Huisvesting
HUISVESTING
Huisvestingsproblemen doen zich verhoudingsgewijs meer voor in de stedelijke agglomeraties, bijzonder in de 19de eeuwse gordels. Aalst is daar vooral op de rechteroever nog steeds een sprekend voorbeeld van. Er is in ons land dan ook nooit op een substantiële of systematische manier geïnvesteerd in de vernieuwing van het stedelijke woonpatrimonium.
Dames en heren,
Een van de meest
in het oog springende welzijnsnoden is zeker ook in Aalst de sociale woningnood
of het tekort aan betaalbare huurwoningen. Nochtans is wonen een van de meest
cruciale basisbehoeften en heeft "menswaardig" leven bijzonder veel
te maken met de woonomstandigheden.
Vanuit het
gelijkheidsprincipe "recht op wonen voor iedereen" is het de taak van
de overheid ervoor te zorgen dat ook gezinnen die over onvoldoende financiële
middelen beschikken om een woning te kopen of te huren in de privé sector, op
een degelijke wijze gehuisvest kunnen worden.
In de BRT
panorama-uitzending rond armoede in 1990 met o.a. opnames in Aalst, getuigde
een jonge moeder dat de ratten aan het wiegje van haar kind knaagden. Een oud
vrouwtje toonde aan televisiekijkend Vlaanderen haar kleine met vocht
doortrokken huisje met dat ene, het enige waterkraantje naast de voordeur.
In het vorig jaar uitgegeven armoedeboek "Overleven in Aalst,
100 jaar na Daens" kan men het verhaal lezen van
mensen, Aalstenaars, die overnachten in cafés het station, een garage of
vrachtwagencabine
Tijdens de eerste
gespreksavond van de pas opgerichte Aalsterse Vierde Wereld-vereniging
"Mensen voor Mensen" vertelde een stadsgenoot openhartig dat hij ook
tijdens de winterperiode in een ijskoude caravan woonde en er een ongeneeslijke
longkwaal opdeed.
Tijdens mijn
spreekuren als Schepen komen mensen vragen of ze desnoods een paar nachten in
het ziekenhuis of de politiecel terechtkunnen.
Deze middag nog
vroeg iemand in mijn aanwezigheid aan mijn voorganger schepen Hooghuys naar
zijn ervaringen als schepen van Openbare Werken en Patrimonium. Zijn antwoord
was dat de verhalen van mensen in woningnood voor hem het meest aangrijpend
waren. Ik voegde eraan toe dat nu ik deze verhalen bijna machteloos en met veel
pijn in het hart dagelijks moet aanhoren.
Dames en heren, op
dit moment laat het stadsbestuur een 10-tal gezinnen, waarvan 4 met kinderen,
verblijven in leegstaande bureelruimten van het stadsbestuur.
Mevrouw de
burgemeester, mijnheer de minister, u weet dat ik niet overdrijf.
De
verantwoordelijken van de sociale bouwmaatschappijen, het O.C.M.W., Niemands-land en de Huurdersbond weten ook maar al te goed
dat de wachtlijsten voor een sociale woning dag na dag langer worden. 3 000
kandidaten in Aalst, waarvan minstens 500 schrijnende situaties is niet niks. Helaas moeten wij ook andere vaststellingen doen
: de prijzen die voor een zelfs kleine vochtige huurwoning gevraagd worden zijn
bijzonder hoog, zowel in geld uitgedrukt als in percentage van het beschikbaar inkomen, als men het moet stellen met 19 709 fr.
stempel- of O.C.M.W.-geld.
Zelfs voor een gemeubelde
kamer zonder enig komfort durven en mogen de huisjesmelkers schandalig hoge prijzen
vragen. Voor een kamer met gemeenschap-pelijke WC en
lavabo durft men hier 10 000 fr. vragen.
Voor een
onaangepaste en ongezonde woning met vocht en schimmel, lekkend dak en kapotte
leidingen wordt zonder schaamte 15 000 fr. gevraagd. Hier speelt de vrije
markt. De vraag naar woningen is immers groot en het aanbod klein.
Als er zich thans
in Aalst dergelijke problemen voordoen heeft dat vooral met volgende oorzaken
te maken. Aalst heeft in verhouding zeer veel oude woningen. Er is dus vooral
behoefte aan comfortverbetering en aanpassingswerken. Daarnaast is de sociale
woningsector te weinig uitgebouwd in verhouding tot de
private markt.
Dat Aalst in het
verleden eerder misdeeld was op gebied van subsidiëring mag blijken uit het
feit dat amper 2,5 % van alle huurwoningen een sociale huurwoning is. We komen
daarmee na Antwerpen, Gent, Mechelen, Halle-Vilvoorde, Hasselt, Ieper,
Turnhout, Leuven, Sint-Niklaas, Brugge, Dendermonde, Maaseik, Tongeren en Oostende !
In de periode
'85-'89 kwam slechts 3 % van de huisvestingssubsidies en 4 % van de subsidies
voor infrastructuur het arrondissement Aalst ten goede.
Met het aantreden
van Minister De Batselier kwam er echter een grondige
kentering in het beleid van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Regering kwam
met een nieuw sociaal-democratisch offensief : het
inmiddels gekende urgentieplan voor een solidaire samenleving. De minister voor
huisvesting zorgde voor een kapitaalsinjectie van
15 miljard via de nieuwe financieringsholding Domus Flandria, met als doel het
snel realiseren van 10 000 sociale woongelegenheden.
Dank zij dit dynamisch beleid van de minister kreeg men her en der in
Vlaanderen en zeker ook in Aalst weer hoop in een bijna uitzichtloze situatie.
Ik maak graag van
de gelegenheid gebruik (en ik ben hier de tolk van de het voltallig
college) om de minister te feliciteren met deze aanpak en hem bovendien
nadrukkelijk te danken voor het welwillend oor, waarmee hij bij meer dan 1
gelegenheid naar onze Aalsterse problemen heeft geluisterd. Van de twee
projecten die het stadsbestuur zelf indiende werd dit project weerhouden. Graag
hadden wij ook het project Beekveld-straat met 51
wooneenheden gerealiseerd maar dit strandde op de onverenigbaarheid van de
voorwaarden gesteld door Domus Flandria en de stedenbouwkundige voorschriften
van het Bijzonder Plan van Aanleg. Ik meen te mogen zeggen dat de Aalsterse
projecten goed gespreid zijn over de verschillende aanvragers
: stadsbe-stuur, sociale bouwmaatschappijen en
O.C.M.W., zodat na de huidige overgangs-periode van
nog een tweetal jaar wij voor Aalst mogen spreken over een globale toename van
het aanbod met ongeveer 600 sociale woongelegenheden.
Het kan niet
anders dan dat deze evolutie ook een gunstig maatschappelijk effect zal hebben
op de huurprijzen in de privé-sector
Inmiddels, dames
en heren, heeft ook het stadsbestuur niet stilgezeten :
·
Aalst is een van de weinige steden in
Vlaanderen die nu reeds beschikt over een 140-tal
sociale woningen, die we trouwens op een systematische manier saneren en qua
komfort verbeteren.
·
Wij hebben het huurreglement aangepast in
functie van de kwaliteit en de grootte van de woning maar vooral i.f.v. het
inkomen, waarbij onze inkomensgrenzen veel scherper zijn dan die van de sociale
bouwmaatschappijen.
·
Aalst heeft tot dusver 3 erkende
herwaarderingsgebieden die nu geactualiseerd worden.
·
De afbakening van woonnoodgebieden, de
gevoerde enquête naar de woonkwa-liteit, de invoering
van de belasting op leegstand, het reglement op kamerwonen, de oprichting van
een sociaal verhuurkantoor, de OCMW premie voor bestaans-minimumtrekkers,
de oprichting van een woonwagenterrein en de al vermelde ter
beschikkingstelling van noodwoningen, illustreren de wijze waarop het stadsbe-stuur begaan is met deze problematiek.
Het ontwerp van
dit nieuwbouwproject voor de bouw van 39 appartementen in deze volkrijke buurt
aan de Moorselbaan werd aan de gemeenteraad van 31 augustus 1993 voorgelegd met
een raming van ongeveer 68 miljoen (exclusief BTW en ereloon).
Door het
stadsbestuur werd aan de ontwerpers opdracht gegeven een kwaliteitsvol gebouw
te realiseren dat bovendien esthetisch een verrijking diende te zijn voor de
woon-winkelstraat.
Ik kan hier
vandaag dan ook benadrukken dat het begrip "sociaal appartement" in
dit dossier beperkt blijft tot de oppervlakte van de appartementen.
In de indeling van
de appartementen werd gestreefd naar een divers aanbod met een voorkeur voor
‚‚éénpersoonsstudio's en tweepersoonsappartementen (6 ervan worden op het gelijkvloers voorzien voor rolstoelgebruikers).
De bijna 62 meter
brede gevel wordt in de diepte gebroken door het opsplitsen in 3 volumes,
waarbij vooraan een groenzone kan behouden blijven.
In functie van het
winkelcentrum is in het midden van het gebouw een doorgang voorzien naar de
achtergelegen parking.
De ingangen van de
appartementen (2 vooraan en 2 in zij-ingang) werden gesplitst zodat de gangen
zo kort mogelijk gehouden werden om eentonigheid en verloren ruimte te
vermijden maar vooral om een betere sociale controle mogelijk te maken.
Bijkomend aan de
appartementen worden in de kelderverdieping afzonderlijke bergingsruimten (3
m²) voorzien terwijl op de gelijkvloerse verdieping een gemeenschappelijke
fietsenberging (27 m²) komt.
De opvatting en
uitrusting van de appartementen met balkon is conform de Domus Flandria normen.
Inzake materiaalkeuze, brandveiligheid,
warmte-isolatie, verluchting en geluidsisolatie wordt aan de laatste strenge
normering voor particuliere appartementen voldaan .
De
uitvoeringstermijn werd bepaald op 200 werkdagen. De terbeschikkingstelling aan
de meest behoevenden in onze stad kan aldus worden voorzien begin maart 1995.
Dames en heren,
Ik ben bijzonder
blij met de nakende realisatie van dit project in de buurt waar ik geboren ben.
Als kleine jongen kwam ik hier op exact dezelfde plaats met grote ogen kijken
naar het spektakel dat het oud-slachthuis van Aalst in al zijn kleuren en
geuren te bieden had. Iemand die perfect zal begrijpen waarover het gaat is
Kamiel Sergeant, keizer karnaval en handelaar van de Moorselbaan maar ook
iemand met een groot hart voor de minst begoeden van
onze samenleving.
Ik dank de
collega's van het college en de gemeenteraad voor de wijze waarop wij samen aan
dit dossier hebben gewerkt.
Ik dank de
minister voor zijn steun, sympathie en uiteraard zijn komst naar hier.
Ook de
inspanningen van mevrouw Blomme, voorzitter van Domus Flandria hebben wij
tenvolle gewaardeerd.
Ik dank ook de
ontwerpers Johan en Wim Verdoodt voor de samenwerking en de eigen
stadsmedewerkers o.l.v. de stadsarchitect mevrouw Eylenbosch.
Ik ben ervan
overtuigd dat de NV Interbuild de opdracht degelijk en binnen de gestelde
termijn tot een goed einde zal brengen.
Dames en heren,
elke
bijkomende sociale woning en de manier waarop deze wordt toegewezen is vandaag
belangrijk, willen wij verkiezingsuitslagen zoals vorige zondag vermijden.
Dames en heren U weet
wat ik bedoel !
PATRICK DE SMEDT
Schepen van
Openbare
Werken en
Patrimonium
Op
donderdag 28 januari om 19.30 u. vond in het Belfort
de installatievergadering plaats van de Stedelijke Woonraad.
Die
installatievergadering heeft lang op zich laten wachten. Dat gaf de diensten
van Schepen Patrick De Smedt
de gelegenheid om zich goed voor te bereiden en zich te kunnen afstemmen op
Gent.
Voor
deze voorbereiding dankte de Schepen zijn medewerkers, alsook de Gentse
collega's.
Aalst heeft een lange en goede traditie met betrekking
tot inspraak over alle mogelijke thema's dank zij diverse adviesraden. Tot nu
toe was er eigenlijk weinig inspraak voor wat het beleidsdomein
"wonen" betreft.
De
Vlaamse Wooncode gaf hier een aanzet tot activering van de contacten tussen
verantwoordelijken en bewoners.
Belangrijk
is eens na te gaan wat er in het verleden in Aalst reeds
allemaal gerealiseerd werd : een woonenquête werd gehouden, een voorzichtige
aanzet werd gegeven om overleg te plegen tussen de verschillende sociale
bouwmaatschappijen, sociale woningen werden gesaneerd, een aanzienlijk aantal
nieuwe sociale woningen (o.a. via Domus Flandria)
werden gerealiseerd, inbreidingsgerichte
woonprojecten kregen voorrang, de belasting op leegstand werd ingevoerd. Voor
het verkrijgen van een sociale woning werd er een centraal inschrijvingssysteem
ingevoerd, noodwoningen werden ter beschikking gesteld, een stedelijk reglement
kamerwonen werd ingevoerd, het sociaal
verhuur-kantoor werd uitgebouwd als instrument ter
verhoging van de toegankelijkheid van de privé-huurmarkt,
herwaarderingsgebieden werden erkend en woonnoodgebieden (nu woonvernieuwingsgebieden genoemd) werden afgebakend. Er
vond een uitbouw van de huisvestingsdienst plaats o.a. door middel van het
oprichten van de "woonwinkel", de inrichting van een tweede en derde
woonwagenterrein wordt voorbereid, twee bejaardenserviceflats en één nieuw
rustoord werden gerealiseerd, een technische adviesstructuur werd in het leven
geroepen die vooral informatie verstrekt met betrekking tot geschatte
renovatiekosten, vergunningsplichtige werken,
administratieve procedures voor het verkrijgen van vergunningen en technische
randvoorwaarden. Men kan beroep doen op een voorschottenfonds voor premies, een
aantal private VZW's in de sector (zoals
Niemandsland, Konker, Acro)
werden gesubsidieerd en tenslotte volgt nu de
installatie van de Woonraad.
Waar de aandacht vroeger vooral naar de kwantiteit ging (nl. het aanbod verhogen), en wonen gezien werd als recht en
als basisbehoefte, verplicht de Vlaamse Wooncode en SIF het stadsbestuur nu, en
terecht, tot nadenken en handelen in samenspraak met de betrokkenen. Dit alles
met betrekking tot de relatie kansarmoedebestrijding en leefbaarheid en
kwaliteit van de woonomgeving.
Schepen De Smedt denkt even
terug aan de tijd dat er vooral snel en efficiënt, met weinig randvoor-waarden, een antwoord moest gegeven worden op het schrijnend tekort aan sociale woningen in Aalst, ook aan de
tijd dat de stad mensen liet slapen in bureaus, in politiecellen of in het
ziekenhuis, en eveneens vernoemt hij in dit verband de panoramauitzending
met schrijnende beelden uit Aalst.
Mooi of minder mooi voorbeeld is het
St.-Elisabethproject. Dit project was het antwoord op de dringende
noodzakelijke input van een aantal bijkomende woningen. Hier werd inderdaad te
weinig aandacht besteed aan de leefbaarheid in de omgeving. Het gevolg hiervan
is een te grote concentratie van mensen, zodanig dat men nu zelfs spreekt over
een getto. Dit zal men nu proberen te verbeteren door het aantal
woningen af te bouwen en de vrijgekomen open ruimte uit te bouwen. Dergelijke
maatregel zal natuurlijk gebeuren in samenspraak met de bewoners.
Kwantiteit
en kwaliteit zullen in de toekomst beter met mekaar
verzoend moeten worden.
Ook op Vlaams niveau hebben achtereenvolgens Minister De Batselier en Minister Peeters
opvallend veel stimulansen gegeven inzake het huisvestingsbeleid.
De Schepen is hen hiervoor dankbaar.
Veel
geld kwam en komt nog steeds naar Aalst. Veel nieuwe instrumenten werden
aangereikt via de Vlaamse Wooncode.
Het doel van de Woonraad (nl.
art. 3) vermeldt het volgende :
De
Stedelijke Woonraad Aalst is een centrum van advies, inspraak en overleg
betreffende het stedelijk woonbeleid. Hij stimuleert
en bevordert de inspraak van buurtbewoners en heeft eveneens tot opdracht,
hetzij op verzoek, hetzij op eigen initiatief, adviezen te verlenen aan het
College van Burgemeester en Schepenen of voorstellen te doen aangaande
problemen die verband houden met het stedelijk
woonbeleid en de desbetreffende activiteiten in de stad Aalst.
Conform de statuten werd door het College van
Burgemeester en Schepenen een voorzitter en een secretaris aangeduid. Er werd
gekozen voor kwaliteit en ervaring. Als voorzitter werd de heer Joris De Moor (SIF-Coördinator van Gent en afgevaardigde van de SP-fractie) aangenomen en als secretaris mevrouw Linda Troch (verantwoordelijke
huisvestingsdienst Aalst).
Zij
gaan de dagelijkse leiding waarnemen over een 40-tal leden van de algemene
vergadering en de mogelijks op te richten werkgroepen.
Het woonbeleid is een materie in volle expansie die
volledig herdacht wordt. Er kondigt zich voor deze raad een zeer drukke periode
aan.
Een
aantal mogelijke aandachtspunten zijn : het structuurplan, het mobiliteitsplan,
de woon-behoeftenstudie, SIF-omgevingsanalyse
met betrekking tot de huisvesting (nu reeds
geagendeerd), de zigeunerproblematiek, de politieke vluchtelingen, de
bejaarden, alleenstaanden, minder-validen, daklozen,
enz., en het wonen boven winkels
Schepen De Smedt hoopt op een
actieve werking en vooral op een goede samenwerking. Hij zal proberen veel te
luisteren en vooral weinig te zeggen. Woord en daad is
nu aan de Woonraad.
Nadien werd door het stadsbestuur aan
alle aanwezigen nog een drankje aangeboden.
Dames en heren,
17 oktober is de Werelddag van de
Verenigde Naties van Verzet tegen de Armoede. Ook bij ons is er schrijnend
onrecht en leven mensen in onwaardige omstandigheden. In Aalst slaan momenteel
velen de handen in mekaar rond de schreeuw " stop
de armoede ".
Het komend
weekend van 14 en 15 oktober staat ook in Aalst volledig in dit teken, en
terecht want ook in Aalst leven ongeveer 4.500 mensen in slechte
omstandigheden. Dit betekent dat zij te weinig geld hebben om te eten, zich te
kleden en te ontspannen. Huisvesting, een degelijk dak boven het hoofd hebben,
is in veel gevallen het dringendste probleem.
Sedert 1990
werden zowel op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap als in diverse steden en
gemeenten initiatieven genomen om het " recht op wonen" voor
iedereen, concreet gestalte te geven.
Op het niveau van de Vlaamse Regering
was het vooral Minister Norbert De Batselier die aan de basis lag van een hele reeks
beleidsmaatregelen waarvan het urgentieplan voor de bouw op korte termijn van
10.000 nieuwe sociale woningen, de meest in het oog springende realisatie was
en is.
Dames en heren,
Naar aanleiding van de eerste
steenlegging op 17 juni vorig jaar, had ik de gelegenheid dieper in te gaan op
de situatie in Aalst met enkele terugkerende markante gebeurtenissen zoals de
Panorama uitzending van 1990 met o.a. schrijnende beelden uit Aalst, het
Armoedeboek "Overleven in Aalst, van 1993 en de enquête naar de
woonkwaliteit en woontevredenheid in Aalst.
Van de kant van het stadsbestuur
werden in dezelfde periode verschillende initiatieven genomen. Aalst is één van
de weinige steden in Vlaanderen die zelf beschikt over een 140-tal sociale stadswoningen.
Deze worden één na één systematisch gerenoveerd met een aanzienlijke
verbetering van het wooncomfort, en worden verhuurd op basis van veel scherpere
inkomensgrenzen dan bij de sociale bouwmaatschappijen, zodat de zwaksten hier nog beter aan bod komen.
Met de afbakening van
woonnoodgebieden en de erkenning van herwaarderings-gebieden,
de invoering van de belasting op de leegstand, het reglement op het kamerwonen, de oprichting van een sociaal verhuurkantoor en
de terbeschikking stelling van noodwoningen wordt
duidelijk gemaakt dat het stadsbestuur terdege begaan is met de sociale
woningnood.
De recente beslissing van de
gemeenteraad om 40 sociale woningen in de Bevrijding-straat
te vernieuwen bewijst de permanente zorg die hierbij aan de dag wordt gelegd.
Ik kan daar vandaag nog aan toevoegen
dat wij de dienst huisvesting tot een echte woonwinkel willen omvormen, met als
doel aan de bevolking een volledig en overzichtelijk informatie- en
dienstenpakket aan te bieden op één gecentraliseerde plaats.
De situering van deze 39
appartementen op de Moorselbaan is perfect in te
passen in de filosofie van het nieuwe sociaal woonbeleid in Vlaanderen
: in plaats van het creëren van nieuwe wijken aan de rand van de stad,
werd ook hier geopteerd voor het opvullen van een braakliggend perceel op de
rechteroever, in een volkrijke buurt tussen Dender en Leopoldlaan.
Zowel door de subsidiërende overheid
als door de opdrachtgever, de stad Aalst, werd vooral gedrukt op de noodzaak om
een kwaliteitsvol gebouw op te richten, dat bovendien ook esthetisch een
verrijking moest zijn voor het straatbeeld.
Wij denken dat de ontwerper, de BVBA
Verdoodt & Verdoodt, in dit opzet geslaagd is, waarvoor onze felicitaties.
Het begrip "sociaal
appartement" kan in dit project enkel nog in verband gebracht worden met
de oppervlakte van de appartementen.
Inzake
materiaalkeuze, brandveiligheid, verluchting, warmte- en geluidsisolatie is
voldaan aan de meest recente normen voor de bouw van particuliere
appartementen.
Door het breken van de 68 meter brede
gevel in de diepte werd het geheel aantrekkelijker en ontstond vooraan een
kleine open ruimte. Door het voorzien van 2 toegangen tot het gebouw kon men de
gangen kort houden. Op die manier gaat minder ruimte verloren en is er ook een
betere sociale controle mogelijk. De doorgang naar de achtergelegen parking is
bedoeld voor voetgangers in functie van het winkelcentrum.
Bij de indeling van de appartementen
werd gestreefd naar een divers aanbod met een voorkeur voor éénpersoonsstudio's en aandacht voor rolstoelpatiënten .
De toewijzing van de 39 appartementen
gebeurde conform de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse regering op basis
van objectieve criteria. In toepassing van dit besluit besliste de gemeenteraad
om voorrang te geven aan kandidaat-huurders die tenminste
3 jaar in de stad wonen.
Bij de toewijzing werd ook nauwgezet
rekening gehouden met de vastgelegde prioriteiten voor rolstoelpatiënten,
huurders van een niet aangepaste stadswoning en huurders die een ongezonde of
onbewoonbare woning moeten ontruimen. Verder legt het Besluit de verplichting
op om de chronologische volgorde op basis van de inschrijvingsdatum te
respecteren. Op deze wijze behoort het vroegere systeem, waarbij de toewijzing
van een sociale woning,
vaak via vriendjespolitiek tot stand kwam gelukkig definitief tot
het verleden.
Zo behoren de huidige bewoners tot de
gelukkigen en zijn zij hier vandaag het levendig
bewijs van een eerlijke politiek.
De totale kostprijs met inbegrip van
de aankoop van grond, omgevingswerken en aansluiting van nutsleidingen
bedraagt circa 93 miljoen.
Op basis van deze kostprijs en
rekening houdend met de verkregen subsidies werd de huurprijs vastgelegd,
uiteraard ook rekening houdend met de grootte van het inkomen.
Inmiddels zijn alle
woongelegenheden verhuurd en zijn ook alle technische mankementen verholpen.
De gemeenteraad keurde op 5 september
ten slotte het huishoudelijk reglement goed. Hierin
zijn een aantal praktische afspraken opgenomen over wederzijdse rechten en
plichten van de bewoners. In dit verband kan volledigheidshalve nog melding
gemaakt worden van een forfaitaire huurlast van 600,-fr per maand voor schoonmaak van de
gemeenschappelijke delen, onderhoud van de technische installatie en voor de
huur van een huisafvalcontainer.
Dames en heren,
De officiële inhuldiging van vandaag
is voor de circa 75 inwoners het begin van een nieuwe periode in hun leven.
Ik wens iedereen, namens het
stadsbestuur veel geluk in deze nieuwe omgeving en wij hopen voor de toekomst
te kunnen rekenen op een goede verstandhouding en samenwerking. Wij verwachten
respect voor mekaar en respect voor dit mooie nieuwe
gebouw.
Ik wil hier wel in alle duidelijkheid
zeggen dat het stadsbestuur streng zal optreden tegenover diegenen die zich
niet aan de regels houden en niet zal aarzelen om, als het moet zelf tot
uitdrijving over te gaan.
Voor het stadsbestuur is dit
weliswaar het einde van dit bouwdossier maar tegelijk het begin van een nieuwe
periode. Voor het lenigen van de woningnood in Aalst is een veelvoud van dit
soort realisaties noodzakelijk. De hoop is gewettigd dat wij over enkele jaren
kunnen spreken over 600 nieuwe sociale huurwoningen in Aalst.
Het project Sint-Elisabeth
van het O.C.M.W. met 90 sociale huurappartementen staat onder dak en zal
volgens planning klaar zijn tegen eind '96.
Veilig wonen
verhuurt 25 woongelegenheden in de Ridderstraat vanaf 1 januari '96 en 31
woongelegenheden in de Withuisstraat vanaf 1 september
'96. Het project Onze-Lieve-Vrouwstraat met 6 appartementen is reeds in gebruik sedert begin 1995.
In het kader van het woonnoodgebied
wordt de stervorm van het voormalig Sint-Elisabeth
hospitaal door Dewaco gerenoveerd en omgebouwd tot 44
sociale woningen. Men hoopt hiermee eind '97 klaar te zijn. Dezelfde
maatschappij bouwt een woningblok met 14 sociale appartementen in de Sint-Jobstraat, te huur vanaf eind '96 en nog eens 44
appartementen in samenwerking met Domus Flandria in
de Rozendreef. Het einde van de werken is hier voorzien voor eind 1997.
De C.V. voor Huisvesting plant op
termijn de bouw van 52 woningen in de verkaveling Horebekeveld.
Vóór eind '97 worden op de terreinen Fiberfleet door
deze maatschappij ook nog eens 44 sociale woongelegenheden gebouwd.
Tot hetzelfde geheel behoren de 14
woningen van Ons Zonnig Huis in het centrum van Hofstade
en de 20 ééngezinswoningen die gebouwd zullen worden in de Terbekenstraat.
De serviceflats Kareelhoven, de nieuwe rusthuizen Mijlbeke en Hopperank van het O.C.M.W. zijn samen goed voor
een 300-tal rusthuisbedden.
Er is ook goede hoop dat in de
voormalige mutualiteitsgebouwen in de Sint Kamielstraat op middenlange termijn een belangrijk project
kan gerealiseerd worden.
Aangezien al deze projecten ook onderworpen
zijn aan het Nieuwe Sociale Huurbesluit wil het stadsbestuur er naar streven om
ook hier, in het belang van iedereen, de toewijzingen te laten verlopen via het
inschrijvingsregister van de stad. Wij kregen hiervoor al de toezegging van het
O.C.M.W. en van één sociale bouwmaatschappij. Ik vindt
dat het noodzakelijk is en de moeite loont om hier in het belang van de
kandidaat huurders te blijven ijveren voor het tot stand
komen van dit
centraal inschrijvingssysteem
Onze hoop voor de toekomst is ook
gesteld op het beleid van de huidige huisvestingsminister Leo Peeters ( die hier helaas niet aanwezig kon zijn ).
De minister wil op korte termijn het
probleem van de zogenaamde achtergestelde buurten aanpakken. Zo zal volgende
maand reeds een atlas van de achtergestelde buurten in
Vlaanderen voorgesteld worden. Op basis van die gegevens wil het Vlaams Gewest met de lokale overheden
wijkontwikkelingsplannen afsluiten met heel precieze doelstellingen.
Via een nieuw Sociaal Impulsfonds
plant het Gewest alvast de renovatie van 10.000 woningen in Vlaanderen. Aalst
is uiteraard nu reeds vragende partij.
Tot besluit en alvorens U uit te
nodigen op een kleine receptie wil ik eerst nog enkele mensen bedanken :
1) Voormalig Minister Norbert De Batselier en mevrouw Linda
Blomme, voorzitter van Domus Flandria.
2) De Heer Denissen, Algemeen Directeur van Domus Flandria
3) De
ontwerpers architecten Johan en Wim
Verdoodt
4) Het aannemersbedrijf N.V.
Interbuild uit Gent en de
onderaannemers
5) Onze eigen stadsdiensten, in het bijzonder de
technisch dienst en de dienst Uitvoering voor de
bijkomende werken en laatst maar niet in het minst Alain
Van Geem en Linda Troch van de dienst Huisvesting voor het dagelijks beheer
en de coördinatie. Het doet plezier dat zij met zeer veel inzet en begrip deze
niet gemakkelijke sociale opdracht op correcte wijze dagelijks met evenveel
enthousiasme blijven uitvoeren. Zij zijn vriendelijk en behulpzaam, maar let
op, daar waar nodig zullen ze met de steun van het stadsbestuur ook streng en kordaat optreden.
Ik dank U allen voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Openbare Werken,
Patrimonium en Huisvesting