zogenaamde volkerenrechten. Het recht op
zelfbeschikking, het recht op eigen cultuuruitingen, het recht om mee te
genieten van de natuurlijke rijkdommen, het recht op een gezond leefmilieu, het
recht op ontwikkeling, het recht op vrede.
Van alle overheden staat de gemeentelijke
overheid het dichtst bij de bevolking. Dat geeft haar een aantal mogelijkheden,
en zelfs een geprivilegieerde positie.
- De
gemeente is goed geplaatst om een samenwerkingsverband aan te gaan met diegenen
die zich voor vrede en ontwikkeling inzetten.
initiatieven
1989
23
januari Uitbreiding van de
bevoegdheid van de Schepen van Jeugd, Sport en Gezinszorg met "Vrede en
Ontwikkelingssamenwerking"
13
februari Uitbreiding
van het werkterrein van het adviesorgaan "Stuurgroep
Aalst voor de Derde Wereld" met Vredeszaken en mensenrechten
28
maart Verhoging
van de budgetten voor Ontwikkelingssamenwerking en vrede
23
mei Ontvangst
op het stadhuis van een delegatie Hibakusha of
atoomslachtoffers van Hiroshima en Nagasaki
27
mei Schenking
aan het stadsbestuur van een mozaïek van Hugo Heyrman door C.S.C. De Rank, als vredestapijt ingemetseld
in de Grote Markt
13
tot 27 oktober Veertiendaagse
"Respect voor de andere" van het Vredeshuis. In samenwerking met het
stadsbestuur werd een lessenpakket ter beschikking gesteld van alle scholen in
en rond Aalst
27
oktober Officiële inhuldiging
van de Vredespaal op het Esplanadeplein
11
november 11.11.11-actie
november Medewerking
aan de Unicef-conventiecampagne voor de rechten van
het kind
december Eindejaarsactie
wenskaarten Unicef
Hulpactie
voor Roemenië
- Zij kan met deze mensen en groepen overleg
plegen en hen op verschillende vlakken steun verlenen.
- Zij beschikt over de
nodige instrumenten en kanalen om de bevolking te informeren en sensibiliseren.
- De gemeentelijke overheid
kan ertoe bijdragen dat er in de scholen meer aandacht komt voor
vredesonderwijs en -opvoeding.
- In onze huidige concrete
Belgische en Vlaamse situatie is de dreigende politieke, economische en sociale
achterstelling van migranten de negatie van een vredescultuur. Vredescultuur is
allerminst een abstract begrip ; het toont zich in de
wijze waarop wij als individu's, groep en gemeenschap praten en omgaan met
migranten. Ook hiertoe kan de gemeente een positieve bijdrage leveren.
- De bibliotheek en het cultureel centrum kunnen als gemeenschapsvoorzieningen een
stimulerende invloed hebben op de belangstelling voor vrede en ontwikkeling
door middel van tentoonstellingen, voordrachten, vorming, enz.
- De gemeente is wellicht
ook het geschikte forum om positieve (eerder dan repressieve) acties mee te
plannen en te ondernemen tegen geweld en vandalisme op haar grondgebied.
- De gemeente heeft ook de
opdracht om informatie te verschaffen over het statuut van gewetensbezwaarden
in het kader van de administratieve afwikkeling van de militie-verplichting.
- Door het onderhouden van
internationale contacten kan de gemeente een rol spelen in de Oost-West en Noord-Zuid relaties.
Dit alles kan stevig onderbouwd worden en een
permanent karakter krijgen als de gemeente voorziet in de nodige beleidsinstrumenten : een Schepen van Vredeszaken, een post
op de begroting, een beleidsnota, een adviesraad, e.d.m.
Ieder van deze beleidsinstrumenten is in Aalst gerealiseerd.
Met de onthulling van een vredesmonument op
het Esplanadeplein en een bijzonder geslaagde
11.11.11-actie werd het werkingsjaar '89 succesvol afgerond. In de
eerstvolgende jaren zal het Vredesbeleid in Aalst verder gestalte krijgen en
daardoor als sector van het gemeentebestuur volwaardig aan bod komen.
STADSBROCHURE 1991
Kansarmoede is zowat het centrale begrip
geworden van het welzijnsbeleid in de jaren '80. In deze snel evoluerende en in
veel opzichten boeiende tijd heeft iedereen spijtig genoeg geen gelijke kansen
om van de talrijke nieuwe mogelijkheden te genieten.
Heel wat signalen wijzen erop dat we met z'n allen een levenswijze gecreëerd hebben waarin massa's
mensen zich om diverse redenen niet goed voelen. Velen verkeren in psychische
nood. Anderen geraken hopeloos achterop of worden veroordeeld tot kansarmoede.
Het stadsbestuur kan het grote aantal
"welzijnsrisico's" niet alleen oplossen. Met het OCMW en de privaat
welzijnsorganismen wordt nauw samengewerkt om op basis van het
welzijnsmeerjarenplan samen naar middelen te zoeken om de zwaksten
onder ons vooruit te helpen. De opdracht van de stedelijke gezinsdienst werd in
deze zin dan ook verruimd naar het aspect welzijn in het
algemeen.
De basis voor een later psychisch welzijn en
relatiebekwaamheid is een goede opvoeding van onze kinderen. Daarom wordt de
grootste aandacht gegeven aan de kwaliteitsverbetering van onze diverse
kinderopvangmogelijkheden o.a. door bijscholing van de begeleiders, permanente
informatieverstrekking en de uitbouw van de speel-o-theek.
Wat de kwantiteit betreft is het zo dat, ondanks de bekomen
capaciteitsuitbreiding in onze grote kribbe "Oogappel" en de
omvorming van de peutertuin naar minikribbe "Duimelot", de vraag naar
kinderopvang het aanbod blijft overtreffen. Met het opstarten van een nieuwe
dienst voor opvanggezinnen proberen wij hieraan te verhelpen. Ook het
herschikken van de vakantiespeelpleinen en het opstarten van voor- en naschoolse opvang van lagere schoolkinderen moeten
hierbij helpen.
Op het gebied van de sociale huisvesting
werden aanzienlijke inspanningen geleverd. Een uitgebreide enquête naar de
woonkwaliteit en -tevredenheid ging aan de erkenning van het woongebied in
Aalst vooraf. Naast de sanering van de stadswoningen via bijkomende
subsidiëring, kunnen nu ook mensen die het niet breed hebben, dankzij de
wervingspremie, in bepaalde stadswijken gemakkelijker een eigen woning
aankopen. Voor de sociale huisvestingsmaatschappijen en privé-bouwpromotors
biedt de Vlaamse gemeenschap in deze gebieden de mogelijkheid om via
alternatieve financiering sociale woningen te bouwen.
Ondertussen werd ook de belasting op de
leegstand en verkrotting ingevoerd, leidde het overleg met het OCMW tot de
oprichting van een sociaal verhuurkantoor, werd het nomadenterrein aangelegd en
wordt een reglement van kamerwonen voorbereid.
Onze aandacht voor de laaggeschoolden
resulteerde in de versterkte werklozenwerking, de oprichting van een
onthaaldienst in het stadhuis en de deelname aan de oprichting van het Aalsters Centrum voor Basiseducatie. Ook
ons inspelen op de Weerwerkactie van de VDAB biedt bijkomende kansen voor de
langdurige werklozen.
Welzijn is tenslotte
onze collectieve verantwoordelijkheid. Een resem maatschappelijke problemen
schreeuwen om aandacht : armoede, woningnood,
werkloosheid, relatieproblemen, kindermishandeling, stress, vereenzaming,
verslaving, zelfdoding, spijbelen, jeugd-delinquentie
... Achter oppervlakkigheid, materialisme en egoïsme gaat er onnoemelijk veel
menselijk leed schuil. Via campagnes en informatie helpt het stadsbestuur waar
het kan en wordt ook preventief opgetreden waar dat mogelijk is. De actie
"Schoolkid(t)s" was hiertoe een eerste
poging.
Laten we ons samen verder inzetten voor de zwaksten in onze maatschappij. Aan problemen of
discussiestof zullen we alleszins geen tekort hebben. Zoveel is zeker.
STADSBROCHURE 1992
Op 24 september 1991 volgde ik Edgard Hooghuys op als Schepen
van Openbare Werken en Patrimonium. Hoewel ik mijn vroeger departement met
spijt heb verlaten, is dit voor mij een nieuwe uitdaging.
Om tot een efficiëntere dienstverlening te
komen zal de komende 3 jaar veel aandacht gaan naar het verbeteren van de
interne organisatie van de dienst uitvoering. Daarnaast zal planmatig verder
gewerkt worden aan de reeds op gang gebrachte
initiatieven en zullen weloverwogen een aantal nieuwe initiatieven genomen
worden. Sedert vele jaren hypothekeert de precaire
financiële toestand echter het investeringsbeleid. De investeringsuitgaven,
zijn t.o.v. 10 jaar geleden met ongeveer de helft verminderd. In vergelijking
met de andere centrumsteden investeert Aalst relatief weinig. Het
investeringspakket is dan ook ontoereikend t.o.v. de grote noden en wensen : denken we maar even aan de vele dringende
verbeteringswerken aan wegen, voetpaden en rioleringen, de slechte staat van
heel wat stadsgebouwen, de noodzakelijke restauratie van geklasseerde of
waardevolle gebouwen en monumenten, de voortschrijdende veroudering van ons materieel- en wagenpark, de grote woningnood in Aalst, het
tekort aan sportinfrastructuur, enz.
In functie van de aanleg van nieuwe wegen en
rioleringen kunnen dan ook alleen de meest dringende probleemsituaties
aangepakt worden. De laatste jaren gaat onze aandacht ook in toenemende mate
naar het aspect verkeersveiligheid. In verschillende sociale woonwijken werden verkeersvertragers aangelegd om de veiligheid van de
zwakkere weggebruikers, vooral oudere mensen en schoolgaande kinderen, te
verhogen.
Daarnaast zal in de nabije toekomst door het verkeersarm of verkeersvrij maken van sommige centrumstraten,
het handelscentrum van Aalst aantrekkelijker worden. Na de werken aan de
Pontstraat, komen nu de Nieuwstraat, de Kattestraat en Hoogstraat aan bod.
Het behoud van ons cultuur-historisch patrimonium blijft een andere
prioriteit. De restauratiewerken aan het Belfort zijn in uitvoering. Binnen de
planning wordt rekening gehouden met herstellingswerken aan de bedaking en aan
de zijvleugel van het Landhuis en de verfraaiing van het Pieter
Coeckekabinet ; de kapel en het museum Oud-Hospitaal ; wallenmuur, brug, koetshuis en orangerie van het Kasteel Terlinden ; de oude Sasbrug
te Gijzegem, ...
De laatste 10 jaar zijn wij er ook in geslaagd
substantiële overheidsinvesteringen in waterzuivering via V.M.M. Aquafin aan te trekken. De eerste fase van de aanleg
collector rechteroever tot de Hammestraat werd eind
1991 spectaculair beëindigd met het verankeren van een sifon onder de Dender.
In 1992 wordt de collector rechteroever doorgetrokken tot aan de vismijn,
terwijl de collector Hofstade tot de grens met Erpe-Mere gepland wordt.
Met onze goedwerkende grondregie, beschikt het
bestuur over het aangewezen instrument om zowel economische als sociale
doeleinden te bereiken. Zodoende zullen wij in 1992 actief bezig zijn rond de
uitbreiding van de industriezone Wijngaardveld, het realiseren van kleine
woonzones en de grondverwervingen in functie van
wegenwerken. Grote aandacht gaat ook naar de sociale woningen, deel uitmakend
van het stadspatrimonium. Reeds verschillende woningen
werden aangepast op sanitair en hygiënisch vlak.
Het aantal te saneren woningen zal in de
volgende dienstjaren maximaal opgedreven worden, zodat binnen onafzienbare tijd
alle woningen zullen voldoen aan de huidige woon- en
comfortnormen. Inspelend op de enorme sociale woningnood in Aalst onderzoekt de
grondregie mogelijkheden om dringend te voorzien in een aantal bijkomende
sociale woningen o.a. inspelend op de subsidiëringsmogelijkheden
van de Vlaamse Gemeenschap.
Overleg en samenwerking met de bouwmaatschappijen
en het O.C.M.W. zullen nagestreefd worden om dit prioritair
beleidsaspect meer gestalte te geven in Aalst.
Heel wat inspanningen, die de burgers zien,
worden geleverd in verband met de herhuisvesting van bepaalde stadsdiensten,
waarbij een optimaal gebruik van de stadsgebouwen nagestreefd wordt.
Voor de nabije toekomst denken wij in dit
verband o.m. aan de herhuisvesting van het
politiecommissariaat, de diensten onderwijs, cultuur, het stadsarchief en onze
beide Kunstacademies. Hiervoor moet wel alle beschikbare mankracht van de
verschillende stielgroepen ingezet worden. Naast deze specifieke opdrachten
blijft het ten slotte noodzakelijk continu-diensten
zoals de reinigingsdienst, groendienst en schoonmaak-dienst
zo efficiënt mogelijk op te volgen. Ook hier worden voorstellen tot
reorganisatie uitgewerkt in functie van noodwendigheden en gebaseerd op de
mogelijkheden die het personeelsbestand toekomstgericht zal bieden.
OPENBARE WERKEN EN
PATRIMONIUM
Met een bijna "historisch" te noemen
buitengewone begroting geeft het stadsbestuur in 1993 via een groots
investeringsprogramma (circa 504 miljoen) de aanzet om onze stad
AANTREKKELIJKER, PROPERDER, AUTOVRIJER, VEILIGER, GROENER EN SOCIALER te maken.
Het streng
saneringsbeleid van de afgelopen vier jaar maakt het nu mogelijk een welgekomen
maar nog steeds ontoereikende impuls te geven aan de verbetering van onze wegen
en gebouwen.
Zonder onze financiële meerjarenplanning in
gevaar te brengen worden planmatig een aantal realisaties tot uitvoering
gebracht die het aanzien en de leefbaarheid van onze stad op middellange
termijn aanzienlijk zullen wijzigen en verbeteren.
In vergelijking met andere steden hinkte Aalst
wat achterop ten aanzien van de hedendaagse behoefte aan autovrije stadscentra.
Hieraan wordt dan ook versneld verder gewerkt.
Na de Nieuwstraat,
Hoogstraat en Klapstraat komen nu de Kattestraat (2e
fase), O.L.-Vrouwstraat en Zoutstraten aan bod. Samen
met aanpassingen aan Kapellestraat en Molenstraat
moeten dan de Markt zelf, de Kerkstraat en de omgeving St.-Martinuskerk
het sluitstuk vormen. Gelijklopend wordt ook gewerkt aan de plannen voor
aanzienlijke uitbreiding van de zo noodzakelijke parkeergelegenheid langs de
Wallenring. De heraanleg van Hop- en Botermarkt met
meer groen zou hierdoor mogelijk worden. Ook de Lijn werkt aan een ambitieus
plan voor herinrichting van het Stationsplein.
In onze binnenstad moet de verdere inplanting
van onze ondertussen welgesmaakte sierverlichting samen met passend
straatmeubilair (affichezuilen, fietsenrekken, vuilnisbakjes, zitbanken,
bloembakken, ...) en de afwerking van de restauratiewerken aan Belfort,
Stadhuisgevel en Station het geheel verfraaien.
Tegenover deze centrumgerichte investeringen
wordt een evengroot budget geplaatst voor aanleg en
verbetering van voetpaden, verfraaiing van wijk- en
dorpscentra, verkeersveiligheidsprojecten vooral aan
schoolomgevingen en bushaltes, en verbeteringswerken aan buurt-
en voetwegen.
Samen met een aantal grote wegenis-
, riolerings- en collectorenwerken wordt aldus in
deze sector voor 255 miljoen frank stadsgelden geïnvesteerd.
Het stadsbestuur wil deze belangrijke
investeringen ook goed onderhouden en wil bovendien onze stad properder en
veiliger maken. Naast de opnieuw ingezette straatvegers wordt hiertoe voor de
sterk uitgebreide ploeg "stadsreiniging" een nieuwe kolkenzuiger,
borstelwagen en zwerfvuilzuiger aangekocht, terwijl bij de ook uitgebreide
ploeg "stadssignalisatie" een nieuwe wegmarkeringsmachine
en asfaltmachine worden ingezet.
Ook in de sector gebouwen krijgen een aantal reeds lang aanslepende huisvestingsproblemen van diverse
stadsdiensten een definitieve oplossing : de Academie voor Schone Kunsten, het
politiebureel, het stadsarchief, de carnavalwerkhal,
het bibliotheekfiliaal Terlinden, en een bijkomende
sporthal.
Naast de planning voor restauratie van ons
waardevol gebouwenpatrimonium wordt ook de vroegere Zwarte Hoekbrug hersteld en
bij de verdere uitbouw van het parkgebied aan het zwembad ingeplant.
Ook "HET" probleem in Aalst : het tekort aan betaalbare sociale woningen wordt
daadwerkelijk aangepakt.
Vanuit een samenwerkingsverband en inspelend
op het urgentieprogramma van Minister De Batselier
zal Aalst binnen een twee- à drietal jaar kunnen
beschikken over een paar honderd bijkomende sociale huurwoningen.
Naast de sociale bouwmaatschappijen en het
OCMW zal ook het stadsbestuur zelf initiatief nemen tot het bouwen van 85
kleine appartementen gespreid over 2 projecten.
Samen met de plannen tot verkaveling van een
drietal woonwijken is dit het antwoord van de stedelijke grondregie op deze
voor vele Aalstenaars levensnoodzakelijke behoefte.
Het behoort ook tot de opdracht van de
grondregie de verdere uitbreiding van de industriezone Wijngaardveld II af te
werken en een dienstverleningszone te realiseren in het BPA Hoge Vesten.
Tot daar een beperkt overzicht van de
belangrijke beleidsintenties voor de komende jaren. De uitvoering van een
dergelijk ambitieus en gevarieerd
investeringsprogramma is een uitdaging voor het departement Openbare Werken en
Patrimonium.
Het tijdig uitwerken van meer dan 130 grote
dossiers zal slechts mogelijk zijn via een goede planning, opvolging en interne
organisatie. Meer dan ooit zal ook een goede samenwerking nodig zijn tussen de
leden van het College van Burgemeester en Schepenen en hun respectievelijke
medewerkers.
Ik heb er alvast vertrouwen in.
STADSBROCHURE 1994
VAN
"AALST BOUWWERF '94" NAAR "RIOLERINGSBELEID 2001"
In 1989 bij de start van de bestuursperiode,
keken we tegen een tekort aan van 213 miljoen op het eigen dienstjaar dat,
zonder ingrijpen, zou oplopen tot meer dan 1 miljard over 5 jaar. Een
onhoudbare situatie !
Een streng, efficiënt en volgehouden
saneringsbeleid zowel inzake werkingskosten, personeels- en facultatieve uitgaven als verantwoorde
verkoop van onroerende eigendommen, gaf ons naar het einde van de
bestuursperiode enige financiële armslag.
Zo slaagden wij erin voor 1993 en 1994 een
uitzonderlijk groot investeringsprogramma te maken gespreid over wegenis- en rioleringswerken, gebouwen, materiaal en
materieel.
Het inschrijven van de nodige kredieten in de
begroting betekent echter ook uitvoering in de praktijk !
En dat zullen wij Aalstenaars
dit jaar geweten hebben, geconfronteerd met de ongemakken van tientallen
opgestarte werken in de binnenstad en de deelgemeenten.
Voor velen onder ons zal het tijdelijk ongemak om tot een "VERNIEUWDE,
AANTREKKELIJKER, PROPERDER, AUTOVRIJER, VEILIGER, GROENER en SOCIALER
LEEFGEMEENSCHAP GROOT-AALST" te komen voor heel
wat wrevel en ergernis hebben gezorgd. Onze gezamenlijke inspanningen zullen
echter beloond worden.
Reeds eind '94 (we kozen
voor een geconcentreerde korte uitvoeringsperiode) zullen wij aldus in betere
omstandigheden nog meer van ons "Ienig Oilsjt" kunnen genieten.
Het past hier de uitzonderlijke grote inzet
tijdens de afgelopen 2 jaar van het personeel van de diensten openbare werken
en patrimonium in samenwerking met de andere betrokken stadsdiensten te
benadrukken.
Voor een gedetailleerde opsomming van de
uitgevoerde of op gang gebrachte bouw- en
wegenisdossiers is hier geen plaats. Een gedetailleerd overzicht met
prijsvorming in planafdrukken is echter op eenvoudige aanvraag te bekomen. Ook ben ik graag bereid om hierover bij
geïnteresseerde personen of verenigingen toelichting te geven over één of
meerdere, binnen de financiële mogelijkheden, krachtlijnen van het gevoerde beleid :
- waterzuivering via collector-
en rioolaanleg
- verfraaiing binnenstad-
wijk en stadsherwaardering
- nieuwbouw projecten voor verbetering
noodzakelijke dienstverlening en service
- restauratie waardevol cultuur-historisch
patrimonium
- veilige en propere stad
- operationeel maken grondregie
- extern (bevolking) en intern (verschillende stadsdiensten)
overleg en samenspraak bij de totstandkoming van de dossiers
- efficiënte personeelsorganisatie dienst
uitvoering en herhuisvesting stadsdiensten
- correcte en gelijke behandeling van de
inwoners op basis van duidelijke voorschriften.
Tot slot wil ik naar aanleiding van de opmaak
van het Algemeen Waterzuiveringsprogramma waarover
de Vlaamse Milieumaatschappij de komende maanden ook voor het Denderbekken een
breed maatschappelijk debat op gang brengt nog even ingaan op de ook voor onze
regio belangrijke problematiek van de vervuiling van het oppervlaktewater.
De continue achteruitgang van de kwaliteit van
onze oppervlaktewateren en de grote achterstand die we hebben in vergelijking
met onze buurlanden dwingt ons immers tot versnelde sanering van grachten en
beken.
Het Denderbekken is in dat licht aangeduid als
een der prioritaire gebieden in Vlaanderen. NV Aquafin,
in opdracht van het Vlaams Gewest, zal in Aalst de
voornaamste basisinfrastructuur plaatsen vóór 2001.
De stad op haar beurt staat in voor de
uitvoering van het Totaal Rioleringsplan. Dit vergt vanaf heden nog een
investering van 3 miljard frank.
Ongeveer twee derde van de rioleringen van
Aalst en nagenoeg alle riolen van de deelgemeenten dienen heraangelegd volgens
het TRP.
Daarbij
worden aan twee zaken prioriteit gegeven :
- de riolen waarvan de aanleg kan gecombineerd
worden met dringende wegvernieuwingen
- de riolen die lozingspunten in grachten of
beken opvangen
Parallel met de collectoraanleg zal de stad
trachten alle belangrijke resterende lozingspunten te starten (vóór 2001).
In 1994 vingen wij daarmee aan in het project
Kerkstraat Gijzegem. Eerst worden Gijzegem,
Hofstade, Nieuwerkerken en Erembodegem gesaneerd. Daarna volgt, in functie van de Aquafinwerken, de rechteroever.
Gecombineerd met de bijeenkomende 3
wegenwerken gaat deze eerste fase over 0,6 à 0,8 miljard.
Iedereen beseft de noodzaak tot sanering van
onze vervuilde waterlopen en beken om de volgende generaties een leefbare
omgeving te kunnen waarborgen.
Voor Aalst kennen we nu ook het prijskaartje.
Aan de huidige en toekomstige bestuurders van
onze stad om deze verantwoordelijkheid op te nemen.
Ik wil me alvast daartoe bereid verklaren.
STADSBROCHURE 1995
In de nieuwe beleidsverklaring voor de
bestuursperiode 1995-2000 komen huisvesting en waterzuivering in dit
departement duidelijk naar voor als prioritaire en belangrijkste
aandachtspunten.
In deze bijdrage gaat onze volle aandacht naar
het probleem van de huisvesting in onze stad. De nieuwe officiële omschrijving
van de titel "Schepen van Openbare Werken, Patrimonium en
Huisvesting" wil het belang van het huisvestingsprobleem verder
onderstrepen en ligt in het verlengde van een vroegere bevoegdheid Welzijn.
Het nijpend tekort
aan betaalbare huurwoningen is nog steeds één van de grootste welzijnsnoden in
Aalst. Het leidt zelfs tot dakloosheid. In de eerstkomende jaren moet vooreerst
het aantal sociale huurwoningen drastisch omhoog. Zowel het stadsbestuur, het
O.C.M.W. als de plaatselijke sociale bouwmaatschappijen doen hiervoor grote
inspanningen, met voor sommige projecten de financiële steun van de Vlaamse
Gemeenschap. Er kan echter niet alleen gerekend worden op sociale nieuwbouwprojecten.
Om het structureel
tekort op korte termijn te helpen opvangen moet het sociaal verhuurkantoor
dringend verder worden uitgebouwd en moet gebruik gemaakt worden van het recht
om leegstaande woningen op te eisen om behoeftigen en
daklozen te huisvesten. Ook zal door middel van een verscherpte belasting op
leegstand de toegankelijkheid van de huisvestingsmarkt verbeteren. Tot dezelfde
reeks maatregelen behoort de strikte toepassing en controle van het stedelijk reglement op het kamerwonen.
Het stadsbestuur blijft systematisch verder
werken aan de verbetering van de kwaliteit van de bestaande sociale woningen.
In 1996 wordt de grondige sanering van de sociale woningen in de
Bevrijdingsstraat in het vooruitzicht gesteld.
Door de verdere uitbouw van de dienst
Huisvesting tot een echte "woonwinkel" willen wij de kwaliteit van de
dienstverlening verbeteren. In deze woonwinkel zal aan de bevolking een
volledig en overzichtelijk dienstenpakket rond wonen worden geboden.
Voor de nieuwe huisvestingsprojecten van de
stad en het OCMW wordt op basis van objectieve gegevens een centraal register
van kandidaat-huurders aangelegd waarbij de volgorde van inschrijving zal
gerespecteerd worden. Dit systeem kan met het akkoord van de sociale
huisvestingsmaatschappijen veralgemeend worden. Het doel is hier te komen tot
toewijzing op basis van duidelijke criteria, vereenvoudiging, doorzichtigheid
en openbaarheid zodat elke willekeur bij de toewijzing van een sociale woning
uitgesloten is.
Via de Stedelijke Grondregie zullen wij
blijven inspelen op subsidiëringsmogelijkheden om
verder een actief huisvestingsbeleid te voeren. Wij denken hierbij concreet aan
het opvullen van de lege gaten binnen de bestaande woongebieden, aan inbreidings-projecten, aan terbeschikkingstelling van
bouwpercelen door aankoop en afbraak van niet meer te saneren bouwvallige of
ongezonde panden en aan de realisatie van sociale verkavelingen.
Wij moeten binnen onafzienbare tijd op al deze
vlakken tot tastbare resultaten komen. Dat is wat ons te doen staat. Het
stadsbestuur zal naast de eigen initiatieven, hier coördinerend, stimulerend en
sensibiliserend blijven optreden.