Sport & Vrije tijd

 

 

BEDRIJFSSPORTDAG

BUSINESS DRINK EENDRACHT AALST 26 JUNI 1989

CONGRES SPORTGENEESKUNDE 27 MEI 1989

GALA DER OOSTERSE GEVECHTSKUNSTEN 21 OKTOBER 1989

hobbytentoonstelling harva

HULDIGING INTERSCHOLEN 26 JUNI 1989

HULDIGING INTERSCHOLEN 25 JUNI 1990

HULDIGING SABINE APPELMANS 31 JANUARI 1991

kaatsclub HERLEVING VOORSTELLING SEIZOEN '90 16 MAART 1990

KAMPIOENENHULDIGING 25 OKTOBER 1991

KAMPIOENENHULDIGING 10 MEI 1991

KAMPIOENENVIERING 19 OKTOBER 1990

KAMPIOENENVIERING

KAMPIOENENVIERING 20 MEI 1990

KAMPIOENSCHAP VAN VLAANDEREN KAATSCLUB HERLEVING 15 JULI 1989

M.T.S.A. PRIJSUITREIKING 90-91  24 MEI 1991

OFFICIËLE OPENING KAATSTERREIN HOUTMARKT 25 MAART 1990

ONTVANGST EENDRACHT AALST 1 JUNI 1991

ONTVANGST 10-JARIG BESTAAN BOWLINGCLUB ALLOO 18 SEPTEMBER 1991

ONTVANGST ZAALVOETBALCLUB JUVENTUS 12 JULI 1991

ONTVANGST KONINKLIJKE DUIVENLIEFHEBBERSMAATSCHAPPIJ "EENDRACHT" N.A.V. 100 JARIG BESTAAN TROUWZAAL STADHUIS 21 JANUARI 1990

ONTVANGST PETER DE BACKER EUROPEES BILJARTKAMPIOEN 5 JUNI 1991

ONTVANGST STADSPLOEG WIELERTOERISTEN RONDE VAN BELGIË 19 SEPTEMBER 1991

P.C. ALOSTA - 25 JARIG BESTAAN  ACADEMISCHE ZITTING 5 JANUARI 1991

PERSCONFERENTIE BEDRIJFSSPORTWERKING 10 APRIL 1990

PERSVOORSTELLING WERELDDUURRECORD ZAALVOETBAL Z.V.C. JUVENTUS 31 MEI 1991

PETANQUECLUB ALOSTA 30 SEPTEMBER 1989

SLOTTOESPRAAK N.A.V. VLAAMSE ZWEMWEEK

SPORTHAPPENING OSBROEK 26 MEI 1991

VERKIEZING SPORTLAUREAAT 1989 22 DECEMBER 1989

TORNOOI KAMPIOENSCHAP VAN VLAANDEREN HERLEVING HOUTMARKT 14 JULI 1990

UITREIKING TROFEEËN LAUREATEN SPORTPERSBOND DENDERSTREEK 19 JANUARI 1990

UITWISSELING KAMILLEKES AALST-BISPEBIERG BOLLDKLUB KOPENHAGEN 30 MAART 1991

VERKIEZING SPORTLAUREAAT 21 DECEMBER 1990

VIERING 20-JARIG BESTAAN MTSA VOETBALVERBOND PRIJSUITREIKING 25 MEI 1990

VLAAMSE ZWEMWEEK – OPENINGSTOESPRAAK 18 NOVEMBER 1989

VLAAMSE ZWEMWEEK 17 NOVEMBER 1990

 

 

Naar volgende pagina...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VLAAMSE ZWEMWEEK - OPENINGSTOESPRAAK

18 NOVEMBER 1989

 

 

Collega's van het stadsbestuur,

Mijnheer de voorzitter en bestuursleden van de stedelijke adviesraad voor de sport,

Dames en heren,

 

 

Vanaf zijn ontstaan werd de mens geconfronteerd met de aanwezigheid van water in zijn omgeving. Hij zocht ook hier middelen om deze natuurlijke hindernis te overwinnen. Eén van die middelen was het zwemmen.

 

De meest monumentale overblijfselen van de zwemcultuur zijn ongetwijfeld de thermen van Titus waar de "natatio" plaatsvond in een waterbassin van zo maar eventjes 70 x 40 m (zeventig bij veertig meter). De oorspronkelijke zwemleermethodes lijken nu eerder lachwekkend en waren gebaseerd op een zeer mechanistische opvatting over het zwemmen. In 1925 verspreidde de Oostenrijker Kurt Wissner een nieuwe methode waarbij de zwemmer eerst geleerd werd aan het water te wennen alvorens de zwembewegingen te oefenen. Deze methode werd de basis van het modern zwemonderricht.

 

Als competitiesport vormde het zwemmen reeds een onderdeel van de eerste moderne Olympische Spelen in 1896, waar drie wedstrijden vrije slag voor mannen op het programma stonden : 100 m, 500 m en 1200 m.

 

Samen met wandelen is zwemmen zowat de populairste recreatiesport die er bestaat. In 1979 lanceerde het Instituut voor Sportbeheer, een vereniging ontstaan uit de groepering van een aantal beheerders van gemeentelijke zwembaden, de eerste Vlaamse Zwemweek ter bevordering van de zwemsport voor-allen. Aan het tweede lustrum van de Zwemweek in 1988, met Aalst als gastheer van de nationale opening, namen maar liefst 155 zwembaden deel, verspreid over 123 Vlaamse steden en gemeenten. Een recordjaar tot dusver en een duidelijk bewijs dat deze manifestatie nog steeds in de lift zit. Men kan dan ook terecht spreken van een klassieker die niet meer weg te denken is uit het jaarprogramma van iedere sportieve gemeente in Vlaanderen. In 1989 zijn we toe aan de 11e uitgave van de Vlaamse Zwemweek, gepromoot met de slagzin : "Zwemmen is dol-fijn" !

Voor Aalst is het de zesde keer dat aan deze manifestatie wordt deelgenomen, met als voorlopig hoogtepunt de organisatie vorig jaar van de nationale openingsceremonie. Vanaf vandaag 18 november tot en met 25 november staan opnieuw een reeks aantrekkelijke activiteiten op het programma. Sommige zijn voorbereid in clubverband door de verenigingen die in het zwembad actief zijn. Het aanbod richt zich echter ook naar de scholen en het grote publiek. Zowel kinderen als volwassenen kunnen meedoen aan diverse onderdelen, al dan niet in gezinsverband. Het programma is zodanig samengesteld dat aan spel, beweging, ontspanning, uithoudingsvermogen en ritmiek in gelijke mate aandacht wordt geschonken. Wij denken hierbij aan de zweminstuif, het trimzwemmen, de schattenjacht, het zwembingo, het overlevingszwemmen, hydrobic en hinderniszwemmen. Meer tekst en uitleg worden uiteraard gegeven in de programmabrochure. Dit geheel wordt omkaderd met demonstraties van de participerende verenigingen : Neptunus, waterballet Synchro, duikersclub Hydra en Modelbouwclub VIM. We hebben het dan over demonstraties van waterpolo, kunstzwemmen, diepzeeduiken en telegeleide boten. Het is hier passend mijn dank en felicitaties over te maken aan de deelnemende verenigingen, de zwembadverantwoordelijke onze sportadviseur Walter Coppens en het zwembadpersoneel en de concessionaris van de cafetaria. Afwisseling en originaliteit blijven de belangrijkste ingrediënten van dit grote zwemfeest. Zo wordt er op 25 november in de cafetaria zelf een heuse badpakken-modeshow gehouden.

U ziet, een in alle opzichten rijk gevuld en aantrekkelijk programma, waarbij steeds meer in functie van bepaalde doelgroepen wordt gewerkt.

Ik verheug mij dan ook over het feit dat het Instituut voor Sportbeheer de deelname propageert van doelgroepen die tot dusver niet of onvoldoende aan bod zijn gekomen nl. 60-plussers.

 

Je kan je afvragen hoeveel promotie ons stedelijk zwembad met zijn meer dan 300 000 bezoekers jaarlijks, nog kan hebben. De stagnatie van het aantal gebruikers sedert een tweetal jaren wijst in de richting van een bepaalde verzadiging. Om de recreatieve aantrekkingskracht van het zwembad te vergroten zijn met andere woorden nieuwe realisaties nodig. Binnen de bestaande infrastructuur wordt gedacht aan verschillende initiatieven, waarvan de aanleg van een peuterbad wellicht het meest noodzakelijke is. Op dit ogenblik wordt ook de opportuniteit van de aanleg van een ligweide onderzocht. Op langere termijn ten slotte zou bij de aanleg van de grotere omgeving van het zwembad de nodige aandacht moeten geschonken worden aan de uitbreiding van de recreatieve voorzieningen.

 

Dames en heren, het College van Burgemeester en Schepenen heeft de opening van de Vlaamse Zwemweek tegelijkertijd aangegrepen als een goede gelegenheid om hulde te brengen aan Gaston Thybaert.

 

Gaston Thybaert heeft er vijfenveertig jaar actieve stadsdienst op zitten, waarvan 39 jaar als zwembaddirecteur. Na de humaniora werd Gaston Thybaert bediende op de Registratie en Domeinen. Kort na de bevrijding, begin november '44, had het stadsbestuur nood aan iemand die goed Engels kon. Gaston ging in stadsdienst en werd meteen belast met het opzoeken van inkartieringsmogelijkheden voor Engelsen en Canadezen. Hij vertaalde het BBC-nieuws en zorgde mee voor de loonberekening van zowat tweehonderd mensen dien de Engelsen in hun legermagazijn tewerkstelden. Aan deze periode houdt Gaston, zo heb ik mij laten vertellen, nog menige pittige anekdote over.

 

Tussen 1945 en 1950 vervulde Gaston Thybaert verschillende opdrachten in de diensten Militie en Bevolking. Zo was hij onder meer belast met de organisatie van de rantsoenering van benzinebons en de keuring van de toekomstige miliciens in de Pupillenschool, vóór de tijd nog van 't Klein Kasteeltje.

 

In 1950 volgde Gaston Thybaert Gentenaar John Van Den Bossche op als directeur van het zwembad. In al de jaren dat hij beheerder was van het Aalsters zwembad. In al de jaren dat hij beheerder was van het Aalsters zwembad, zowel het oude als het nieuwe, heeft hij steeds het grootste belang gehecht aan het technisch beheer van het zwembad en het contact met het publiek, vooral ook met jongeren. Zijn ervaring met de jeugdbeweging in zijn jonge jaren kwam hem daarbij goed van pas. Zo werd onder zijn impuls het schoolzwemmen gepropageerd en probeerde hij ook de voorbereiding van het competitiezwemmen, in het kader van de zwemclub Neptunus, in de beste voorwaarden te laten doorgaan.

 

Dames en heren, met Gaston Thybaert gaat een minzaam en correct medewerker weg, die nooit gekeken heeft op een inspanning of op overwerk wanneer het zwembad daar voordeel kon bij hebben.

Tot zeer recent is Gaston Thybaert, ook na zijn oppensioenstelling, op mijn vraag het beheer van het zwembad blijven waarnemen tot de aanstelling van een nieuwe verantwoordelijke. Het College, en ikzelf in het bijzonder, zijn hem daar zeer dankbaar voor.

 

Gaston, als blijk van erkentelijkheid voor al hetgeen U voor het Aalsters zwemgebeuren in het algemeen en voor het zwembad in het bijzonder hebt gedaan, ben ik blij U in naam van het Stadsbestuur dit herinneringsgeschenk aan te bieden en U en uw echtgenote nog vele gelukkige jaren toe te wensen in goede gezondheid.

 

Mag ik U nu verzoeken, dit geschenk in ontvangst te komen nemen ?

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BEDRIJFSSPORTDAG

 

 

Sport, (tenzij wij het over topsport hebben) wordt bijna als vanzelfsprekend gekoppeld aan vrije tijd. De relatie bedrijf en sport lijkt op het eerste zicht dan ook minder evident.

In principe kan met echter binnen de bedrijfssport spreken over twee onderscheiden gebieden

1. Sport in bedrijfsverband, buiten de werkuren

2. Sport binnen het bedrijf, tijdens de werkuren

 

Over het nut van sport in bedrijfsverband buiten de werkuren is iedereen het roerend eens. Men leert mekaar eens in andere omstandigheden kennen, de sfeer is ongedwongen, men doet aan gezonde ontspanning, enz ...

 

Sport binnen het bedrijf en tijdens de werkuren, dat is een ander paar mouwen. De discussie gaat hierbij uit van twee kanten : de kant van de werkgever enerzijds, en de kant van de werknemer anderzijds.

 

Voor de werkgever is arbeidstijd terecht gelijk aan productieve tijd, maar de werknemer krijgt evenzeer terecht steeds meer reserves ten aanzien van het hem opgedrongen hoog arbeidsritme.

Wij weten intussen dat sport binnen het bedrijf aan beide partijen ten goede komt. Andere geïndustrialiseerde landen zoals Japan, de Verenigde Staten, Scandinavië zijn al langer de experimentele fase van bedrijfssport voorbij.

Men neemt nu algemeen aan, dat door de sportbeoefening in het bedrijf, de werknemer zich beter gaat voelen, fitter alleszins, en dat hij met meer enthousiasme zal werken.

De vanuit bedrijfseconomisch oogpunt verloren gegane tijd wordt aldus ruimschoots ingehaald door verbeterde prestaties.

Na het succes dat het pilootproject "bedrijfssport" te Gent kende willen wij nu ook te Aalst met de medewerking van Bloso en de Vlaamse Liga bedrijfssport initiatief nemen.

 

Uw aanwezigheid hier vanavond getuigt alvast van uw interesse. Ik ben ervan overtuigd dat dit initiatief in Aalst, met de nodige ondersteuning vanuit het stadsbestuur, voor alle belanghebbenden en in alle opzichten winstgevend zal zijn.

Ik geef nu graag het woord aan de heer Alex De Clercq, provinciaal inspecteur van het BLOSO.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BUSINESS DRINK EENDRACHT AALST

26 JUNI 1989

 

 

Mijnheer de voorzitter van de kamer van Eendracht Aalst
Mevrouw de burgemeester en collega's van het stadsbestuur

Geachte vergadering

 

Sport is essentieel voor de ontwikkeling van onze jongeren. Ze draagt bij tot de algemene gezondheid en schept humanitaire banden tussen mensen en tussen volkeren. Daar waar de passieve beleving van massale sportspektakels groter is dan ooit, hoor je steeds meer de kritiek dat onze huidige maatschappij de actieve sportbeoefening te veel uit het oog verliest.

 

De overheid - elke overheid - heeft de dwingende opdracht een actieve sportbeoefening voor zoveel mogelijk mensen te stimuleren en mogelijk te maken. Vooral in het onderwijs moet de sport, meer algemeen de lichamelijke vorming, een brede plaats toegemeten krijgen.

 

Europa 1992 beoogt een grote Europese markt met vrij verkeer van mensen, goederen, diensten en kapitaal. Het is op dit ogenblik een open vraag hoe binnen de Europese Gemeenschap het vrij verkeer van sportbeoefenaars en trainers georganiseerd en bevorderd zal worden. Ik denk dat men kan gewonnen zijn voor het vrij verkeer van sportbeoefenaars en trainers maar ook dat men zich het recht mag voorbehouden vragen te stellen over de verregaande commercialisering van bepaalde topsporten en de fenomenale transfersommen die in dat kader betaald worden.

 

Tegenover de opdracht van de overheid in verband met het stimuleren van de niet-commerciële sportbeoefening en de lichamelijke vorming op school, staat de dringende vraag van instanties zoals de Koninklijke Belgische Voetbalbond en het B.O.I.C. dat de overheid meer financiële middelen ter beschikking zou stellen van de competitiesport en inspanningen zou doen om sportbeoefenaars en trainers een degelijk sociaal statuut te bezorgen.

 

Jacques Rogge, voorzitter van het B.O.I.C. verwoordt het als volgt : "De uitslagen van onze atleten op grote internationale wedstrijden en Olympische Spelen tonen aan dat we ter plaatse trappelen. De toestand is nog wel niet dramatisch, maar er zullen maatregelen moeten worden genomen willen we niet van de internationale scène worden geveegd. Een betere samenwerking tussen Staat en sportwereld is dringend nodig. De Westerse wereld verwerpt evenwel verstaatste sport, maar het heeft ook weinig zin zich volledig in zichzelf op te sluiten. Partnership is hier dan ook de enige manier om vooruit te komen". Tot daar het citaat.

In het voorgestelde model zijn de recreatiesport en de competitiesport niet meer tegenstrijdig. De overheid is toonaangevend wat betreft de bevordering van de recreatiesport en participeert in het management van de competitiesport.

 

De Koninklijke Belgische Voetbalbond, met Michel D'Hooghe aan het roer, zit met de actie strandvoetbal gedurende de vakantie en de actie straatvoetbal van half september tot eind oktober '89 op dezelfde golflengte, met dien verstande dat deze acties gericht zijn naar de jeugd en met de nadruk op het sociaal aspect, namelijk de kinderen de mogelijkheid te bieden zich op een gezonde manier te ontspannen en hen op die manier te onttrekken aan de negatieve invloeden van het straatleven.

 

In Aalst en in het voetbal spelen dezelfde fenomenen een rol : recreatiesport, competitie, commercialisering, partnerchip en jeugdbeleid.

 

Eendracht Aalst, één van de oudste ligaclubs van het Belgisch voetbal, heeft altijd een uitstekende reputatie gehad op het gebied van jeugdvoetbal. Dit heeft als resultaat dat vandaag meer dan driehonderd jeugdspelers bij de club zijn aangesloten.

Al heel lang heeft het probleem van een geschikte infrastructuur zich opgedrongen. De F.F.R., in lengte van jaren het thuisfront van de jeugdploegen, biedt de aanblik van compleet verouderde installaties en bleek gezien de verkoop niet vatbaar voor vernieuwing of uitbreiding. In 1985, en vanuit het besef dat in het moderne voetbal het jeugdbeleid van de club een centrale plaats moet innemen, werd onder de bezielende leiding van voorzitter Gilbert Hutsebaut het jeugdactiecomité opgericht. De belangrijkste doelstelling werd de realisatie van een nieuw jeugdcentrum met oefen- en wedstrijdvelden en volledig aangepaste accommodatie. Dank zij de dynamische aanpak van de leden van het actiecomité en de belangloze inzet van talloze vrijwilligers kreeg het "Zandbergproject" gestalte. In samenwerking met het Stadsbestuur en het O.C.M.W., en na talloze vergaderingen, besprekingen en discussies, en de oprichting van een Beschermcomité werd op 28 juni 1988 gestart met de bouw van de vaste installaties, omvattende een ruime kantine, acht kleedkamers met stortbaden, scheidsrechterskamers, medisch kabinet, bergruimte en sanitair.

 

Bij het begin van de competitie '88-'89 kon gespeeld worden op 3 terreinen en 1 oefenveld met ingebruikname van de belangrijkste voorzieningen.

Op 25 augustus eerstkomend zal het Jeugdcentrum Zandberg officieel worden ingehuldigd. Tegen die tijd zal er nog een vierde wedstrijdveld bij zijn aangelegd.

Vanaf dan zullen de duiveltjes, preminiemen, miniemen, knapen, scholieren, junioren en Uefa's in de beste voorwaarden sportief, mentaal en medisch begeleid worden op hun weg naar misschien een grote voetbalcarrière. Bij de begeleiding zijn alles bij elkaar bijna 40 mensen betrokken : leden van het jeugdbestuur, trainers, ploeg-afgevaardigden, onderhoudspersoneel, dokter en vrijwilligers. Allen zijn op één of andere manier omzeggens dagelijks bezig met de jeugdwerking van Eendracht Aalst. Onverdroten en met een grote dosis idealisme. Hoewel het uiteindelijk objectief het cultiveren en tot bloei brengen is van voetbaltalent, blijft men zich sterk bewust van het belang van de pedagogische begeleiding van de jonge spelers. "Opleiding boven rendement" hangt in de cafetaria, de ontmoetingsplaats bij uitstek, aan de muur. Dit betekent dat behalve aan prestaties ook aandacht gegeven wordt aan het opbouwen van een positieve relatie met trainers, ploeg-afgevaardigden, bestuurders, ouders en medespelers.

 

"Vroeger was het trainen, voetballen en anders niets", zeggen ons de mensen van het Jeugdbestuur. "Wij staan erop dat onze jeugdspelers gedisciplineerd zijn, niet enkel op, maar ook naast het speelveld. Ze moeten beleefd zijn en leren een hand geven, zowel aan de voorzitter als aan de klusjesman die de lijnen trekt. Wij zijn allergisch aan adolescenten met een dikke nek. Negen kansen op de tien brengen die het ook niet ver."'

 

Dames en heren, de weg naar boven is lang en niettegenstaande wij hier te maken hebben met een vrij natuurlijke selectie in die zin dat echt talent vroeg of laat wel zichtbaar wordt, blijft begaafdheid een grillig iets. Het omgekeerde is ook mogelijk. Een middelmatig begaafde knaap kan twee jaar later doorbreken als Uefa-junior. Het gebeurt niet vaak, maar het gebeurt en het blijft moeilijk voorspelbaar. Natuurlijk heeft het te maken met talent, maar ook in grote mate met karakter en omgevingsfactoren. Hierbij zijn de ouders veruit de belangrijkste factor. Zonder grote theorieën te verkopen over de psychologische aspecten in de relatie tot hun kinderen, is het klaar en duidelijk dat de houding van de ouders van doorslaggevende betekenis kan zijn bij het zich ontwikkelen van de intrinsieke voetbalkwaliteiten van hun jeugdig nageslacht.

 

Er zijn helaas nogal wat vaders die er grote moeite mee hebben om te accepteren dat zoonlief uiteindelijk maar beperkte voetbalkwaliteiten blijkt te hebben.

Om aan dit en andere problemen het hoofd te bieden, werd in de schoot van het Jeugdcentrum eveneens een oudercomité opgericht.

 

Daarnaast zijn er nog enkele voor de hand liggende elementen die kunnen doorwegen op de prestaties van jeugdspelers. Behalve de psychische en fysiologische veranderingen die zich voltrekken in de puberteitsjaren, zijn er ook nog de school en later het lief die al, naargelang, positieve of negatieve invloed kunnen uitoefenen.

 

Wat er ook van zijn, het jeugdbeleid van Eendracht Aalst is, wellicht een beetje naar het voorbeeld van de grote broer Anderlecht, mee geëvolueerd met de moderne inzichten inzake spelersbegeleiding, trainingsmethoden, medisch toezicht, enzovoorts. Het is in dit verband bijvoorbeeld opmerkelijk dat Juan Lozano, er zich toe zou verbonden hebben een gedeelte van zijn tijd te besteden aan het Jeugdcentrum.

 

Dit natuurtalent, zelf begonnen als straatvoetballer en jarenlang het enfant-terrible van het Belgisch voetbal, heeft door zijn come-back zoveel karakter getoond, dat niemand beter dan hij bij machte zal zijn om de jonge voetballers van Eendracht Aalst te motiveren en het beste van zichzelf te geven. Aldus zullen sommigen zich misschien na verloop van tijd weten te ontpoppen tot uitstekende voetballers. Dat is hetgeen wij hopen en wij zijn ervan overtuigd dat het ook zal lukken.

 

Dit gezegd zijnde stel ik vast dat opnieuw dezelfde man in het middelpunt van de belangstelling staat. Dit was nochtans vandaag niet mijn betrachting. Wellicht zullen meer voetbaldeskundige mensen dan ikzelf er terecht op wijzen dat bij het succes van een team meer komt kijken dan de voetbalkwaliteiten van één speler. Reden te meer denk ik, om de man de eerstkomende tijd de mogelijkheid te geven met zichzelf bezig te zijn en zich samen met zijn ploegmaats in alle rust voor te bereiden op het komende voetbalseizoen.

 

Ik mag hopen dat de ambitie en de werklust van het nieuwe bestuur van Eendracht Aalst, waarvan iedereen ziet dat men de zaken professioneel aanpakt, er ook zal toe strekken dat de jeugd een centrale plaats zal gaan innemen in het beleid van deze bewindsploeg. Alle elementen zijn daar om aan te nemen dat dit voornemen ook in de praktijk zal bewaarheid worden, ten bate van de club, maar ook ten bate van de jeugdspelers zelf, die bij Eendracht een belangrijk gedeelte van hun jeugd beleven, allemaal gericht naar één en hetzelfde ideaal : voetbal.

 

Dames en heren, als het juist is dat het succes van een voetbalploeg begint bij een goed jeugdbeleid, dan is met het project Zandberg de basis gelegd voor een succesvolle toekomst. Met onze felicitaties aan het adres van het jeugdactiecomité verheugen wij ons nu reeds op de officiële inhuldiging van het jeugdcentrum op 25 augustus eerstkomend. Wij zullen er zijn.

 

Ik dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg.

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CONGRES SPORTGENEESKUNDE

27 MEI 1989

 

 

Dames en heren,

Geachte vergadering,

 

Ik sluit mij graag aan bij de gelukwensen van de burgemeester, Mevrouw De Maght, op de academische zitting gisteravond ; gelukwensen aan het adres van de Vlaamse Vereniging van Specialisten in de Sportgeneeskunde ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan.

 

Toevallig valt deze 10e verjaardag samen met de organisatie van de Aalsterse Sportmaand. Sedert 1983 wordt immers de maand mei door het stadsbestuur in het teken gesteld van de recreatieve sportbeoefening in Aalst, in navolging van de "Sport voor Allen"-gedachte.

 

Een omschrijving van sport die op deze gedachte steunt omvat niet alleen alle erkende sportdisciplines, maar ook alle mogelijke vormen van lichaamsbeweging in de recreatieve sfeer, die als doel hebben de lichamelijke conditie te oefenen en op peil te houden. In dit verband wordt vooral het welzijnsbevorderend karakter benadrukt van sportbeoefening in het gezin, de school, de vriendenkring, de sportclubs en het werkmilieu.

 

Door overheid, gemeenten, sportbonden en niet te vergeten de belangloze inzet van talrijke vrijwilligers kan hierop ingespeeld worden met een vindingrijk promotiebeleid. De organisatie van de 7e Sportmaand is alvast een voorbeeld van goede promotie voor het Aalsterse sportleven, waarin zowel een recreatief als een competitief element aan bod komen.

 

Daar komt nog bij dat wij gelukkig zijn met de organisatie van het congres in dit cultureel centrum, omdat men hiermee bewijst over de geschikte accommodatie en aanpak te beschikken voor het receptief organiseren van congressen met een meer dan regionale uitstraling.

 

Dames en heren, de meeste van de op dit congres te bespreken onderwerpen zullen mijn competentie op dit gespecialiseerd gebied ongetwijfeld ver overstijgen. U zal het mij dan ook niet ten kwade willen duiden dat ik mij als leek in de materie niet gewaagd heb aan een exposé over actuele ontwikkelingen in de Sportgeneeskunde.

 

Om deze voor de hand liggende reden en omdat ikzelf ook vind dat de beste inleidingen de korte zijn, zou ik het hier willen bij laten, evenwel niet zonder U te wijzen op de beschikbaarheid van onze stedelijke sportdienst als schakelelement tussen het milieu van de sportgeneeskunde en de Aalsterse verenigingen en scholen.

 

Hoe dan ook ervaart het Stadsbestuur dit Congres voor Sportgeneeskunde als een hoogstaand sluitstuk van de Aalsterse Sportmaand in 1989 en zijn wij vereerd hierbij uw gastheer te mogen zijn.

 

Ik dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GALA DER OOSTERSE GEVECHTSKUNSTEN

21 OKTOBER 1989

 

 

Dames en heren,

Beste kinderen (want die zijn talrijk vanavond),

 

De Japanse krijgskunsten, ook wel met een verzamelwoord BUDO genoemd, zijn terug te voeren tot verschillende ontstaansbronnen in Indo-China met meestal een religieuze achtergrond. Zo pasten bijvoorbeeld Nepalese en Tibetaanse monniken die geen wapens mochten gebruiken reeds sinds lang zelfverdedigingstechnieken toe om hun klooster en karavanen te beschermen.

 

Ongewapende gevechtstechnieken werden ook gebruikt door Chinese godsdienstige sekten en geheime genootschappen zoals de Thugs en de Chinese boksers. De moderne Japanse gevechtsstijlen blijken ook veel inspiratie geput te hebben uit de worstelkunst van de Russen en de Turken die oorspronkelijk in Centraal-Azië leefden.

 

De technieken werden ontwikkeld door de Samoerai of Japanse ridders die perfect getraind waren in gewapende gevechtstechnieken met lang en kort zwaard, maar ook in ongewapende gevechtstechnieken voor het geval ze hun zwaarden zouden verliezen. Hun opleiding kregen de Samoerai in de boeddhistische tempels waar hen bij overlevering de verschillende gevechtstechnieken aangeleerd werden.

 

Wanneer in de 14e en 15e eeuw de ridderkaste in Japan langzaam uit elkaar valt gaan de verschillende richtingen eigen scholen of riju's oprichten en hun gevechtsmethoden optekenen in geheime geschriften of densho's.

 

In de 17e en 18e eeuw worden deze densho's openbaar en meer en meer gaan ook gewone burgers zich toeleggen op de traditionele gevechtstechnieken, temeer daar het hen verboden was wapens te dragen.

 

In de literatuur wordt het ju-jitsu aangegeven als de belangrijkste gevechtstechniek. De Japanse dokter Akijama maakte in Mantsoerije kennis met een godsdienstige sekte die een gevechtswijze beoefende die hakuda genoemd werd. Met hakuda werd men in staat gesteld een gewapende en uiterlijk sterkere tegenstander te overwinnen. Akijama introduceerde deze gevechtstechniek in Japan waar hij overgenomen werd door de Samoerai die de naam hakuda veranderde in ju-jitsu.

 

Lange tijd bleef deze vechtskunst geheim voor het gewone volk tot zoals gezegd de ridderkaste afbrokkelde en iedereen toegang kreeg tot de gevechtsmethodes. Men ging zelfs nog verder door de ju-jitsu beoefening verplicht te stellen in de scholen en ze te integreren in de politieke opleiding. De technieken van het ju-jitsu hebben dan ook model gestaan bij de ontwikkeling van andere gevechtssporten zoals judo, sommige vormen van karate en aikido die later het ju-jitsu zelfs wat hebben verdrongen, omdat zij zich beter lenen als wedstrijdsport.

 

Toch blijft in de Oosterse gevechtssport het competitie-element ondergeschikt aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van de beoefenaar.

 

In dit kader moet dan ook de uitspraak van Funakoshi, de vader van het moderne karate, gezien worden. Hij zegt : "het uiteindelijke doel van karate is geen nederlaag of overwinning, maar de verbetering van het karakter van de beoefenaar.

 

Vanuit het Verre Oosten kennen wij verhalen over de geheimzinnige kracht waaraan veel namen worden gegeven. De meest voorkomende naam in Japan is "KI".

In sommige krijgskunsten is er sprake van deze kracht en hoe ze moet worden ontwikkeld. Ze wordt omschreven als een intrinsieke of innerlijke energie waarover iedereen beschikt maar die door weinigen wordt gebruikt of ontwikkeld.

De ontwikkeling van de innerlijke energie, in tegenstelling tot de zuivere spierkracht, vormt de basis van de budo-leer. Het is moeilijk om een Westerse definitie te geven van deze energie. Ze is mentaal en staat tegenover de spierkracht, maar is toch ook méér dan zuiver geestelijk. Het doel van de beoefening is het vervangen van zeker instinctieve reacties, zoals het direct ingaan tegen de kracht van iemand anders, door meer verfijnde reacties, zoals het ontwijken en afleiden van een directe aanval.

 

Zo, dames en heren, ik hoop dat ik met dit kort (voor mij ook verrijkend) overzicht enigszins heb kunnen benaderen waarover het bij Oosterse gevechtskunsten gaat. Ik denk eerlijk dat je alleen van binnenuit, als beoefenaar van één der gevechtskunsten, echt de diepere zin en betekenis ervan kunt begrijpen. Mijn bijdrage is dan ook niet meer dan een korte kennismaking met deze voor leken toch altijd wat mysterieuze tak van sport.

 

Het tweede Gala der Oosterse Gevechtskunsten, dit jaar op touw gezet door niet minder dan 10 Aalsterse gevechtssportclubs, die samen 6 disciplines vertegenwoordigen, is een sprekend voorbeeld van een goede samenwerking tussen het stadsbestuur en de betrokken verenigingen.

 

Ik mag hier, de vorige spreker heeft er ook al op gewezen, hulde brengen aan Leslie Ottoey, die als fervent ju-jitsu beoefenaar, vanuit de stedelijke sportdienst acht jaar geleden samen met Johan Vertongen van Akijama, een budo-demonstratie organiseerde. Deze demonstratie was de feitelijke start van tal van manifestaties, en al spoedig waren de gevechtssporten niet meer weg te denken bij de organisatie van beurzen, sportmaand, enzomeer. Het was trouwens naar aanleiding van de sportmaand dat ikzelf kon kennismaken met de gevechtssporten. Een boeiende ervaring die hopelijk voor herhaling vatbaar is.

 

Intussen is Aalst uitgegroeid tot een bloeiend gevechtssportcentrum. Het blijvend succes van de budo-disciplines in Aalst is wellicht in de eerste plaats te danken aan de fantastische samenwerking tussen de clubs zelf, die zeer goed begrijpen dat men gezamenlijk grotere initiatieven kan ontwikkelen, waarbij de clubs ook individueel goed naar voren komen.

 

Het zal dan ook duidelijk zijn dat we hier vanavond te maken hebben met een degelijk voorbereide organisatie waar maanden werk aan vooraf zijn gegaan.

De organisatie kadert perfect in Europalia Japan, waarbij wij voor Aalst naast interessante tentoonstellingen in het Belfort en de Werf ook nog een liedrecital, authentiek no-theater en een Japans filmgebeuren noteren. Aan te bevelen is zeker ook de tentoonstelling hier aan de ingang van de zaal van antieke Japanse wapenuitrusting, No en Samoerai poppen en de belangrijke literatuur van mevrouw Laµea Baten.

Hoe dan ook is op geen inspanning gekeken om het de toeschouwers zo boeiend en aangenaam mogelijk te maken . U kan immers vanop een comfortabele zitplaats het ganse gebeuren volgen, met korte spectaculaire demonstraties, afgewisseld met interviews en eindigend met het optreden van onze Nationale trots : niemand minder dan meervoudig en ook kersvers wereldkampioene judo : ik heb het over Ingrid Berghmans.

 

Ten slotte wil ik de organisatoren feliciteren met dit opzet, de deelnemende clubs succes toewensen met de demonstraties van deze avond en met de clubwerking in de toekomst. Ik wens alle aanwezigen een aangename en spannende avond.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

HERLEVING HOUTMARKT - VOORSTELLING SEIZOEN '90

16 MAART 1990

 

 

Dames en heren,

 

Wij herinneren ons de gouden tijden op de Houtmarkt met namen van kaatsers zoals Spitaels, De Moor, Van Medegael, De Boeck en Boulon. In 1956, na een minder glorieuze periode, werd onder impuls van de betreurde Jef Van Den Broucke de club opnieuw gesticht onder de toepasselijke naam "Herleving". Na een effectieve herleving van vele jaren ging het echter opnieuw bergafwaarts en in 1974 vielen de competitie-activiteiten aan de Houtmarkt zelfs volledig stil. Die zouden pas hernomen worden in 1982 toen Miel, de zoon van Jef Van Den Broucke, samen met Alfons Baeyens met een ploeg startten in lagere II. Met Raymond Bauters werd een jeugdwerking begonnen, die echter na twee seizoenen bij gebrek aan financiële steun moest worden stopgezet. Intussen werd ijverig voort gewerkt aan de opbouw van de fanionploeg en toen ook nog de brouwerij Safir sponsor werd, groeiden de ambities zienderogen. In 1987 werd de kampioenstitel behaald. Deze positieve lijn kon worden doorgetrokken en twee seizoenen later is 1989 een voltreffer geworden wat betreft de behaalde resultaten : kampioen lagere I, kampioen van Vlaanderen en kampioen van België.

Het belangrijkste evenement van deze avond is straks de voorstelling van de ploeg en van het programma van het kampioenschap van Vlaanderen 1990. Zonder chauvinisme mogen wij gerust spreken van het grootste en best georganiseerde kaatstornooi van Vlaanderen.

Het stadsbestuur kan zich daarvoor alleen maar verheugen en verder zoals in het verleden aan dit tornooi de materiële steun geven die het nodig heeft. Na de finale van het kampioenschap van Vlaanderen vorig jaar, mocht ik U naar aanleiding van een ontvangst op het Stadhuis, de aanvang van de werken tot heraanleg van de Houtmarkt aankondigen. Volgende week wordt het vernieuwd terrein officieel in gebruik genomen. Ik hoop dat de betere infrastructuur zal leiden tot betere wedstrijdomstandigheden en dus tot succesvolle resultaten voor Herleving op sportief vlak. Laat ons ook hopen dat dank zij deze realisatie in Aalst voor de kaatssport nog een vruchtbare toekomst is weggelegd en dat er alles aan gedaan wordt om er voor te zorgen dat straks de jeugd klaarstaat om de fakkel over te nemen.

 

Ik dank U voor uw aandacht.

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HULDIGING INTERSCHOLEN

26 JUNI 1989

 

 

Beste kinderen en ouders,

Collega's van het stadsbestuur,

Mijnheer de voorzitter en leden van de stedelijke adviesraad voor de sport,

 

Het is mij een waar genoegen hier vandaag al deze uitbundige kinderen in zo'n sfeervolle zaal te mogen verwelkomen. Deze avond is speciaal voor hen georganiseerd en is de verdiende beloning voor vele sportieve inspanningen tijdens het voorbije schooljaar.

 

Met de organisatie van het interscholensportgebeuren willen het Stadsbestuur en de Adviesraad voor de sport bijdragen tot de sportieve ontwikkeling en opvoeding van onze schoolgaande jeugd. Wij zijn er ons van bewust dat de weinige uren lichamelijke opvoeding op school de sportbehoefte van vele scholieren niet bevredigt.

Met een ruim aanbod aan sportwedstrijden werd er daarom naar gestreefd zo veel mogelijk leerlingen bij het interscholensportgebeuren te betrekken. Meer dan 2 500 deelnemers werden genoteerd, finaal zijn hier vanavond 176 laureaten verzameld. Dit zijn niet noodzakelijk de beste of de sterkste, maar wel de regelmatigste sportbeoefenaars van het afgelopen schooljaar.

 

Ik denk, beste kinderen dat een welgemeende proficiat hier dan ook op zijn plaats is. Door deelname aan meerdere activiteiten hebben jullie het bewijs geleverd van een sportieve veelzijdigheid waarop elkeen trots mag zijn. Ik hoop dat jullie de sport een warm hart blijven toedragen en wens aan eenieder nog veel sportgenot, zeker nu er een welverdiende vakantie voor de deur staat.

 

Tot slot wil ik nog een woordje van dank richten aan diegenen die hun vrije tijd onbaatzuchtig ten dienst stellen van de sportende jeugd : zowel leerkrachten als scheidsrechters stonden in voor een optimale begeleiding tijdens de wedstrijden. Zonder de inzet van deze mensen en het personeel van de sportdienst was er van interscholensport gewoon geen sprake !

 

Eén van de mensen die al jarenlang actief betrokken is bij het interscholen­sportgebeuren is trouwens onze voorzitter van de Adviesraad voor de Sport, de heer Willy Coen. Aan hem laat ik graag de eer U het verdere verloop van deze avond toe te lichten.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg.

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HULDIGING INTERSCHOLEN 1990

25 JUNI 1990

 

 

Beste kinderen en ouders,

Collega's van het Stadsbestuur,

Mijnheer de voorzitter en leden van de Stedelijke Adviesraad voor de Sport,

 

Met het schooljaar achter de rug en dus twee volle maanden vakantie voor de boeg is de stemming natuurlijk opperbest. En er zijn ook redenen genoeg om uitgelaten te zijn een goeie "uitslag", het vooruitzicht op een mooie vakantiereis, een zee van tijd voor het beoefenen van je favoriete hobby of sport en nog zo veel meer. Het is jullie allemaal van harte gegund.

 

De meeste volwassenen hebben in hun schooltijd, net zoals ik, minstens één keer een opstel of verhandeling moeten maken met als titel "Een gezonde geest in een gezond lichaam". Dit is zowat de best gekende en meest verspreide zegswijze uit de klassieke oudheid.

De reden is eenvoudig : de noodzaak aan harmonisch evenwicht tussen lichaam en geest is in de moderne tijden alleen maar groter geworden. Het belang van dit Interscholentornooi is dan ook dat het bijdraagt tot een regelmatige sportieve ontspanning, elementair voor het behalen van een goed schoolresultaat. Hier kan de basis gelegd worden van een levenshouding waarbij de sport een belangrijke plaats inneemt. De sport niet als doel op zichzelf, maar als middel tot een evenwichtige lichamelijke en geestelijke gezondheid. En niets in dit leven is belangrijker dan dat.

 

Interscholen 1990 was zonder meer een succes. De sportdienst noteerde 2 635 individuele deelnemers. Zo kregen de klassiekers veldlopen, zwemmen en atletiek een 200-tal meer deelnemers dan vorig jaar. En nieuw was de organisatie van de triatlon, waarbij de uitdaging er niet zozeer in bestond om scherpe tijden te zetten dan wel om de drie proeven tot een goed einde te brengen. Dank zij de goede samenwerking met de politie is dit initiatief zeker voor herhaling vatbaar.

 

Ten slotte bedank ik graag de leerkrachten, de scheidsrechters en de medewerkers van de sportdienst voor hun inzet en voor een vlekkeloze organisatie.

 

Ik geef nu graag het woord aan onze voorzitter van de Adviesraad voor de Sport, de heer Willy Coen, die zal overgaan tot de proclamatie.

 

Proficiat aan alle laureaten namens het College van Burgemeester en Schepenen en ik dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HULDIGING SABINE APPELMANS

31 JANUARI 1991

 

 

Dames en heren,

 

Het is allemaal erg vlug gegaan voor Sabine het afgelopen jaar. Allicht ook veel vlugger dan ze zelf voor mogelijk had gehouden. Vóór de aanvang van het seizoen 1990 had ze maar één doel voor ogen : op het einde van het jaar een plaatsje bij de eerste honderd in de wereld veroveren. Intussen zit ze bijna bij de top twintig, in de seizoenrangschikking zelfs elfde, en is ze zowaar de wereld van het tennis aan het verover !

Gisteren nog een schoolmeisje van zeventien dat niet onaardig tennis speelt ; vandaag een jonge vrouw van achttien en een tennis-ster. Met alle voor- en nadelen die deze status met zich brengt. We weten allemaal dat de verhoogde aandacht van de media, de ene goed bedoelde huldiging na de andere, op de duur slopend kunnen zijn. Sabine blijft er vooralsnog opvallend rustig bij. Dat wijst volgens mij in de richting van twee dingen. Ten eerste dat zij zelf blijkbaar de goeie ingesteldheid heeft om er te komen en ten tweede dat haar omgeving, en daarmee bedoel ik in de eerste plaats de ouders van Sabine en daarnaast ook diegenen die haar professioneel begeleiden, de geschikte voedingsbodem geweest zijn om haar talent, dat onmiskenbaar aanwezig was, te laten open bloeien. Al wie een veelbelovende zoon of dochter in het tennis heeft, weet maar al te goed wat het betekent om vol te houden en gemotiveerd te blijven, week na week, jaar na jaar. Talent is één zaak en absoluut onontbeerlijk. Omgevingsfactoren, ik gaf al aan dewelke, zijn minstens even belangrijk. En ik heb zo het idee dat men zich hiervan ten huize Appelmans in Erembodegem zeer scherp bewust is.

 

Bij alle lof die haar in de pers toegezwaaid wordt valt mij één ding bijzonder op. Alle journalisten - allemaal - zeggen en schrijven hetzelfde. En het komt ongeveer hierop neer : "Sabine Appelmans, pas achttien jaar oud, lijkt timide maar is dat zeker niet. Ze is intelligent en ze weet verdraaid goed wat ze wil." Dit laatste leiden zij wellicht af uit de duidelijkheid van haar doelstellingen nl. steeds beter worden : eerst de top twintig, dan de top vijftien. Op haar 21ste, ze heeft dus nog ruimt twee jaar de tijd, wil ze bij de top tien geraken. Duidelijker kan inderdaad niet.

 

Haar steile opgang in de internationale tabellen heeft uiteraard ook te maken met een verantwoorde tornooikeuze. Ik denk dat het Sabine zal plezier doen als wij in de huldiging ook even haar Zweedse coach Mikael Wennberg betrekken. We laten hem hier even aan het woord : "Ze heeft vertrouwen in zichzelf, omdat ze vertrouwen heeft in anderen. Eén van haar grootste troeven is dat ze tegelijk heel enthousiast en leergierig kan blijven. Ze ondervindt geen van de negatieve gevolgen die andere speelsters die té snel, té sterk en té vroeg progresseerden, wel ondervonden. Bovendien weet ze ook heel goed wat belangrijk voor haar is. Ze kan neen zeggen als dat in haar belang is. Ze beseft dat ze de komende jaren alleen aan trainen mag denken en ze weet beter dan wie ook dat ze in 1990 begon op de 146ste Wita-plaats."

 

Het zal dus duidelijk zijn, dames en heren, dat Sabine waarschijnlijk voor het moeilijkste seizoen van haar carrière staat, want iedereen verwacht nu prestaties. Men zegt dat de vooruitgang die zij kan boeken voortaan hand in hand zal gaan met een groeiende fysieke conditie. Daar heeft ze dit jaar, na het beëindigen van haar studies, vooral in Wilrijk hard aan gewerkt. Met een betere service, eens sterke fysieke conditie en tussen haakjes voor de kenners liefst met Slazengers i.p.v. Nassaus, is zij nu in staat om meer afwisseling in haar spel te brengen en dat is, naast het toegenomen uithoudingsvermogen, in het toptennis een niet te onderschatten voordeel. De krantenkoppen later er alvast geen gras over groeien : "De top wenkt", "Een open toekomst tegemoet", "The sky is the limit" en "Little big Appelmans".

Dit laatste kunnen wij volmondig beamen, rekening houdend met het feit dat Sabine het steeds vaker moet opnemen tegen meisjes die nu niet bepaald klein of tenger genoemd kunnen worden. Een boodschap die Sabine intuïtief begrijpt is, dat ze er alle belang bij heeft de komende tijd het vriendelijke hoofdje goed koel te houden en beide voeten op de grond. In dit opzicht is ook haar clubliefde merkwaardig. Ondanks het feit dat ze van plan is om interclub te gaan tennissen in Zandvoort, omdat Michiel Schapers daar speelt, wil ze ook aan de Belgische competitie trouw blijven met haar club Topspin Zele, en dit tot grote vreugde van Dokter Jos Francquotte, Karel Van Cauteren en alle anderen. Het lijkt me erg verstandig om die voeling met het clubleven te blijven houden.

 

Ik zou willen besluiten, dames en heren, met Sabine te danken dat zij zich voor deze ontvangst heeft willen vrijmaken in de korte tijd dat ze nu thuis is.

Namens het College van Burgemeester en Schepenen en de gemeenteraad wil ik je nogmaals hartelijk feliciteren met je verkiezing tot sportvrouw van het jaar, waarmee het monopolie van het judo nu toch wel definitief doorbroken is en wie weet het monopolie van het tennis gevestigd. Ik zei het al tegen Ingrid Berghmans op de verkiezing van de sportlaureaat, dat ze het ons niet kwalijk mocht nemen dat wij als Aalstenaars nogal trots zijn op onze Sabine.

Ik geef graag toe, ook wel om Schepen Gilbert Bourlon enigszins ter wille te zijn, dat de Erembodegemnaars ons voorgegaan zijn als trouwe supporters. Toch wil ik mij in naam van alle stadsgenoten tot Sabine richten om haar te zeggen dat alle Groot-Aalstenaars haar op handen dragen. We wensen je veel succes op de komende tornooien en we zullen trachten je resultaten zo goed mogelijk te volgen.

 

Dames en heren, het mag dan al zo zijn dat Aalst, almaar kleiner wordt naarmate men meer van de wereld ziet, toch is het hier dat het zo'n elf jaar geleden allemaal begon.

Toen Sabine op haar zevende haar eerste tennisles kreeg in tennisclub Corona op Resschebeke, ging ze in dezelfde groep staan als haar vriendinnetje - een echte linkshandige - nadat de leraar de rechts- en linkshandigen had gevraagd in twee verschillende groepen te gaan staan. Sabine maakte, doordat ze liever bij haar vriendinnetje wou blijven, op die manier onbewust een gelukkige keuze. Toen ze elf was ging Sabine naar Antwerpen spelen en verloren de vriendinnetjes mekaar uit het oog. Dit verhaal, geachte aanwezigen, is bekend. De naam van het vriendinnetje is minder bekend. Het vriendinnetje was Joke Veldeman en zij is hier.

Joke Veldeman studeert lichamelijke opvoeding aan de V.U.B. en we zijn blij dat ze tussen twee examens door toch naar hier is willen komen. Joke bedankt.

 

Mag ik je tot slot, beste Sabine, en als blijk van onze sympathie dit geschenk en een bloemetje overhandigen. Ik wil er graag nog bij zeggen dat het een lithografie is die naar aanleiding van de Louis-Paul-Boon-herdenking gemaakt werd door de kunstenaar Luc De Block en waarmee wij uiterst zuinig omspringen omdat ze nu al zeldzaam is. Hopelijk bevalt het.

 

En dan is er voor de prijzenkast ook nog de trofee van Aalsterse sportlaureaat 1990. Die had je nog van ons tegoed. Geef hem de best mogelijke plaats en hou nog wat plaats over, want ik heb zo het gevoel dat we je hier nog wel eens terug zullen zien. Proficiat.

 

En U, dames en heren, dank ik voor uw aandacht en nodig ik, na een kort woordje van onze fractievoorzitters, graag uit om samen met ons het glas te heffen op het succes van Sabine Appelmans 1991.

Dank U.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg.

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KAMPIOENENHULDIGING

25 OKTOBER 1991

 

 

Dames en heren,

 

Eerst en vooral wil ik de collega-schepen Roger D'Hondt verontschuldigen, die hier tot zijn grote spijt niet aanwezig kon zijn. Hij zal ons wellicht later op de avond nog komen vervoegen. Het gebeurt al eens meer dat een bepaalde schepen zich bij een of andere gelegenheid moet laten vervangen door een collega. In dit concreet geval blijft dit voor mij dan toch min of meer een thuiswedstrijd.

 

Beste vrienden,

 

Daar waar de passieve beleving van massale sportspektakels groter is dan ooit, hoor je steeds meer de kritiek dat onze huidige maatschappij de actieve sportbeoefening te veel uit het oog verliest. Vanavond wordt hier eigenlijk het tegendeel bewezen. Vooral ook in het onderwijs proberen wij als plaatselijke overheid via onze succesvolle interscholensportactiviteiten een bijdrage te leveren. Met deze enkele beschouwingen voor ogen heet ik U dan ook op mijn beurt allemaal hartelijk welkom op deze kampioenenviering die gaat over de periode van mei tot oktober 1991. Nieuw bij deze huldiging is alvast dat ook plaatselijke sportverbonden in aanmerking komen mits zij erkend zijn door de stedelijke adviesraad, wat wil zeggen dat zij ten minste 3 maand bij de adviesraad aangesloten zijn.

 

Voor het eerst worden ook de trofeeën en de wisselbekers, gewonnen tijdens de interscholen wedstrijden van het vorig schooljaar, uitgereikt tijdens deze kampioenenviering in plaats van op de verkiezing van de sportlaureaat.

 

Alle individuele kampioenen vanaf een provinciale titel en alle ploegkampioenen vanaf een gewestelijke titel kwamen voor deze huldiging in aanmerking. Ook nu weer zien wij hoe hier een waaier van sportdisciplines aan bod komt : atletiek, judo, wielrennen, balboogschieten, voetbal, petanque en turnen.

 

Niet minder dan 9 individuele en 112 atleten in clubverband passeren straks het erepodium. Hoopgevend voor de toekomst is alvast de vaststelling dat jeugdig talent vandaag gehuldigd wordt. Voor de interscholenwedstrijden werden wisselbekers en trofeeën in de wacht gesleept door 11 verschillende onderwijsinstellingen waarvan op 24 juni van dit jaar al 174 individuele deelnemers gehuldigd werden voor het behalen van de regelmatigheidsscore. Mijn hartelijke gelukwensen in de eerste plaats aan de atleten en de spelers, maar ook aan de besturen, de trainers en de supporters voor hetgeen jullie gepresteerd hebben. Van deze gelegenheid maak ik ook graag gebruik om jullie als ex-sportschepen te danken voor de goede samenwerking in de afgelopen 3 jaar. Vanuit mijn nieuwe functie blijf ik echter goed geplaatst om samen met het college de belangen van het sportgebeuren in Aalst verder te behartigen.

 

Ik geef nu graag het woord aan de heer Willy Coen, voorzitter van de adviesraad voor de sport, die het officieel gedeelte zal verderzetten.

Nogmaals proficiat aan onze kampioenen en dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Openbare Werken

en Patrimonium

 

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KAMPIOENENHULDIGING

10 MEI 1991

 

 

Dames en heren,

Geachte aanwezigen,

Beste sportvrienden,

 

 

"Meimaand sportmaand" wordt in Aalst stilaan een begrip. Jaren lang was het initiatief beperkt tot een week. Tegenwoordig barst de organisatie zowat uit zijn voegen en volstaat het tijdsbestek van een maand al niet meer voor de meer dan 50 manifestaties op het programma. Behalve naar de competitiesport gaat veel aandacht naar de jeugd en naar de promotie van de recreatieve sportbeoefening. Als plaatselijke overheid proberen wij via onze succesvolle interscholensportactiviteiten ervoor te zorgen dat de sportbeoefening in het onderwijs voldoende aandacht krijgt. Bij een aantal andere organisaties komt de sportieve ontspanning voor de prestatie. Ik dank hierbij aan de sporthappening, aan de populariteit van de sportinitiatiecursussen, de superstar op wielen, de fietstocht grenzen van Groot-Aalst en nu ook de bedrijvensportdag die veel bijval geniet.

 

Ter gelegenheid van deze kampioenenhuldiging komt vooral het competitie-element aan bod. Vandaag begroeten wij de kampioenen van de periode oktober 1990 tot april 1991. Alle individuele kampioenen vanaf een provinciale titel en alle ploegkampioenen vanaf een gewestelijke titel kwamen voor de huldiging in aanmerking.

 

Dames en heren, succes bij collectieve of individuele prestaties kan maar het gevolg zijn van een jarenlang doorgedreven training, waarbij continu gestreefd wordt naar het verleggen van zijn sportieve grenzen. Prestaties worden steeds meer afhankelijk van deskundige begeleiding en team-work.

 

De heer Willy Coen, voorzitter van de stedelijke adviesraad voor de sport, neemt zo dadelijk het verder verloop van het officiële gedeelte voor zijn rekening. Ik wil hier volstaan met te zeggen dat op het erepodium opnieuw een waaier van sportdisciplines aan bod komt : veldlopen, indoor atletiek, judo, biljart, basketbal, bowling, voetbal, zaalvoetbal en schaken. 6 individuele kampioenen en meer dan 150 ploegspelers en speelsters hebben zich bijzonder weten te onderscheiden in hun geliefkoosde sport. Hoewel het niet mogelijk is het verschil in waarde van de verschillende prestaties te meten, kunnen we niet voorbijgaan aan de topprestatie van Peter De Backer die op 21 april jongstleden Europees kampioen biljart kader 47/1 werd in Ieper, een prestatie die ook in de nationale pers en de media al de nodige aandacht heeft gekregen. Alvast mijn bijzonder gelukwensen met uw Europese titel.

 

Ik geef nu graag het woord aan Willy Coen, met dank voor uw aandacht en hartelijk proficiat aan onze kampioenen.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KAMPIOENENVIERING

19 OKTOBER 1990

 

 

Dames en heren,

 

Sport is essentieel voor de ontwikkeling van de mens en meer in het bijzonder onze jongeren. Ze draagt bij tot de algemene gezondheid en schept humanitaire banden tussen volkeren en sociale contacten tussen mensen.

Daar waar de passieve beleving van massale sportspektakels groter is dan ooit, hoor je steeds meer de kritiek dat onze huidige maatschappij de actieve sportbeoefening te veel uit het oog verliest. De overheid - elke overheid - heeft de dwingende opdracht een actieve sportbeoefening voor zoveel mogelijk mensen te stimuleren en mogelijk te maken. Vooral ook in het onderwijs moet de sport en meer algemeen de lichamelijke vorming, een belangrijke plaats toegemeten krijgen. Als plaatselijke overheid proberen wij hier via onze succesvolle interscholensportactiviteiten een bijdrage te leveren.

Het woord sport komt waarschijnlijk van het Franse "desporter" dat letterlijk verpozen of ontspannen betekent, maar in de praktijk ging het toch meestal om een uiting van lichaamskracht, met de bedoeling de sterkste, de snelste of de beste te zijn. Lange tijd bleef de individuele prestatie ondergeschikt aan het spelelement. Er is inmiddels wel wat veranderd. Het prestatie-element, tegenwoordig uitgedrukt in honderden van seconden, kreeg stilaan de bovenhand. De interactie tussen technologische ontwikkeling, beroepssport, commerciële belangen en de media bepalen in hoge mate het wezen van de moderne sport.

 

De gevleugelde uitdrukking "deelnemen is belangrijker dan winnen", waarmee Baron De Coubertin de Olympische gedachte onder woorden bracht is een verheven gedachte die evenwel steeds minder met de realiteit blijkt overeen te stemmen. Wie aan sport doet wil graag winnen en droomt ervan om kampioen te worden. Zowel voor de ploegsporten, waar de collectieve prestatie de voorrang heeft, als voor de individuele sportbeoefenaar, die helemaal op zichzelf is aangewezen, geldt dat het succes alleen het gevolg kan zijn van een gedurende jaren volgehouden training, waarbij de inspanningen om steeds beter te doen niet uit de weg worden gegaan.

 

Voor de tweede maal dit jaar ontvangt het Stadsbestuur zijn Aalsterse kampioenen in het vertrouwde kader van het Stadhuis. Vandaag zijn vooral de zomerprestaties aan de beurt.

 

In de gemoedelijke sfeer van de receptie die volgt op het officieel gedeelte van het programma is er volop gelegenheid voor diegenen onder U die op sportgebied in Aalst actief zijn, om elkaar te feliciteren natuurlijk, en daarnaast ook om contacten te leggen die de onderlinge relaties zeker ten goede zullen komen. Vanuit onze zijde wil ik hierbij stellen dat sportcontacten uiteraard best plaatsvinden op het terrein zelf. Maar met onze drukke agenda kunnen de collega's en ikzelf uiteraard moeilijk bij alle sportactiviteiten aanwezig zijn (en geloof me wij hebben een rijk sportleven in Aalst). De ene sporttak mag dan al wat populairder zijn dan de andere ; toch wordt op deze kampioenenviering geen onderscheid gemaakt, om de eenvoudige reden dat op basis van de vastgelegde criteria de hele waaier van sporttakken aan bod kan komen.

 

Zo zijn deze keer volgende disciplines vertegenwoordigd : judo, sportschieten, atletiek, balboogschieten, zaalvoetbal en waterski. En de geleverde prestaties zijn niet van de minste : wij hebben naast federale en provinciale kampioenen, ook enkele nationale en zelfs Europese kampioenen in ons midden. Bovendien werden schitterende resultaten geboekt door enkele jongemannen.

 

 

 

Mijn hartelijke gelukwensen aan in de eerste plaats de atleten en de spelers, maar ook aan de besturen, de trainers en de supporters voor hetgeen jullie gepresteerd hebben in 1990. Ik geef nu graag het woord aan de voorzitter van de stedelijke sportraad, de heer Willy Coen, die dit officieel gedeelte verder zal zetten met de proclamatie van de kampioenen.

 

Ik dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KAMPIOENENVIERING VERWELKOMING

 

 

Mevrouw de burgemeester, collega's van het schepencollege en de gemeenteraad,

Mijnheer de voorzitter van de adviesraad voor de sport

Pers

Dames en Heren kampioenen en supporters,

 

Het is me een genoegen als nieuwe schepen van de sport U zo talrijk te mogen verwelkomen op deze eerste kampioenendag en van aangezicht tot aangezicht kennis te kunnen maken met Aalsterse clubs en individuele sportbeoefenaars die de hoogste sport van de ladder bereikten.

 

Deze kampioenendag is een nieuwigheid. Vroeger werden de Aalsterse kampioenen individueel ontvangen als ze dat zelf vroegen. Nu werd elk toeval uitgesloten : we willen iedereen aan bod laten komen, die is ingegaan op onze oproep in de pers. Het is trouwens de bedoeling van het stadsbestuur met een animatief, informeel en zeker niet stijf aandoend programma, onze bewondering uit te drukken voor alle kampioenen, in de eerste plaats omdat ze met hun kampioenschap hebben bijgedragen aan de uitstraling van onze stad.

 

Dit nieuw initiatief biedt meteen ook aan de sportbeoefenaars en bestuursleden van de verschillende verenigingen de mogelijkheid om elkaar te feliciteren en eventueel ook met mekaar kennis te maken. Al is de ene sporttak populairder dan de andere, toch maken we beslist geen onderscheid tussen voetbal, zaalvoetbal, bowling, squash en noem maar op, om de eenvoudige reden dat we de hele waaier van sporttakken, gezonde recreatieve sport en sport-tout-court willen promoveren.

 

Sport was oorspronkelijk één van de vele bezigheden van de homo ludens, namelijk een spel dat vaardigheid, kracht en, aldus de oude spreuk "Mens sana in corpore sano", ook de psychische conditie bevordert. Het woord sport komt waarschijnlijk van het Franse "desporter", dat letterlijk verpozen en ontspannen betekent, maar in de praktijk ging het toch altijd om een uiting van lichaamskracht, met de bedoeling de sterkste, de snelste of de beste te zijn. Oorspronkelijk werd dat alles verzoend met een spelstijl waarin de prestatie ondergeschikt was aan de sportiviteit.

 

Er is inmiddels wel wat veranderd. Het prestatie element, soms uitgedrukt in honderdsten van seconden, kreeg stilaan de bovenhand. Tegelijk speelden commerciële belangen mee, ontstond de beroepssport en moesten alle sportevenementen minstens een populair kijkspel zijn.

 

De sport ging met zijn tijd mee.

 

Er zijn helaas vandaag ontwikkelingen die niet meer door de beugel kunnen, enerzijds een toenemende agressie van de toeschouwers en anderzijds het gebruik van anabolica. De onderzoekscommissie die Ben Johnson verhoorde over het gebruik van hormonen tijdens de olympische spelen in Seoel, bracht aan het licht dat in de Verenigde Staten al 20 jaar lang anabole steroïden worden gebruikt door professionelen én amateurs. Het aantal gebruikers in alle sportgeledingen wordt er nu zelfs geraamd op 1 miljoen.

Zover gaat het gelukkig bij ons niet. Sportmensen met gezond verstand plaatsen liever zichzelf dan de anabolica op een voetstuk. Wij mogen in Aalst dan ook terecht fier zijn op de geleverde sportieve - gezond sportieve - prestaties.

 

 

 

 

Dames en Heren, wij brengen bij deze feestelijke gelegenheid zowel hulde aan de competitie als aan de recreatiesport. Hoewel de overheid in de eerste plaats toonaangevend wil zijn voor wat betreft de bevordering van de recreatiesport, zie je tegenwoordig steeds meer dat dezelfde overheid ook deelneemt aan het management van de competitiesport.

 

Het stadsbestuur is zich ten slotte bewust van de onvolkomenheid van deze eerste kampioenendag. Toekomstgericht is het zeker de bedoeling dat gewerkt wordt aan het opstellen van goede criteria welke gehanteerd zullen worden bij de selectie van de kampioenen. Dit kan mijns inziens het best ter hand genomen worden door de Adviesraad voor de Sport, bijgestaan door de Sportdienst.

 

In afwachting daarvan - en niet zonder dat ik eerst onze moderator van vanavond René Van Der Speeten bedank voor zijn bereidwillige medewerking aan deze avond - sluit ik mij graag aan bij de gelukwensen van de burgemeester en hoop dat U in ons gezelschap een aangename avond zult doorbrengen. Proficiat en tot later.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KAMPIOENENVIERING

VERWELKOMING

20 MEI 1990

 

 

Mevrouw de Burgemeester, collega's van het schepencollege en de gemeenteraad,

Mijnheer de voorzitter en bestuursleden van de stedelijke adviesraad voor de sport,

Dames en heren, jongens en meisjes, kampioenen en supporters,

Dames en heren van de pers,

 

Wie aan sport doet wil graag winnen en droomt ervan om ooit eens kampioen te worden in zijn favoriete discipline. Waar in de ploegsporten de succesvolle collectieve prestatie de voorrang heeft, is de individuele sportbeoefenaar helemaal op zichzelf aangewezen. Het succes, de zege of de triomf kan er enkel komen als iedereen onvoorwaardelijk ten dienste staat van de ploeg of ten dienste staat voor de individuele sportman of sportvrouw na een gedurende jaren volgehouden training, waarbij de inspanningen om steeds beter te doen niet uit de weg worden gegaan. Alleen dan is er uitzicht op de hoogste beloning.

 

Het stadsbestuur heeft behalve voor de competitiesport ook aandacht voor de promotie van de recreatieve sportbeoefening. Hier is de prestatiedrang ondergeschikt aan de sportieve ontspanning. Ik denk hierbij aan de organisatie van de sporthappening, die stilaan een traditie aan het worden is, en aan de populariteit van initiatieven zoals de sportinitiatiecursussen, de Superstar op Wielen, de fietstocht Grenzen van Groot-Aalst en nu ook onze succesvolle nieuwigheid : de bedrijvensport.

 

Dat het stadsbestuur, bijgestaan door de Adviesraad voor de Sport, de aandacht verdeelt tussen de competitie- en de recreatiesport blijkt ondermeer ook uit het programma van de Aalsterse Zwemweek en de Aalsterse sportmaand. De waardering voor zowel de recreatieve als competitieve sportbeoefening komt ten slotte tot uiting in het palmares van de verkiezing van de Aalsterse sportlaureaten.

Dat deelnemen belangrijker zou zijn dan winnen is niet van toepassing op deze kampioenenviering. Hier ligt de nadruk wel degelijk op de competitie en het prestatie-element. Kort vóór de halve wereld afstemt op Italië voor het Wereldkampioenschap voetbal met, dat hopen wij ten minste, een grote spektakelwaarde, komt het in dit gezelschap van amateursportbeoefenaars misschien wat "zedenprekerig" over om nog eens te wijzen op de gevaren van prestatieverhogende middelen voor de gezondheid. Verschillende onderzoeken hebben nochtans aangetoond dat ook heel wat amateurs niet aan de verleiding kunnen weerstaan om anabolica te gebruiken. Dat is een betreurenswaardige ontwikkeling die wij met grote kracht moeten blijven bestrijden.

 

Het lijkt weinig waarschijnlijk dat wij in Aalst met dit probleem zouden te kampen hebben, maar toch moeten wij er ten allen tijde op bedacht zijn. Ik zou zeggen dat hier de verantwoordelijkheid moet opgenomen worden door de sportamateurs zelf en door elk van de geledingen waarmee zij bij de beoefening van hun geliefkoosde sport in aanraking komen (ploegmaats, club, trainer, gezin).

 

Dames en heren, wij huldigen hier vandaag 17 individuele kampioenen en 10 ploegen met in het totaal 99 spelers. De ploegsporten waarover het gaat zijn voetbal, basketbal, estafette, waterballet en bowling.

 

De individuele kampioenen beoefenen de disciplines zwemmen, judo, atletiek en veldlopen. Met genoegen stellen wij vast dat twee van deze kampioenen behoren tot de leeftijdsgroep +45 en +55 jaar.

 

Graag breng ik U ook nog even in herinnering dat deze kampioenenviering sedert vorig jaar in een nieuw kleedje werd gestoken. Voorheen werden de Aalsterse kampioenen individueel of in clubverband op het stadhuis ontvangen als ze dat zelf vroegen.

Nu is dit een gezamenlijk gebeuren waarbij de prestaties van Aalsterse clubs en individuele sportbeoefenaars die ingingen op onze algemene oproep gelijktijdig in de publieke belangstelling worden gebracht. Na het experiment in de wat ruim bemeten Keizershallen vorig jaar, zijn wij terug in de vertrouwde receptieomgeving van het Stadhuis. Deze formule biedt naast het feit dat ze voor de stadskas goedkoper uitvalt, ons inziens het bijkomend voordeel dat een zo groot aantal mensen die op sportgebied in Aalst actief zijn, mekaar hier, al dan niet voor het eerst, kunnen ontmoeten in de ongedwongen sfeer van een receptie die volgt op het officieel gedeelte van het programma. De contacten die hier gelegd worden komen de onderlinge relaties zeker ten goede.

 

Met de bedoeling de waarde van onze kampioenenhuldiging te vergroten, werd ondertussen op advies van de stedelijke raad voor de sport een reglement uitgewerkt.

 

In de rand van onze eigen Aalsterse kampioenenviering willen wij vandaag ook van de gelegenheid gebruik maken om hulde te brengen aan de Aalsterse supportersclub van Club Brugge.

 

Deze trouwe groep supporters heeft er zeker toe bijgedragen dat hun favoriete ploeg na een moeizame start tegen alle verwachtingen in nationaal kampioen werd.

Trainers en spelers verklaarden meermaals dat deze titel mede te danken is aan de positieve ingesteldheid van de supporters, die ondanks het vernieuwde spelconcept de club bleven steunen.

Ik hoop alvast dat deze toffe groep Aalstenaars tijdens de komende mondiale even enthousiast zullen supporteren voor onze Rode Duivels.

Het succes van de 4 clubspelers ginder zal ook een beetje hun succes zijn.

Het stadsbestuur wil n.a.v. het behalen van de landstitel deze Aalsterse supportersclub samen met alle andere Aalsterse supportersclubs (waaronder uiteraard ook deze van ons eigen Eendracht Aalst) symbolisch hulde brengen voor hun sportief en vriendschappelijk optreden, in tegenstelling tot het betreurenswaardig maar nog steeds groeiend voetbalvandalisme in en buiten de stadions.

 

Ik geef nu graag het woord aan de voorzitter van de stedelijke adviesraad voor de sport, de heer Willy Coen, die het verdere verloop van dit officiële gedeelte in goede banen zal leiden, waarvoor bij voorbaat onze dank.

 

Dank ook voor uw aandacht en een hartelijk proficiat aan onze kampioenen.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KAMPIOENSCHAP VAN VLAANDEREN HERLEVING HOUTMARKT

ONTVANGST STADHUIS

15 JULI 1989

 

 

 

 

Dames en heren,

Mesdames et Messieurs,

 

 

Kaatsen was vroeger een geliefkoosd tijdverdrijf van schepen Hooghuys. Dat bewees hij mij tijdens het tornooi : zijn ene hand is nl. (-hij zegt door het kaatsen-) ietwat groter dan zijn andere.

 

Kaatsen was echter ooit ook het geliefkoosd tijdverdrijf van edelen en Koningen zoals Lodewijk XII, Karel V en Filips de Schone.

In de 15e eeuw werd het kaatsspel in onze contreien geïntroduceerd door Margaretha van Henegouwen.

Zij had het meegebracht uit Parijs waar zij ten tijde van Filips de Goede met de Franse adel wedijverde in het kaatsen.

 

Le jeu même a vite été adopté par la communauté toute entière pour devenir un jeu extrèmement populaire, joué dans la rue et sur les places publiques.

Cette culture se heurtait à l'opposition des pouvoirs cléricals qui pensaient que le jeu de balle était une menace certaine pour le service du dimanche et pour le culte.

 

De burgerlijke overheden traden dit standpunt bij en er werd een verbod op het kaatsen uitgevaardigd tijdens de 17e en 18e eeuw. Dit ongelukkig besluit kon men zonder al te veel weerstand doorvoeren omdat de elite reeds overgeschakeld was naar een andere speelwijze : in plaats van met de blote hand te spelen ging men gebruik maken van een soort racket, de voorloper van de latere tennis.

 

Om even een link te leggen naar de actualiteit : de viering van de Franse Revolutie. Weet U dat 200 jaar geleden de afgescheurde derde stand van de "Staten Generaal" de latere "Assemblér Nahorale" voor het eerst vergaderde in een sportzaal voor kaatsers.

Als je 't mij vraagt een hele eer voor de kaatswereld, want wat men ook denkt van de roemrijke viering van gisteravond : de Franse Revolutie van 14 juli 1789 blijft de dageraad van de democratie in Europa.

 

Au dix-neuvième siècle le jeu de balle réapparait et vers mille huit cent soixante-quinze des équipes naissent à Aalst, Chièvres, Braine-le-Comte et Soignies.

En mille neuf cent deux la Fédération Nationale a été fondée. Dès lors les règles du jeu étaient officiellement établies.

 

Mijn persoonlijke herinneringen gaan terug tot een recenter verleden, toen alle straten nog speelstraten waren en alle zomers nog echte zomers (hoewel we dit jaar niet mogen klagen). In mijn kinderjaren werd er omzeggens in alle straten van Aalst nog gekaatst.

Bijna elke straat had zijn eigen kaatsploeg en iedereen was op één of andere manier betrokken bij het gebeuren.

Marbels en een tol waren in die periode ons dierbaarste bezit. Later kregen we een paar rolschaatsen en van ons eerste zakgeld kochten we kaatsballen.

Het hoogste goed, een kaatshandschoen, daar kon je als kleine straatloper alleen maar van dromen.

 

En cette période, à laquelle nous pensons avec beaucoup de nostalgie, en Flandre le jeu était surtout pratiqué le long de la Dendre, à Renaix, Halle et Enghien, entre Willebroek et Hemiksem et le long de la frontière linguistique. En Wallonie surtout dans les provinces du Hainaut et de Namur. En ce temps la Belgique était inaccesible dans le tournoi des Trois Nations et les plus vieux entre nous se rappeleront sûrement les noms de Arthur Van Leuven, Norbert Letroye et Leon Cassaert.

 

In Aalst herinneren wij ons de gouden tijden op de Houtmarkt met namen zoals Spitaels, De Moor, Van Medegael, De Boeck en Boulon.

 

In 1956 na een minder glorieuze periode, werd onder impuls van de betreurde Jef Van Den Broucke de club opnieuw gesticht onder de toepasselijke naam "Herleving".

Na een jarenlange herleving ging het echter opnieuw bergafwaarts en in 1974 vielen de competitie-activiteiten aan de Houtmarkt zelfs volledig stil.

Die zouden pas hernomen worden in 1982 toen Miel, de zoon van Jef Van Den Broucke, samen met Alfons Baeyens met een ploeg startten in lagere II.

 

Met Raymond Bauters werd een jeugdwerking begonnen, die echter in twee seizoenen, bij gebrek aan financiële steun moest worden stopgezet.

Er werd intussen ijverig voortgewerkt aan de opbouw van de fanionploeg.

Toen ook nog de brouwerij De Gheest sponsor werd, was het hek definitief van de dam.

De kampioenstitel werd behaald in 1987 en momenteel staat Herleving aan de leiding in Lagere I.

 

Ce qui est resté pendant toutes ces années un des points culminants de la balle pelote, est la Championnat des Flandres. Dans le milieu le championnat est appelé le "Wimbledon" de la balle pelote.

Tous les ans quelques milliers de connaisseurs viennent à Aalst pour y assister à un spectacle de la plus haute qualité.

 

Avec les équipes de Baisy-Thy, Ninove, Bever, Horrues, Ottignies, Tollembeek et Lodelinsart, nous avons vu ces derniers jours le crème de la balle pelote Belge au travail.

 

Namens het stadsbestuur dank ik alle deelnemende ploegen en scheidsrechters voor de geleverde prestaties.

Zij hebben andermaal van dit kampioenschap een boeiend kijkstuk gemaakt. Wij zagen heel wat ervaren talenten aan het werk, maar ook (en dit is hoopvol voor de toekomst) verschillende jonge kaatsers leverden bewonderenswaardige prestaties.

Van de 4 finalisten heeft de ploeg van ................zich vandaag het sterkst getoond. Onze hartelijke gelukwensen.

 

Gelukwensen ook aan het adres van de voorzitter Miel Van Den Broucke en secretaris Fons Baeyens en hun gans equipe voor de puike organisatie van dit tornooi.

Laat ons hopen dat Herleving deze klassiekers nog vele jaren zal kunnen brengen, ten bate van de promotie van de kaatssport in het algemeen en de promotie van de kaatssport te Aalst in het bijzonder.

 

Insiders zoals Oscar De Ridder, die mij opnieuw vertrouwd maakte met de kaatstermen zoals quinze, chasse à la ligne, mauvaise en livrer à la mouche, verzekerden mij dat de eigen ploeg Herleving volgend jaar zal meedingen naar het kampioenschap. Dit kan dan hopelijk gebeuren op een vernieuwd terrein. Volgens de planning zullen de werken tot heraanleg van de Houtmarkt immers volgende maand een aanvang nemen.

 

 

 

Tot slot wil ik, vóór de officiële prijsuitreiking, nog hulde brengen aan iemand die gedurende het ganse verloop van het tornooi, wedstrijd na wedstrijd, vrijwillig en op een formidabele manier zijn bijdrage heeft geleverd aan het welslagen van het kampioenschap.

 

Nico De Neef, 10 jaar oud, heeft als kaatsenzetter, in een kleurrijk tenue, met zijn jeugdig enthousiasme bij velen van ons een gevoelige snaar geraakt.

Met Nico wordt ons geloof in de toekomst van de edele kaatssport gesterkt en de hoop gewettigd dat de jeugd klaar staat om de fakkel over te nemen.

 

Ik wens aan Herleving, aan alle deelnemende ploegen van het tornooi, maar ook aan al onze Aalsterse ploegen en hun besturen nog een succesvolle kaatstoekomst.

 

Symbolisch wil ik nu graag in ons aller naam deze stadsbeker overhandigen aan Nico De Neef.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, sport

en gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

M.T.S.A. PRIJSUITREIKING 90-91

24 MEI 1991

 

 

Geachte aanwezigen,

 

 

Het minitornooi der Stad Aalst, beter bekend als M.T.S.A., is een goed voorbeeld van de bezieling die nodig is om 20 jaar amateursport in stand te houden en zelfs te laten uitgroeien tot een indrukwekkende organisatie.

 

Het M.T.S.A. staat na 20 jaar nog steeds symbool voor sportieve en vriendschappelijke voetbalcompetities, van jaar tot jaar met meer succes.

 

Dames en heren, het voorgaande is zowat de leidraad van de toespraak die ik hier vorig jaar, ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van het M.T.S.A. voetbalverbond, heb gehouden.

 

Vandaag zijn de jubilarissen, de spelers, de sympathisanten en het bestuur, wij allemaal dus, een jaartje ouder geworden, maar ik kan met zekerheid stellen dat de bezieling nog steeds minstens even groot is.

 

Het hoeft geen betoog dat het organiseren en instandhouden van een competitie met meer dan 60 ploegen geen lachertje is.

 

Dat het allemaal niet vanzelf komt moet ik in dit gezelschap nauwelijks benadrukken. In feite komt het hier op neer dat een beperkt aantal mensen er al hun vrije tijd aan geven om van de organisatie een succes te maken. Dat is alleen maar te realiseren met individu's die in hart en nieren sportmens zijn.

 

Al bij al is het in deze tijd van sociale vervreemding en sterk doorgedreven individualisme niet meer zo vanzelfsprekend dat men, zonder dat daar enige financiële beloning tegenover staat, zichzelf wegcijfert in het belang van de ploeg of de organisatie. Dat is hetgeen waar men in het M.T.S.A. al 20 jaar hardnekkig mee bezig is.

 

De stedelijke overheid doet al vele jaren grote inspanningen om de sportbeoefening te promoveren. Het spreekt bijgevolg vanzelf dat wij als stadsbestuur de grootst mogelijke appreciatie hebben voor wat het M.T.S.A., dat zichzelf al lang niet meer moet bewijzen, realiseert. De slogan "voetbal en feest", gelanceerd door de Belgische voetbalbond, krijgt volgens mij veel betekenis dank zij het amateurvoetbal, omdat hier de gezonde ontspanning, het sociaal contact en het voetbalplezier geen ijdele begrippen zijn.

 

Ja, zelfs het jaarlijks eetfestijn, nodig om de clubkas te spijzen, hoort bij de smaakmakers van het amateurvoetbal. Ik geloof dat men zich daar in het algemeen te weinig of niet bewust van is.

 

Over het seizoen '90 -'91 gesproken, is het gelet op de recente gebeurtenissen, volkomen gerechtvaardigd dat wij als Aalstenaars uiting geven aan onze trots en onze bewondering voor Eendracht Aalst dat na 29 jaar, terug van weggeweest, doorstoot naar de nationale voetbalelite. De sleutelwoorden van dit succes zijn karakter  en inzet. Dat zal allicht niet volstaan voor het verzekeren van het behoud in eerste, maar daar moeten wij ons op dit ogenblik toch nog niet te veel zorgen over maken. Voorlopig blijft het feest. En wat voor een feest !

 

Het zou onrechtvaardig zijn hier ook niet de prestatie van die andere Aalsterse ploeg SK Aalst te vermelden die op een haar na de kampioenstitel heeft gemist. Promotie voor zowel SK als Eendracht Aalst : het zou te mooi geweest zijn.

 

Dit gezegd zijnde, denk ik dat wij onze aandacht kunnen verplaatsen naar de plechtige prijsuitreiking van vandaag die het seizoen '90 - '91 even feestelijk afrondt met onze felicitaties aan de winnende ploegen van het M.T.S.A.

 

In de marge van deze viering, wil ik toch graag nog even aanstippen dat in de schoot van de sportraad de mogelijkheden worden nagegaan om in de toekomst ook het M.T.S.A. te betrekken in de door het stadsbestuur officieel georganiseerde kampioenenhuldigingen. Een meer dan verantwoorde wijziging van het reglement dringt zich terzake op.

 

Namens het College van Burgemeester en Schepenen en namens de Gemeenteraad en Sportraad wens ik het M.T.S.A. en al haar ploegen alvast een succesvol voetbalseizoen '91 -'92. Ik dank het bestuur voor de vriendelijke uitnodiging en ik dank U dames en heren, ploegen, spelers, scheidsrechters en sympathisanten voor uw welwillende aandacht.

 

Nog veel succes aan allen.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg.

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OFFICIËLE OPENING KAATSTERREIN HOUTMARKT

25 MAART 1990

 

 

Dames en Heren,

 

Nauwelijks één week geleden waren wij nog te gast bij de voorstelling van de nieuwe ploeg van Herleving en de voorstelling van het programma van de jaarlijkse klassieker het Kampioenschap van Vlaanderen, om daar o.a. deze officiële opening van het vernieuwd kaatsterrein te mogen aankondigen.

 

Bij vroegere gelegenheden heb ik reeds uitgebreid aandacht besteed aan de historiek van de kaatssport in het algemeen en de geschiedenis van Herleving in het bijzonder. Als we dit vandaag niet herhalen is dit geenszins bij gebrek aan waardering. Na de prestaties van het afgelopen seizoen is eigenlijk het tegendeel waar. Het belang dat het Stadsbestuur hecht aan het beoefenen van de kaatssport in Aalst blijkt ook uit het initiatief van het College van Burgemeester en Schepenen om de ingebruikneming van dit vernieuwd terrein een officieel karakter mee te geven, kaderend in het groter geheel van de heraanleg van de Houtmarkt en rekening houdend met het verschillend gebruik ervan. Deze officiële opening wil dan ook de erkenning zijn van het kaatsterrein als belangrijkste element in het geheel.

 

Hoewel de naam "Houtmarkt" duidt op een specifieke bestemming van dit plein in een ver verleden, hebben wij nooit anders geweten dan dat er gekaatst werd. Nog steeds wordt hier gesproken over de gouden jaren van vóór en na de oorlog. Jaren die herinneren aan warme zomers en volks vermaak in de straten en op de pleinen. Herinneringen en beelden uit een ander tijdperk.

De Houtmarkt roept deze nostalgie op ; dat moeilijk te beschrijven gevoel van weemoed en verlangen naar hoe het vroeger was. Voor mensen die in deze buurt geboren en opgegroeid zijn, neemt dit plein een bijzondere plaats in hun leven. Hier liggen de herinneringen aan zoveel glorieuze momenten zó voor het grijpen.

 

Gelukkig is er aan het uitzicht van dit plein in de loop der jaren niet zoveel veranderd. De electriciteitskabine met sanitairblok is er niet meer, terwijl onze vriend Johannes Nepomecenus zich op een wat rustiger plaats is gaan installeren. De enige ingrijpende verandering heeft zich noodgedwongen recent voorgedaan. Het karakter van de Houtmarkt werd immers in aanzienlijke mate bepaald door de aanwezigheid van een aantal lindebomen. Het stormweer van de afgelopen weken heeft hier zodanig lelijk huisgehouden dat eerst een 7-tal en nadien de meeste overige bomen moesten gerooid worden. Het was niet langer verantwoord de reeds fel geteisterde bomen te laten staan. De kaalslag die U ziet is hiervan het gevolg.

 

Het stadsbestuur is in ieder geval van plan om hier volgend jaar nieuwe bomen te planten. Het zal vanzelfsprekend enige tijd duren voor de lommer en de lindebloesem het plein zijn vertrouwde karakter zullen teruggeven, maar ik ben ervan overtuigd dat de Houtmarkt zijn vroeger uitzicht niet alleen herwint maar ook verbetert. Met respect voor de eigenheid van het plein - en ik dank hier zowel de vroegere schepen van openbare werken, onze burgemeester mevrouw De Maght als de huidige schepen van openbare werken, collega Edgard Hooghuys - zijn een aantal infrastructuurwerken uitgevoerd die de aantrekkelijkheid van de Houtmarkt zeker ten goede zullen komen. Niet alleen werden het kaatsterrein en de kasseien weggebroken en vernieuwd, ook werden aan de langszijde verschillende stroken voor groenaanleg gecreëerd. Aan de kant van de Pontstraat op het kleinste gedeelte werd een mooi wandelpad aangelegd en wordt het plein afgebakend met nieuwe groenaanplantingen. De parkeerplaatsen zijn herlegd in dolomiet en de borduurstenen herzet. Op het kaatsplein zelf werden de afbakeningen voor auto's zo klein mogelijk en zoveel mogelijk buiten het terrein gehouden.

 

Ik geloof dat daarmee de belangrijkste zaken in verband met de heraanleg aan bod gekomen zijn en ik meen te mogen zeggen dat het hoofdaccent behouden werd ten voordele van het kaatsen. Ook de andere functies, ik denk hierbij aan bloemen- en vogelmarkt, veemarkt en jaarmarkt, foorplein en parking blijven bestaan. Dat deze andere bestemmingen niet in alle omstandigheden perfect verenigbaar zijn tonen enkele weke plekken in de nieuwe toplaag waar de asfaltbedekking opgelost wordt door oliën, vermoedelijk afkomstig van één of meer foorkramen. Ook aan dit probleem, en dan kijk ik nogmaals in de richting van Schepen Hooghuys, zal dienen verholpen te worden, zodat de competities in de beste voorwaarden zullen kunnen plaatsvinden.

 

Ten slotte wilde ik hier vandaag nog de hoop uitdrukken dat de kaatssport die op de Houtmarkt momenteel opnieuw een periode van hoogconjunctuur beleeft, zich op lange termijn bij de jongere generatie zal kunnen handhaven. Een handig gepromoot "skate-board" of andere rage is tegenwoordig bij de jeugd heel wat gemakkelijker te verkopen dan de interesse voor een eeuwenoude "kaatscultuur". Misschien ligt hier wel de allerbelangrijkste opgave van de komende jaren voor al diegenen die begaan zijn met het lot van de kaatssport in Aalst.

 

Ik dank U voor uw aandacht .....

 

Mag ik mevrouw de burgemeester en schepen Hooghuys verzoeken het kaatsterrein officieel te openen.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ONTVANGST EENDRACHT AALST

1 JUNI 1991

 

 

Dames en heren,

 

 

Ik ben bijzonder vereerd en fier tegelijk, dat ik U als schepen van sport, op dit als het ware historisch moment mag toespreken. De toonzetting van mijn toespraak is onderhoudend en de gelegenheid rechtvaardigt, omwille van de nagestreefde volledigheid, een iets langere monoloog. Ik hoop dat U mij niet sanctioneert wegens spelbederf. Ik zou willen van wal steken met een vleugje van de bewogen geschiedenis van Eendracht Aalst.

 

Iedereen weet ondertussen dat Eendracht Aalst gesticht werd op 25 juni 1917. Zij was als dusdanig de enige Aalsterse voetbalclub maar zeker niet de eerste. FC Alost, Sporting, Aalst-Voorwaarts waren vanaf de eeuwwisseling de voorlopers. Aan de basis van het latere Eendracht lag de oorlog zelf. Tussen 1914 en 1918 was immers het enige doel van de club het verzamelen van fondsen om krijgsgevangenen en opgeëisten pakjes te kunnen toesturen.

 

Doorheen de jaren werd de geschiedenis van onze club door twee grote constanten beheerst : enerzijds een reeks (tussen aanhalingstekens) "schandalen" en anderzijds een voortdurende jojo-beweging tussen eerste klasse en bevordering.

 

Hoe boeiend ook de geschiedenis, zoals bijvoorbeeld in 1928 toen een eerste tegenslag de promotie naar eerste provinciale kostte, ontbreekt vandaag de tijd om hierop in te gaan. Enkele markante namen en data kunnen m.i. volstaan om de grote lijnen te volgen.

 

Bestuurders Pedro De Hert en Pierre Cornelis en later speler Dolf De Buck zijn maar enkele van de vele vooroorlogse namen. Er waren ook nog Cornelis, Moreels, Verhulst en Van Der Vecken als markante voetballers. Maar U ziet hoe het gaat als men begint met namen terug te halen.

 

In de vijftiger jaren, onder de nieuwe voorzitter Etienne Mertens, kende Eendracht na een mindere periode weer betere tijden o.a. dank zij Dolf De Buck, nog steeds hij, Karel Voogt en de jongeren Pie Van Der Meirsch en Gaston Van Der Elst. In 1960 was de promotie naar eerste klasse een feit.

 

Wat Eendracht in november 1961 overkwam, staat te lezen in alle Aalsterse geschiedenisboeken. De krantenkop van 25 mei jongstleden vat hetgeen gebeurde gebald samen : "Na 30 jaar is de naam Blavier nog altijd een vloek in Aalst". Na de onvermijdelijk geworden degradatie is Eendracht Aalst echter nog niet aan het einde van zijn beproevingen. De zaak Van Den Ende tegen Charleroi in 1965 en de zaak Suys tegen Cercle Brugge in 1968 bezegelen het triestig lot van Eendracht. Het zou nog tot 1977 duren voor Aalst weer in tweede klasse geraakte, waar het vervolgens veertien seizoenen lang is gebleven. Enkele keren kwam Eendracht dicht bij de promotie. Drie keer werd de eindronde bereikt, maar telkens zonder succes.

 

En dan, na dertig jaar vagevuur, de euforie. Donderdag 23 juni 1991.
Turnhout-Aalst 0 - 1. Wij beleefden een memorabele avond gevolgd door een memorabele nacht. Na het eindsignaal van de scheidsrechter staat het veld in een oogwenk vol wit en zwart. Trainer Fazekas wordt op de schouders getild. Het feest kan beginnen.

 

Dames en heren, U zult het mij niet kwalijk nemen dat ik eventjes blijf stilstaan bij de spontane happening die donderdagnacht van 't Oilig Hert uitdeinde naar het stadscentrum.

 

De feestroes in een paar woorden : onbeschrijfelijk, ongeëvenaard en Aalsters. Even een sfeerbeeld.

 

Om 21 uur komt via de radio het verlossend bericht. Echte en gelegenheidssupporters zakken af naar de omgeving van het Pierre Cornelisstadion om mee te vieren of om het straatspektakel te zien en later te zeggen dat men erbij was. Toeterende auto's, gelegenheidsfanfare, knallende voetzoekers, openluchtdisco en vooral bier maakten de sfeer. Heel veel bier of champagne voor de happy-few. Bij beken stroomt het in en naast de glazen. Het frietkraam aan het stadion beleeft een verkoopsorgasme, schrijft Johan Velghe in de krant. Steeds meer vlaggen dagen op. Steeds luider klinkt het "Iendracht Veroit" en "Iendracht goat nor ieste klas". Uitbundige omhelzingen en overwinningskreten wisselen mekaar af. Om 11 uur is de Bredestraat een dansende massa.

 

Wanneer dan eindelijk de Eendracht-idolen dansend op het dak van de bus, hun intrede doen bereiken de brulconcerten van het supporterslegioen hun hoogtepunt.

 

De gekende namen van de gladiatoren worden één voor één minutenlang gescandeerd. Voor de 750ste keer zingen spelers, bestuursleden en dolgelukkige Aalstenaars hun "Iendracht veroit".

Dit is te mooi om waar te zijn. Niemand spreekt nog in volzinnen : "ongeloefelek !" , "'t es in de sakosj" , "noste joar europeis" , "Anderlecht klein ploegsken" , klinkt het vanuit de wiegende, dansende, juichende massa. Dit gevoelsgeladen straatbeeld, het behoort al tot de geschiedenis, draagt - hoe zou het anders kunnen - het label "dit is".

Ikzelf had dit voetbalkarnaval voor geen geld willen missen !

En zondag was het weer bingo !

 

Ondertussen stond die andere eerste klasseploeg uit Anderlecht reeds te trappelen van ongeduld om zich tegen Eendracht in de kijker te spelen. Laat ons zeggen dat het donderdag redelijk gelukt is.

 

Maar nu terug naar de feiten. In de huidige samenstelling van de Eendrachtkern kan men bezwaarlijk iemand naar voor schuiven als markante figuur.

 

Het voorbije seizoen heeft bewezen dat, het gezegde indachtig dat 1 zwaluw de lente niet maakt, één of meer vedetten ook geen garantie zijn voor een goed elftal. Spelers van quasi gelijke waarde en met een totale inzet zijn nog altijd de beste waarborg voor een homogeen elftal. Er moet inderdaad in de eerste plaats een ploeg op het veld staan. Eendracht bracht het afgelopen seizoen het soort voetbal dat de mensen aanspreekt en begeestert, door in alle omstandigheden een gedurfd maar niet risicoloos aanvallend concept te propageren. Misschien ligt hierin het geheim om als underdog toch de eindronde te halen.

 

Hetgeen de geschiedenis zal ingaan als het mirakel van Aalst heeft inderdaad minder te maken met visioenen dan wel met een gelukkige ingeving van het bestuur.

 

Na de zwaluwloze lente van het jaar voordien, nam men de wijze beslissing om nu vooral te investeren in een goeie trainer.

 

Al bij Aalst in 1986 en nu na twee seizoenen Harelbeke, terug van weggeweest, is hij de man met allicht het grootste aandeel in de promotie.

 

Dames en heren, ik vraag uw applaus voor de koning van de poesta : Laszlo Fazekas !

 

Kedwesj Fasjekasj baraat, mogua mosjt as eelt leguenda a foetbol eelet feheer - fèkètè sineeben. Eun nem edjeedeul a reeggui elmoelt foetbol vielaak legjoobja, hhanem mosjt mint trainer adja legjoob ereut o tsjapat reesseere. Eun eleerte as Aalstenaars reesseere o kaaronkodaasjt as Blavier. Mi esseert nem feleitjuk el sjoha. Kessenjuk.

 

Voor de paar mensen onder U die geen Hongaars zouden verstaan wil ik graag nog even vertalen. Ik ben er bijna zeker van dat ik gezegd heb :

"De naam Fazekas is nu al een legende in de voetbalgeschiedenis van zwart-wit. U bent niet alleen een gewezen voetballer met wereldklasse, ook als trainer levert U het bewijs van een buitengewoon talent. Voor de Aalstenaars heeft U voor altijd de banvloek van Blavier overwonnen. Zij zullen dit nooit vergeten. Dank U wel.

 

De bewindsploeg, onder de leiding van voorzitter Eric Goethals, heeft klaarblijkelijk op korte tijd enorm veel geleerd.

De combinatie verjonging-zakelijk talent heeft alles wel beschouwd vlugger dan verwacht vruchten afgeworpen. Ik zou met een parafrase naar een voor mij vertrouwde politieke omgeving willen zeggen : "zij maken het verschil, wij rekenen erop". Zo bijvoorbeeld heeft het zakelijk inzicht van dit Eendracht bestuur geleid tot de aanwerving van manager de heer Patrick Orlans. Vanaf vandaag officieel in dienst, zal zijn doen en laten in de nabije toekomst steeds belangrijker worden voor de club. Ik wens mijn naamgenoot veel succes.

 

Met de nodige realiteitszin en binnen de perken van wat financieel haalbaar is, zal men de medewerking van het stadsbestuur met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Terwijl wij allen dromen (ik zeg dromen !) van een groot nieuw en veilig stadion met ruime parkeergelegenheid buiten de woonzones moeten wij spijtig genoeg vandaag verder met de bestaande infrastructuur.

 

Mevrouw de burgemeester beklemtoonde reeds het belang dat zij hecht aan de noodzakelijke veiligheid. Het lijkt dan ook logisch dat wij als stadsbestuur vooral en in de eerste plaats hierin willen investeren.

 

In de marge van dit aspect wil ik hier ook hulde brengen aan "de Eendrachtsupporter".

Als de ploeg lekker draait, wordt een gemiddelde van vijfduizend toeschouwers, per match behaald. Als eersteklasser komen daar wellicht nog enkele duizenden bovenop. Qua sfeer en belangstelling is Aalst ongetwijfeld een verrijking voor eerste klasse. Niets dan lof in de pers voor de uitbundigheid van de Eendrachtsupporter die met zijn eigen karnavalmentaliteit slechts een vonk nodig heeft om op een doordeweekse avond op tafel te staan dansen, maar die nooit agressief zal worden, die ene keer in 1961 niet meegerekend.

 

Waar wij allemaal op hopen is dat Eendracht volgend jaar het behoud in eerste klasse kan verzekeren. Op zich zou dat al heel mooi zijn.

 

Menig Aalstenaar denkt ook met nostalgie terug aan de tijd van toen. Wie herinnert zich niet : "Boma-Boma t'zen de leste, allemaan moe leef wit en zwert ..." of "ver wie nog den iendrachter ?" of nog : "ge doetj da papierken dor af, ge pakt da bei da stoksken, frisko-smak etj em op, op a gemak". Het zijn tijden die niet meer terugkomen. Figuren die niet meer terugkomen : Mie stoefhaat, Fonsken de kinne, Fernang den baalenroaper.

 

Eén relikt is gebleven : de gekaste erwten, dank zij het geslacht Ottoey. U kan het belachelijk vinden, maar het doet mij veel plezier dat die dingen van vroeger in een alles vervlakkende hamburgercultuur overeind zijn gebleven.

 

Daarbij wil ik nog aanstippen dat hoe belangrijk het management en de clubtop ook zijn, er toch altijd Staafken Potoms nodig zullen zijn om de club leefbaar te houden.

Met deze wil ik dan ook alle stille werkers, die zichzelf al in lengte van jaren wegcijferen voor het clubbelang, in deze hulde betrekken.

 

Ten slotte, dames en heren, trap ik een open deur in als ik zeg "de toekomst is aan de jeugd". Het jeugdbeleid van Eendracht Aalst is, naar het voorbeeld van big brother Anderlecht, mee geëvolueerd met de moderne inzichten inzake spelersbegeleiding, trainingsmethodieken, medisch toezicht, enzovoorts. Als het juist is dat het succes van een voetbalploeg begint bij een goed jeugdbeleid, dan is met het project Zandberg de basis gelegd voor een succesvolle toekomst. Ik wil U alvast een hart onder de riem steken over het verzekeren van de toekomst door U te zeggen dat mijn zoontje vanaf volgend seizoen ook de kleuren van zwart-wit mee zal helpen verdedigen. Ongetwijfeld zullen vele leeftijdgenootjes nog volgen.

 

Dames en heren,

 

Namens het stadsbestuur nogmaals mijn hartelijke gelukwensen aan voorzitter, bestuur, trainer en spelers van Eendracht Aalst.

"Iendracht veroit !" en ik dank U allen voor uw aandacht met mijn gedachten bij Josken Lathouwers, aan wie ik mijn toespraak opdraag.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ONTVANGST 10-JARIG BESTAAN BOWLINGCLUB ALLOO

18 SEPTEMBER 1991

 

 

Dames en heren,

 

 

1991 werd voor Aalst op sportief vlak een topjaar. Sabine Appelmans werd sportvrouw van het jaar ; Eendracht Aalst promoveerde naar eerste afdeling en met Peter De Backer kregen wij, vrij onverwacht, een Europees kampioen kader 47/1.
Ook de recreatieve sportbeoefenaars lieten van zich spreken met als uitschieters het fameuze wereldduurrecord van zaalvoetbalclub Juventus en recent nog de overwinning van een stadsploeg in de ronde van België voor wielertoeristen.

 

Bowlingclub Alloo moeten wij in het kader van dit Aalsters sportief gebeuren bestempelen als één van de vaste waarden.

Opgericht in 1981 door Bruno Rossi en de inmiddels overleden collega Willy Alloo kan de club 10 jaar later terugblikken op een schitterend palmares, waarbij de vereniging, gestart in de competitie van de 4de afdeling meteen kampioen werd en in 3 jaar tijd evenveel kampioenstitels in de wacht sleepte. Op die manier kwam de club in 1984 in de hoogste afdeling terecht om er in het seizoen '89-'90 kampioen te worden, nadat ze het jaar voordien al de beker van België wonnen.

Gelet op deze resultaten was het dan ook niet echt een verassing dat bowlingclub Alloo zowel in 1989 als in 1990 verkozen werd tot sportlaureaat van de Stad Aalst.

 

Naast de verschillende spelers en speelsters van de club die zich de afgelopen jaren bijzonder hebben onderscheiden door het behalen van een Belgische provinciale titel of ereplaats, betrek ik graag in deze hulde het bestuur van de club met zijn joviale en zeer dynamisch voorzitter Bruno Rossi die terecht prat kan gaan op hetgeen in de afgelopen 10 jaar vooral onder zijn impuls gerealiseerd werd.

Hij werd trouwens in 1986 juist omwille van zijn grote inzet voor de club verkozen tot perslaureaat, waarmee maar gezegd wil zijn dat de verdiensten van zo iemand ook voor de buitenwereld niet onopgemerkt blijven.

 

Zoals in alle verenigingen komt het succes nooit vanzelf. Er zijn stuwende krachten nodig om alles in goede banen te leiden. Al bij al is het in deze tijd van sociale vervreemding en sterk doorgedreven individualisme niet meer zo vanzelfsprekend dat men, zonder dat daar enige financiële beloning tegenover staat, zichzelf wegcijfert in het belang van de club of vereniging.

 

Dames en heren, de stedelijke overheid doet al vele jaren grote inspanningen om de sportbeoefening te promoten. Het spreekt bijgevolg vanzelf dat wij als stadsbestuur de grootste appreciatie hebben voor wat clubs zoals bowlingclub Alloo blijven verwezenlijken.

 

De sport zelf, het bowling, die pas in de zeventiger jaren bij ons tot volle ontwikkeling is gekomen, hebben wij leren appreciëren als een bijzonder gezinsvriendelijke sport met een grote recreatieve waarde en een direct sociaal contact, terwijl voor diegenen die er zich echt willen op toeleggen, de stap naar de competitiesport bijna vanzelfsprekend wordt.

 

Het is dan ook met bijzonder veel genoegen dat ik U namens het stadsbestuur dit relatiegeschenk overhandig als blijk van erkentelijkheid en met onze gelukwensen voor het 10-jarig jubileum.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ONTVANGST JUVENTUS ZVC

12 JULI 1991

 

 

Dames en heren,

 

 

Op sportief gebied kan het bij wijze van spreken "niet meer op" in Aalst. We hebben nu Eendracht in eerste klasse, Sabine Appelmans werd sportvrouw van het jaar, Peter De Backer werd Europees kampioen kader 47/1 en nu breekt Juventus ook nog het guinnessrecord zaalvoetbal.

 

Toen gerechtsdeurwaarder De Troyer zondagavond 16 juni te 20 uur plaatselijke tijd, 59 uur na de start en 501 doelpunten later, het record afstempelde, was het officieel. Een staande ovatie van het publiek viel te beurt aan de uitgeputte helden die hun vreugde en emoties nu de vrije loop konden laten.

 

Proficiat Dirk, Gino en Rudi Baeyens, Dirk Verleysen, Kristiaan Van Vaerenbergh, Stefan Heuvinck, Patrick De Neve, Gino Commerman, Guy De Backer en ook Christophe De Brucker die de hele voorbereiding heeft meegedaan. Wat jullie gepresteerd hebben is waarschijnlijk iets wat je maar eenmaal in jullie leven zult meemaken.

 

Jullie verdienen terecht gelukwensen van het stadsbestuur voor deze unieke prestatie.

 

Naast het bereiken van een wereldrecord, zorgde de club 59 uur lang voor een ware promotie van de zaalvoetbalsport en vestigde bovendien de aandacht op de integratie van gehandicapten in de actieve sportbeoefening, door de opbrengst van het gebeuren te schenken aan het Jean-Marie Pfaff-fonds.

 

De organisatie verliep vlekkeloos met een team van tijdopnemers, mensen voor het onthaal en aan de kassa, het kantinepersoneel en zes scheidsrechters, die elkaar de klok rond afwisselden.

 

Achter de schermen droeg een equipe van drie dokters Dr. Coomen, Dr. Holvoet en Dr. Jacob en zes kinesisten de verantwoordelijkheid voor de verzorging van de spelers. Even ontstond paniek toen bleek dat de waterleiding afgesloten moest worden. Gelukkig was de brandweer bereid een citernewagen ter beschikking te stellen.

 

Dames en heren, het hele opzet van het wereldduurrecord werd uitgewerkt door clubsecretaris Albert Baeyens en zijn rechterhand Jozef Verleysen.

 

Het idee zelf komt oorspronkelijk van Rudi Baeyens en dateert van begin vorig jaar toen de zaalvoetbalcompetitie nog in volle gang was.

Na het seizoen werd de draad weer opgenomen en we kunnen zeggen dat de echte voorbereiding begon in september 1990. Vanaf dan wordt het geheel groter om groter. Als Albert Baeyens van 2 operaties herstelt in het ASZ, lijkt zijn kamer wel een telefooncentrale. Misschien zijn Albert en Jozef nog het gelukkigst van allemaal omdat ze nog beter dan de jongeren zullen begrijpen hoe uniek en eenmalig de geleverde prestatie wel is. Voor de bergen werk die zij maandenlang onverdroten verzet hebben ook onze felicitaties.

 

Vrijdagmorgen te 9 uur was ik erbij om met de collega's van het schepencollege en de gemeenteraad de spits af te bijten. U zult wel begrijpen dat wij ons als ploeg wat gespaard hebben om de jongens van Juventus te laten winnen.

Ahum ! De volksmond zegt immers : "goed begonnen is half gewonnen" en op die manier hadden wij het idee ook ons steentje te hebben bijgedragen. (Een week later voelde ik dat steentje nog steeds in mijn benen).

Datzelfde geldt uiteraard ook voor de 53 andere ploegen die 3 dagen en 2 nachten van de sporthal Ten Rozen het centrum van Aalst hebben gemaakt.

 

Ik was verschillende keren aanwezig en naarmate het record dichterbij kwam en de spanning groeide, werd de ambiance steeds maar groter. Via radio FM Aalst leefde gans Aalst mee. En wie Aalst een beetje kent weet wat dat wil zeggen.

 

In tegenstelling tot de algemene verwachting dat de tweede nacht het zwaarst zou vallen, kregen de spelers het zeer kwaad tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag. De collectieve inzinking was het gevolg van het enthousiasme van de eerste uren. Een verontruste Dokter Jacobs trok naar huis, denkend dat het einde van de recordpoging misschien in zicht was.

 

Dat bleek gelukkig een verkeerd voorgevoel want echte inzinkingen kwamen er nadien niet meer. Gesteund door enkele karnavalploegen en hun supporters en door de vrije radio met Aalsterse carnavalschlagers hebben zij zich er weer "door" gespeeld. Eens zaterdagnacht voorbij, wisten ze dat hun poging zou slagen. Albert Baeyens zou later zeggen dat hijzelf en de spelers nooit het vertrouwen verloren. Dat ze uiteindelijk 21 van de 54 matchen wonnen en 11 keer gelijk speelden is misschien van minder belang, maar toont aan hoe "scherp" de jongens wel stonden.

 

Het is vooral Dr. Cooman geweest die hieraan de meeste verdienste heeft gehad. Een perfecte organisatie achter de schermen (met het vaste scenario van eten, douchen en masseren) deed de rest. Het werk dat door de echtgenotes in de keuken en wasplaats gepresteerd werd is achteraf bekeken eveneens van onschatbare waarde gebleken. Ook deze prestatie verdient onze felicitaties.

 

De laatste match tegen de Jean-Marie Pfaffploeg zette de kroon op het werk. Het vorige record, op naam van een Nederlandse club, werd met anderhalf uur de grond ingeboord. Sporthal Ten Rozen, tot in de nok gevuld, daverde op zijn grondvesten. "Oilsjt stad van mijn dromen", champagne, bloemen, tranen, kussen en gelukwensen. Het grote feest kon beginnen.

 

Dames en heren, zaalvoetbal  is een sport die beoefend wordt door amateurs. Voor zover wij weten is geen van de gelauwerden profvoetballer. Nochtans is het voor mij volkomen duidelijk dat het wereldduurrecord zaalvoetbal gevestigd is door topsporters.

 

Deze vaststelling maakt de verdienste alleen maar groter.

 

Proficiat, en dank U voor de sportieve uitstraling die U aan ons dierbaar Aalst hebt gegeven.

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

ONTVANGST KONINKLIJKE DUIVENLIEFHEBBERSMAATSCHAPPIJ "EENDRACHT"

N.A.V. 100 JARIG BESTAAN

TROUWZAAL STADHUIS 21 JANUARI 1990

 

 

Dames en heren,

 

 

Eeuwelingen zijn geen alledaags verschijnsel. De Koninklijke Duivenliefhebbers-maatschappij "Eendracht' viert in 1990 haar 100-jarig bestaan en is daarmee de patriarch onder de Aalsterse Maatschappijen. Ter gelegenheid van deze uitzonderlijke gebeurtenis mag ik de eerbiedwaardige jubilaris in naam van het College van Burgemeester en Schepenen gelukwensen met de bereikte leeftijd en nog vele jaren in goede gezondheid toewensen met de hoopvolle gedachte dat verenigingen ouder worden dan mensen.

In 1889 telde Aalst al 22 verenigingen die aangesloten waren bij de "Grooten Bond van Aalst". In die tijd was het nog wel niet zo eenvoudig om als duivenliefhebber actief te zijn, want ge moest een bewijs van goed gedrag en zeden hebben om met de duiven te mogen spelen. Dit was nog een overblijfsel van het vroegere "duifrecht". Als overdrager van berichten nog af en toe kenmerken van de vroegere variëteiten draagt.

Spanning en avontuur, tactiek en geluk, winst en verlies. Het zijn allemaal elementen van een boeiende hobby. Een snelcursus "duivenmelken" heeft mij ervan weten te overtuigen dat bij de duivensport geen enkel van deze elementen ontbreekt.

Dat de duivensport in ons land nog populair is, mag blijken uit een paar cijfers : wij tellen op dit ogenblik 84.000 actieve leden die, verdeeld over meer dan 1.400 maatschappijen hun geliefkoosde hobby beoefenen. Alle 84.000 samen spelen met naar schatting 3 miljoen duiven. Op zijn hoogtepunt in de jaren '50 wat het aantal beoefenaars betreft, heeft de duivensport zoals elk maatschappelijk gebeuren, de invloed van de tijdsgeest ondergaan.

De massale "inkorving" van de bevolking in de jaren zestig en zeventig in betonnen woonblokken heeft de duivensport geen goed gedaan. De opkomst van dag-, weekend- en vakantietoerisme vormde een ander obstakel voor deze volkse sport. Tot voor enige jaren waren de Vlaamse duivenkoten vaak rommelige en lelijke achterbouwtjes, opgetrokken in beroeste golfplaten en betonsteen. Daar is veel verandering in gekomen. De gemiddelde Vlaamse duif is tegenwoordig goed gehuisvest. Dierenliefde gedijt ook stukken beter in een milieuvriendelijk geheel.

De duivensport is met zijn tijd meegegaan. Wedstrijduitslagen worden met computer verwerkt en uitgeprint. Voor de fondvluchten gebruikt men het vliegtuig om de ingekorfde duiven ter plaatse te brengen. Niets menselijks is de duivensport vreemd. Waar in de reguliere sport naar doping gegrepen wordt, is hier of daar altijd wel een duivenmelker aan het knoeien met zogenaamde medicamenten om zijn wittepenne of zijnen goeien "in de haak" te houden.

Het antwoord op de vraag wat nu precies de duivensport zo attractief maakt, is niet eenvoudig. Het heeft te maken met een mengeling van menselijke gevoelens en waarden : vreugde, verlangen, hoop en vrees, respect, eer, glorie, roem, geduld en voldoening. De voorliefde voor het spel, het kweken, spanning, tactiek en enig geldgewin aan het einde van de rit zijn de drijfveren van de gepassioneerde duivenliefhebber.

Duivensport is ook een merkwaardige combinatie van individualisme en sociaal contact. De passie van de melker voor zijn sport is niet met enige logica te ontleden. Dag in dag uit is hij bij zijn duiven. Uren aan een stuk zit hij op het hok en slaat de zovele kleine en grote gebeurtenissen in het duivenhuishouden gade. Hij observeert en taxeert de algemene conditie van jongen en jaarlingen, de driftige toenaderings-pogingen van duiver en duivin, het "slijpstaarten" en trippelen van zijn duiven. De favoriet van het hok, op "weduwschap" gezet, krijgt een blik vol verlangen, hoop en vrees. Quiévrain, Noyon, Tours, Narbonne, Barcelona. Welke van deze magische namen zal morgen de roem brengen ?

Praten over het observeren, de selectie, de tactiek ... brengt de duivenmelkers bij elkaar. Discussie en straffe verhalen zijn nooit van de lucht in het duivenlokaal. Verlies wordt steevast afgedaan als "malchance" en hij die goede uitslagen laat afklokken is de profeet van het moment. Weinig dingen zijn van meer betekenis dan de toogbabbel en de commentaar en de explicaties bij het "dépouillement". Na het duivenhok is het duivenlokaal zowat de belangrijkste plaats op aarde.

Het onbereikbare van een duivenwedstrijd die door zovele factoren wordt beïnvloed maakt het keer op keer weer boeiend, anders en nieuw. Bij de vijf procent winnaars behoren is de betrachting. Bij de zestig procent niet-verliezers behoren is al een hele geruststelling en wie bij de verliezers hoort, troost zich met de gedachte aan toekomstige kampioenen bij de volgende kweek. Vandaag zit men in zak en as. Morgen straalt de overwinning van zijn duif op de duivenmelker af.

Ziezo, dames en heren, mijn verhaal is ten einde. Ik moet U eerlijk bekennen dat ik in een korte tijdspanne veel heb bijgeleerd over de duivensport.

Ik wil graag eindigen met het beeld van de duif als symbool en koerier van de vrede in de historische jaarwende die wij hebben meegemaakt. Nogmaals een welgemeend proficiat en ik dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ONTVANGST PETER DE BACKER EUROPEES KAMPIOEN 47/1

5 JUNI 1991

 

 

Met de titel "Europees kampioen kader 47/1" is Peter De Backer, pas vierentwintig, toegetreden tot de wereld van de kadergrootheden. Deze uitzonderlijke prestatie is des te merkwaardiger als men bedenkt dat zij tot stand kwam amper 17 maanden nadat Peter het circuit van het golfbiljart ruilde voor het kaderspel. Bondstrainer Emiel Wafflard en Henri Callebaut behoorden tot de kleine groep mensen die Peter een grote toekomst voorspelden na zijn definitief vaarwel aan de snookercompetitie. Niemand nochtans kon vermoeden dat de fenomenale doorbraak er zo vlug zou komen.

 

Na bemoedigende resultaten op nationaal vlak in het seizoen '89-'90, volgde een Belgische titel in het kader 71/2 en in de overband-excellentie, met een onverwachte dubbele promotie naar ere-afdeling tot gevolg. Na verschillende nationale tornooien waarin Peter het meesterschap van Frederic Coudron moet erkennen in het kader 47/1, speelt Peter het tornooi van de haan, waar hij een vijfde plaats haalt in het kader 71/2. Tot dusver had Peter zich steeds met een ereplaats tevreden moeten stellen.

 

Toch voelt hij dat er meer in zit. Zonder complexen, hij heeft toch niks te verliezen vindt hijzelf, neemt Peter eind april van dit jaar deel aan het Europees tornooi te Ieper.

 

Na een reeks moeilijke wedstrijden in de voorrondes moet hij het opnemen tegen titelverdediger, de Luxemburger Fonsy Grethen. Hij wint en het zelfvertrouwen groeit zienderogen. In de halve finale moet ook de Duitser Stenzel eraan geloven.

 

Voor Peter, die nooit voorheen de apotheose van een internationaal tornooi bereikte kan dit Europees Kampioenschap al niet meer stuk. De finaleplaatsen gespeeld tegen Thomas Wildfoerster werd een echte zenuwslag. Na winst in de eerste set, verliest Peter zijn uitgangspositie in de tweede. Terwijl hij al berustte in zijn zoveelste tweede plaats, begint de Duitser op zijn beurt ogenschijnlijk gemakkelijke punten te missen, zodat Peter nog vrij vlot de laatste punten naar de triomf bijeen kon spelen. Deze keer is het goed raak. Steeds weer op het ultieme moment dat tikkeltje geluk ontbrekend, pakt hij overtuigend zijn eerste Europese titel.

 

Een toevalstreffer ? Ja en neen. Ja, als men ervan uitgaat dat er op dit moment een 8-tal gelijkwaardige jonge spelers in het circuit meedraaien. Neen, als men rekening houdt met de gedrevenheid, de inzet en de werklust van Peter, die bezield is met de absolute wil om er te komen. Talent is hierbij een noodzakelijke voorwaarde maar niet de enige voorwaarde. De spectaculaire vooruitgang werd vooral geboekt dank zij een goed oriëntatie en quasi permanente mentale begeleiding. Voor wie met de biljartsport enigszins vertrouwd is, is dit eigenlijk bijna vanzelfsprekend. De sport is dermate zenuwslopend dat het verschil in mentale sterkte omzeggens steeds doorslaggevend is voor het resultaat.

 

De absolute top in het biljart is het driebanden. Alle jonge spelers dromen er van om ooit het voetspoor te drukken van Raymond Ceulemans of Ludo Dielis. In het geval van Peter De Backer is dit een droom die binnen 3, 4 of 5 jaar werkelijkheid kan worden.

 

Peter heeft de goede instelling en moet in de komende tijd vooral zoveel mogelijk matchervaring opdoen. Het potentieel, daar is iedereen het intussen wel over eens, is aanwezig.

 

Om te slagen moet ook voldaan zijn aan enkele randvoorwaarden, ik noemde al de mentale begeleiding en de coaching. Even belangrijk is het om zich niet voortdurend financiële kopbrekers te moeten maken, m.a.w. onder het hoogste niveau is het niet altijd even eenvoudig om uit de kosten te komen. Er kruipt enorm veel tijd en energie in het scheppen van de noodzakelijke financiële weerslag die het mogelijk moet maken dat Peter in de beste voorwaarden kan werken aan zijn toekomst. Als hij zich over het financieel aspect geen zorgen hoeft te maken kan hij zich volop concentreren op zijn sport. De steun die hij krijgt van zijn sponsor Josan Van Laere uit Ternat is dan ook essentieel.

 

Peter De Backer, tot voor kort voor vele Aalstenaars een onbekende, is bij wijze van spreken van vandaag op morgen in het volle licht van de schijnwerpers getreden. Als stadsbestuur hopen wij uiteraard dat het lukt voor Peter en dat hij het doel zal bereiken dat hij voor ogen heeft.

 

Met de gelukwensen van het College van Burgemeester en Schepenen voor de Europese titel en onze allerbeste wensen voor de toekomst, wil ik U als blijk van onze waardering graag dit relatiegeschenk overhandigen.

 

Dames en heren,

 

Door een toevallige samenloop van omstandigheden, hebben wij deze gelegenheid te baat genomen om ook de heer Leo Van Steenhuyze, die hier de socio-culturele afdeling van VTB-VAB Aalst vertegenwoordigt, te ontvangen naar aanleiding van de organisatie van de BLOSO lustrum wandel-mee-dag op 12/11/89. De VTB-VAB afdeling Aalst kreeg voor haar organisatie bij wijze van algemene appreciatie de BLOSO-beker toegekend.

 

Dat deze organisatie, waaraan het stadsbestuur meewerkt, zonder enige vorm van sponsoring gerealiseerd werd, maakt de verdienste nog groter.

 

Collega, mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh, die o.m. voor toerisme bevoegd is, zou hier in dit verband zeker ook gewezen hebben op de positieve medewerking van het stadsbestuur met de VTB-VAB afdeling en haar belangrijke inbreng in het project dat de herziening van de wandelingen in Groot-Aalst beoogt.

 

Met de zekerheid van een positieve samenwerking in de toekomst, en met de gelukwensen van het College van Burgemeester en Schepenen, overhandig ik hierbij graag de BLOSO-beker aan Leo Van Steenhuyze. Proficiat !

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ONTVANGST STADSPLOEG WIELERTOERISTEN WINNAARS RONDE VAN BELGIË 1991

19 SEPTEMBER 1991

 

 

Dames en heren,

 

 

Het is nu al zeker dat 1991 in deze stad op sportief gebied een topjaar kan genoemd worden. Zowel individueel als in ploegverband werden verschillende memorabele prestaties neergezet. Sabine Appelmans werd sportvrouw van het jaar, Eendracht promoveerde naar eerste nationale en S.K. Aalst werd ei zo na kampioen in de tweede provinciale. Met Peter De Backer in het kader 47/1, werd Aalst ook een Europees kampioen rijker.

 

Daar bovenop trakteerde zaalvoetbalclub Juventus ons in een marathon-driedaagse op een onvergetelijk spektakel, waarbij de emoties vaak sterk meespeelden. Zij schreven het werelduurrecord op hun naam met 59 uren ononderbroken zaalvoetbal.

 

Misschien minder tot de verbeelding sprekend, maar niettemin een prestatie om U tegen te zeggen, is het behalen door een Aalsterse stadsploeg van de ronde van België voor wielertoeristen. Het kwartet Dirk Moerenhout, Rik Sergant, Patrick Van Biezen en Dirk Jansegers werd op de been gebracht door coach Isidoor Van Biesen. Zij werden verzorgd en letterlijk op de been gehouden door kinesist Simon Phlips.

 

Uiteindelijk slaagde deze ploeg er in om elke tegenstand te overwinnen. Evenwel niet zonder slag of stoot. Na winst in de proloog en de eerst rit, verloor de ploeg halfweg de tweede rit liefst 17 minuten op de naaste concurrenten. Door de acute knieproblemen van Pat Van Biezen zag het er op dat moment erg somber uit. De concurrentie greep zijn kansen, maar rekende buiten de kundige vingers van wonderdokter Simon Phlips die, met wat de Duitsers "fingerspitzengefühl" plegen te noemen, de knie en de man weer helemaal oplapte. De opgelopen achterstand werd in het tweede deel van de rit zelfs grotendeels weggewerkt. Van dan af ging het ons viertal voor de wind en wonnen zij eigenlijk alles wat er verder nog te winnen viel. Op hun absoluut meesterschap, een eerste maal duidelijk op de muur van Hoei, stond geen maat meer. Er was geen houden meer aan op de hellingen die wij kennen van de wielerklassieker de Ronde van Vlaanderen : de Koppenberg, de Oude Kwaremont en de Kluisberg.

 

Dames en heren, waar de individuele spotbeoefenaar helemaal op zichzelf is aangewezen, is het in de ploegsporten de collectieve prestatie die telt. De wielersport heeft in Vlaanderen een grote traditie. De "Flandriëns" zijn een begrip in wielermiddens. Het wielertoerisme is van recentere datum en heeft vooral de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Het is verheugend daarbij vast te stellen dat de gemiddelde leeftijd van de weekend-wielertoerist rond de 30 jaar ligt. Hier primeert uiteraard de sportieve ontspanning op de prestatiedrang. Het competitie-element heeft intussen ook in het wielertoerisme zijn intrede gedaan.

 

Blijkbaar is de drang naar prestaties - hoe sterk is de eenzame fietser - bij de individuele sportbeoefenaar zo groot dat men op een of andere manier vanuit een brede basis gegroeid is naar een niveau van competitie dat alleen kan bereikt worden mits intensieve training en semi-professionele begeleiding. Het behalen van deze overwinning kan bijgevolg geen gelukstreffer zijn dan wel het resultaat van de gedrevenheid van 4 jonge mensen die leven voor hun sport enerzijds en de vrijwillige inzet van anderen die, zonder dat daar enig geldgewin mee gemoeid is, bereid zijn om hun beste krachten en al hun vrije tijd op te offeren voor het beoogde doel.

 

Namens het College van Burgemeester en Schepenen, proficiat met de behaalde overwinning en ik hoop dat er nog vele successen zullen volgen.

 

Dank U.

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P.C. ALOSTA - 25 JARIG BESTAAN

ACADEMISCHE ZITTING

5 JANUARI 1991

 

 

Mevr de Burgemeester,

Collega's Schepenen en gemeenteraad,

Voorzitter van het vrijetijdscomité,

Dames en heren genodigden,

Beste sportvrienden,

 

Namens het College van Burgemeester en Schepenen en de Gemeenteraad, heet ik U graag welkom op deze academische zitting ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Petanqueclub Alosta.

Het woord petanque roept het beeld op van een zonovergoten Franse Midi, waar op de dorpspleinen het jeu de boules de mensen bij elkaar brengt in de lommer van de platanen, het geheel in kleur gezet door pittige discussies in het sappig taaltje van Fernandel. In Zuid-Frankrijk is petanque veel meer dan een occasioneel tijdverdrijf.

Het is een stuk levende cultuur "une façon de vivre" zoals de Fransen dat zo mooi uitdrukken. Het hoort er bij het leven zoals eten, drinken en slapen. Je zou bijna kunnen spreken van een primaire behoefte.

Hoewel de oorsprong van het petanquespel in een ver verleden ligt, is het in ons land nog niet zo lang gekend. Na de tweede wereldoorlog waaide het over naar onze streken. De clubs waren aanvankelijk uitsluitend gegroepeerd in de provincie Brabant en Wallonië. Aalst behoorde tot de pioniers van het petanque in Vlaanderen. Petanqueclub Alosta werd in 1965 opgericht als P.C. De Spijkers, genoemd naar het clublokaal te Nieuwerkerken. Van de stichters zijn Fernand Ameloot en Maurits De Ridder nog steeds actief in de club. Al in 1966 nam Alosta zijn definitieve intrek in het Beukenhof. Sindsdien is het steeds meer crescendo gegaan. In de zone Oost-Vlaanderen is petanqueclub Alosta uitgegroeid tot een van de belangrijkste clubs. Over de historiek van "zijn" club zal voorzitter Fernand Ameloot, erbij vanaf het eerste uur, ons straks ongetwijfeld boeiend kunnen vertellen.

Op 30 september 1989 had ik samen met de Burgemeester en Schepen Edgard Hooghuys van Openbare Werken, de eer om de opening mee te maken van de uitgebreide en vernieuwde accommodaties in het Beukenhof. Het is duidelijk dat hier met vereende krachten en in goede samenwerking met het stadsbestuur een fameuze infrastructuur werd gerealiseerd, die vele andere clubs Alosta benijden.

Ik zei het toen al en herhaal het graag hier nog eens : "Ik denk dat petanqueclub Alosta in de eerste plaats een groep is van vrienden". Anders was dit niet mogelijk geweest.

Kijkend naar het eindresultaat zijn de maandenlange inspanningen zeker de moeite waard geweest.

En inderdaad : de beschikking over een prachtige accommodatie, het groeiend aantal leden, de ambitieuze organisaties en de steeds betere resultaten zijn allemaal zaken die aan mekaar hangen en het gevolg van de enorme inzet van bestuur, leden en medewerkers die met plezier al hun vrije tijd wijden aan hun hobby of club. De persoonlijke voldoening die daarvan het gevolg is, moet groot zijn. Om kort te gaan dames en heren, ik ga mij beperken want er zijn nog een aantal sprekers : ik denk dat voor dit Alosta nog een grote toekomst is weggelegd. Ik wens U mijnheer de voorzitter, bestuursleden en leden van de club, met de beste wensen van het College van Burgemeester en Schepenen voor een voorspoedig 1991, hartelijk proficiat met het zilveren jubileum van uw petanqueclub Alosta. Nog verder veel succes en nog veel sportieve prestaties. Ik wens U verder nog een gezellige avond.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport,

Gezin en Vrije Tijd

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERSCONFERENTIE BEDRIJFSSPORTWERKING

10 APRIL 1990

 

 

Collega's van het stadsbestuur

Mijnheer de inspecteur van Bloso

Mijnheer de ondervoorzitter van de kamer

Dames en heren bedrijfsleiders

Dames en heren leden van de werkgroep bedrijvensport Aalst

Dames en heren van de pers

Geachte genodigden,

 

De Aalsterse bedrijfssportwerking is één jaar jong. Dat is een gelegenheid voor een eerste evaluatie en een blik in de toekomst.

 

Bij het begin van deze bestuursperiode traden de departementen Economische Ontwikkeling en Sport onder impuls van Bloso Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Liga Bedrijfssport in overleg om in Aalst in navolging van het succesvolle Gentse pilootproject een bedrijfssportwerking op gang te brengen.

 

We lieten er geen gras over groeien. In een eerste fase werden alle bedrijven uit de regio met minimum 20 werknemers aangeschreven. Een 20-tal bedrijven reageerden positief.

 

Zo kon reeds op 2 maart '98 op het stadsbestuur een eerste informatievergadering georganiseerd worden, waar de mogelijkheden en de logistieke hulpmiddelen van het Stadsbestuur en de Provinciale Inspectie van het Bloso werden toegelicht.

 

Op 18 april werd de werkgroep Bedrijfssportwerking Aalst officieel opgericht en werden de grote krachtlijnen van de werking vastgelegd. 14 vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen maakten er effectief deel van uit. De doelstelling van de werkgroep werd omschreven als het bevorderen van sport in bedrijfsverband en van een betere communicatie tussen de verschillende sportende bedrijven. De handelskamer beschreef de symbiose tussen sport en de bedrijfswereld op voorhand terecht als een "winning team".

 

Sedertdien werden er door de werkgroep driemaandelijkse vergaderingen gehouden, waar initiatieven werden genomen, speelkalenders werden opgesteld en praktische afspraken werden gemaakt over het gebruik van de infrastructuur, de organisatie van initiatie- en vervolmakingscursussen en noem maar op. Niet zonder resultaat ...

 

In de loop van 1989 volgden zowat 156 werknemers reeds initiatie- en vervolmakingslessen in aerobics, squash, tennis, volleybal en zwemmen. Op 1 juli deden een 45-tal werknemers mee aan een sportnamiddag met wandeling, volleybal, tafeltennis en volkssportspelen op het programma. In september werd gestart met een kalender zaalvoetbal, waaraan 7 ploegen deelnamen : Amylum, Dart Industries, A.S.L.K., Pioneer, Minit en Somati.

 

Het ijs was gebroken. In 1990 wil de werkgroep nog meer bedrijven bereiken en motiveren tot deelname aan de sportinitiatieven. Op 12 mei e.k. wordt, als bewijs daarvan, de eerste bedrijfssportdag regio Aalst georganiseerd, die straks door mijn medewerkster en stuwende kracht achter de werkgroep : Magda Van den Brande zal worden toegelicht.

 

Het spreekt vanzelf dat we de organisatie van onze eerste bedrijvensportdag aangrijpen om nog eens een warme oproep te doen aan alle bedrijven uit de regio. Onze slogan blijft : "Sport is tof en 't kan best in je bedrijf", (best in ALLE bedrijven natuurlijk !).

 

Vermeldenswaardig is alvast dat de bedrijven die deel uitmaken van de werkgroep, naast deze belangrijke inzet op zich ook nog bereid gevonden werden om samen met het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen deze sportdag te sponsoren. Op deze wijze kon de drempel tot deelname voor de nog niet aangesloten bedrijven verlaagd worden. Namens het College van Burgemeester en Schepenen wil ik hier dan ook heel bijzonder volgende bedrijven danken voor de sponsoring : Kamer van Koophandel en Nijverheid van Aalst en Gewest, Pioneer, A.S.L.K., Amylum, Minit, Somati, Callebaut, Interstoom, Tupperware en Gates.

Dames en Heren, U begrijpt dat gezien de precaire financiële toestand van de stad een dergelijke samenwerking, ook op financieel vlak welkom is en geapprecieerd wordt.

 

De bedrijven stimuleren tot bedrijfssport houdt ook in de bedrijven motiveren tot deelname. Hiertoe moeten we met goede argumenten naar voor komen, zeker als we, Japan, de USA en de Scandinavische landen achterna, er ooit zouden willen in slagen sport in de bedrijven en tijdens de werkuren ingang te doen vinden.

 

Over sportbeoefening samen met de collega's na de werkuren bestaat ook hier weinig discussie. Het is plezierig, men leert het personeel van het eigen of een ander bedrijf kennen in andere omstandigheden, ... enz. Dergelijke samenkomsten brengen ook algemeen een betere communicatie tussen de bedrijven tot stand.

 

Anders is het gesteld met de idee om sportactiviteiten te organiseren binnen het bedrijf en binnen de werkuren. Dit blijft voorlopig nog een utopie, omdat hier de werkgever er nog te veel van uitgaat dat een verlies aan arbeidstijd gelijk staat met een verlies aan productiviteit, terwijl de werknemers vrezen dat men hen via de sport bijna kunstmatig wil aanzetten tot een hoger arbeidsritme.

In Japan hebben echter ondertussen heel wat experimenten aangetoond dat bedrijfssport tijdens de werkuren zowel de werkgever als de werknemer ten goede komt.

 

In een bedrijf dat ik om deontologische redenen niet bij naam kan noemen, werd via een grondige enquête vastgesteld dat bijna 75 % van de werknemers psychofarmaca slikken. Een vakbondsman trok daar het veelzeggend besluit uit dat economische en menselijke belangen moeilijk te verzoenen zijn. Dat lijkt alvast het geval te zijn in de USA, waar de anti-drugcampagne van President Bush heftige reacties uitlokte van psychiaters die beweerden dat vele Amerikaanse managers slechts het hoofd boven water houden met drugs, terwijl ze hun contact verliezen met hun gezin en hun omgeving, dat ze vereenzamen en niet zelden wegglijden in de grote groep van 25 % depressieve Amerikanen.

 

Het probleem heeft, zoals blijkt uit vele onderzoeken, immers niet alleen te maken met het arbeidsritme of met de aard van het werk zelf. Zelfs allerlei werksituaties die in "Modern Times" van Charly Chaplin werden vereeuwigd, zijn niet de kern van de zaak. Hier gaat het in essentie om de zelfvervreemding van de mensen die leven van verwachting naar verwachting en zich daar dermate in opsluiten dat ze aan het leven voorbijgaan en alle contact verliezen met hun omgeving. Ze leven met andere woorden op een bom van onverwerkte gevoelens, isolement en conflicten en van wat in die nieuwe visie stress wordt genoemd.

 

Ik vond het belangrijk om vanuit mijn bevoegdheid als schepen van welzijn ook deze problematiek even aan te raken. Belangrijk is alvast dat ook in dit verband het meest uitgeteste hulpmiddel om ook hieraan te verhelpen sport in de bedrijven is, tijdens de werkuren, maar beslist niet eender hoe !

Sport kan een middel zij om zich bewust te worden en daardoor afstand te nemen van stresserende drijfveren zoals wedijver, de beste zijn, winnen, enz ...

"Deelnemen is belangrijker dan winnen" moet dan ook de spelgeest in onze bedrijvensport zijn.

Ik wil graag besluiten met alle betrokkenen nogmaals te danken voor hun medewerking en wens het initiatief nog veel succes toe.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERSVOORSTELLING WERELDDUURRECORD ZAALVOETBAL Z.V.C. JUVENTUS

31 MEI 1991

 

 

Dames en heren,

Geachte aanwezigen,

Leden van de pers,

 

 

Het is mij een waar genoegen U de zaalvoetbalclub Juventus uit Aalst voor te stellen, misschien minder goed gekend door de meesten onder U, maar dit zou wel eens vlug kunnen veranderen indien de stoutmoedige plannen van de club tot een goed einde zouden worden gebracht. En er is, denk ik, objectief gesproken geen enkele reden om aan te nemen dat dit niet het geval zou zijn.

Ik neem aan dat het organiserend comité, bij monde van Albert Baeyens, U zelf graag zal toelichten over hoe en wanneer de idee om het wereldduurrecord zaalvoetbal te verbeteren ontstond, op welke problemen men bij de voorbereiding is gestuit en hoe men ten slotte op alle vragen een antwoord heeft gevonden. Van mijn kant wil ik U graag zeggen dat het stadsbestuur, vanaf het moment dat wij van de recordpoging op de hoogte werden gebracht, graag bereid was het initiatief te steunen o.a. door de infrastructuur gratis ter beschikking te stellen.

 

Juventus zal ook kunnen rekenen op de sympathie van onze burgemeester, mevrouw Annie De Maght, die op vrijdag 14 juni om 9 uur de aftrap zal geven voor wat zonder twijfel het begin zal zijn van het grootste avontuur in de nog jonge bestaansgeschiedenis van de club.

 

Bij de voorbereiding van deze gigantische opgave, 60 uur zaalvoetbal, werd duidelijk zo weinig mogelijk aan het toeval overgelaten : intensieve trainingsschema's, dokterstoezicht, aangepaste voeding, enz ... bij de stunt zijn niet minder dan 56 ploegen betrokken die Juventus partij moeten geven. Hierbij ook enkele carnavalgroepen die voor de humoristische noot zullen zorgen. De BRT, Lucien Van Impe en Jean-Marie Pfaff-fonds, dat binnen het kader van de Koning Boudewijnstichting is opgezet om sportinfrastructuur aan te passen voor gehandicapten. Vanzelfsprekend hebben wij hiervoor bijzondere waardering.

 

Ik geef nu graag het woord aan ...

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PETANQUECLUB ALOSTA

30 SEPTEMBER 1989

 

 

"Pointer, tirer, carreau, pousette, raspaille, taper, demi-portée" zijn termen uit het jargon van de petanquespeler. Over de herkomst ervan kan niet veel twijfel bestaan.

Van alle jeux de boules die er nu in Frankrijk nog zijn : jeu provençal, lyonnaise, parisienne, palet breton en jeu longue, is petanque het jongste. Over het ontstaan van het spel zelf wordt het volgende verteld. In de Provence leefden eens twee broers, die vaak jeu de boules speelden. Eén van hen werd na een ongeluk verlamd aan zijn benen en kwijnde weg in zijn rolstoel. De andere ging door met spelen. Om zijn broer een plezier te doen, stelde hij hem op een dag voor een partij te spelen zonder aanloop en met kleinere speelafstand. Dat bleek erg interessant en spannend. Zo werd petanque geboren.

 

In de wereld van de petanque bij ons geniet PC Alosta, opgericht in 1965, een grote bekendheid. Na een wat aarzelende start nam de club al in 1966 haar definitieve intrek in het Beukenhof. Al dadelijk wist men meer dan 200 spelers aan te trekken voor een groot zomertornooi. Nog geen jaar later organiseerde de club het Belgisch Kampioenschap triplette voor meer dan 500 spelers. In 1970 reeds was men toe aan het verruimen van de clubaccommodatie tot acht binnenterreinen en 42 buitenterreinen, waarvan 12 met verlichting.

 

In september 1988 besliste het clubbestuur om nogmaals het lokaal in het Beukenhof te vergroten en aan te passen. Deze schaalvergroting drong zich op omdat de club als sinds een aantal jaren in de hoogste reeks van het petanquetornooi meedraaide.

Het stadsbestuur, eigenaar van de door de club gehuurde installaties, gaf het principieel akkoord en deed een aanvraag bij de herscholingsdienst van de RVA om aan het project medewerking te verlenen. De clubleden vatten zelf de werkzaamheden aan en kregen na de winterstop de hulp van arbeiders van de herscholingsdienst. De leden van de club stonden in voor electriciteitswerken, het aanleggen van water- en gasleidingen, het steken van afvoerpijpen, het vernieuwen van de vloeren en het moderniseren van de cafetaria. De RVA-ploeg nam de metsel- en dakwerken voor haar rekening.

 

Na een vol jaar werken is alles voltooid en kunnen de nieuwe installaties in gebruik genomen worden. Dames en heren, deze vereniging is meer dan een verzameling petanquespelers. Ik denk dat Petanqueclub Alosta in de eerste plaats een groep van vrienden is. Anders was dit niet mogelijk geweest. Misschien dat sommige echtgenotes het niet met mij eens zullen zijn als ik zeg dat de voornaamste drijfveer van mensen die al hun vrije tijd geven aan hun hobby of aan hun club wellicht te maken heeft met het gevoel samen voor de club iets unieks te realiseren en de persoonlijke voldoening die daarvan het gevolg is. Kijkend naar het eindresultaat meen ik te mogen concluderen dat de maandenlange inspanningen alle moeite waard geweest zijn, ook al zijn daar een onbenoemd aantal nachtelijke debatten aan voorafgegaan.

 

Onze dank en gelukwensen aan de voorzitter Fernand Ameloot voor zijn bezielende leiding in al die jaren, aan alle leden van de club-duizendpoten en anderen, aan hun begrijpende echtgenotes, aan de RVA-herscholing, aan mevrouw de burgemeester die als schepen van openbare werken een belangrijk aandeel heeft gehad in deze realisatie en aan haar opvolger Edgard Hooghuys die mee het werk voltooide.

 

Ten slotte mag ik zeker niet vergeten twee recente en opmerkelijke prestaties van de club te honoreren nl. de klassering van de heren in de finale van de Belgische Interclubbeker op 3 september te Signeulx en de deelname vorig weekend van Alosta aan het wereldkampioenschap triplette in Barcelona.

 

 

Ik denk dat voor dit Alosta nog een grote toekomst is weggelegd in dit Beukenhof dat ik heb zien groeien en waar ik als kleine jongen met de hond kwam wandelen langs de Molenbeek. Hetzelfde Beukenhof waar straks kinderen zullen kunnen komen spelen op een volledig vernieuwd speelterrein, waarvoor wij de vaste belofte van toelage gekregen hebben. Ook dat is verheugend nieuws.

 

Dames en heren, ik heb helemaal aan het begin uitgepakt met een zevental termen uit het jargon van de petanquespeler. Misschien rijst er bij U enige twijfel over de vraag of ik wel weet wat die termen eigenlijk betekenen. Weest gerust, ik weet wat ik zeg en ik ben ook graag bereid dit te demonstreren in ploegverband met de burgemeester om U te overtuigen van de tactische kwaliteiten van dit College van Burgemeester en Schepenen.

 

Ik dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van jeugd,

sport en gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SLOTTOESPRAAK N.A.V. VLAAMSE ZWEMWEEK

 

 

Dames en heren,

 

De Vlaamse Zwemweek 1990 zit er op. Zo dadelijk volgt de uitreiking van de prijzen aan de zwemmers die zich per ploeg of individueel hebben onderscheiden in één van de vele proeven of spelonderdelen van deze Tropische Zwemweek. Ik heb het met opzet niet over competitie of discipline omwille van het feit dat, en dat is deze week toch weer gebleken, de zwemweek een bij uitstek recreatief gebeuren blijft waarbij het er niet in de eerste plaats op aankomt om de sterkste of snelste te zijn. Ik geloof dat wij nu al kunnen zeggen dat de zwemweek in Aalst opnieuw een groot succes is geworden over de ganse lijn en ik bedank hier nogmaals graag diegenen die dit grote zwemfeest in de goeie banen wisten te leiden. Dat is in de eerste plaats het voltallig personeel van het zwembad, de stedelijke sportdienst, de meewerkende verengingen Synchro, Neptunus, VIM, Hydra, Reinaert Gent, Harva, Levensvreugde en ten slotte de schooldirecties en leerlingen die actief hebben bijgedragen tot het welslagen van de zwemweek en in het bijzonder aan de meer dan 400 leerlingen van het basisonderwijs die hebben deelgenomen aan de tekenwedstrijd.

 

In 156 zwembaden verspreid over Vlaanderen stond deze week in het teken van waterplezier, animatie en recreatie in en rond het zwembad.

Aalst deed de krantenkop : "Je kan het zo gek niet bedenken" alle eer aan in de meest positieve zin. Het zijn precies de positieve reacties die ons voldoening schenken en ons sterken in de overtuiging dat we goed bezig zijn, en dat er dan weer een stimulans om er volgend jaar met hernieuwd enthousiasme tegenaan te gaan;

 

Ik geef U bijgevolg rendez-vous volgend jaar voor de 13de uitgave  van de  Vlaamse Zwemweek.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SPORTHAPPENING OSBROEK

26 MEI 1991

 

 

Dames en heren,

 

 

De sporthappening is de laatste jaren, vooral dank zij de inzet van de vele vrijwilligers, uitgegroeid tot een niet te missen orgelpunt van de Aalsterse sportmaand, die zoals U weet in het teken staat van de recreatieve sportbeoefening.

 

Toch is er een kleine schaduwzijde, waaraan wij niet zonder meer kunnen voorbijgaan. Het blijkt ieder jaar almaar moeilijker om mensen te motiveren om in ploegverband deel te nemen aan de sporthappening. Zo kon het gebeuren dat noch Herdersem noch Baardegem dit jaar als ploeg vertegenwoordigd zijn. Laat ons hopen dat deze toch wel spijtige ontwikkeling van voorbijgaande aard zal zijn.

 

Dit mag evenwel de pret niet drukken van de andere ploegen. En dat zijn er toch nog altijd 8 met in het totaal tussen de 350 en  400 deelnemers.

Wij verwelkomen de ploegen van Aalst linkeroever (de winnaar van 1990), Aalst rechteroever, Erembodegem, Gijzegem, Hofstade, Meldert, Moorsel en Nieuwerkerken.

Wij danken het gelegenheidsorkest van de linkeroever voor het muzikaal entertainment en last but not least de schenker van prijzen en de sponsors, zoals deze op het programma vermeld staan.

 

Mag ik vervolgens de teamkapiteins, in volgorde van afroeping, vragen om hun joker en het herinneringsgeschenk voor de ploeg en de leden van het organisatiecomite in ontvangst te komen nemen :

 

1. Aalst linkeroever

2. Aalst rechteroever

3. Erembodegem

4. Gijzegem

5. Hofstade

6. Meldert

7. Moorsel

8. Nieuwerkerken

 

Dank U voor uw aandacht en dat de beste mogen winnen.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VERKIEZING SPORTLAUREAAT 1989

22 DECEMBER 1989

 

 

Dames en heren,

 

Wij zijn vereerd dat U zich hebt kunnen vrijmaken om vanavond in ons midden te zijn.

Dat sport het meest actieve onderdeel van een globaal welzijnsbeleid is werd hier vanavond ten volle aangetoond.

Met deze organisatie van de verkiezing van de Sportlaureaat 1989 zetten de Adviesraad voor de Sport en de Sportdienst de kroon op het werk van een succesvol 1989.

Een ondertussen mooie traditie in een stad waar de sport altijd een uitermate belangrijke rol heeft gespeeld.

Vanavond kregen wij een terugblik aangeboden op 30 jaar Aalsters sportverleden, origineel in beeld gebracht en op de scène gezet in het artistieke luik van deze avond. Tot hetzelfde geheel behoort ook de tentoonstelling "Retrosportief", tot en met vandaag te bezichtigen in de tentoonstellingsruimte. Aan de hand van een 300-tal foto's en talrijke attributen verspreid over een 20-tal sporttakken, biedt zij een dermate interessant overzicht dat zij wellicht de aanzet kan zijn tot een gestructureerde archiefvorming over het sportverenigingsleven in Aalst. De tentoonstelling kwam pas echt tot leven in de gesprekken bij de rondgang, als mensen die er bij betrokken waren zichzelf of anderen herkenden op foto's van zoveel jaar geleden en als zij, niet zonder enige nostalgie, herinneringen ophaalden aan deze vervlogen maar o ! zo mooie tijd.

Maar, geachte aanwezigen, vanavond waren wij hier in de eerste plaats om onze grote waardering en bewondering te tonen aan al onze stadsgenoten die dag aan dag het beste van zichzelf geven om de sport te dienen.

En ik bedoel hier niet alleen de atleten en sportbeoefenaars, al dan niet competitief of al dan niet individueel of in groepsverband, maar ook diegenen die zich dikwijls achter de schermen volledig en vrijwillig inzetten voor hun sportvereniging.

 

Dames en heren, aan het einde van een lange, misschien vermoeiende maar alleszins spannende en interessante avond, past een kort woord van dank aan al diegenen die deze avond hebben mogelijk gemaakt.

 

De adviesraad voor de Sport bedank ik in de persoon van zijn voorzitter de heer Willy Coen die de idee van het thema en de tentoonstelling ontwikkelde.

 

Ik bedank de medewerkers van de sportdienst voor de perfecte uitvoering en coördinatie.

 

Wij danken onze eregast Rik Van Looy voor zijn boeiende bijdrage aan deze avond. Hij liet voor onze een periode uit de wielergeschiedenis herleven, waarin hij als "Keizer van Herenthals" de hoofdrol speelde en waarin hij dank zij wilskracht, hardnekkigheid en doorzettingsvermogen uitgroeide tot één der allergrootsten.

 

Rik, en mevrouw Van Looy bedankt dat jullie hier waren.

 

Bedankt Louis De Pelsmaecker voor de vlotte, vakkundige presentatie en zeker ook voor de vanzelfsprekendheid waarmee U de opdracht aanvaardde om dit programma in de goeie banen te leiden. Dank U wel.

 

 

 

 

 

 

En dan volgt nog een reeks van bedankingen, even welgemeend, voor de acteurs die met hun sketches zorgden voor de vrolijke noot van de avond, de dansgroep Kaliope en het Koninklijk Atheneum voor de geproefde bijdrage die zij leverden, de medewerkers van openbare werken voor het maken en schilderen van het decor, de hostesses voor hun discrete maar onmisbare aanwezigheid, de talrijke verenigingen die de organisatoren hebben bijgestaan met raad en daad bij de realisatie en de mensen van De Werf voor het onthaal en de technische uitvoering.

Proficiat, het was af, het was prachtig !

 

Ten slotte dank ik U, dames en heren, voor uw enthousiaste aanwezigheid en uw gul applaus.

 

Met dank voor uw welwillende aandacht en mijn hartelijke gelukwensen in naam van het stadsbestuur aan de laureaten, en met de hoop dat de niet verkozenen hun nominatie als een erkenning en stimulans voor de toekomst zullen beschouwen, geef ik graag het woord terug aan Louis De Pelsmaecker.

 

Dank voor uw aandacht.

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TORNOOI KAMPIOENSCHAP VAN VLAANDEREN HERLEVING HOUTMARKT

14 JULI 1990

 

 

Dames en heren,

 

Aalstenaars zijn vertrouwd met de jaarlijks terugkerende kaatstornooien op de Houtmarkt. Op veel plaatsen is deze volkssport verdwenen of behoort zij tot de folklore. Dat de kaatssport bij ons is blijven voortbestaan is enkel te danken aan de opeenvolgende generaties Aalstenaars, die een groot stuk van hun leven bezig zijn met hun geliefkoosde sport.

 

Met een zeer sterke afvaardiging van de beste ploegen uit Wallonië, is het duidelijk dat opnieuw gans kaatsminnend België aanwezig was op de afspraak van deze grote kaatsklassieker.

 

De vorig jaar aangekondigde heraanleg van de Houtmarkt is inmiddels verwezenlijkt en het nieuw kaatsterrein werd op 25 maart van dit jaar officieel geopend. Jammer genoeg heeft de storm van de voorbije winter ook hier lelijk huis gehouden, met als resultaat dat de vertrouwde lindebomen er moesten aan geloven. Het stadsbestuur heeft al besloten hier nieuwe bomen te planten, zodat de Houtmarkt zijn vroeger uitzicht kan terugwinnen en zelfs verbeteren.

 

De kaatssport scheerde deze week hoge toppen met de ploegen uit Ninove, Ottignies, Buizingen, Lodelinsart, Courcelles, Nivelles, Welar, Braine-Le-Comte, Horrues, Meerbeke, Tollembeek en Bever. Vandaag beleefden we dan de grote finale met de vier winnaars en de ploeg van Buizingen toonde zich uiteindelijk de sterkste.

 

Onze gelukwensen gaan naar de winnende ploeg en onze dank naar alle deelnemende ploegen en scheidsrechters voor het gebrachte spektakel en ten slotte ook naar het organiserend comité waar Miel Van Den Broucke en Fons Baeyens traditiegetrouw zorgden voor een perfecte organisatie.

 

Ik dank U voor uw aandacht en wellicht tot volgend jaar !

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITREIKING TROFEEËN LAUREATEN SPORTPERSBOND VAN DE DENDERSTREEK FEESTZAAL STADHUIS

19 JANUARI 1990

 

 

Dames en heren,

Collega's van de verschillende stadsbesturen,

Dames en heren van de pers,

Beste sportliefhebbers,

 

Ik wil vooral mijn collega's van het CBS verontschuldigen.

 

Het stadsbestuur van Aalst is graag uw gastheer bij de 13e uitgave van de jaarlijkse uitreiking van sporttrofeeën door de Sportpersbond van de Denderstreek.

De uitreiking van de gouden en de zilveren trofee werd in 1979 en 1980 uitgebreid met de clubtrofee en de trofee voor verdienstelijke sportfiguren. In 1988 kwam daar ook nog de jongerentrofee bij. Dit jaar zet de emancipatie zich volledig door vermits zowel voor vrouwelijke als voor mannelijke atleten een gouden trofee wordt toegekend. Op die manier is deze huldiging een soort van mijlpaal geworden van het sportjaar in de Denderstreek, waarnaar met steeds groeiende belangstelling wordt uitgekeken.

 

Dames en heren, iemand die wij hier eveneens bijzonder hartelijk verwelkomen is de eregast van de avond de heer Jan Wauters, sportjournalist bij BRT 1. Het wordt straks nog boeiend ; dat is met een sportjournalist van dit kaliber een zekerheid. Sedert de sport via de media ingrijpt in het leven van miljoenen mensen, heeft ook de sportjournalistiek een steeds belangrijker plaats ingenomen.

 

Na de tweede wereldoorlog is de sportberichtgeving zelfs uitgegroeid tot een belangrijk wapen in de concurrentieslag tussen de kranten onderling, of tussen de geschreven pers en radio en televisie. Klantenbinding werd verzekerd door volledigheid van de informatie, aangevuld met voor- en nabeschouwingen, kritieken en analyses. Niet alleen nam de beschikbare ruimte voor de sport enorm in omvang toe ; er doken ook talrijke gespecialiseerde sporttijdschriften op. Bijna elk magazine besloot een sprotbijdrage in te lassen ; clubs, sportverenigingen en bonden beginnen een ledenblad uit te geven en er verschijnen ontelbare sportboeken.

 

Op het eerste gezicht kan men hieruit afleiden dat de media een monopoliepositie bekleden en dat zij bepalen wie wel en wie niet "in the picture" komt. Er is echter meer. Het mes snijdt aan beide kanten. Dat sport en topsport niet langer zonder sponsors kunnen (en vica versa) is welbekend. Maar ook de pers kan niet zonder sport en zeker niet zonder topsport. In ons land kan geen enkele krant het zich veroorloven de topprestaties van, zeg maar, Ingrid Berghmans niet te vermelden. "Sport doet een krant verkopen" is geen loze slogan. Maar evenmin kan een krant het zich permitteren om op maandagmorgen een lange reeks klasseringen van de meest diverse sporttakken en niveaus achter te houden, ook al is dit ogenschijnlijk onbenullige informatie. Ook de competitie-golfbiljarten van café "De sportman" om een fictief vb. te noemen wil zijn prestatie en die van de concurrentie in zijn dagblad terugvinden. Deze dubbele noodzaak bepaalt mee het evenwicht dat de sport, de sponsor en de media met elkaar moeten vinden.

Dames en heren, beste sportliefhebbers, omdat ik van mening ben dat bij gelegenheid als deze korte inleidingen de beste zijn wil ik hier besluiten. Voor het verder verloop laat ik dan ook graag het woord aan de specialisten, met bijzondere dank aan het organiserend bestuur voor hun bijdrage aan de promotie van de sport in de Denderstreek. De sportlaureaten wil ik graag vooraf reeds feliciteren voor hun sportieve prestatie.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITWISSELING KAMILLEKES AALST-BISPEBIERG BOLLDKLUB KOPENHAGEN

30 MAART 1991

 

 

Mevrouw de burgemeester,

collega's college, gemeenteraad en sportraad,

beste sportvrienden,

dames en heren,

 

We hebben afgesproken dat ik onze Deense gasten in het Duits zou verwelkomen. Voor diegenen voor wie het Duits wat moeilijk is geef ik ook even de vertaling in het Nederlands.

 

Dames en heren,

 

Hartelijk welkom in onze karnavalstad. Als schepen van sport begroet ik hier, in naam van het stadsbestuur, bijzonder hartelijk het damesvoetbalteam Bispebierg uit Kopenhagen. Wij wensen U een aangenaam verblijf toe en ook al duurt het niet echt lang, hopen we toch dat U een mooie herinnering aan deze reis zult bewaren.

 

Vanzelfsprekend verheugt het ons dat door sportieve en culturele uitwisselingen de grenzen van Europa vervagen, in het bijzonder omdat zij de mensen dichter bij elkaar brengt. In Aalst heeft het bindteken tussen carnaval, damesvoetbal en internationale contacten en uitwisselingen een naam. Ik spreek over Kamiel Sergant, onze sympathieke keizer karnaval en voorzitter van de Kamillekes. Tot dusver waren al teams uit Montreal, Canada, Hartford USA en Eindhoven Nederland gast en gastheer en volgend jaar wordt meer dan waarschijnlijk een damesvoetbalploeg uit Praag uitgenodigd. Dat maar om U te zeggen hoe dynamisch Kamiel Sergant wel is. Hij vertelde me hoe goed de ontvangst vorig jaar geweest is en hoe onvergetelijk mooi de herinnering aan "wonderful Kopenhagen" en Groen-Wit.

 

Het is in ieder geval duidelijk dat in de meeste sportdisciplines de kloof tussen man en vrouw kleiner geworden is. De grotere interesse, ook van sponsors, voor dames-teamsporten en de groeiende mogelijkheden van de combinatie studie en topsport, vormen daarbij belangrijke groeipolen.

In Scandinavië bevindt het vrouwenvoetbal zich op een hoog niveau. Bispebierg Bolldklub behoort tot de beste Deense ploegen en de nationale Deense ploeg neemt dit jaar deel aan het wereldkampioenschap in China.

 

In België zijn we in alle opzichten nog niet zo ver. Maar als dynamische mensen zoals Kamiel Sergant zich serieus met de zaken bezig gaan houden, dan kan het alleen nog een kwestie van tijd zijn, voordat men in het vrouwenvoetbal ook met de Belgen rekening zal moeten houden. En moesten we de klus alleen niet kunnen klaren, dan zijn er altijd nog de Deense voetballers, die hier al lang erg populair zijn. Wie weet of Preben Larsen, Henrik Andersen, Jan Sörensen, Kenneth Brylle, Per Frimann en Morten Olsen geen zusjes hebben die ook kunnen voetballen. Dat zullen we toch eens eventjes goed moeten gaan onderzoeken ! Maar even ernstig nog. Wij zijn de mening toegedaan dat deze sportieve uitwisseling het wederzijds begrip en het inzicht in elkaars cultuur en levenswijze sterk bevordert, en dat is dan uiteindelijk toch de feitelijke basis van gemeenschappelijke inspanningen en doelstellingen.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VERKIEZING SPORTLAUREAAT

21 DECEMBER 1990

 

 

Dames en heren,

 

Dat de meningen over het thema "de vrouw in de sport" uiteenlopen wisten we al. Dat vrouwen in de sport een uitgesproken mening hebben over dit onderwerp is hier vanavond nog eens beklemtoond geworden.

 

De oude Grieken het decor inspireert mij hiertoe slaagden erin hun schoonheidsideaal op onnavolgbare wijze te vereeuwigen in hun bouw- en beeldhouwkunst. Terecht staan wij nog steeds in bewondering voor de zuiverheid van lijnen en de schoonheid van vormen van de klassieke beelden. Dichters, schrijvers, beeldhouwers, schilders en componisten hebben doorheen de geschiedenis de schoonheid van de vrouw bejubeld. Eeuwenlang hebben ze geprobeerd om het mysterie van de vrouw te ontsluieren. Niemand is daar ooit volledig in geslaagd. Het mysterie en de schoonheid van de vrouw hebben de eeuwen getrotseerd. De Griekse wijsgeer Plato zei ooit : "Sport is de zuster van de muzen".

Bij de moderne lichaamscultuur, gemakshalve spreken wij over sport, is het esthetische aspect : gratie, charme en aantrekkelijkheid nog steeds aanwezig maar ondergeschikt aan de fysieke prestatie.

 

Vrouwen zijn pas veel recenter tot sportbeoefening gekomen. Zonder twijfel speelt hier het rollenpatroon nog altijd mee in het al of niet professioneel beoefenen van een sport. Intussen zijn kwasie alle sporttakken toegankelijk geworden voor vrouwen. Gelukkig maar ! Het is volkomen gerechtvaardigd om een persoonlijke voorkeur te hebben voor een bepaalde discipline. Van wezenlijk belang is echter ervoor te zorgen dat de prestaties niet op een kunstmatige manier worden opgevoerd en dat wij ons goed zouden bezinnen over de bewering dat de grote sport begint waar ze al lang opgehouden is gezond te zijn. Hoe dan ook is het duidelijk dat de koof tussen man en vrouw in de sport steeds kleiner wordt, zowel wat betreft omkadering, aandacht in de media, als financiële middelen. De Bloso-campagnes van de jaren '70 hebben blijkbaar hun vruchten afgeworpen. De grotere belangstelling, ook van sponsors, voor o.m. vrouwenploegsporten en de groeiende mogelijkheden van de combinatie studie-topsport zijn belangrijke groeipolen naar de toekomst. Het feit dat hier vanavond ook de laureaten van de interscholen gehuldigd zijn, brengt mij ertoe om nog even stil te staan bij het uitermate belangrijk recent onderzoek van de K.U.L. naar de sportbeoefening in Vlaanderen. De onderzoekresultaten tonen een optimistisch beeld van de sportbeoefening bij volwassenen. Volwassenen zijn meer "sportminded" geworden en dat blijft zo na hun dertigste. De volwassen vrouw is nu heel wat sportiever dan 20 jaar geleden en in vergelijking met 1969 doen drie keer zoveel vrouwen na hun dertigste nog aan sport.

 

Met de jeugd is het jammer genoeg minder goed gesteld. De groep meisjes in de leeftijd tussen 14 en 18 jaar, die niet of nauwelijks aan sport doet, steeg op 10 jaar tijd met 10 procent. Jongens van 13 doen meer aan sport dan hun leeftijdsgenoten vroeger, maar als ze 17 of 18 worden, haken ze ook snel af. Eén factor blijkt bepalend voor het al of niet aan sport doen : het voorbeeld van de ouders. Doen die aan sport, dan volgen de jongeren hun spoor. Bij meisjes is dit nog opvallender dan bij jongens.

Een ander opmerkelijk feit is wel de vaststelling dat het schoolmilieu de plaats bij uitstek is, waar jongeren in contact komen met sport. Clubs of jeugdbeweging blijken slechts een gering aantal onder hen aan te trekken. Deze vaststelling is volledig in strijd met de argumentatie van onderwijsplanners dat de lichamelijke opvoeding in de twee laatste jaren van het secundair onderwijs tot één lesuur zou mogen worden teruggebracht, omdat oudere leerlingen toch voldoende aan hun trekken zouden komen buiten de school. Laat ons hopen dat het nooit zover komt, omdat de enige manier om een fysiek actieve bevolking te kweken het schoolmilieu is en blijft.

 

Deze vaststelling is volledig in strijd met de argumentatie van onderwijsplanners dat de lichamelijke opvoeding in de twee laatste jaren van het secundair onderwijs tot één lesuur zou mogen worden teruggebracht, omdat oudere leerlingen toch voldoende aan hun trekken zouden komen buiten de school. Laat ons hopen dat het nooit zover komt, omdat de enige manier om een fysiek actieve bevolking te kweken het schoolmilieu is en blijft. Bovendien blijkt duidelijk dat de leeftijd 17  of 18 jaar bepalend is om uit te maken of iemand ook op zijn dertigste nog actief in de sport zal zijn. De school is de enige plaats waar we de jongeren sportpatronen kunnen bijbrengen om een preventieve gezondheidsopvoeding te stimuleren en om de sportparticipatie op latere leeftijd te vergemakkelijken. Het is een goede zaak dat elk pleidooi voor het behoud van de lichamelijke opvoeding nu wetenschappelijk onderbouwd kan worden met de resultaten van dit voor West-Europa unieke onderzoek.

 

Dames en heren, de 31ste verkiezing van de Aalsterse sportlaureaat zit erop. Het werd traditiegetrouw een lange maar zeer boeiende avond.

 

Alvorens mijn welgemeende dank uit te spreken aan al diegenen die deze avond mogelijk maakten wil ik eerst en vooral in naam van de burgemeester en het volledige stadsbestuur op mijn beurt nogmaals de laureaten, de genomineerde en de verdienstelijke bestuursleden feliciteren.

Wij weten allemaal hoe diep jullie de sport in het hart dragen. Een welgemeend proficiat, van harte.

 

De adviesraad voor de Sport met zijn enthousiaste voorzitter Willy Coen en de medewerkers van de Sportdienst danken wij voor het vele voorbereidende werk en de feitelijke organisatie.

Wij danken onze gastvedette Ingrid Berghmans voor haar sportieve en interessante bijdrage. Ingrid is nog steeds een bron van inspiratie voor vele jonge meisjes die door haar lichtend voorbeeld gestimuleerd worden in hun sportbeoefening. Wij wensen haar in de komende tijd veel sterkte en het allerbeste met de voorbereiding voor Barcelona.

Wij danken ook speciaal de vroegere vrouwelijke sportlaureaten die aan het welslagen van deze avond hebben meegewerkt : Lieve Brijs, Martine Verbreyt, Sonja Vettenburg, Godelieve Roggeman en Sabine Appelmans. In de opsomming ontbreken Nicole Van Den Broeck en Carla Galle, maar dat wist U al. Jammer toch, dat zij hier niet aanwezig konden zijn.

Ingrid Berghmans zal het ons niet kwalijk nemen dat wij als Aalstenaars niet weinig fier zijn op Sabine, onze Sabine Appelmans, die door haar almaar sterkere prestaties, hoe kan het ook anders, steeds meer gelauwerd wordt. Zij wordt dan ook, denk ik, volkomen terecht getipt als sportvrouw van het jaar 1990. Sabine proficiat !

Bedankt ook Louis De Pelsmaecker voor de vlotte professionele presentatie. Wij prijzen ons steeds gelukkig als wij op uw medewerking mogen rekenen.

Wij danken de tumbling-formatie Ikaros uit Brugge o.l.v. Franck Steenlandt en de meisjes van de Turnkring Aalst o.l.v. Els De Pauw voor hun spectaculair en smaakvol optreden.

Wij bedanken het personeel van De Werf voor het vriendelijk onthaal en voor een perfectie technische uitvoering.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VIERING 20-JARIG BESTAAN MTSA VOETBALVERBOND

PLECHTIGE PRIJSUITREIKING

25 MEI 1990

 

 

Collega's van het schepencollege, gemeenteraad en adviesraad voor de sport,

Mijnheer de voorzitter,

Heren bestuursleden,

Dames en heren leden en sympathisanten,

Geachte genodigden, beste sportvrienden,

 

 

Vorig jaar, kort na de start van mijn schepenambt heb ik deze vergadering niet toegesproken. Vandaag krijg ik hiertoe de gelegenheid en daar is een goede reden toe : er is niet enkel de plechtige prijsuitreiking van vanavond, maar het MTSA bestaat ook dit jaar 20 jaar.

 

Het mini-tornooi Stad Aalst, in de omgang beter bekend als MTSA, is inderdaad een voorbeeld van de bezieling die nodig is om 20 jaar amateurssport in stand te houden en zelfs te laten uitgroeien tot een indrukwekkende organisatie.

 

Om talloze redenen doen zowat alle overheden al vele jaren lang een grote inspanning om sport te promoveren. Daarbij wordt vooral gedacht aan het zinvol opvullen van de vrije tijd, aan volksgezondheid, aan sociale integratie en noem maar op.

 

Uit de praktijk blijkt dat vele mensen daar ongevoelig voor blijven maar dat er gelukkig integendeel een massa mensen zijn die er uit zichzelf van bezeten zijn en zich geen leven zonder sport kunnen indenken.

Tot die laatste groep mensen behoren de profs natuurlijk, maar ook de amateurs, de liefhebbers die zonder de nodige impulsen spontaan gaan sporten, omdat ze in hart en nieren sportmensen zijn.

 

Tot die mensen behoren alle spelers, scheidsrechters, sympathisanten en bestuurders van het MTSA. Het bewijs daarvan is dat ze daar reeds 20 jaar lang hardnekkig mee bezig zijn.

 

Wie aan sport doet wil graag winnen en droomt ervan om ooit eens kampioen te worden. Het succes, de zege of de triomf kan er enkel komen als iedereen onvoorwaardelijk ten dienste staat van de ploeg. Er is alleen uitzicht op de hoogste beloning na een gedurende jaren volgehouden training waarbij de inspanningen om steeds beter te doen niet uit de weg worden gegaan.

 

Het stadsbestuur heeft behalve voor de competitiesport ook aandacht voor de promotie van de recreatieve sportbeoefening. Ik denk hierbij aan de organisatie van de sporthappening, die stilaan een traditie aan het worden is, aan de populariteit van initiatieven zoals de sportinitiatie-cursussen, de superstar op wielen, de fietstocht Grenzen van Groot-Aalst en nu ook onze succesvolle nieuwigheid : de bedrijvensport.

 

Dat het stadsbestuur, bijgestaan door de Adviesraad voor de Sport, de aandacht verdeelt tussen de competitie - en de recreatiesport blijkt onder meer ook uit het programma van de Aalsterse Zwemweek en de Aalsterse Sportmaand.

 

De waardering voor zowel de recreatieve als competitieve sportbeoefening komt ten slotte tot uiting in het palmares van de verkiezing van de Aalsterse sportlaureaten.

 

Het MTSA verwierf ondertussen ook bekendheid, zeker bij de politie, met hun vele eetfestijnen (gezonde eetfestijnen !) van de verschillende aangesloten ploegen.

Het MTSA staat na 20 jaar ook nog steeds symbool voor sportieve en vriendschappelijke competities in tegenstelling tot het betreurenswaardig maar nog steeds groeiend voetbalvandalisme in en buiten de stadions van de profs.

 

Van de 6 ploegen die in 1970 startten in de zondagreeks, zijn er nog 3 in competitie. Het zijn de Adelaars, Sunset en Gipak, die vandaag terecht worden gehuldigd, niet alleen omdat ze 20 jaar stand hielden, maar omdat hun voorbeeld in vele andere mensen het sportvirus heeft wakker gemaakt.

 

In het nieuwe seizoen dat nu voor de deur staat wordt aangetreden met maar liefst 66 ploegen. "Het kan verkeren," zie Bredero, al gaat het hier om alles behalve een toeval.

 

Alle ploegen en spelers, de oudste ploegen meest natuurlijk, de sympathisanten en vooral de bestuursleden hebben dat succes zonder meer gemaakt.

Het stadsbestuur kan niet meer volgen met de aanleg van de nodige voetbalterreinen, maar zal op dit vlak, ondanks de slechte financiële toestand, inspanningen blijven doen. Een bijkomend terrein achter de sporthal Denderdal is in afwerking.

 

Van ganser harte wens ik de jubilarissen, die ploegen die het voetspoor volgden, de sympathisanten en fans en het bestuur van MTSA, namelijk voorzitter Stefan De Boitselier, bondssecretaris Alfons D'Haese, de voorzitter van het scheidsrechterscomité Gustaaf De Leeuw, zijn secretaris Hans Van Campenhout en zijn medewerker Frans Roels en tenslotte het nieuwe bestuurslid Felix De Sutter duizendmaal succes toe en, zo mogelijk, een blijvende groei gedurende nog vele, vele jaren.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd,

Sport en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VLAAMSE ZWEMWEEK

17 NOVEMBER 1990

 

 

De laatste decennia heeft de Sport voor Allen-beweging een uitgesproken invloed gehad op de ontwikkeling van de sport. Sport voor Allen is een begrip dat voor het eerst in 1966 werd geformuleerd door de Europese Raad voor Culturele Samenwerking in het kader van het streven naar voortdurende vorming en culturele ontwikkeling van de mens. Sedert de jaren zestig wordt de sport steeds meer in het licht geplaatst van een aantal welzijnswaarden zoals onder andere gezondheid, gemeenschapszin, creativiteit of het "zich goed voelen" zonder meer.

 

De ganse Sport voor Allen-beweging heeft de klassieke sportdefinitie wijd open gegooid ; de grenzen zijn verlegd zowel bij de wetenschapper als bij de beoefenaar. Heel wat activiteiten die vroeger als zodanig niet in aanmerking werden genomen, worden nu als sportbeoefening geïnterpreteerd.

 

De accentverschuivingen van het sociale naar het individuele, van het competitieve naar het recreatieve, van het groots opgezette naar het kleinschalige, zijn typisch voor de hedendaagse sport- en vrijetijdsbenadering.

 

Dames en heren, in deze filosofie lanceerde het Instituut voor Sportbeheer in 1979 de eerste Vlaamse Zwemweek met medewerking van een vijftigtal zwembaden. Het werd een week van waterplezier, animatie en recreatie in en rond het zwembad. Het zwembad en zijn gebruiksmogelijkheden werden vanuit alle gezichtshoeken in de positieve belangstelling gebracht.

 

Vandaag gaat het nog steeds goed met Vlaamse Zwemweek. Dit jaar reeds toe aan de 12 uitgave, is de week gewoon niet meer weg te denken uit het jaarprogramma van iedere sportieve gemeente in Vlaanderen. Met 127 deelnemende gemeenten en gespreid over 156 verschillende zwembaden ziet ernaar uit dat men dit jaar naar een nieuwe piek gaat wat betreft deelname. Het kan ook niet anders vermits uit een recente enquête blijkt dat in Vlaanderen bij 13-18-jarigen zwemmen nog steeds de meest beoefende sport is. Met 56 % bij de jongens en 59 % bij de meisjes staat zwemmen bovenaan de top tien gevolgd door voetbal bij de jongens en turnen bij de meisjes.

 

Inhoudelijk blijven de landelijke georganiseerde acties de draagvlakken van de Vlaamse Zwemweek. De actie 6 tot 12-jarigen, het spaarzwemmen en de actie drie-op-een-rij betrekken het hele gezin in het gebeuren, terwijl plaatselijke initiatieven zich voornamelijk richten tot specifieke doelgroepen. Terwijl in het Vlaamse land de zwemweek zoals vorig jaar gepromoot wordt met de slagzin "zwemmen is dol-fijn", wordt er bijkomend in Aalst dit jaar een tropisch tintje aan gegeven. Vanaf vandaag 17 november tot en met volgende zaterdag 24 november staan weer een hele reeks aantrekkelijke activiteiten op het programma.

Een krant titelde vandaag "je kan het zo gek niet bedenken", positief doelend op de grote waaier aan activiteiten.

Sommigen ervan zijn voorbereid door verenigingen die in het zwembad actief zijn. Het aanbod richt zich echter ook naar scholen, naar het grotere publiek en naar specifieke doelgroepen. Het programma is evenwichtig samengesteld met de nodige aandacht voor spel, beweging en ontspanning, maar ook uithoudingsvermogen, behendigheid en ritme komen voldoende aan bod.

Naast de zweminstuif, het trimzwemmen, de schattenjacht, drie op een rij, onderwaterzwemmen, hydrobic en hinderniszwemmen, wordt het programma aangevuld door doelgroepgerichte initiatieven zoals het revalidatiezwemmen voor hartpatiënten, initiatiezwemmen voor mindervaliden en het bedrijfssportzwemmen.

Het geheel wordt dan nog eens omkaderd met demonstraties en initiaties van de deelnemende verenigingen : zwemclub Neptunus, waterballet Synchro, duikersclub Hydra en modelbouwclub Vim.

 

Afwisseling en originaliteit zijn nog steeds de belangrijkste ingrediënten van dit grote zwemfeest. Als bijzondere initiatieven vermelden wij hier graag de tekenwedstrijd met maar liefst 419 inzendingen van leerlingen van het basisonderwijs. Het loont echt de moeite om de tentoongestelde tekeningen te gaan bekijken.

 

Verder worden wij vergast op een demonstratie kayakpolo en eskimotage door de "Reinaert Eskimo Watersportclub" uit Gent, op een competitie onderwaterzwemmen, op een Old Sixties zondagmorgen-aperitief, op het veelbelovend tropisch avondzwemmen, op een heuse pannenkoekenslag en zo dadelijk op een oogstrelend waterballet door Synchro Club Aalst.

 

Dames en heren,

 

vorig jaar brachten wij hier nog hulde aan de heer Gaston Thybaert, nu zwembadbeheerder op rust. Kort na de huldiging, op 11 december '89 om precies te zijn, is het College van Burgemeester en Schepenen overgegaan tot de aanstelling van de heer Guy Van Leuven als zwembadverantwoordelijke, die ik voor zover nog nodig bij deze graag voorstel aan diegenen onder U die hem nog niet zouden kennen. Ik ben er van overtuigd dat het stadsbestuur met de aanstelling van de heer Van Leuven een goede keuze gemaakt heeft. Op korte tijd wist hij zich in te werken in de specificiteit van het zwembadbeheer en bracht hij reeds een aantal organisatorische en administratieve wijzigingen aan. Zo beschikt ons zwembad nu over een heus zwembadreglement voor de gebruikers, en kregen de verenigingen betere waarborgen via de tot standkoming van geschreven huurcontracten.

 

Wij danken hem daarvoor uiteraard speciaal en hopen dat Guy Van Leuven zijn opdracht met dezelfde zorgvuldigheid en hetzelfde dynamisme zal verderzetten.

 

Mijn dank en felicitaties zijn ook gericht aan het voltallig personeel van het zwembad, aan de deelnemende verengingen en aan de stedelijke sportdienst voor de uitstekende samenwerking en vooral voor het enthousiasme waarmee aan de voorbereiding van de Aalsterse Zwemweek is gewerkt. Het is ook verheugend vast te stellen dat steeds nieuwe verenigingen vragen om op vaste uren gebruik te mogen maken van het zwembad, zodat wij ook in de bijkomende avonduren naar een optimale bezetting gaan. Ik denk aan het revalidatiezwemmen voor hartpatiënten van Harva en de zopas door het C.B.S. goedgekeurde regeling voor de vereniging "De Doggers" die in Aalst van start gaan met een kayak-polo ploeg.

 

Ten slotte en vanuit de bedenking dat de Vlaamse Zwemweek ontstaan is in een periode dat de zwembaden steeds meer de concurrentie te verwerken kregen van sporthallen, recreatiecentra en vakantieparken, wil ik hier nogmaals benadrukken dat wij de aantrekkingskracht van het zwembad groter moeten maken met nieuwe realisaties in en rond het gebouw, stapsgewijs en met beperkte financiële middelen weliswaar. Hoewel de aanleg van een peuterbad in de ruimte van de vroegere kinderopvang technisch niet haalbaar blijkt te zijn, willen wij de idee van de realisatie ervan niet loslaten. Ik heb al eerder gezegd dat bij de aanleg van de grotere omgeving van het zwembad de nodige aandacht moet geschonken worden aan de uitbreiding van recreatieve voorzieningen. Met de onlangs goedgekeurde aanbesteding van infrastructuurwerken voor de groenaanleg en de noodweg voor hulpdiensten, wordt alvast een eerste stap gezet in die richting.

 

Dames en heren, ik zou het hierbij willen laten, evenwel niet zonder de organisatoren veel succes toe te wensen in de komende week, aan alle deelnemers veel zwemplezier en graag rendez-vous over acht dagen voor de prijsuitreiking en de slotplechtigheid. Ik dank U voor uw aandacht.

 

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Sport, Jeugd

en Gezinszorg

 

 

Terug naar begin van pagina…