VLAAMSE ZWEMWEEK - OPENINGSTOESPRAAK
18 NOVEMBER 1989
Collega's van het stadsbestuur,
Mijnheer de voorzitter en bestuursleden van de
stedelijke adviesraad voor de sport,
Dames en heren,
Vanaf zijn ontstaan
werd de mens geconfronteerd met de aanwezigheid van water in zijn omgeving. Hij
zocht ook hier middelen om deze natuurlijke hindernis te overwinnen. Eén van
die middelen was het zwemmen.
De meest monumentale
overblijfselen van de zwemcultuur zijn ongetwijfeld de thermen van Titus waar
de "natatio" plaatsvond in een waterbassin van zo maar eventjes 70 x
40 m (zeventig bij veertig meter). De oorspronkelijke zwemleermethodes lijken
nu eerder lachwekkend en waren gebaseerd op een zeer mechanistische opvatting
over het zwemmen. In 1925 verspreidde de Oostenrijker Kurt Wissner een nieuwe
methode waarbij de zwemmer eerst geleerd werd aan het water te wennen alvorens
de zwembewegingen te oefenen. Deze methode werd de basis van het modern
zwemonderricht.
Als competitiesport
vormde het zwemmen reeds een onderdeel van de eerste moderne Olympische Spelen
in 1896, waar drie wedstrijden vrije slag voor mannen op het programma stonden
: 100 m, 500 m en 1200 m.
Samen met wandelen
is zwemmen zowat de populairste recreatiesport die er bestaat. In 1979
lanceerde het Instituut voor Sportbeheer, een vereniging ontstaan uit de
groepering van een aantal beheerders van gemeentelijke zwembaden, de eerste
Vlaamse Zwemweek ter bevordering van de zwemsport voor-allen. Aan het tweede
lustrum van de Zwemweek in 1988, met Aalst als gastheer van de nationale
opening, namen maar liefst 155 zwembaden deel, verspreid over 123 Vlaamse
steden en gemeenten. Een recordjaar tot dusver en een duidelijk bewijs dat deze
manifestatie nog steeds in de lift zit. Men kan dan ook terecht spreken van een
klassieker die niet meer weg te denken is uit het jaarprogramma van iedere
sportieve gemeente in Vlaanderen. In 1989 zijn we toe aan de 11e uitgave van de
Vlaamse Zwemweek, gepromoot met de slagzin : "Zwemmen is dol-fijn" !
Voor Aalst is het de
zesde keer dat aan deze manifestatie wordt deelgenomen, met als voorlopig
hoogtepunt de organisatie vorig jaar van de nationale openingsceremonie. Vanaf
vandaag 18 november tot en met 25 november staan opnieuw een reeks
aantrekkelijke activiteiten op het programma. Sommige zijn voorbereid in
clubverband door de verenigingen die in het zwembad actief zijn. Het aanbod
richt zich echter ook naar de scholen en het grote publiek. Zowel kinderen als
volwassenen kunnen meedoen aan diverse onderdelen, al dan niet in gezinsverband.
Het programma is zodanig samengesteld dat aan spel, beweging, ontspanning,
uithoudingsvermogen en ritmiek in gelijke mate aandacht wordt geschonken. Wij
denken hierbij aan de zweminstuif, het trimzwemmen, de schattenjacht, het
zwembingo, het overlevingszwemmen, hydrobic en hinderniszwemmen. Meer tekst en
uitleg worden uiteraard gegeven in de programmabrochure. Dit geheel wordt
omkaderd met demonstraties van de participerende verenigingen : Neptunus,
waterballet Synchro, duikersclub Hydra en Modelbouwclub VIM. We hebben het dan
over demonstraties van waterpolo, kunstzwemmen, diepzeeduiken en telegeleide
boten. Het is hier passend mijn dank en felicitaties over te maken aan de
deelnemende verenigingen, de zwembadverantwoordelijke onze sportadviseur Walter
Coppens en het zwembadpersoneel en de concessionaris van de cafetaria.
Afwisseling en originaliteit blijven de belangrijkste ingrediënten van dit
grote zwemfeest. Zo wordt er op 25 november in de cafetaria zelf een heuse
badpakken-modeshow gehouden.
U ziet, een in alle
opzichten rijk gevuld en aantrekkelijk programma, waarbij steeds meer in
functie van bepaalde doelgroepen wordt gewerkt.
Ik verheug mij dan
ook over het feit dat het Instituut voor Sportbeheer de deelname propageert van
doelgroepen die tot dusver niet of onvoldoende aan bod zijn gekomen nl.
60-plussers.
Je kan je afvragen
hoeveel promotie ons stedelijk zwembad met zijn meer dan 300 000 bezoekers
jaarlijks, nog kan hebben. De stagnatie van het aantal gebruikers sedert een
tweetal jaren wijst in de richting van een bepaalde verzadiging. Om de
recreatieve aantrekkingskracht van het zwembad te vergroten zijn met andere
woorden nieuwe realisaties nodig. Binnen de bestaande infrastructuur wordt
gedacht aan verschillende initiatieven, waarvan de aanleg van een peuterbad
wellicht het meest noodzakelijke is. Op dit ogenblik wordt ook de opportuniteit
van de aanleg van een ligweide onderzocht. Op langere termijn ten slotte zou
bij de aanleg van de grotere omgeving van het zwembad de nodige aandacht moeten
geschonken worden aan de uitbreiding van de recreatieve voorzieningen.
Dames en heren, het
College van Burgemeester en Schepenen heeft de opening van de Vlaamse Zwemweek
tegelijkertijd aangegrepen als een goede gelegenheid om hulde te brengen aan
Gaston Thybaert.
Gaston Thybaert
heeft er vijfenveertig jaar actieve stadsdienst op zitten, waarvan 39 jaar als
zwembaddirecteur. Na de humaniora werd Gaston Thybaert bediende op de
Registratie en Domeinen. Kort na de bevrijding, begin november '44, had het stadsbestuur
nood aan iemand die goed Engels kon. Gaston ging in stadsdienst en werd meteen
belast met het opzoeken van inkartieringsmogelijkheden voor Engelsen en
Canadezen. Hij vertaalde het BBC-nieuws en zorgde mee voor de loonberekening
van zowat tweehonderd mensen dien de Engelsen in hun legermagazijn
tewerkstelden. Aan deze periode houdt Gaston, zo heb ik mij laten vertellen,
nog menige pittige anekdote over.
Tussen 1945 en 1950
vervulde Gaston Thybaert verschillende opdrachten in de diensten Militie en
Bevolking. Zo was hij onder meer belast met de organisatie van de rantsoenering
van benzinebons en de keuring van de toekomstige miliciens in de
Pupillenschool, vóór de tijd nog van 't Klein Kasteeltje.
In 1950 volgde
Gaston Thybaert Gentenaar John Van Den Bossche op als directeur van het
zwembad. In al de jaren dat hij beheerder was van het Aalsters zwembad. In al
de jaren dat hij beheerder was van het Aalsters zwembad, zowel het oude als het
nieuwe, heeft hij steeds het grootste belang gehecht aan het technisch beheer
van het zwembad en het contact met het publiek, vooral ook met jongeren. Zijn
ervaring met de jeugdbeweging in zijn jonge jaren kwam hem daarbij goed van
pas. Zo werd onder zijn impuls het schoolzwemmen gepropageerd en probeerde hij
ook de voorbereiding van het competitiezwemmen, in het kader van de zwemclub
Neptunus, in de beste voorwaarden te laten doorgaan.
Dames en heren, met
Gaston Thybaert gaat een minzaam en correct medewerker weg, die nooit gekeken
heeft op een inspanning of op overwerk wanneer het zwembad daar voordeel kon
bij hebben.
Tot zeer recent is
Gaston Thybaert, ook na zijn oppensioenstelling, op mijn vraag het beheer van
het zwembad blijven waarnemen tot de aanstelling van een nieuwe
verantwoordelijke. Het College, en ikzelf in het bijzonder, zijn hem daar zeer
dankbaar voor.
Gaston, als blijk
van erkentelijkheid voor al hetgeen U voor het Aalsters zwemgebeuren in het
algemeen en voor het zwembad in het bijzonder hebt gedaan, ben ik blij U in
naam van het Stadsbestuur dit herinneringsgeschenk aan te bieden en U en uw
echtgenote nog vele gelukkige jaren toe te wensen in goede gezondheid.
Mag ik U nu
verzoeken, dit geschenk in ontvangst te komen nemen ?
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Sport, (tenzij wij het over topsport hebben)
wordt bijna als vanzelfsprekend gekoppeld aan vrije tijd. De relatie bedrijf en
sport lijkt op het eerste zicht dan ook minder evident.
In principe kan met echter binnen de
bedrijfssport spreken over twee onderscheiden gebieden
1. Sport in bedrijfsverband, buiten de werkuren
2. Sport binnen het bedrijf, tijdens de
werkuren
Over het nut van sport in bedrijfsverband
buiten de werkuren is iedereen het roerend eens. Men leert mekaar eens in
andere omstandigheden kennen, de sfeer is ongedwongen, men doet aan gezonde
ontspanning, enz ...
Sport binnen het bedrijf en tijdens de
werkuren, dat is een ander paar mouwen. De discussie gaat hierbij uit van twee
kanten : de kant van de werkgever enerzijds, en de kant van de werknemer
anderzijds.
Voor de werkgever is arbeidstijd terecht
gelijk aan productieve tijd, maar de werknemer krijgt evenzeer terecht steeds
meer reserves ten aanzien van het hem opgedrongen hoog arbeidsritme.
Wij weten intussen dat sport binnen het
bedrijf aan beide partijen ten goede komt. Andere geïndustrialiseerde landen
zoals Japan, de Verenigde Staten, Scandinavië zijn al langer de experimentele
fase van bedrijfssport voorbij.
Men neemt nu algemeen aan, dat door de
sportbeoefening in het bedrijf, de werknemer zich beter gaat voelen, fitter
alleszins, en dat hij met meer enthousiasme zal werken.
De vanuit bedrijfseconomisch oogpunt verloren
gegane tijd wordt aldus ruimschoots ingehaald door verbeterde prestaties.
Na het succes dat het pilootproject
"bedrijfssport" te Gent kende willen wij nu ook te Aalst met de medewerking
van Bloso en de Vlaamse Liga bedrijfssport initiatief nemen.
Uw aanwezigheid hier vanavond getuigt alvast
van uw interesse. Ik ben ervan overtuigd dat dit initiatief in Aalst, met de
nodige ondersteuning vanuit het stadsbestuur, voor alle belanghebbenden en in
alle opzichten winstgevend zal zijn.
Ik geef nu graag het woord aan de heer Alex De
Clercq, provinciaal inspecteur van het BLOSO.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
Mijnheer de voorzitter van de kamer van Eendracht Aalst
Mevrouw de burgemeester en collega's van het stadsbestuur
Geachte vergadering
Sport is essentieel voor de ontwikkeling van
onze jongeren. Ze draagt bij tot de algemene gezondheid en schept humanitaire
banden tussen mensen en tussen volkeren. Daar waar de passieve beleving van
massale sportspektakels groter is dan ooit, hoor je steeds meer de kritiek dat
onze huidige maatschappij de actieve sportbeoefening te veel uit het oog
verliest.
De overheid - elke overheid - heeft de
dwingende opdracht een actieve sportbeoefening voor zoveel mogelijk mensen te
stimuleren en mogelijk te maken. Vooral in het onderwijs moet de sport, meer
algemeen de lichamelijke vorming, een brede plaats toegemeten krijgen.
Europa 1992 beoogt een grote Europese markt
met vrij verkeer van mensen, goederen, diensten en kapitaal. Het is op dit
ogenblik een open vraag hoe binnen de Europese Gemeenschap het vrij verkeer van
sportbeoefenaars en trainers georganiseerd en bevorderd zal worden. Ik denk dat
men kan gewonnen zijn voor het vrij verkeer van sportbeoefenaars en trainers
maar ook dat men zich het recht mag voorbehouden vragen te stellen over de
verregaande commercialisering van bepaalde topsporten en de fenomenale
transfersommen die in dat kader betaald worden.
Tegenover de opdracht van de overheid in
verband met het stimuleren van de niet-commerciële sportbeoefening en de
lichamelijke vorming op school, staat de dringende vraag van instanties zoals
de Koninklijke Belgische Voetbalbond en het B.O.I.C. dat de overheid meer
financiële middelen ter beschikking zou stellen van de competitiesport en
inspanningen zou doen om sportbeoefenaars en trainers een degelijk sociaal
statuut te bezorgen.
Jacques Rogge, voorzitter van het B.O.I.C.
verwoordt het als volgt : "De uitslagen van onze atleten op grote
internationale wedstrijden en Olympische Spelen tonen aan dat we ter plaatse
trappelen. De toestand is nog wel niet dramatisch, maar er zullen maatregelen
moeten worden genomen willen we niet van de internationale scène worden
geveegd. Een betere samenwerking tussen Staat en sportwereld is dringend nodig.
De Westerse wereld verwerpt evenwel verstaatste sport, maar het heeft ook
weinig zin zich volledig in zichzelf op te sluiten. Partnership is hier dan ook
de enige manier om vooruit te komen". Tot daar het citaat.
In het voorgestelde model zijn de
recreatiesport en de competitiesport niet meer tegenstrijdig. De overheid is
toonaangevend wat betreft de bevordering van de recreatiesport en participeert
in het management van de competitiesport.
De Koninklijke Belgische Voetbalbond, met
Michel D'Hooghe aan het roer, zit met de actie strandvoetbal gedurende de
vakantie en de actie straatvoetbal van half september tot eind oktober '89 op
dezelfde golflengte, met dien verstande dat deze acties gericht zijn naar de
jeugd en met de nadruk op het sociaal aspect, namelijk de kinderen de mogelijkheid
te bieden zich op een gezonde manier te ontspannen en hen op die manier te
onttrekken aan de negatieve invloeden van het straatleven.
In Aalst en in het voetbal spelen dezelfde
fenomenen een rol : recreatiesport, competitie, commercialisering, partnerchip
en jeugdbeleid.
Eendracht Aalst, één van de oudste ligaclubs
van het Belgisch voetbal, heeft altijd een uitstekende reputatie gehad op het
gebied van jeugdvoetbal. Dit heeft als resultaat dat vandaag meer dan
driehonderd jeugdspelers bij de club zijn aangesloten.
Al heel lang heeft het probleem van een
geschikte infrastructuur zich opgedrongen. De F.F.R., in lengte van jaren het
thuisfront van de jeugdploegen, biedt de aanblik van compleet verouderde
installaties en bleek gezien de verkoop niet vatbaar voor vernieuwing of
uitbreiding. In 1985, en vanuit het besef dat in het moderne voetbal het
jeugdbeleid van de club een centrale plaats moet innemen, werd onder de
bezielende leiding van voorzitter Gilbert Hutsebaut het jeugdactiecomité
opgericht. De belangrijkste doelstelling werd de realisatie van een nieuw
jeugdcentrum met oefen- en wedstrijdvelden en volledig aangepaste accommodatie.
Dank zij de dynamische aanpak van de leden van het actiecomité en de belangloze
inzet van talloze vrijwilligers kreeg het "Zandbergproject" gestalte.
In samenwerking met het Stadsbestuur en het O.C.M.W., en na talloze
vergaderingen, besprekingen en discussies, en de oprichting van een
Beschermcomité werd op 28 juni 1988 gestart met de bouw van de vaste installaties,
omvattende een ruime kantine, acht kleedkamers met stortbaden,
scheidsrechterskamers, medisch kabinet, bergruimte en sanitair.
Bij het begin van de competitie '88-'89 kon
gespeeld worden op 3 terreinen en 1 oefenveld met ingebruikname van de
belangrijkste voorzieningen.
Op 25 augustus eerstkomend zal het
Jeugdcentrum Zandberg officieel worden ingehuldigd. Tegen die tijd zal er nog
een vierde wedstrijdveld bij zijn aangelegd.
Vanaf dan zullen de duiveltjes, preminiemen,
miniemen, knapen, scholieren, junioren en Uefa's in de beste voorwaarden
sportief, mentaal en medisch begeleid worden op hun weg naar misschien een
grote voetbalcarrière. Bij de begeleiding zijn alles bij elkaar bijna 40 mensen
betrokken : leden van het jeugdbestuur, trainers, ploeg-afgevaardigden,
onderhoudspersoneel, dokter en vrijwilligers. Allen zijn op één of andere
manier omzeggens dagelijks bezig met de jeugdwerking van Eendracht Aalst.
Onverdroten en met een grote dosis idealisme. Hoewel het uiteindelijk objectief
het cultiveren en tot bloei brengen is van voetbaltalent, blijft men zich sterk
bewust van het belang van de pedagogische begeleiding van de jonge spelers.
"Opleiding boven rendement" hangt in de cafetaria, de
ontmoetingsplaats bij uitstek, aan de muur. Dit betekent dat behalve aan
prestaties ook aandacht gegeven wordt aan het opbouwen van een positieve
relatie met trainers, ploeg-afgevaardigden, bestuurders, ouders en medespelers.
"Vroeger was het trainen, voetballen en
anders niets", zeggen ons de mensen van het Jeugdbestuur. "Wij staan
erop dat onze jeugdspelers gedisciplineerd zijn, niet enkel op, maar ook naast
het speelveld. Ze moeten beleefd zijn en leren een hand geven, zowel aan de
voorzitter als aan de klusjesman die de lijnen trekt. Wij zijn allergisch aan
adolescenten met een dikke nek. Negen kansen op de tien brengen die het ook
niet ver."'
Dames en heren, de weg naar boven is lang en
niettegenstaande wij hier te maken hebben met een vrij natuurlijke selectie in
die zin dat echt talent vroeg of laat wel zichtbaar wordt, blijft begaafdheid
een grillig iets. Het omgekeerde is ook mogelijk. Een middelmatig begaafde
knaap kan twee jaar later doorbreken als Uefa-junior. Het gebeurt niet vaak,
maar het gebeurt en het blijft moeilijk voorspelbaar. Natuurlijk heeft het te maken
met talent, maar ook in grote mate met karakter en omgevingsfactoren. Hierbij
zijn de ouders veruit de belangrijkste factor. Zonder grote theorieën te
verkopen over de psychologische aspecten in de relatie tot hun kinderen, is het
klaar en duidelijk dat de houding van de ouders van doorslaggevende betekenis
kan zijn bij het zich ontwikkelen van de intrinsieke voetbalkwaliteiten van hun
jeugdig nageslacht.
Er zijn helaas nogal wat vaders die er grote
moeite mee hebben om te accepteren dat zoonlief uiteindelijk maar beperkte
voetbalkwaliteiten blijkt te hebben.
Om aan dit en andere problemen het hoofd te
bieden, werd in de schoot van het Jeugdcentrum eveneens een oudercomité
opgericht.
Daarnaast zijn er nog enkele voor de hand
liggende elementen die kunnen doorwegen op de prestaties van jeugdspelers.
Behalve de psychische en fysiologische veranderingen die zich voltrekken in de
puberteitsjaren, zijn er ook nog de school en later het lief die al,
naargelang, positieve of negatieve invloed kunnen uitoefenen.
Wat er ook van zijn, het jeugdbeleid van
Eendracht Aalst is, wellicht een beetje naar het voorbeeld van de grote broer
Anderlecht, mee geëvolueerd met de moderne inzichten inzake spelersbegeleiding,
trainingsmethoden, medisch toezicht, enzovoorts. Het is in dit verband
bijvoorbeeld opmerkelijk dat Juan Lozano, er zich toe zou verbonden hebben een
gedeelte van zijn tijd te besteden aan het Jeugdcentrum.
Dit natuurtalent, zelf begonnen als
straatvoetballer en jarenlang het enfant-terrible van het Belgisch voetbal,
heeft door zijn come-back zoveel karakter getoond, dat niemand beter dan hij
bij machte zal zijn om de jonge voetballers van Eendracht Aalst te motiveren en
het beste van zichzelf te geven. Aldus zullen sommigen zich misschien na
verloop van tijd weten te ontpoppen tot uitstekende voetballers. Dat is hetgeen
wij hopen en wij zijn ervan overtuigd dat het ook zal lukken.
Dit gezegd zijnde stel ik vast dat opnieuw
dezelfde man in het middelpunt van de belangstelling staat. Dit was nochtans
vandaag niet mijn betrachting. Wellicht zullen meer voetbaldeskundige mensen
dan ikzelf er terecht op wijzen dat bij het succes van een team meer komt
kijken dan de voetbalkwaliteiten van één speler. Reden te meer denk ik, om de
man de eerstkomende tijd de mogelijkheid te geven met zichzelf bezig te zijn en
zich samen met zijn ploegmaats in alle rust voor te bereiden op het komende
voetbalseizoen.
Ik mag hopen dat de ambitie en de werklust van
het nieuwe bestuur van Eendracht Aalst, waarvan iedereen ziet dat men de zaken
professioneel aanpakt, er ook zal toe strekken dat de jeugd een centrale plaats
zal gaan innemen in het beleid van deze bewindsploeg. Alle elementen zijn daar
om aan te nemen dat dit voornemen ook in de praktijk zal bewaarheid worden, ten
bate van de club, maar ook ten bate van de jeugdspelers zelf, die bij Eendracht
een belangrijk gedeelte van hun jeugd beleven, allemaal gericht naar één en
hetzelfde ideaal : voetbal.
Dames en heren, als het juist is dat het
succes van een voetbalploeg begint bij een goed jeugdbeleid, dan is met het
project Zandberg de basis gelegd voor een succesvolle toekomst. Met onze
felicitaties aan het adres van het jeugdactiecomité verheugen wij ons nu reeds
op de officiële inhuldiging van het jeugdcentrum op 25 augustus eerstkomend.
Wij zullen er zijn.
Ik dank U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg.
Dames en heren,
Geachte vergadering,
Ik sluit mij graag aan bij de gelukwensen van
de burgemeester, Mevrouw De Maght, op de academische zitting gisteravond ;
gelukwensen aan het adres van de Vlaamse Vereniging van Specialisten in de
Sportgeneeskunde ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan.
Toevallig valt deze 10e verjaardag samen met
de organisatie van de Aalsterse Sportmaand. Sedert 1983 wordt immers de maand
mei door het stadsbestuur in het teken gesteld van de recreatieve
sportbeoefening in Aalst, in navolging van de "Sport voor
Allen"-gedachte.
Een omschrijving van sport die op deze
gedachte steunt omvat niet alleen alle erkende sportdisciplines, maar ook alle
mogelijke vormen van lichaamsbeweging in de recreatieve sfeer, die als doel
hebben de lichamelijke conditie te oefenen en op peil te houden. In dit verband
wordt vooral het welzijnsbevorderend karakter benadrukt van sportbeoefening in
het gezin, de school, de vriendenkring, de sportclubs en het werkmilieu.
Door overheid, gemeenten, sportbonden en niet
te vergeten de belangloze inzet van talrijke vrijwilligers kan hierop
ingespeeld worden met een vindingrijk promotiebeleid. De organisatie van de 7e
Sportmaand is alvast een voorbeeld van goede promotie voor het Aalsterse
sportleven, waarin zowel een recreatief als een competitief element aan bod
komen.
Daar komt nog bij dat wij gelukkig zijn met de
organisatie van het congres in dit cultureel centrum, omdat men hiermee bewijst
over de geschikte accommodatie en aanpak te beschikken voor het receptief
organiseren van congressen met een meer dan regionale uitstraling.
Dames en heren, de meeste van de op dit
congres te bespreken onderwerpen zullen mijn competentie op dit gespecialiseerd
gebied ongetwijfeld ver overstijgen. U zal het mij dan ook niet ten kwade
willen duiden dat ik mij als leek in de materie niet gewaagd heb aan een exposé
over actuele ontwikkelingen in de Sportgeneeskunde.
Om deze voor de hand liggende reden en omdat
ikzelf ook vind dat de beste inleidingen de korte zijn, zou ik het hier willen
bij laten, evenwel niet zonder U te wijzen op de beschikbaarheid van onze
stedelijke sportdienst als schakelelement tussen het milieu van de
sportgeneeskunde en de Aalsterse verenigingen en scholen.
Hoe dan ook ervaart het Stadsbestuur dit
Congres voor Sportgeneeskunde als een hoogstaand sluitstuk van de Aalsterse
Sportmaand in 1989 en zijn wij vereerd hierbij uw gastheer te mogen zijn.
Ik dank U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Beste kinderen (want die zijn talrijk vanavond),
De Japanse krijgskunsten, ook wel met een
verzamelwoord BUDO genoemd, zijn terug te voeren tot verschillende
ontstaansbronnen in Indo-China met meestal een religieuze achtergrond. Zo
pasten bijvoorbeeld Nepalese en Tibetaanse monniken die geen wapens mochten
gebruiken reeds sinds lang zelfverdedigingstechnieken toe om hun klooster en
karavanen te beschermen.
Ongewapende gevechtstechnieken werden ook
gebruikt door Chinese godsdienstige sekten en geheime genootschappen zoals de
Thugs en de Chinese boksers. De moderne Japanse gevechtsstijlen blijken ook
veel inspiratie geput te hebben uit de worstelkunst van de Russen en de Turken
die oorspronkelijk in Centraal-Azië leefden.
De technieken werden ontwikkeld door de
Samoerai of Japanse ridders die perfect getraind waren in gewapende
gevechtstechnieken met lang en kort zwaard, maar ook in ongewapende
gevechtstechnieken voor het geval ze hun zwaarden zouden verliezen. Hun
opleiding kregen de Samoerai in de boeddhistische tempels waar hen bij
overlevering de verschillende gevechtstechnieken aangeleerd werden.
Wanneer in de 14e en 15e eeuw de ridderkaste
in Japan langzaam uit elkaar valt gaan de verschillende richtingen eigen
scholen of riju's oprichten en hun gevechtsmethoden optekenen in geheime
geschriften of densho's.
In de 17e en 18e eeuw worden deze densho's
openbaar en meer en meer gaan ook gewone burgers zich toeleggen op de
traditionele gevechtstechnieken, temeer daar het hen verboden was wapens te
dragen.
In de literatuur wordt het ju-jitsu aangegeven
als de belangrijkste gevechtstechniek. De Japanse dokter Akijama maakte in
Mantsoerije kennis met een godsdienstige sekte die een gevechtswijze beoefende
die hakuda genoemd werd. Met hakuda werd men in staat gesteld een gewapende en
uiterlijk sterkere tegenstander te overwinnen. Akijama introduceerde deze
gevechtstechniek in Japan waar hij overgenomen werd door de Samoerai die de
naam hakuda veranderde in ju-jitsu.
Lange tijd bleef deze vechtskunst geheim voor
het gewone volk tot zoals gezegd de ridderkaste afbrokkelde en iedereen toegang
kreeg tot de gevechtsmethodes. Men ging zelfs nog verder door de ju-jitsu
beoefening verplicht te stellen in de scholen en ze te integreren in de
politieke opleiding. De technieken van het ju-jitsu hebben dan ook model
gestaan bij de ontwikkeling van andere gevechtssporten zoals judo, sommige
vormen van karate en aikido die later het ju-jitsu zelfs wat hebben verdrongen,
omdat zij zich beter lenen als wedstrijdsport.
Toch blijft in de Oosterse gevechtssport het
competitie-element ondergeschikt aan de lichamelijke en geestelijke
ontwikkeling van de beoefenaar.
In dit kader moet dan ook de uitspraak van
Funakoshi, de vader van het moderne karate, gezien worden. Hij zegt : "het
uiteindelijke doel van karate is geen nederlaag of overwinning, maar de
verbetering van het karakter van de beoefenaar.
Vanuit het Verre Oosten kennen wij verhalen
over de geheimzinnige kracht waaraan veel namen worden gegeven. De meest
voorkomende naam in Japan is "KI".
In sommige krijgskunsten is er sprake van deze
kracht en hoe ze moet worden ontwikkeld. Ze wordt omschreven als een
intrinsieke of innerlijke energie waarover iedereen beschikt maar die door
weinigen wordt gebruikt of ontwikkeld.
De ontwikkeling van de innerlijke energie, in
tegenstelling tot de zuivere spierkracht, vormt de basis van de budo-leer. Het
is moeilijk om een Westerse definitie te geven van deze energie. Ze is mentaal
en staat tegenover de spierkracht, maar is toch ook méér dan zuiver geestelijk.
Het doel van de beoefening is het vervangen van zeker instinctieve reacties,
zoals het direct ingaan tegen de kracht van iemand anders, door meer verfijnde
reacties, zoals het ontwijken en afleiden van een directe aanval.
Zo, dames en heren, ik hoop dat ik met dit
kort (voor mij ook verrijkend) overzicht enigszins heb kunnen benaderen
waarover het bij Oosterse gevechtskunsten gaat. Ik denk eerlijk dat je alleen
van binnenuit, als beoefenaar van één der gevechtskunsten, echt de diepere zin
en betekenis ervan kunt begrijpen. Mijn bijdrage is dan ook niet meer dan een
korte kennismaking met deze voor leken toch altijd wat mysterieuze tak van
sport.
Het tweede Gala der Oosterse Gevechtskunsten,
dit jaar op touw gezet door niet minder dan 10 Aalsterse gevechtssportclubs,
die samen 6 disciplines vertegenwoordigen, is een sprekend voorbeeld van een
goede samenwerking tussen het stadsbestuur en de betrokken verenigingen.
Ik mag hier, de vorige spreker heeft er ook al
op gewezen, hulde brengen aan Leslie Ottoey, die als fervent ju-jitsu
beoefenaar, vanuit de stedelijke sportdienst acht jaar geleden samen met Johan
Vertongen van Akijama, een budo-demonstratie organiseerde. Deze demonstratie
was de feitelijke start van tal van manifestaties, en al spoedig waren de
gevechtssporten niet meer weg te denken bij de organisatie van beurzen,
sportmaand, enzomeer. Het was trouwens naar aanleiding van de sportmaand dat
ikzelf kon kennismaken met de gevechtssporten. Een boeiende ervaring die
hopelijk voor herhaling vatbaar is.
Intussen is Aalst uitgegroeid tot een bloeiend
gevechtssportcentrum. Het blijvend succes van de budo-disciplines in Aalst is
wellicht in de eerste plaats te danken aan de fantastische samenwerking tussen
de clubs zelf, die zeer goed begrijpen dat men gezamenlijk grotere initiatieven
kan ontwikkelen, waarbij de clubs ook individueel goed naar voren komen.
Het zal dan ook duidelijk zijn dat we hier
vanavond te maken hebben met een degelijk voorbereide organisatie waar maanden
werk aan vooraf zijn gegaan.
De organisatie kadert perfect in Europalia
Japan, waarbij wij voor Aalst naast interessante tentoonstellingen in het
Belfort en de Werf ook nog een liedrecital, authentiek no-theater en een Japans
filmgebeuren noteren. Aan te bevelen is zeker ook de tentoonstelling hier aan
de ingang van de zaal van antieke Japanse wapenuitrusting, No en Samoerai
poppen en de belangrijke literatuur van mevrouw Laµea Baten.
Hoe dan ook is op geen inspanning gekeken om
het de toeschouwers zo boeiend en aangenaam mogelijk te maken . U kan immers
vanop een comfortabele zitplaats het ganse gebeuren volgen, met korte
spectaculaire demonstraties, afgewisseld met interviews en eindigend met het
optreden van onze Nationale trots : niemand minder dan meervoudig en ook
kersvers wereldkampioene judo : ik heb het over Ingrid Berghmans.
Ten slotte wil ik de organisatoren feliciteren
met dit opzet, de deelnemende clubs succes toewensen met de demonstraties van
deze avond en met de clubwerking in de toekomst. Ik wens alle aanwezigen een
aangename en spannende avond.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Wij herinneren ons de gouden tijden op de
Houtmarkt met namen van kaatsers zoals Spitaels, De Moor, Van Medegael, De
Boeck en Boulon. In 1956, na een minder glorieuze periode, werd onder impuls
van de betreurde Jef Van Den Broucke de club opnieuw gesticht onder de
toepasselijke naam "Herleving". Na een effectieve herleving van vele
jaren ging het echter opnieuw bergafwaarts en in 1974 vielen de
competitie-activiteiten aan de Houtmarkt zelfs volledig stil. Die zouden pas
hernomen worden in 1982 toen Miel, de zoon van Jef Van Den Broucke, samen met
Alfons Baeyens met een ploeg startten in lagere II. Met Raymond Bauters werd
een jeugdwerking begonnen, die echter na twee seizoenen bij gebrek aan
financiële steun moest worden stopgezet. Intussen werd ijverig voort gewerkt
aan de opbouw van de fanionploeg en toen ook nog de brouwerij Safir sponsor
werd, groeiden de ambities zienderogen. In 1987 werd de kampioenstitel behaald.
Deze positieve lijn kon worden doorgetrokken en twee seizoenen later is 1989
een voltreffer geworden wat betreft de behaalde resultaten : kampioen lagere I,
kampioen van Vlaanderen en kampioen van België.
Het belangrijkste evenement van deze avond is
straks de voorstelling van de ploeg en van het programma van het kampioenschap
van Vlaanderen 1990. Zonder chauvinisme mogen wij gerust spreken van het
grootste en best georganiseerde kaatstornooi van Vlaanderen.
Het stadsbestuur kan zich daarvoor alleen maar
verheugen en verder zoals in het verleden aan dit tornooi de materiële steun
geven die het nodig heeft. Na de finale van het kampioenschap van Vlaanderen
vorig jaar, mocht ik U naar aanleiding van een ontvangst op het Stadhuis, de
aanvang van de werken tot heraanleg van de Houtmarkt aankondigen. Volgende week
wordt het vernieuwd terrein officieel in gebruik genomen. Ik hoop dat de betere
infrastructuur zal leiden tot betere wedstrijdomstandigheden en dus tot
succesvolle resultaten voor Herleving op sportief vlak. Laat ons ook hopen dat
dank zij deze realisatie in Aalst voor de kaatssport nog een vruchtbare
toekomst is weggelegd en dat er alles aan gedaan wordt om er voor te zorgen dat
straks de jeugd klaarstaat om de fakkel over te nemen.
Ik dank U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Beste kinderen en ouders,
Collega's van het stadsbestuur,
Mijnheer de voorzitter en leden van de stedelijke adviesraad voor
de sport,
Het is mij een waar genoegen hier vandaag al
deze uitbundige kinderen in zo'n sfeervolle zaal te mogen verwelkomen. Deze avond
is speciaal voor hen georganiseerd en is de verdiende beloning voor vele
sportieve inspanningen tijdens het voorbije schooljaar.
Met de organisatie van het
interscholensportgebeuren willen het Stadsbestuur en de Adviesraad voor de
sport bijdragen tot de sportieve ontwikkeling en opvoeding van onze
schoolgaande jeugd. Wij zijn er ons van bewust dat de weinige uren lichamelijke
opvoeding op school de sportbehoefte van vele scholieren niet bevredigt.
Met een ruim aanbod aan sportwedstrijden werd
er daarom naar gestreefd zo veel mogelijk leerlingen bij het
interscholensportgebeuren te betrekken. Meer dan 2 500 deelnemers werden
genoteerd, finaal zijn hier vanavond 176 laureaten verzameld. Dit zijn niet
noodzakelijk de beste of de sterkste, maar wel de regelmatigste
sportbeoefenaars van het afgelopen schooljaar.
Ik denk, beste kinderen dat een welgemeende
proficiat hier dan ook op zijn plaats is. Door deelname aan meerdere
activiteiten hebben jullie het bewijs geleverd van een sportieve veelzijdigheid
waarop elkeen trots mag zijn. Ik hoop dat jullie de sport een warm hart blijven
toedragen en wens aan eenieder nog veel sportgenot, zeker nu er een
welverdiende vakantie voor de deur staat.
Tot slot wil ik nog een woordje van dank
richten aan diegenen die hun vrije tijd onbaatzuchtig ten dienst stellen van de
sportende jeugd : zowel leerkrachten als scheidsrechters stonden in voor een
optimale begeleiding tijdens de wedstrijden. Zonder de inzet van deze mensen en
het personeel van de sportdienst was er van interscholensport gewoon geen
sprake !
Eén van de mensen die al jarenlang actief
betrokken is bij het interscholensportgebeuren is trouwens onze voorzitter van
de Adviesraad voor de Sport, de heer Willy Coen. Aan hem laat ik graag de eer U
het verdere verloop van deze avond toe te lichten.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg.
Beste kinderen en ouders,
Collega's van het Stadsbestuur,
Mijnheer de voorzitter en leden van de
Stedelijke Adviesraad voor de Sport,
Met het schooljaar
achter de rug en dus twee volle maanden vakantie voor de boeg is de stemming
natuurlijk opperbest. En er zijn ook redenen genoeg om uitgelaten te zijn een
goeie "uitslag", het vooruitzicht op een mooie vakantiereis, een zee
van tijd voor het beoefenen van je favoriete hobby of sport en nog zo veel
meer. Het is jullie allemaal van harte gegund.
De meeste
volwassenen hebben in hun schooltijd, net zoals ik, minstens één keer een
opstel of verhandeling moeten maken met als titel "Een gezonde geest in
een gezond lichaam". Dit is zowat de best gekende en meest verspreide
zegswijze uit de klassieke oudheid.
De reden is
eenvoudig : de noodzaak aan harmonisch evenwicht tussen lichaam en geest is in
de moderne tijden alleen maar groter geworden. Het belang van dit
Interscholentornooi is dan ook dat het bijdraagt tot een regelmatige sportieve
ontspanning, elementair voor het behalen van een goed schoolresultaat. Hier kan
de basis gelegd worden van een levenshouding waarbij de sport een belangrijke
plaats inneemt. De sport niet als doel op zichzelf, maar als middel tot een
evenwichtige lichamelijke en geestelijke gezondheid. En niets in dit leven is
belangrijker dan dat.
Interscholen 1990
was zonder meer een succes. De sportdienst noteerde 2 635 individuele
deelnemers. Zo kregen de klassiekers veldlopen, zwemmen en atletiek een 200-tal
meer deelnemers dan vorig jaar. En nieuw was de organisatie van de triatlon,
waarbij de uitdaging er niet zozeer in bestond om scherpe tijden te zetten dan
wel om de drie proeven tot een goed einde te brengen. Dank zij de goede
samenwerking met de politie is dit initiatief zeker voor herhaling vatbaar.
Ten slotte bedank ik
graag de leerkrachten, de scheidsrechters en de medewerkers van de sportdienst
voor hun inzet en voor een vlekkeloze organisatie.
Ik geef nu graag het
woord aan onze voorzitter van de Adviesraad voor de Sport, de heer Willy Coen,
die zal overgaan tot de proclamatie.
Proficiat aan alle
laureaten namens het College van Burgemeester en Schepenen en ik dank U voor uw
aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
Dames en heren,
Het is allemaal erg vlug gegaan voor Sabine
het afgelopen jaar. Allicht ook veel vlugger dan ze zelf voor mogelijk had
gehouden. Vóór de aanvang van het seizoen 1990 had ze maar één doel voor ogen :
op het einde van het jaar een plaatsje bij de eerste honderd in de wereld
veroveren. Intussen zit ze bijna bij de top twintig, in de seizoenrangschikking
zelfs elfde, en is ze zowaar de wereld van het tennis aan het verover !
Gisteren nog een schoolmeisje van zeventien
dat niet onaardig tennis speelt ; vandaag een jonge vrouw van achttien en een
tennis-ster. Met alle voor- en nadelen die deze status met zich brengt. We
weten allemaal dat de verhoogde aandacht van de media, de ene goed bedoelde
huldiging na de andere, op de duur slopend kunnen zijn. Sabine blijft er
vooralsnog opvallend rustig bij. Dat wijst volgens mij in de richting van twee
dingen. Ten eerste dat zij zelf blijkbaar de goeie ingesteldheid heeft om er te
komen en ten tweede dat haar omgeving, en daarmee bedoel ik in de eerste plaats
de ouders van Sabine en daarnaast ook diegenen die haar professioneel
begeleiden, de geschikte voedingsbodem geweest zijn om haar talent, dat onmiskenbaar
aanwezig was, te laten open bloeien. Al wie een veelbelovende zoon of dochter
in het tennis heeft, weet maar al te goed wat het betekent om vol te houden en
gemotiveerd te blijven, week na week, jaar na jaar. Talent is één zaak en
absoluut onontbeerlijk. Omgevingsfactoren, ik gaf al aan dewelke, zijn minstens
even belangrijk. En ik heb zo het idee dat men zich hiervan ten huize Appelmans
in Erembodegem zeer scherp bewust is.
Bij alle lof die haar in de pers toegezwaaid
wordt valt mij één ding bijzonder op. Alle journalisten - allemaal - zeggen en
schrijven hetzelfde. En het komt ongeveer hierop neer : "Sabine Appelmans,
pas achttien jaar oud, lijkt timide maar is dat zeker niet. Ze is intelligent
en ze weet verdraaid goed wat ze wil." Dit laatste leiden zij wellicht af
uit de duidelijkheid van haar doelstellingen nl. steeds beter worden : eerst de
top twintig, dan de top vijftien. Op haar 21ste, ze heeft dus nog ruimt twee
jaar de tijd, wil ze bij de top tien geraken. Duidelijker kan inderdaad niet.
Haar steile opgang in de internationale
tabellen heeft uiteraard ook te maken met een verantwoorde tornooikeuze. Ik
denk dat het Sabine zal plezier doen als wij in de huldiging ook even haar
Zweedse coach Mikael Wennberg betrekken. We laten hem hier even aan het woord :
"Ze heeft vertrouwen in zichzelf, omdat ze vertrouwen heeft in anderen.
Eén van haar grootste troeven is dat ze tegelijk heel enthousiast en leergierig
kan blijven. Ze ondervindt geen van de negatieve gevolgen die andere speelsters
die té snel, té sterk en té vroeg progresseerden, wel ondervonden. Bovendien
weet ze ook heel goed wat belangrijk voor haar is. Ze kan neen zeggen als dat
in haar belang is. Ze beseft dat ze de komende jaren alleen aan trainen mag
denken en ze weet beter dan wie ook dat ze in 1990 begon op de 146ste
Wita-plaats."
Het zal dus duidelijk zijn, dames en heren,
dat Sabine waarschijnlijk voor het moeilijkste seizoen van haar carrière staat,
want iedereen verwacht nu prestaties. Men zegt dat de vooruitgang die zij kan
boeken voortaan hand in hand zal gaan met een groeiende fysieke conditie. Daar
heeft ze dit jaar, na het beëindigen van haar studies, vooral in Wilrijk hard
aan gewerkt. Met een betere service, eens sterke fysieke conditie en tussen
haakjes voor de kenners liefst met Slazengers i.p.v. Nassaus, is zij nu in
staat om meer afwisseling in haar spel te brengen en dat is, naast het
toegenomen uithoudingsvermogen, in het toptennis een niet te onderschatten
voordeel. De krantenkoppen later er alvast geen gras over groeien : "De
top wenkt", "Een open toekomst tegemoet", "The sky is the
limit" en "Little big Appelmans".
Dit laatste kunnen wij volmondig beamen,
rekening houdend met het feit dat Sabine het steeds vaker moet opnemen tegen
meisjes die nu niet bepaald klein of tenger genoemd kunnen worden. Een
boodschap die Sabine intuïtief begrijpt is, dat ze er alle belang bij heeft de
komende tijd het vriendelijke hoofdje goed koel te houden en beide voeten op de
grond. In dit opzicht is ook haar clubliefde merkwaardig. Ondanks het feit dat
ze van plan is om interclub te gaan tennissen in Zandvoort, omdat Michiel
Schapers daar speelt, wil ze ook aan de Belgische competitie trouw blijven met
haar club Topspin Zele, en dit tot grote vreugde van Dokter Jos Francquotte,
Karel Van Cauteren en alle anderen. Het lijkt me erg verstandig om die voeling
met het clubleven te blijven houden.
Ik zou willen besluiten, dames en heren, met
Sabine te danken dat zij zich voor deze ontvangst heeft willen vrijmaken in de
korte tijd dat ze nu thuis is.
Namens het College van Burgemeester en
Schepenen en de gemeenteraad wil ik je nogmaals hartelijk feliciteren met je
verkiezing tot sportvrouw van het jaar, waarmee het monopolie van het judo nu
toch wel definitief doorbroken is en wie weet het monopolie van het tennis
gevestigd. Ik zei het al tegen Ingrid Berghmans op de verkiezing van de
sportlaureaat, dat ze het ons niet kwalijk mocht nemen dat wij als Aalstenaars
nogal trots zijn op onze Sabine.
Ik geef graag toe, ook wel om Schepen Gilbert
Bourlon enigszins ter wille te zijn, dat de Erembodegemnaars ons voorgegaan
zijn als trouwe supporters. Toch wil ik mij in naam van alle stadsgenoten tot
Sabine richten om haar te zeggen dat alle Groot-Aalstenaars haar op handen
dragen. We wensen je veel succes op de komende tornooien en we zullen trachten
je resultaten zo goed mogelijk te volgen.
Dames en heren, het mag dan al zo zijn dat
Aalst, almaar kleiner wordt naarmate men meer van de wereld ziet, toch is het
hier dat het zo'n elf jaar geleden allemaal begon.
Toen Sabine op haar zevende haar eerste
tennisles kreeg in tennisclub Corona op Resschebeke, ging ze in dezelfde groep
staan als haar vriendinnetje - een echte linkshandige - nadat de leraar de
rechts- en linkshandigen had gevraagd in twee verschillende groepen te gaan
staan. Sabine maakte, doordat ze liever bij haar vriendinnetje wou blijven, op
die manier onbewust een gelukkige keuze. Toen ze elf was ging Sabine naar
Antwerpen spelen en verloren de vriendinnetjes mekaar uit het oog. Dit verhaal,
geachte aanwezigen, is bekend. De naam van het vriendinnetje is minder bekend.
Het vriendinnetje was Joke Veldeman en zij is hier.
Joke Veldeman studeert lichamelijke opvoeding
aan de V.U.B. en we zijn blij dat ze tussen twee examens door toch naar hier is
willen komen. Joke bedankt.
Mag ik je tot slot, beste Sabine, en als blijk
van onze sympathie dit geschenk en een bloemetje overhandigen. Ik wil er graag
nog bij zeggen dat het een lithografie is die naar aanleiding van de
Louis-Paul-Boon-herdenking gemaakt werd door de kunstenaar Luc De Block en
waarmee wij uiterst zuinig omspringen omdat ze nu al zeldzaam is. Hopelijk
bevalt het.
En dan is er voor de prijzenkast ook nog de
trofee van Aalsterse sportlaureaat 1990. Die had je nog van ons tegoed. Geef
hem de best mogelijke plaats en hou nog wat plaats over, want ik heb zo het
gevoel dat we je hier nog wel eens terug zullen zien. Proficiat.
En U, dames en heren, dank ik voor uw aandacht
en nodig ik, na een kort woordje van onze fractievoorzitters, graag uit om
samen met ons het glas te heffen op het succes van Sabine Appelmans 1991.
Dank U.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg.
Dames en heren,
Eerst en vooral wil ik de collega-schepen
Roger D'Hondt verontschuldigen, die hier tot zijn grote spijt niet aanwezig kon
zijn. Hij zal ons wellicht later op de avond nog komen vervoegen. Het gebeurt
al eens meer dat een bepaalde schepen zich bij een of andere gelegenheid moet
laten vervangen door een collega. In dit concreet geval blijft dit voor mij dan
toch min of meer een thuiswedstrijd.
Beste vrienden,
Daar waar de passieve beleving van massale
sportspektakels groter is dan ooit, hoor je steeds meer de kritiek dat onze
huidige maatschappij de actieve sportbeoefening te veel uit het oog verliest.
Vanavond wordt hier eigenlijk het tegendeel bewezen. Vooral ook in het
onderwijs proberen wij als plaatselijke overheid via onze succesvolle
interscholensportactiviteiten een bijdrage te leveren. Met deze enkele
beschouwingen voor ogen heet ik U dan ook op mijn beurt allemaal hartelijk
welkom op deze kampioenenviering die gaat over de periode van mei tot oktober
1991. Nieuw bij deze huldiging is alvast dat ook plaatselijke sportverbonden in
aanmerking komen mits zij erkend zijn door de stedelijke adviesraad, wat wil
zeggen dat zij ten minste 3 maand bij de adviesraad aangesloten zijn.
Voor het eerst worden ook de trofeeën en de wisselbekers,
gewonnen tijdens de interscholen wedstrijden van het vorig schooljaar,
uitgereikt tijdens deze kampioenenviering in plaats van op de verkiezing van de
sportlaureaat.
Alle individuele kampioenen vanaf een
provinciale titel en alle ploegkampioenen vanaf een gewestelijke titel kwamen
voor deze huldiging in aanmerking. Ook nu weer zien wij hoe hier een waaier van
sportdisciplines aan bod komt : atletiek, judo, wielrennen, balboogschieten,
voetbal, petanque en turnen.
Niet minder dan 9 individuele en 112 atleten
in clubverband passeren straks het erepodium. Hoopgevend voor de toekomst is
alvast de vaststelling dat jeugdig talent vandaag gehuldigd wordt. Voor de
interscholenwedstrijden werden wisselbekers en trofeeën in de wacht gesleept
door 11 verschillende onderwijsinstellingen waarvan op 24 juni van dit jaar al
174 individuele deelnemers gehuldigd werden voor het behalen van de
regelmatigheidsscore. Mijn hartelijke gelukwensen in de eerste plaats aan de
atleten en de spelers, maar ook aan de besturen, de trainers en de supporters
voor hetgeen jullie gepresteerd hebben. Van deze gelegenheid maak ik ook graag
gebruik om jullie als ex-sportschepen te danken voor de goede samenwerking in
de afgelopen 3 jaar. Vanuit mijn nieuwe functie blijf ik echter goed geplaatst
om samen met het college de belangen van het sportgebeuren in Aalst verder te
behartigen.
Ik geef nu graag het woord aan de heer Willy
Coen, voorzitter van de adviesraad voor de sport, die het officieel gedeelte
zal verderzetten.
Nogmaals proficiat aan onze kampioenen en dank
U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Openbare Werken
en Patrimonium
Dames en heren,
Geachte aanwezigen,
Beste sportvrienden,
"Meimaand sportmaand" wordt in Aalst
stilaan een begrip. Jaren lang was het initiatief beperkt tot een week.
Tegenwoordig barst de organisatie zowat uit zijn voegen en volstaat het
tijdsbestek van een maand al niet meer voor de meer dan 50 manifestaties op het
programma. Behalve naar de competitiesport gaat veel aandacht naar de jeugd en
naar de promotie van de recreatieve sportbeoefening. Als plaatselijke overheid
proberen wij via onze succesvolle interscholensportactiviteiten ervoor te
zorgen dat de sportbeoefening in het onderwijs voldoende aandacht krijgt. Bij
een aantal andere organisaties komt de sportieve ontspanning voor de prestatie.
Ik dank hierbij aan de sporthappening, aan de populariteit van de sportinitiatiecursussen,
de superstar op wielen, de fietstocht grenzen van Groot-Aalst en nu ook de
bedrijvensportdag die veel bijval geniet.
Ter gelegenheid van deze kampioenenhuldiging
komt vooral het competitie-element aan bod. Vandaag begroeten wij de kampioenen
van de periode oktober 1990 tot april 1991. Alle individuele kampioenen vanaf
een provinciale titel en alle ploegkampioenen vanaf een gewestelijke titel
kwamen voor de huldiging in aanmerking.
Dames en heren, succes bij collectieve of
individuele prestaties kan maar het gevolg zijn van een jarenlang doorgedreven
training, waarbij continu gestreefd wordt naar het verleggen van zijn sportieve
grenzen. Prestaties worden steeds meer afhankelijk van deskundige begeleiding
en team-work.
De heer Willy Coen, voorzitter van de
stedelijke adviesraad voor de sport, neemt zo dadelijk het verder verloop van
het officiële gedeelte voor zijn rekening. Ik wil hier volstaan met te zeggen
dat op het erepodium opnieuw een waaier van sportdisciplines aan bod komt :
veldlopen, indoor atletiek, judo, biljart, basketbal, bowling, voetbal,
zaalvoetbal en schaken. 6 individuele kampioenen en meer dan 150 ploegspelers
en speelsters hebben zich bijzonder weten te onderscheiden in hun geliefkoosde
sport. Hoewel het niet mogelijk is het verschil in waarde van de verschillende
prestaties te meten, kunnen we niet voorbijgaan aan de topprestatie van Peter
De Backer die op 21 april jongstleden Europees kampioen biljart kader 47/1 werd
in Ieper, een prestatie die ook in de nationale pers en de media al de nodige
aandacht heeft gekregen. Alvast mijn bijzonder gelukwensen met uw Europese
titel.
Ik geef nu graag het woord aan Willy Coen, met
dank voor uw aandacht en hartelijk proficiat aan onze kampioenen.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
Dames en heren,
Sport is essentieel
voor de ontwikkeling van de mens en meer in het bijzonder onze jongeren. Ze
draagt bij tot de algemene gezondheid en schept humanitaire banden tussen
volkeren en sociale contacten tussen mensen.
Daar waar de
passieve beleving van massale sportspektakels groter is dan ooit, hoor je
steeds meer de kritiek dat onze huidige maatschappij de actieve sportbeoefening
te veel uit het oog verliest. De overheid - elke overheid - heeft de dwingende
opdracht een actieve sportbeoefening voor zoveel mogelijk mensen te stimuleren
en mogelijk te maken. Vooral ook in het onderwijs moet de sport en meer
algemeen de lichamelijke vorming, een belangrijke plaats toegemeten krijgen.
Als plaatselijke overheid proberen wij hier via onze succesvolle
interscholensportactiviteiten een bijdrage te leveren.
Het woord sport komt
waarschijnlijk van het Franse "desporter" dat letterlijk verpozen of
ontspannen betekent, maar in de praktijk ging het toch meestal om een uiting
van lichaamskracht, met de bedoeling de sterkste, de snelste of de beste te
zijn. Lange tijd bleef de individuele prestatie ondergeschikt aan het
spelelement. Er is inmiddels wel wat veranderd. Het prestatie-element,
tegenwoordig uitgedrukt in honderden van seconden, kreeg stilaan de bovenhand.
De interactie tussen technologische ontwikkeling, beroepssport, commerciële belangen
en de media bepalen in hoge mate het wezen van de moderne sport.
De gevleugelde
uitdrukking "deelnemen is belangrijker dan winnen", waarmee Baron De
Coubertin de Olympische gedachte onder woorden bracht is een verheven gedachte
die evenwel steeds minder met de realiteit blijkt overeen te stemmen. Wie aan
sport doet wil graag winnen en droomt ervan om kampioen te worden. Zowel voor
de ploegsporten, waar de collectieve prestatie de voorrang heeft, als voor de
individuele sportbeoefenaar, die helemaal op zichzelf is aangewezen, geldt dat
het succes alleen het gevolg kan zijn van een gedurende jaren volgehouden
training, waarbij de inspanningen om steeds beter te doen niet uit de weg
worden gegaan.
Voor de tweede maal
dit jaar ontvangt het Stadsbestuur zijn Aalsterse kampioenen in het vertrouwde
kader van het Stadhuis. Vandaag zijn vooral de zomerprestaties aan de beurt.
In de gemoedelijke
sfeer van de receptie die volgt op het officieel gedeelte van het programma is
er volop gelegenheid voor diegenen onder U die op sportgebied in Aalst actief
zijn, om elkaar te feliciteren natuurlijk, en daarnaast ook om contacten te
leggen die de onderlinge relaties zeker ten goede zullen komen. Vanuit onze
zijde wil ik hierbij stellen dat sportcontacten uiteraard best plaatsvinden op
het terrein zelf. Maar met onze drukke agenda kunnen de collega's en ikzelf
uiteraard moeilijk bij alle sportactiviteiten aanwezig zijn (en geloof me wij
hebben een rijk sportleven in Aalst). De ene sporttak mag dan al wat
populairder zijn dan de andere ; toch wordt op deze kampioenenviering geen
onderscheid gemaakt, om de eenvoudige reden dat op basis van de vastgelegde
criteria de hele waaier van sporttakken aan bod kan komen.
Zo zijn deze keer
volgende disciplines vertegenwoordigd : judo, sportschieten, atletiek,
balboogschieten, zaalvoetbal en waterski. En de geleverde prestaties zijn niet
van de minste : wij hebben naast federale en provinciale kampioenen, ook enkele
nationale en zelfs Europese kampioenen in ons midden. Bovendien werden
schitterende resultaten geboekt door enkele jongemannen.
Mijn hartelijke
gelukwensen aan in de eerste plaats de atleten en de spelers, maar ook aan de
besturen, de trainers en de supporters voor hetgeen jullie gepresteerd hebben
in 1990. Ik geef nu graag het woord aan de voorzitter van de stedelijke
sportraad, de heer Willy Coen, die dit officieel gedeelte verder zal zetten met
de proclamatie van de kampioenen.
Ik dank U voor uw
aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Mevrouw de burgemeester, collega's van het
schepencollege en de gemeenteraad,
Mijnheer de voorzitter van de adviesraad voor
de sport
Pers
Dames en Heren kampioenen en supporters,
Het is me een
genoegen als nieuwe schepen van de sport U zo talrijk te mogen verwelkomen op
deze eerste kampioenendag en van aangezicht tot aangezicht kennis te kunnen
maken met Aalsterse clubs en individuele sportbeoefenaars die de hoogste sport
van de ladder bereikten.
Deze kampioenendag
is een nieuwigheid. Vroeger werden de Aalsterse kampioenen individueel
ontvangen als ze dat zelf vroegen. Nu werd elk toeval uitgesloten : we willen
iedereen aan bod laten komen, die is ingegaan op onze oproep in de pers. Het is
trouwens de bedoeling van het stadsbestuur met een animatief, informeel en
zeker niet stijf aandoend programma, onze bewondering uit te drukken voor alle
kampioenen, in de eerste plaats omdat ze met hun kampioenschap hebben
bijgedragen aan de uitstraling van onze stad.
Dit nieuw initiatief
biedt meteen ook aan de sportbeoefenaars en bestuursleden van de verschillende
verenigingen de mogelijkheid om elkaar te feliciteren en eventueel ook met
mekaar kennis te maken. Al is de ene sporttak populairder dan de andere, toch
maken we beslist geen onderscheid tussen voetbal, zaalvoetbal, bowling, squash
en noem maar op, om de eenvoudige reden dat we de hele waaier van sporttakken,
gezonde recreatieve sport en sport-tout-court willen promoveren.
Sport was
oorspronkelijk één van de vele bezigheden van de homo ludens, namelijk een spel
dat vaardigheid, kracht en, aldus de oude spreuk "Mens sana in corpore
sano", ook de psychische conditie bevordert. Het woord sport komt
waarschijnlijk van het Franse "desporter", dat letterlijk verpozen en
ontspannen betekent, maar in de praktijk ging het toch altijd om een uiting van
lichaamskracht, met de bedoeling de sterkste, de snelste of de beste te zijn. Oorspronkelijk
werd dat alles verzoend met een spelstijl waarin de prestatie ondergeschikt was
aan de sportiviteit.
Er is inmiddels wel
wat veranderd. Het prestatie element, soms uitgedrukt in honderdsten van
seconden, kreeg stilaan de bovenhand. Tegelijk speelden commerciële belangen
mee, ontstond de beroepssport en moesten alle sportevenementen minstens een
populair kijkspel zijn.
De sport ging met
zijn tijd mee.
Er zijn helaas
vandaag ontwikkelingen die niet meer door de beugel kunnen, enerzijds een toenemende
agressie van de toeschouwers en anderzijds het gebruik van anabolica. De
onderzoekscommissie die Ben Johnson verhoorde over het gebruik van hormonen
tijdens de olympische spelen in Seoel, bracht aan het licht dat in de Verenigde
Staten al 20 jaar lang anabole steroïden worden gebruikt door professionelen én
amateurs. Het aantal gebruikers in alle sportgeledingen wordt er nu zelfs
geraamd op 1 miljoen.
Zover gaat het
gelukkig bij ons niet. Sportmensen met gezond verstand plaatsen liever zichzelf
dan de anabolica op een voetstuk. Wij mogen in Aalst dan ook terecht fier zijn
op de geleverde sportieve - gezond sportieve - prestaties.
Dames en Heren, wij
brengen bij deze feestelijke gelegenheid zowel hulde aan de competitie als aan
de recreatiesport. Hoewel de overheid in de eerste plaats toonaangevend wil
zijn voor wat betreft de bevordering van de recreatiesport, zie je tegenwoordig
steeds meer dat dezelfde overheid ook deelneemt aan het management van de
competitiesport.
Het stadsbestuur is
zich ten slotte bewust van de onvolkomenheid van deze eerste kampioenendag.
Toekomstgericht is het zeker de bedoeling dat gewerkt wordt aan het opstellen
van goede criteria welke gehanteerd zullen worden bij de selectie van de
kampioenen. Dit kan mijns inziens het best ter hand genomen worden door de
Adviesraad voor de Sport, bijgestaan door de Sportdienst.
In afwachting
daarvan - en niet zonder dat ik eerst onze moderator van vanavond René Van Der
Speeten bedank voor zijn bereidwillige medewerking aan deze avond - sluit ik
mij graag aan bij de gelukwensen van de burgemeester en hoop dat U in ons
gezelschap een aangename avond zult doorbrengen. Proficiat en tot later.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Mevrouw de Burgemeester, collega's van het schepencollege en de
gemeenteraad,
Mijnheer de voorzitter en bestuursleden van de stedelijke
adviesraad voor de sport,
Dames en heren, jongens en meisjes, kampioenen en supporters,
Dames en heren van de pers,
Wie aan sport doet wil graag winnen en droomt
ervan om ooit eens kampioen te worden in zijn favoriete discipline. Waar in de
ploegsporten de succesvolle collectieve prestatie de voorrang heeft, is de
individuele sportbeoefenaar helemaal op zichzelf aangewezen. Het succes, de
zege of de triomf kan er enkel komen als iedereen onvoorwaardelijk ten dienste
staat van de ploeg of ten dienste staat voor de individuele sportman of
sportvrouw na een gedurende jaren volgehouden training, waarbij de inspanningen
om steeds beter te doen niet uit de weg worden gegaan. Alleen dan is er
uitzicht op de hoogste beloning.
Het stadsbestuur heeft behalve voor de
competitiesport ook aandacht voor de promotie van de recreatieve
sportbeoefening. Hier is de prestatiedrang ondergeschikt aan de sportieve
ontspanning. Ik denk hierbij aan de organisatie van de sporthappening, die
stilaan een traditie aan het worden is, en aan de populariteit van initiatieven
zoals de sportinitiatiecursussen, de Superstar op Wielen, de fietstocht Grenzen
van Groot-Aalst en nu ook onze succesvolle nieuwigheid : de bedrijvensport.
Dat het stadsbestuur, bijgestaan door de
Adviesraad voor de Sport, de aandacht verdeelt tussen de competitie- en de
recreatiesport blijkt ondermeer ook uit het programma van de Aalsterse Zwemweek
en de Aalsterse sportmaand. De waardering voor zowel de recreatieve als
competitieve sportbeoefening komt ten slotte tot uiting in het palmares van de
verkiezing van de Aalsterse sportlaureaten.
Dat deelnemen belangrijker zou zijn dan winnen
is niet van toepassing op deze kampioenenviering. Hier ligt de nadruk wel
degelijk op de competitie en het prestatie-element. Kort vóór de halve wereld
afstemt op Italië voor het Wereldkampioenschap voetbal met, dat hopen wij ten
minste, een grote spektakelwaarde, komt het in dit gezelschap van
amateursportbeoefenaars misschien wat "zedenprekerig" over om nog
eens te wijzen op de gevaren van prestatieverhogende middelen voor de
gezondheid. Verschillende onderzoeken hebben nochtans aangetoond dat ook heel
wat amateurs niet aan de verleiding kunnen weerstaan om anabolica te gebruiken.
Dat is een betreurenswaardige ontwikkeling die wij met grote kracht moeten
blijven bestrijden.
Het lijkt weinig waarschijnlijk dat wij in
Aalst met dit probleem zouden te kampen hebben, maar toch moeten wij er ten
allen tijde op bedacht zijn. Ik zou zeggen dat hier de verantwoordelijkheid
moet opgenomen worden door de sportamateurs zelf en door elk van de geledingen
waarmee zij bij de beoefening van hun geliefkoosde sport in aanraking komen
(ploegmaats, club, trainer, gezin).
Dames en heren, wij huldigen hier vandaag 17
individuele kampioenen en 10 ploegen met in het totaal 99 spelers. De
ploegsporten waarover het gaat zijn voetbal, basketbal, estafette, waterballet
en bowling.
De individuele kampioenen beoefenen de
disciplines zwemmen, judo, atletiek en veldlopen. Met genoegen stellen wij vast
dat twee van deze kampioenen behoren tot de leeftijdsgroep +45 en +55 jaar.
Graag breng ik U ook nog even in herinnering
dat deze kampioenenviering sedert vorig jaar in een nieuw kleedje werd
gestoken. Voorheen werden de Aalsterse kampioenen individueel of in clubverband
op het stadhuis ontvangen als ze dat zelf vroegen.
Nu is dit een gezamenlijk gebeuren waarbij de
prestaties van Aalsterse clubs en individuele sportbeoefenaars die ingingen op
onze algemene oproep gelijktijdig in de publieke belangstelling worden
gebracht. Na het experiment in de wat ruim bemeten Keizershallen vorig jaar,
zijn wij terug in de vertrouwde receptieomgeving van het Stadhuis. Deze formule
biedt naast het feit dat ze voor de stadskas goedkoper uitvalt, ons inziens het
bijkomend voordeel dat een zo groot aantal mensen die op sportgebied in Aalst
actief zijn, mekaar hier, al dan niet voor het eerst, kunnen ontmoeten in de
ongedwongen sfeer van een receptie die volgt op het officieel gedeelte van het
programma. De contacten die hier gelegd worden komen de onderlinge relaties
zeker ten goede.
Met de bedoeling de waarde van onze
kampioenenhuldiging te vergroten, werd ondertussen op advies van de stedelijke
raad voor de sport een reglement uitgewerkt.
In de rand van onze eigen Aalsterse
kampioenenviering willen wij vandaag ook van de gelegenheid gebruik maken om
hulde te brengen aan de Aalsterse supportersclub van Club Brugge.
Deze trouwe groep supporters heeft er zeker
toe bijgedragen dat hun favoriete ploeg na een moeizame start tegen alle
verwachtingen in nationaal kampioen werd.
Trainers en spelers verklaarden meermaals dat
deze titel mede te danken is aan de positieve ingesteldheid van de supporters,
die ondanks het vernieuwde spelconcept de club bleven steunen.
Ik hoop alvast dat deze toffe groep
Aalstenaars tijdens de komende mondiale even enthousiast zullen supporteren
voor onze Rode Duivels.
Het succes van de 4 clubspelers ginder zal ook
een beetje hun succes zijn.
Het stadsbestuur wil n.a.v. het behalen van de
landstitel deze Aalsterse supportersclub samen met alle andere Aalsterse
supportersclubs (waaronder uiteraard ook deze van ons eigen Eendracht Aalst)
symbolisch hulde brengen voor hun sportief en vriendschappelijk optreden, in
tegenstelling tot het betreurenswaardig maar nog steeds groeiend voetbalvandalisme
in en buiten de stadions.
Ik geef nu graag het woord aan de voorzitter
van de stedelijke adviesraad voor de sport, de heer Willy Coen, die het verdere
verloop van dit officiële gedeelte in goede banen zal leiden, waarvoor bij
voorbaat onze dank.
Dank ook voor uw aandacht en een hartelijk
proficiat aan onze kampioenen.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Mesdames et Messieurs,
Kaatsen was vroeger een geliefkoosd
tijdverdrijf van schepen Hooghuys. Dat bewees hij mij tijdens het tornooi :
zijn ene hand is nl. (-hij zegt door het kaatsen-) ietwat groter dan zijn
andere.
Kaatsen was echter ooit ook het geliefkoosd
tijdverdrijf van edelen en Koningen zoals Lodewijk XII, Karel V en Filips de
Schone.
In de 15e eeuw werd het kaatsspel in onze
contreien geïntroduceerd door Margaretha van Henegouwen.
Zij had het meegebracht uit Parijs waar zij
ten tijde van Filips de Goede met de Franse adel wedijverde in het kaatsen.
Le jeu même a vite
été adopté par la communauté toute entière pour devenir un jeu extrèmement
populaire, joué dans la rue et sur les places publiques.
Cette culture se
heurtait à l'opposition des pouvoirs cléricals qui pensaient que le jeu de
balle était une menace certaine pour le service du dimanche et pour le culte.
De burgerlijke overheden traden dit standpunt
bij en er werd een verbod op het kaatsen uitgevaardigd tijdens de 17e en 18e
eeuw. Dit ongelukkig besluit kon men zonder al te veel weerstand doorvoeren
omdat de elite reeds overgeschakeld was naar een andere speelwijze : in plaats
van met de blote hand te spelen ging men gebruik maken van een soort racket, de
voorloper van de latere tennis.
Om even een link te leggen naar de actualiteit
: de viering van de Franse Revolutie. Weet U dat 200 jaar geleden de
afgescheurde derde stand van de "Staten Generaal" de latere
"Assemblér Nahorale" voor het eerst vergaderde in een sportzaal voor
kaatsers.
Als je 't mij vraagt een hele eer voor de
kaatswereld, want wat men ook denkt van de roemrijke viering van gisteravond :
de Franse Revolutie van 14 juli 1789 blijft de dageraad van de democratie in
Europa.
Au dix-neuvième
siècle le jeu de balle réapparait et vers mille huit cent soixante-quinze des
équipes naissent à Aalst, Chièvres, Braine-le-Comte et Soignies.
En mille neuf cent
deux la Fédération Nationale a été fondée. Dès lors les règles du jeu étaient
officiellement établies.
Mijn persoonlijke herinneringen gaan terug tot
een recenter verleden, toen alle straten nog speelstraten waren en alle zomers
nog echte zomers (hoewel we dit jaar niet mogen klagen). In mijn kinderjaren
werd er omzeggens in alle straten van Aalst nog gekaatst.
Bijna elke straat had zijn eigen kaatsploeg en
iedereen was op één of andere manier betrokken bij het gebeuren.
Marbels en een tol waren in die periode ons
dierbaarste bezit. Later kregen we een paar rolschaatsen en van ons eerste
zakgeld kochten we kaatsballen.
Het hoogste goed, een kaatshandschoen, daar
kon je als kleine straatloper alleen maar van dromen.
En cette période,
à laquelle nous pensons avec beaucoup de nostalgie, en Flandre le jeu était
surtout pratiqué le long de la Dendre, à Renaix, Halle et Enghien, entre
Willebroek et Hemiksem et le long de la frontière linguistique. En Wallonie
surtout dans les provinces du Hainaut et de Namur. En ce temps la Belgique
était inaccesible dans le tournoi des Trois Nations et les plus vieux entre
nous se rappeleront sûrement les noms de Arthur Van Leuven, Norbert Letroye et
Leon Cassaert.
In Aalst herinneren wij ons de gouden tijden
op de Houtmarkt met namen zoals Spitaels, De Moor, Van Medegael, De Boeck en
Boulon.
In 1956 na een minder glorieuze periode, werd
onder impuls van de betreurde Jef Van Den Broucke de club opnieuw gesticht
onder de toepasselijke naam "Herleving".
Na een jarenlange herleving ging het echter
opnieuw bergafwaarts en in 1974 vielen de competitie-activiteiten aan de
Houtmarkt zelfs volledig stil.
Die zouden pas hernomen worden in 1982 toen
Miel, de zoon van Jef Van Den Broucke, samen met Alfons Baeyens met een ploeg
startten in lagere II.
Met Raymond Bauters werd een jeugdwerking
begonnen, die echter in twee seizoenen, bij gebrek aan financiële steun moest
worden stopgezet.
Er werd intussen ijverig voortgewerkt aan de
opbouw van de fanionploeg.
Toen ook nog de brouwerij De Gheest sponsor
werd, was het hek definitief van de dam.
De kampioenstitel werd behaald in 1987 en
momenteel staat Herleving aan de leiding in Lagere I.
Ce qui est resté
pendant toutes ces années un des points culminants de la balle pelote, est la
Championnat des Flandres. Dans le milieu le championnat est appelé le
"Wimbledon" de la balle pelote.
Tous les ans
quelques milliers de connaisseurs viennent à Aalst pour y assister à un
spectacle de la plus haute qualité.
Avec les équipes
de Baisy-Thy, Ninove, Bever, Horrues, Ottignies, Tollembeek et Lodelinsart,
nous avons vu ces derniers jours le crème de la balle pelote Belge au travail.
Namens het stadsbestuur dank ik alle
deelnemende ploegen en scheidsrechters voor de geleverde prestaties.
Zij hebben andermaal van dit kampioenschap een
boeiend kijkstuk gemaakt. Wij zagen heel wat ervaren talenten aan het werk,
maar ook (en dit is hoopvol voor de toekomst) verschillende jonge kaatsers
leverden bewonderenswaardige prestaties.
Van de 4 finalisten heeft de ploeg van
................zich vandaag het sterkst getoond. Onze hartelijke gelukwensen.
Gelukwensen ook aan het adres van de
voorzitter Miel Van Den Broucke en secretaris Fons Baeyens en hun gans equipe
voor de puike organisatie van dit tornooi.
Laat ons hopen dat Herleving deze klassiekers
nog vele jaren zal kunnen brengen, ten bate van de promotie van de kaatssport
in het algemeen en de promotie van de kaatssport te Aalst in het bijzonder.
Insiders zoals Oscar De Ridder, die mij
opnieuw vertrouwd maakte met de kaatstermen zoals quinze, chasse à la ligne,
mauvaise en livrer à la mouche, verzekerden mij dat de eigen ploeg Herleving
volgend jaar zal meedingen naar het kampioenschap. Dit kan dan hopelijk
gebeuren op een vernieuwd terrein. Volgens de planning zullen de werken tot
heraanleg van de Houtmarkt immers volgende maand een aanvang nemen.
Tot slot wil ik, vóór de officiële
prijsuitreiking, nog hulde brengen aan iemand die gedurende het ganse verloop
van het tornooi, wedstrijd na wedstrijd, vrijwillig en op een formidabele
manier zijn bijdrage heeft geleverd aan het welslagen van het kampioenschap.
Nico De Neef, 10 jaar oud, heeft als
kaatsenzetter, in een kleurrijk tenue, met zijn jeugdig enthousiasme bij velen
van ons een gevoelige snaar geraakt.
Met Nico wordt ons geloof in de toekomst van
de edele kaatssport gesterkt en de hoop gewettigd dat de jeugd klaar staat om
de fakkel over te nemen.
Ik wens aan Herleving, aan alle deelnemende
ploegen van het tornooi, maar ook aan al onze Aalsterse ploegen en hun besturen
nog een succesvolle kaatstoekomst.
Symbolisch wil ik nu graag in ons aller naam
deze stadsbeker overhandigen aan Nico De Neef.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, sport
en gezinszorg
Geachte aanwezigen,
Het minitornooi der Stad Aalst, beter bekend
als M.T.S.A., is een goed voorbeeld van de bezieling die nodig is om 20 jaar
amateursport in stand te houden en zelfs te laten uitgroeien tot een
indrukwekkende organisatie.
Het M.T.S.A. staat na 20 jaar nog steeds
symbool voor sportieve en vriendschappelijke voetbalcompetities, van jaar tot
jaar met meer succes.
Dames en heren, het voorgaande is zowat de
leidraad van de toespraak die ik hier vorig jaar, ter gelegenheid van het
20-jarig bestaan van het M.T.S.A. voetbalverbond, heb gehouden.
Vandaag zijn de jubilarissen, de spelers, de
sympathisanten en het bestuur, wij allemaal dus, een jaartje ouder geworden,
maar ik kan met zekerheid stellen dat de bezieling nog steeds minstens even
groot is.
Het hoeft geen betoog dat het organiseren en
instandhouden van een competitie met meer dan 60 ploegen geen lachertje is.
Dat het allemaal niet vanzelf komt moet ik in
dit gezelschap nauwelijks benadrukken. In feite komt het hier op neer dat een
beperkt aantal mensen er al hun vrije tijd aan geven om van de organisatie een
succes te maken. Dat is alleen maar te realiseren met individu's die in hart en
nieren sportmens zijn.
Al bij al is het in deze tijd van sociale
vervreemding en sterk doorgedreven individualisme niet meer zo vanzelfsprekend
dat men, zonder dat daar enige financiële beloning tegenover staat, zichzelf
wegcijfert in het belang van de ploeg of de organisatie. Dat is hetgeen waar
men in het M.T.S.A. al 20 jaar hardnekkig mee bezig is.
De stedelijke overheid doet al vele jaren
grote inspanningen om de sportbeoefening te promoveren. Het spreekt bijgevolg
vanzelf dat wij als stadsbestuur de grootst mogelijke appreciatie hebben voor
wat het M.T.S.A., dat zichzelf al lang niet meer moet bewijzen, realiseert. De
slogan "voetbal en feest", gelanceerd door de Belgische voetbalbond,
krijgt volgens mij veel betekenis dank zij het amateurvoetbal, omdat hier de
gezonde ontspanning, het sociaal contact en het voetbalplezier geen ijdele
begrippen zijn.
Ja, zelfs het jaarlijks eetfestijn, nodig om
de clubkas te spijzen, hoort bij de smaakmakers van het amateurvoetbal. Ik
geloof dat men zich daar in het algemeen te weinig of niet bewust van is.
Over het seizoen '90 -'91 gesproken, is het
gelet op de recente gebeurtenissen, volkomen gerechtvaardigd dat wij als
Aalstenaars uiting geven aan onze trots en onze bewondering voor Eendracht
Aalst dat na 29 jaar, terug van weggeweest, doorstoot naar de nationale
voetbalelite. De sleutelwoorden van dit succes zijn karakter en inzet. Dat zal allicht niet volstaan voor
het verzekeren van het behoud in eerste, maar daar moeten wij ons op dit
ogenblik toch nog niet te veel zorgen over maken. Voorlopig blijft het feest.
En wat voor een feest !
Het zou onrechtvaardig zijn hier ook niet de
prestatie van die andere Aalsterse ploeg SK Aalst te vermelden die op een haar
na de kampioenstitel heeft gemist. Promotie voor zowel SK als Eendracht Aalst :
het zou te mooi geweest zijn.
Dit gezegd zijnde, denk ik dat wij onze
aandacht kunnen verplaatsen naar de plechtige prijsuitreiking van vandaag die
het seizoen '90 - '91 even feestelijk afrondt met onze felicitaties aan de
winnende ploegen van het M.T.S.A.
In de marge van deze viering, wil ik toch
graag nog even aanstippen dat in de schoot van de sportraad de mogelijkheden
worden nagegaan om in de toekomst ook het M.T.S.A. te betrekken in de door het
stadsbestuur officieel georganiseerde kampioenenhuldigingen. Een meer dan
verantwoorde wijziging van het reglement dringt zich terzake op.
Namens het College van Burgemeester en
Schepenen en namens de Gemeenteraad en Sportraad wens ik het M.T.S.A. en al
haar ploegen alvast een succesvol voetbalseizoen '91 -'92. Ik dank het bestuur
voor de vriendelijke uitnodiging en ik dank U dames en heren, ploegen, spelers,
scheidsrechters en sympathisanten voor uw welwillende aandacht.
Nog veel succes aan allen.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg.
Dames en Heren,
Nauwelijks één week geleden waren wij nog te
gast bij de voorstelling van de nieuwe ploeg van Herleving en de voorstelling
van het programma van de jaarlijkse klassieker het Kampioenschap van
Vlaanderen, om daar o.a. deze officiële opening van het vernieuwd kaatsterrein te
mogen aankondigen.
Bij vroegere gelegenheden heb ik reeds
uitgebreid aandacht besteed aan de historiek van de kaatssport in het algemeen
en de geschiedenis van Herleving in het bijzonder. Als we dit vandaag niet
herhalen is dit geenszins bij gebrek aan waardering. Na de prestaties van het
afgelopen seizoen is eigenlijk het tegendeel waar. Het belang dat het
Stadsbestuur hecht aan het beoefenen van de kaatssport in Aalst blijkt ook uit
het initiatief van het College van Burgemeester en Schepenen om de ingebruikneming
van dit vernieuwd terrein een officieel karakter mee te geven, kaderend in het
groter geheel van de heraanleg van de Houtmarkt en rekening houdend met het
verschillend gebruik ervan. Deze officiële opening wil dan ook de erkenning
zijn van het kaatsterrein als belangrijkste element in het geheel.
Hoewel de naam "Houtmarkt" duidt op
een specifieke bestemming van dit plein in een ver verleden, hebben wij nooit
anders geweten dan dat er gekaatst werd. Nog steeds wordt hier gesproken over
de gouden jaren van vóór en na de oorlog. Jaren die herinneren aan warme zomers
en volks vermaak in de straten en op de pleinen. Herinneringen en beelden uit
een ander tijdperk.
De Houtmarkt roept deze nostalgie op ; dat
moeilijk te beschrijven gevoel van weemoed en verlangen naar hoe het vroeger
was. Voor mensen die in deze buurt geboren en opgegroeid zijn, neemt dit plein
een bijzondere plaats in hun leven. Hier liggen de herinneringen aan zoveel
glorieuze momenten zó voor het grijpen.
Gelukkig is er aan het uitzicht van dit plein
in de loop der jaren niet zoveel veranderd. De electriciteitskabine met
sanitairblok is er niet meer, terwijl onze vriend Johannes Nepomecenus zich op
een wat rustiger plaats is gaan installeren. De enige ingrijpende verandering
heeft zich noodgedwongen recent voorgedaan. Het karakter van de Houtmarkt werd
immers in aanzienlijke mate bepaald door de aanwezigheid van een aantal
lindebomen. Het stormweer van de afgelopen weken heeft hier zodanig lelijk
huisgehouden dat eerst een 7-tal en nadien de meeste overige bomen moesten
gerooid worden. Het was niet langer verantwoord de reeds fel geteisterde bomen
te laten staan. De kaalslag die U ziet is hiervan het gevolg.
Het stadsbestuur is in ieder geval van plan om
hier volgend jaar nieuwe bomen te planten. Het zal vanzelfsprekend enige tijd
duren voor de lommer en de lindebloesem het plein zijn vertrouwde karakter
zullen teruggeven, maar ik ben ervan overtuigd dat de Houtmarkt zijn vroeger
uitzicht niet alleen herwint maar ook verbetert. Met respect voor de eigenheid
van het plein - en ik dank hier zowel de vroegere schepen van openbare werken,
onze burgemeester mevrouw De Maght als de huidige schepen van openbare werken,
collega Edgard Hooghuys - zijn een aantal infrastructuurwerken uitgevoerd die
de aantrekkelijkheid van de Houtmarkt zeker ten goede zullen komen. Niet alleen
werden het kaatsterrein en de kasseien weggebroken en vernieuwd, ook werden aan
de langszijde verschillende stroken voor groenaanleg gecreëerd. Aan de kant van
de Pontstraat op het kleinste gedeelte werd een mooi wandelpad aangelegd en
wordt het plein afgebakend met nieuwe groenaanplantingen. De parkeerplaatsen
zijn herlegd in dolomiet en de borduurstenen herzet. Op het kaatsplein zelf
werden de afbakeningen voor auto's zo klein mogelijk en zoveel mogelijk buiten
het terrein gehouden.
Ik geloof dat daarmee de belangrijkste zaken
in verband met de heraanleg aan bod gekomen zijn en ik meen te mogen zeggen dat
het hoofdaccent behouden werd ten voordele van het kaatsen. Ook de andere
functies, ik denk hierbij aan bloemen- en vogelmarkt, veemarkt en jaarmarkt,
foorplein en parking blijven bestaan. Dat deze andere bestemmingen niet in alle
omstandigheden perfect verenigbaar zijn tonen enkele weke plekken in de nieuwe
toplaag waar de asfaltbedekking opgelost wordt door oliën, vermoedelijk
afkomstig van één of meer foorkramen. Ook aan dit probleem, en dan kijk ik
nogmaals in de richting van Schepen Hooghuys, zal dienen verholpen te worden,
zodat de competities in de beste voorwaarden zullen kunnen plaatsvinden.
Ten slotte wilde ik hier vandaag nog de hoop
uitdrukken dat de kaatssport die op de Houtmarkt momenteel opnieuw een periode
van hoogconjunctuur beleeft, zich op lange termijn bij de jongere generatie zal
kunnen handhaven. Een handig gepromoot "skate-board" of andere rage
is tegenwoordig bij de jeugd heel wat gemakkelijker te verkopen dan de
interesse voor een eeuwenoude "kaatscultuur". Misschien ligt hier wel
de allerbelangrijkste opgave van de komende jaren voor al diegenen die begaan
zijn met het lot van de kaatssport in Aalst.
Ik dank U voor uw aandacht .....
Mag ik mevrouw de burgemeester en schepen
Hooghuys verzoeken het kaatsterrein officieel te openen.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Ik ben bijzonder vereerd en fier tegelijk, dat
ik U als schepen van sport, op dit als het ware historisch moment mag
toespreken. De toonzetting van mijn toespraak is onderhoudend en de gelegenheid
rechtvaardigt, omwille van de nagestreefde volledigheid, een iets langere
monoloog. Ik hoop dat U mij niet sanctioneert wegens spelbederf. Ik zou willen
van wal steken met een vleugje van de bewogen geschiedenis van Eendracht Aalst.
Iedereen weet ondertussen dat Eendracht Aalst
gesticht werd op 25 juni 1917. Zij was als dusdanig de enige Aalsterse
voetbalclub maar zeker niet de eerste. FC Alost, Sporting, Aalst-Voorwaarts
waren vanaf de eeuwwisseling de voorlopers. Aan de basis van het latere
Eendracht lag de oorlog zelf. Tussen 1914 en 1918 was immers het enige doel van
de club het verzamelen van fondsen om krijgsgevangenen en opgeëisten pakjes te
kunnen toesturen.
Doorheen de jaren werd de geschiedenis van
onze club door twee grote constanten beheerst : enerzijds een reeks (tussen
aanhalingstekens) "schandalen" en anderzijds een voortdurende
jojo-beweging tussen eerste klasse en bevordering.
Hoe boeiend ook de geschiedenis, zoals
bijvoorbeeld in 1928 toen een eerste tegenslag de promotie naar eerste
provinciale kostte, ontbreekt vandaag de tijd om hierop in te gaan. Enkele
markante namen en data kunnen m.i. volstaan om de grote lijnen te volgen.
Bestuurders Pedro De Hert en Pierre Cornelis
en later speler Dolf De Buck zijn maar enkele van de vele vooroorlogse namen.
Er waren ook nog Cornelis, Moreels, Verhulst en Van Der Vecken als markante
voetballers. Maar U ziet hoe het gaat als men begint met namen terug te halen.
In de vijftiger jaren, onder de nieuwe
voorzitter Etienne Mertens, kende Eendracht na een mindere periode weer betere
tijden o.a. dank zij Dolf De Buck, nog steeds hij, Karel Voogt en de jongeren
Pie Van Der Meirsch en Gaston Van Der Elst. In 1960 was de promotie naar eerste
klasse een feit.
Wat Eendracht in november 1961 overkwam, staat
te lezen in alle Aalsterse geschiedenisboeken. De krantenkop van 25 mei
jongstleden vat hetgeen gebeurde gebald samen : "Na 30 jaar is de naam
Blavier nog altijd een vloek in Aalst". Na de onvermijdelijk geworden
degradatie is Eendracht Aalst echter nog niet aan het einde van zijn
beproevingen. De zaak Van Den Ende tegen Charleroi in 1965 en de zaak Suys
tegen Cercle Brugge in 1968 bezegelen het triestig lot van Eendracht. Het zou
nog tot 1977 duren voor Aalst weer in tweede klasse geraakte, waar het
vervolgens veertien seizoenen lang is gebleven. Enkele keren kwam Eendracht
dicht bij de promotie. Drie keer werd de eindronde bereikt, maar telkens zonder
succes.
En dan, na dertig jaar vagevuur, de euforie.
Donderdag 23 juni 1991.
Turnhout-Aalst 0 - 1. Wij beleefden een memorabele avond gevolgd door een
memorabele nacht. Na het eindsignaal van de scheidsrechter staat het veld in
een oogwenk vol wit en zwart. Trainer Fazekas wordt op de schouders getild. Het
feest kan beginnen.
Dames en heren, U zult het mij niet kwalijk
nemen dat ik eventjes blijf stilstaan bij de spontane happening die
donderdagnacht van 't Oilig Hert uitdeinde naar het stadscentrum.
De feestroes in een paar woorden :
onbeschrijfelijk, ongeëvenaard en Aalsters. Even een sfeerbeeld.
Om 21 uur komt via de radio het verlossend
bericht. Echte en gelegenheidssupporters zakken af naar de omgeving van het
Pierre Cornelisstadion om mee te vieren of om het straatspektakel te zien en
later te zeggen dat men erbij was. Toeterende auto's, gelegenheidsfanfare,
knallende voetzoekers, openluchtdisco en vooral bier maakten de sfeer. Heel
veel bier of champagne voor de happy-few. Bij beken stroomt het in en naast de
glazen. Het frietkraam aan het stadion beleeft een verkoopsorgasme, schrijft
Johan Velghe in de krant. Steeds meer vlaggen dagen op. Steeds luider klinkt
het "Iendracht Veroit" en "Iendracht goat nor ieste klas".
Uitbundige omhelzingen en overwinningskreten wisselen mekaar af. Om 11 uur is
de Bredestraat een dansende massa.
Wanneer dan eindelijk de Eendracht-idolen
dansend op het dak van de bus, hun intrede doen bereiken de brulconcerten van
het supporterslegioen hun hoogtepunt.
De gekende namen van de gladiatoren worden één
voor één minutenlang gescandeerd. Voor de 750ste keer zingen spelers,
bestuursleden en dolgelukkige Aalstenaars hun "Iendracht veroit".
Dit is te mooi om waar te zijn. Niemand
spreekt nog in volzinnen : "ongeloefelek !" , "'t es in de
sakosj" , "noste joar europeis" , "Anderlecht klein
ploegsken" , klinkt het vanuit de wiegende, dansende, juichende massa. Dit
gevoelsgeladen straatbeeld, het behoort al tot de geschiedenis, draagt - hoe
zou het anders kunnen - het label "dit is".
Ikzelf had dit voetbalkarnaval voor geen geld
willen missen !
En zondag was het weer bingo !
Ondertussen stond die andere eerste
klasseploeg uit Anderlecht reeds te trappelen van ongeduld om zich tegen
Eendracht in de kijker te spelen. Laat ons zeggen dat het donderdag redelijk
gelukt is.
Maar nu terug naar de feiten. In de huidige
samenstelling van de Eendrachtkern kan men bezwaarlijk iemand naar voor
schuiven als markante figuur.
Het voorbije seizoen heeft bewezen dat, het
gezegde indachtig dat 1 zwaluw de lente niet maakt, één of meer vedetten ook
geen garantie zijn voor een goed elftal. Spelers van quasi gelijke waarde en
met een totale inzet zijn nog altijd de beste waarborg voor een homogeen
elftal. Er moet inderdaad in de eerste plaats een ploeg op het veld staan.
Eendracht bracht het afgelopen seizoen het soort voetbal dat de mensen
aanspreekt en begeestert, door in alle omstandigheden een gedurfd maar niet
risicoloos aanvallend concept te propageren. Misschien ligt hierin het geheim
om als underdog toch de eindronde te halen.
Hetgeen de geschiedenis zal ingaan als het
mirakel van Aalst heeft inderdaad minder te maken met visioenen dan wel met een
gelukkige ingeving van het bestuur.
Na de zwaluwloze lente van het jaar voordien,
nam men de wijze beslissing om nu vooral te investeren in een goeie trainer.
Al bij Aalst in 1986 en nu na twee seizoenen
Harelbeke, terug van weggeweest, is hij de man met allicht het grootste aandeel
in de promotie.
Dames en heren, ik vraag uw applaus voor de
koning van de poesta : Laszlo Fazekas !
Kedwesj Fasjekasj baraat, mogua mosjt as eelt
leguenda a foetbol eelet feheer - fèkètè sineeben. Eun nem edjeedeul a reeggui
elmoelt foetbol vielaak legjoobja, hhanem mosjt mint trainer adja legjoob ereut
o tsjapat reesseere. Eun eleerte as Aalstenaars reesseere o kaaronkodaasjt as
Blavier. Mi esseert nem feleitjuk el sjoha. Kessenjuk.
Voor de paar mensen onder U die geen Hongaars
zouden verstaan wil ik graag nog even vertalen. Ik ben er bijna zeker van dat
ik gezegd heb :
"De naam Fazekas is nu al een legende in
de voetbalgeschiedenis van zwart-wit. U bent niet alleen een gewezen voetballer
met wereldklasse, ook als trainer levert U het bewijs van een buitengewoon
talent. Voor de Aalstenaars heeft U voor altijd de banvloek van Blavier
overwonnen. Zij zullen dit nooit vergeten. Dank U wel.
De bewindsploeg, onder de leiding van
voorzitter Eric Goethals, heeft klaarblijkelijk op korte tijd enorm veel
geleerd.
De combinatie verjonging-zakelijk talent heeft
alles wel beschouwd vlugger dan verwacht vruchten afgeworpen. Ik zou met een
parafrase naar een voor mij vertrouwde politieke omgeving willen zeggen :
"zij maken het verschil, wij rekenen erop". Zo bijvoorbeeld heeft het
zakelijk inzicht van dit Eendracht bestuur geleid tot de aanwerving van manager
de heer Patrick Orlans. Vanaf vandaag officieel in dienst, zal zijn doen en
laten in de nabije toekomst steeds belangrijker worden voor de club. Ik wens
mijn naamgenoot veel succes.
Met de nodige realiteitszin en binnen de
perken van wat financieel haalbaar is, zal men de medewerking van het
stadsbestuur met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Terwijl wij allen dromen (ik
zeg dromen !) van een groot nieuw en veilig stadion met ruime
parkeergelegenheid buiten de woonzones moeten wij spijtig genoeg vandaag verder
met de bestaande infrastructuur.
Mevrouw de burgemeester beklemtoonde reeds het
belang dat zij hecht aan de noodzakelijke veiligheid. Het lijkt dan ook logisch
dat wij als stadsbestuur vooral en in de eerste plaats hierin willen
investeren.
In de marge van dit aspect wil ik hier ook
hulde brengen aan "de Eendrachtsupporter".
Als de ploeg lekker draait, wordt een
gemiddelde van vijfduizend toeschouwers, per match behaald. Als eersteklasser
komen daar wellicht nog enkele duizenden bovenop. Qua sfeer en belangstelling
is Aalst ongetwijfeld een verrijking voor eerste klasse. Niets dan lof in de
pers voor de uitbundigheid van de Eendrachtsupporter die met zijn eigen
karnavalmentaliteit slechts een vonk nodig heeft om op een doordeweekse avond
op tafel te staan dansen, maar die nooit agressief zal worden, die ene keer in
1961 niet meegerekend.
Waar wij allemaal op hopen is dat Eendracht
volgend jaar het behoud in eerste klasse kan verzekeren. Op zich zou dat al
heel mooi zijn.
Menig Aalstenaar denkt ook met nostalgie terug
aan de tijd van toen. Wie herinnert zich niet : "Boma-Boma t'zen de leste,
allemaan moe leef wit en zwert ..." of "ver wie nog den iendrachter
?" of nog : "ge doetj da papierken dor af, ge pakt da bei da
stoksken, frisko-smak etj em op, op a gemak". Het zijn tijden die niet
meer terugkomen. Figuren die niet meer terugkomen : Mie stoefhaat, Fonsken de
kinne, Fernang den baalenroaper.
Eén relikt is gebleven : de gekaste erwten,
dank zij het geslacht Ottoey. U kan het belachelijk vinden, maar het doet mij
veel plezier dat die dingen van vroeger in een alles vervlakkende
hamburgercultuur overeind zijn gebleven.
Daarbij wil ik nog aanstippen dat hoe
belangrijk het management en de clubtop ook zijn, er toch altijd Staafken
Potoms nodig zullen zijn om de club leefbaar te houden.
Met deze wil ik dan ook alle stille werkers,
die zichzelf al in lengte van jaren wegcijferen voor het clubbelang, in deze
hulde betrekken.
Ten slotte, dames en heren, trap ik een open
deur in als ik zeg "de toekomst is aan de jeugd". Het jeugdbeleid van
Eendracht Aalst is, naar het voorbeeld van big brother Anderlecht, mee
geëvolueerd met de moderne inzichten inzake spelersbegeleiding,
trainingsmethodieken, medisch toezicht, enzovoorts. Als het juist is dat het
succes van een voetbalploeg begint bij een goed jeugdbeleid, dan is met het
project Zandberg de basis gelegd voor een succesvolle toekomst. Ik wil U alvast
een hart onder de riem steken over het verzekeren van de toekomst door U te
zeggen dat mijn zoontje vanaf volgend seizoen ook de kleuren van zwart-wit mee
zal helpen verdedigen. Ongetwijfeld zullen vele leeftijdgenootjes nog volgen.
Dames en heren,
Namens het stadsbestuur nogmaals mijn
hartelijke gelukwensen aan voorzitter, bestuur, trainer en spelers van
Eendracht Aalst.
"Iendracht veroit !" en ik dank U
allen voor uw aandacht met mijn gedachten bij Josken Lathouwers, aan wie ik
mijn toespraak opdraag.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
Dames en heren,
1991 werd voor Aalst op sportief vlak een
topjaar. Sabine Appelmans werd sportvrouw van het jaar ; Eendracht Aalst
promoveerde naar eerste afdeling en met Peter De Backer kregen wij, vrij
onverwacht, een Europees kampioen kader 47/1.
Ook de recreatieve sportbeoefenaars lieten van zich spreken met als
uitschieters het fameuze wereldduurrecord van zaalvoetbalclub Juventus en
recent nog de overwinning van een stadsploeg in de ronde van België voor
wielertoeristen.
Bowlingclub Alloo moeten wij in het kader van
dit Aalsters sportief gebeuren bestempelen als één van de vaste waarden.
Opgericht in 1981 door Bruno Rossi en de
inmiddels overleden collega Willy Alloo kan de club 10 jaar later terugblikken
op een schitterend palmares, waarbij de vereniging, gestart in de competitie
van de 4de afdeling meteen kampioen werd en in 3 jaar tijd evenveel kampioenstitels
in de wacht sleepte. Op die manier kwam de club in 1984 in de hoogste afdeling
terecht om er in het seizoen '89-'90 kampioen te worden, nadat ze het jaar
voordien al de beker van België wonnen.
Gelet op deze resultaten was het dan ook niet
echt een verassing dat bowlingclub Alloo zowel in 1989 als in 1990 verkozen
werd tot sportlaureaat van de Stad Aalst.
Naast de verschillende spelers en speelsters
van de club die zich de afgelopen jaren bijzonder hebben onderscheiden door het
behalen van een Belgische provinciale titel of ereplaats, betrek ik graag in
deze hulde het bestuur van de club met zijn joviale en zeer dynamisch
voorzitter Bruno Rossi die terecht prat kan gaan op hetgeen in de afgelopen 10
jaar vooral onder zijn impuls gerealiseerd werd.
Hij werd trouwens in 1986 juist omwille van
zijn grote inzet voor de club verkozen tot perslaureaat, waarmee maar gezegd
wil zijn dat de verdiensten van zo iemand ook voor de buitenwereld niet
onopgemerkt blijven.
Zoals in alle verenigingen komt het succes nooit
vanzelf. Er zijn stuwende krachten nodig om alles in goede banen te leiden. Al
bij al is het in deze tijd van sociale vervreemding en sterk doorgedreven
individualisme niet meer zo vanzelfsprekend dat men, zonder dat daar enige
financiële beloning tegenover staat, zichzelf wegcijfert in het belang van de
club of vereniging.
Dames en heren, de stedelijke overheid doet al
vele jaren grote inspanningen om de sportbeoefening te promoten. Het spreekt
bijgevolg vanzelf dat wij als stadsbestuur de grootste appreciatie hebben voor
wat clubs zoals bowlingclub Alloo blijven verwezenlijken.
De sport zelf, het bowling, die pas in de
zeventiger jaren bij ons tot volle ontwikkeling is gekomen, hebben wij leren
appreciëren als een bijzonder gezinsvriendelijke sport met een grote
recreatieve waarde en een direct sociaal contact, terwijl voor diegenen die er
zich echt willen op toeleggen, de stap naar de competitiesport bijna
vanzelfsprekend wordt.
Het is dan ook met bijzonder veel genoegen dat
ik U namens het stadsbestuur dit relatiegeschenk overhandig als blijk van
erkentelijkheid en met onze gelukwensen voor het 10-jarig jubileum.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
Dames en heren,
Op sportief gebied kan het bij wijze van
spreken "niet meer op" in Aalst. We hebben nu Eendracht in eerste
klasse, Sabine Appelmans werd sportvrouw van het jaar, Peter De Backer werd
Europees kampioen kader 47/1 en nu breekt Juventus ook nog het guinnessrecord
zaalvoetbal.
Toen gerechtsdeurwaarder De Troyer zondagavond
16 juni te 20 uur plaatselijke tijd, 59 uur na de start en 501 doelpunten
later, het record afstempelde, was het officieel. Een staande ovatie van het
publiek viel te beurt aan de uitgeputte helden die hun vreugde en emoties nu de
vrije loop konden laten.
Proficiat Dirk, Gino en Rudi Baeyens, Dirk
Verleysen, Kristiaan Van Vaerenbergh, Stefan Heuvinck, Patrick De Neve, Gino
Commerman, Guy De Backer en ook Christophe De Brucker die de hele voorbereiding
heeft meegedaan. Wat jullie gepresteerd hebben is waarschijnlijk iets wat je
maar eenmaal in jullie leven zult meemaken.
Jullie verdienen terecht gelukwensen van het stadsbestuur
voor deze unieke prestatie.
Naast het bereiken van een wereldrecord,
zorgde de club 59 uur lang voor een ware promotie van de zaalvoetbalsport en
vestigde bovendien de aandacht op de integratie van gehandicapten in de actieve
sportbeoefening, door de opbrengst van het gebeuren te schenken aan het
Jean-Marie Pfaff-fonds.
De organisatie verliep vlekkeloos met een team
van tijdopnemers, mensen voor het onthaal en aan de kassa, het kantinepersoneel
en zes scheidsrechters, die elkaar de klok rond afwisselden.
Achter de schermen droeg een equipe van drie
dokters Dr. Coomen, Dr. Holvoet en Dr. Jacob en zes kinesisten de
verantwoordelijkheid voor de verzorging van de spelers. Even ontstond paniek
toen bleek dat de waterleiding afgesloten moest worden. Gelukkig was de
brandweer bereid een citernewagen ter beschikking te stellen.
Dames en heren, het hele opzet van het
wereldduurrecord werd uitgewerkt door clubsecretaris Albert Baeyens en zijn
rechterhand Jozef Verleysen.
Het idee zelf komt oorspronkelijk van Rudi
Baeyens en dateert van begin vorig jaar toen de zaalvoetbalcompetitie nog in
volle gang was.
Na het seizoen werd de draad weer opgenomen en
we kunnen zeggen dat de echte voorbereiding begon in september 1990. Vanaf dan
wordt het geheel groter om groter. Als Albert Baeyens van 2 operaties herstelt
in het ASZ, lijkt zijn kamer wel een telefooncentrale. Misschien zijn Albert en
Jozef nog het gelukkigst van allemaal omdat ze nog beter dan de jongeren zullen
begrijpen hoe uniek en eenmalig de geleverde prestatie wel is. Voor de bergen
werk die zij maandenlang onverdroten verzet hebben ook onze felicitaties.
Vrijdagmorgen te 9 uur was ik erbij om met de
collega's van het schepencollege en de gemeenteraad de spits af te bijten. U
zult wel begrijpen dat wij ons als ploeg wat gespaard hebben om de jongens van
Juventus te laten winnen.
Ahum ! De volksmond zegt immers : "goed
begonnen is half gewonnen" en op die manier hadden wij het idee ook ons
steentje te hebben bijgedragen. (Een week later voelde ik dat steentje nog
steeds in mijn benen).
Datzelfde geldt uiteraard ook voor de 53
andere ploegen die 3 dagen en 2 nachten van de sporthal Ten Rozen het centrum
van Aalst hebben gemaakt.
Ik was verschillende keren aanwezig en
naarmate het record dichterbij kwam en de spanning groeide, werd de ambiance
steeds maar groter. Via radio FM Aalst leefde gans Aalst mee. En wie Aalst een
beetje kent weet wat dat wil zeggen.
In tegenstelling tot de algemene verwachting
dat de tweede nacht het zwaarst zou vallen, kregen de spelers het zeer kwaad
tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag. De collectieve inzinking was het
gevolg van het enthousiasme van de eerste uren. Een verontruste Dokter Jacobs
trok naar huis, denkend dat het einde van de recordpoging misschien in zicht
was.
Dat bleek gelukkig een verkeerd voorgevoel
want echte inzinkingen kwamen er nadien niet meer. Gesteund door enkele
karnavalploegen en hun supporters en door de vrije radio met Aalsterse
carnavalschlagers hebben zij zich er weer "door" gespeeld. Eens
zaterdagnacht voorbij, wisten ze dat hun poging zou slagen. Albert Baeyens zou
later zeggen dat hijzelf en de spelers nooit het vertrouwen verloren. Dat ze
uiteindelijk 21 van de 54 matchen wonnen en 11 keer gelijk speelden is
misschien van minder belang, maar toont aan hoe "scherp" de jongens
wel stonden.
Het is vooral Dr. Cooman geweest die hieraan
de meeste verdienste heeft gehad. Een perfecte organisatie achter de schermen
(met het vaste scenario van eten, douchen en masseren) deed de rest. Het werk dat
door de echtgenotes in de keuken en wasplaats gepresteerd werd is achteraf
bekeken eveneens van onschatbare waarde gebleken. Ook deze prestatie verdient
onze felicitaties.
De laatste match tegen de Jean-Marie
Pfaffploeg zette de kroon op het werk. Het vorige record, op naam van een
Nederlandse club, werd met anderhalf uur de grond ingeboord. Sporthal Ten
Rozen, tot in de nok gevuld, daverde op zijn grondvesten. "Oilsjt stad van
mijn dromen", champagne, bloemen, tranen, kussen en gelukwensen. Het grote
feest kon beginnen.
Dames en heren, zaalvoetbal is een sport die beoefend wordt door
amateurs. Voor zover wij weten is geen van de gelauwerden profvoetballer.
Nochtans is het voor mij volkomen duidelijk dat het wereldduurrecord zaalvoetbal
gevestigd is door topsporters.
Deze vaststelling maakt de verdienste alleen
maar groter.
Proficiat, en dank U voor de sportieve
uitstraling die U aan ons dierbaar Aalst hebt gegeven.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
ONTVANGST KONINKLIJKE
DUIVENLIEFHEBBERSMAATSCHAPPIJ "EENDRACHT"
N.A.V. 100 JARIG BESTAAN
TROUWZAAL STADHUIS 21 JANUARI 1990
Dames en heren,
Eeuwelingen zijn
geen alledaags verschijnsel. De Koninklijke Duivenliefhebbers-maatschappij
"Eendracht' viert in 1990 haar 100-jarig bestaan en is daarmee de
patriarch onder de Aalsterse Maatschappijen. Ter gelegenheid van deze
uitzonderlijke gebeurtenis mag ik de eerbiedwaardige jubilaris in naam van het
College van Burgemeester en Schepenen gelukwensen met de bereikte leeftijd en
nog vele jaren in goede gezondheid toewensen met de hoopvolle gedachte dat
verenigingen ouder worden dan mensen.
In 1889 telde Aalst
al 22 verenigingen die aangesloten waren bij de "Grooten Bond van
Aalst". In die tijd was het nog wel niet zo eenvoudig om als
duivenliefhebber actief te zijn, want ge moest een bewijs van goed gedrag en
zeden hebben om met de duiven te mogen spelen. Dit was nog een overblijfsel van
het vroegere "duifrecht". Als overdrager van berichten nog af en toe
kenmerken van de vroegere variëteiten draagt.
Spanning en
avontuur, tactiek en geluk, winst en verlies. Het zijn allemaal elementen van
een boeiende hobby. Een snelcursus "duivenmelken" heeft mij ervan
weten te overtuigen dat bij de duivensport geen enkel van deze elementen
ontbreekt.
Dat de duivensport
in ons land nog populair is, mag blijken uit een paar cijfers : wij tellen op
dit ogenblik 84.000 actieve leden die, verdeeld over meer dan 1.400
maatschappijen hun geliefkoosde hobby beoefenen. Alle 84.000 samen spelen met
naar schatting 3 miljoen duiven. Op zijn hoogtepunt in de jaren '50 wat het
aantal beoefenaars betreft, heeft de duivensport zoals elk maatschappelijk
gebeuren, de invloed van de tijdsgeest ondergaan.
De massale
"inkorving" van de bevolking in de jaren zestig en zeventig in
betonnen woonblokken heeft de duivensport geen goed gedaan. De opkomst van
dag-, weekend- en vakantietoerisme vormde een ander obstakel voor deze volkse
sport. Tot voor enige jaren waren de Vlaamse duivenkoten vaak rommelige en
lelijke achterbouwtjes, opgetrokken in beroeste golfplaten en betonsteen. Daar
is veel verandering in gekomen. De gemiddelde Vlaamse duif is tegenwoordig goed
gehuisvest. Dierenliefde gedijt ook stukken beter in een milieuvriendelijk
geheel.
De duivensport is
met zijn tijd meegegaan. Wedstrijduitslagen worden met computer verwerkt en
uitgeprint. Voor de fondvluchten gebruikt men het vliegtuig om de ingekorfde
duiven ter plaatse te brengen. Niets menselijks is de duivensport vreemd. Waar
in de reguliere sport naar doping gegrepen wordt, is hier of daar altijd wel
een duivenmelker aan het knoeien met zogenaamde medicamenten om zijn wittepenne
of zijnen goeien "in de haak" te houden.
Het antwoord op de
vraag wat nu precies de duivensport zo attractief maakt, is niet eenvoudig. Het
heeft te maken met een mengeling van menselijke gevoelens en waarden : vreugde,
verlangen, hoop en vrees, respect, eer, glorie, roem, geduld en voldoening. De
voorliefde voor het spel, het kweken, spanning, tactiek en enig geldgewin aan
het einde van de rit zijn de drijfveren van de gepassioneerde duivenliefhebber.
Duivensport is ook
een merkwaardige combinatie van individualisme en sociaal contact. De passie
van de melker voor zijn sport is niet met enige logica te ontleden. Dag in dag
uit is hij bij zijn duiven. Uren aan een stuk zit hij op het hok en slaat de
zovele kleine en grote gebeurtenissen in het duivenhuishouden gade. Hij
observeert en taxeert de algemene conditie van jongen en jaarlingen, de
driftige toenaderings-pogingen van duiver en duivin, het
"slijpstaarten" en trippelen van zijn duiven. De favoriet van het
hok, op "weduwschap" gezet, krijgt een blik vol verlangen, hoop en
vrees. Quiévrain, Noyon, Tours, Narbonne, Barcelona. Welke van deze magische
namen zal morgen de roem brengen ?
Praten over het
observeren, de selectie, de tactiek ... brengt de duivenmelkers bij elkaar.
Discussie en straffe verhalen zijn nooit van de lucht in het duivenlokaal.
Verlies wordt steevast afgedaan als "malchance" en hij die goede
uitslagen laat afklokken is de profeet van het moment. Weinig dingen zijn van
meer betekenis dan de toogbabbel en de commentaar en de explicaties bij het
"dépouillement". Na het duivenhok is het duivenlokaal zowat de
belangrijkste plaats op aarde.
Het onbereikbare van
een duivenwedstrijd die door zovele factoren wordt beïnvloed maakt het keer op
keer weer boeiend, anders en nieuw. Bij de vijf procent winnaars behoren is de
betrachting. Bij de zestig procent niet-verliezers behoren is al een hele
geruststelling en wie bij de verliezers hoort, troost zich met de gedachte aan
toekomstige kampioenen bij de volgende kweek. Vandaag zit men in zak en as.
Morgen straalt de overwinning van zijn duif op de duivenmelker af.
Ziezo, dames en
heren, mijn verhaal is ten einde. Ik moet U eerlijk bekennen dat ik in een
korte tijdspanne veel heb bijgeleerd over de duivensport.
Ik wil graag
eindigen met het beeld van de duif als symbool en koerier van de vrede in de
historische jaarwende die wij hebben meegemaakt. Nogmaals een welgemeend
proficiat en ik dank U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Met de titel "Europees kampioen kader
47/1" is Peter De Backer, pas vierentwintig, toegetreden tot de wereld van
de kadergrootheden. Deze uitzonderlijke prestatie is des te merkwaardiger als
men bedenkt dat zij tot stand kwam amper 17 maanden nadat Peter het circuit van
het golfbiljart ruilde voor het kaderspel. Bondstrainer Emiel Wafflard en Henri
Callebaut behoorden tot de kleine groep mensen die Peter een grote toekomst
voorspelden na zijn definitief vaarwel aan de snookercompetitie. Niemand
nochtans kon vermoeden dat de fenomenale doorbraak er zo vlug zou komen.
Na bemoedigende resultaten op nationaal vlak
in het seizoen '89-'90, volgde een Belgische titel in het kader 71/2 en in de
overband-excellentie, met een onverwachte dubbele promotie naar ere-afdeling
tot gevolg. Na verschillende nationale tornooien waarin Peter het meesterschap
van Frederic Coudron moet erkennen in het kader 47/1, speelt Peter het tornooi
van de haan, waar hij een vijfde plaats haalt in het kader 71/2. Tot dusver had
Peter zich steeds met een ereplaats tevreden moeten stellen.
Toch voelt hij dat er meer in zit. Zonder
complexen, hij heeft toch niks te verliezen vindt hijzelf, neemt Peter eind
april van dit jaar deel aan het Europees tornooi te Ieper.
Na een reeks moeilijke wedstrijden in de
voorrondes moet hij het opnemen tegen titelverdediger, de Luxemburger Fonsy
Grethen. Hij wint en het zelfvertrouwen groeit zienderogen. In de halve finale
moet ook de Duitser Stenzel eraan geloven.
Voor Peter, die nooit voorheen de apotheose
van een internationaal tornooi bereikte kan dit Europees Kampioenschap al niet
meer stuk. De finaleplaatsen gespeeld tegen Thomas Wildfoerster werd een echte
zenuwslag. Na winst in de eerste set, verliest Peter zijn uitgangspositie in de
tweede. Terwijl hij al berustte in zijn zoveelste tweede plaats, begint de
Duitser op zijn beurt ogenschijnlijk gemakkelijke punten te missen, zodat Peter
nog vrij vlot de laatste punten naar de triomf bijeen kon spelen. Deze keer is
het goed raak. Steeds weer op het ultieme moment dat tikkeltje geluk
ontbrekend, pakt hij overtuigend zijn eerste Europese titel.
Een toevalstreffer ? Ja en neen. Ja, als men
ervan uitgaat dat er op dit moment een 8-tal gelijkwaardige jonge spelers in
het circuit meedraaien. Neen, als men rekening houdt met de gedrevenheid, de
inzet en de werklust van Peter, die bezield is met de absolute wil om er te
komen. Talent is hierbij een noodzakelijke voorwaarde maar niet de enige
voorwaarde. De spectaculaire vooruitgang werd vooral geboekt dank zij een goed
oriëntatie en quasi permanente mentale begeleiding. Voor wie met de
biljartsport enigszins vertrouwd is, is dit eigenlijk bijna vanzelfsprekend. De
sport is dermate zenuwslopend dat het verschil in mentale sterkte omzeggens
steeds doorslaggevend is voor het resultaat.
De absolute top in het biljart is het
driebanden. Alle jonge spelers dromen er van om ooit het voetspoor te drukken
van Raymond Ceulemans of Ludo Dielis. In het geval van Peter De Backer is dit
een droom die binnen 3, 4 of 5 jaar werkelijkheid kan worden.
Peter heeft de goede instelling en moet in de
komende tijd vooral zoveel mogelijk matchervaring opdoen. Het potentieel, daar
is iedereen het intussen wel over eens, is aanwezig.
Om te slagen moet ook voldaan zijn aan enkele
randvoorwaarden, ik noemde al de mentale begeleiding en de coaching. Even
belangrijk is het om zich niet voortdurend financiële kopbrekers te moeten
maken, m.a.w. onder het hoogste niveau is het niet altijd even eenvoudig om uit
de kosten te komen. Er kruipt enorm veel tijd en energie in het scheppen van de
noodzakelijke financiële weerslag die het mogelijk moet maken dat Peter in de
beste voorwaarden kan werken aan zijn toekomst. Als hij zich over het
financieel aspect geen zorgen hoeft te maken kan hij zich volop concentreren op
zijn sport. De steun die hij krijgt van zijn sponsor Josan Van Laere uit Ternat
is dan ook essentieel.
Peter De Backer, tot voor kort voor vele
Aalstenaars een onbekende, is bij wijze van spreken van vandaag op morgen in
het volle licht van de schijnwerpers getreden. Als stadsbestuur hopen wij
uiteraard dat het lukt voor Peter en dat hij het doel zal bereiken dat hij voor
ogen heeft.
Met de gelukwensen van het College van
Burgemeester en Schepenen voor de Europese titel en onze allerbeste wensen voor
de toekomst, wil ik U als blijk van onze waardering graag dit relatiegeschenk
overhandigen.
Dames en heren,
Door een toevallige samenloop van
omstandigheden, hebben wij deze gelegenheid te baat genomen om ook de heer Leo
Van Steenhuyze, die hier de socio-culturele afdeling van VTB-VAB Aalst
vertegenwoordigt, te ontvangen naar aanleiding van de organisatie van de BLOSO
lustrum wandel-mee-dag op 12/11/89. De VTB-VAB afdeling Aalst kreeg voor haar
organisatie bij wijze van algemene appreciatie de BLOSO-beker toegekend.
Dat deze organisatie, waaraan het stadsbestuur
meewerkt, zonder enige vorm van sponsoring gerealiseerd werd, maakt de
verdienste nog groter.
Collega, mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh,
die o.m. voor toerisme bevoegd is, zou hier in dit verband zeker ook gewezen
hebben op de positieve medewerking van het stadsbestuur met de VTB-VAB afdeling
en haar belangrijke inbreng in het project dat de herziening van de wandelingen
in Groot-Aalst beoogt.
Met de zekerheid van een positieve
samenwerking in de toekomst, en met de gelukwensen van het College van
Burgemeester en Schepenen, overhandig ik hierbij graag de BLOSO-beker aan Leo
Van Steenhuyze. Proficiat !
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en gezinszorg
Dames en heren,
Het is nu al zeker dat 1991 in deze stad op
sportief gebied een topjaar kan genoemd worden. Zowel individueel als in
ploegverband werden verschillende memorabele prestaties neergezet. Sabine
Appelmans werd sportvrouw van het jaar, Eendracht promoveerde naar eerste
nationale en S.K. Aalst werd ei zo na kampioen in de tweede provinciale. Met
Peter De Backer in het kader 47/1, werd Aalst ook een Europees kampioen rijker.
Daar bovenop trakteerde zaalvoetbalclub
Juventus ons in een marathon-driedaagse op een onvergetelijk spektakel, waarbij
de emoties vaak sterk meespeelden. Zij schreven het werelduurrecord op hun naam
met 59 uren ononderbroken zaalvoetbal.
Misschien minder tot de verbeelding sprekend,
maar niettemin een prestatie om U tegen te zeggen, is het behalen door een
Aalsterse stadsploeg van de ronde van België voor wielertoeristen. Het kwartet
Dirk Moerenhout, Rik Sergant, Patrick Van Biezen en Dirk Jansegers werd op de
been gebracht door coach Isidoor Van Biesen. Zij werden verzorgd en letterlijk
op de been gehouden door kinesist Simon Phlips.
Uiteindelijk slaagde deze ploeg er in om elke
tegenstand te overwinnen. Evenwel niet zonder slag of stoot. Na winst in de
proloog en de eerst rit, verloor de ploeg halfweg de tweede rit liefst 17
minuten op de naaste concurrenten. Door de acute knieproblemen van Pat Van
Biezen zag het er op dat moment erg somber uit. De concurrentie greep zijn
kansen, maar rekende buiten de kundige vingers van wonderdokter Simon Phlips
die, met wat de Duitsers "fingerspitzengefühl" plegen te noemen, de
knie en de man weer helemaal oplapte. De opgelopen achterstand werd in het
tweede deel van de rit zelfs grotendeels weggewerkt. Van dan af ging het ons
viertal voor de wind en wonnen zij eigenlijk alles wat er verder nog te winnen
viel. Op hun absoluut meesterschap, een eerste maal duidelijk op de muur van
Hoei, stond geen maat meer. Er was geen houden meer aan op de hellingen die wij
kennen van de wielerklassieker de Ronde van Vlaanderen : de Koppenberg, de Oude
Kwaremont en de Kluisberg.
Dames en heren, waar de individuele
spotbeoefenaar helemaal op zichzelf is aangewezen, is het in de ploegsporten de
collectieve prestatie die telt. De wielersport heeft in Vlaanderen een grote
traditie. De "Flandriëns" zijn een begrip in wielermiddens. Het
wielertoerisme is van recentere datum en heeft vooral de laatste jaren een
enorme vlucht genomen. Het is verheugend daarbij vast te stellen dat de
gemiddelde leeftijd van de weekend-wielertoerist rond de 30 jaar ligt. Hier
primeert uiteraard de sportieve ontspanning op de prestatiedrang. Het
competitie-element heeft intussen ook in het wielertoerisme zijn intrede
gedaan.
Blijkbaar is de drang naar prestaties - hoe
sterk is de eenzame fietser - bij de individuele sportbeoefenaar zo groot dat
men op een of andere manier vanuit een brede basis gegroeid is naar een niveau
van competitie dat alleen kan bereikt worden mits intensieve training en
semi-professionele begeleiding. Het behalen van deze overwinning kan bijgevolg
geen gelukstreffer zijn dan wel het resultaat van de gedrevenheid van 4 jonge
mensen die leven voor hun sport enerzijds en de vrijwillige inzet van anderen
die, zonder dat daar enig geldgewin mee gemoeid is, bereid zijn om hun beste
krachten en al hun vrije tijd op te offeren voor het beoogde doel.
Namens het College van Burgemeester en
Schepenen, proficiat met de behaalde overwinning en ik hoop dat er nog vele
successen zullen volgen.
Dank U.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Mevr de
Burgemeester,
Collega's Schepenen
en gemeenteraad,
Voorzitter van het
vrijetijdscomité,
Dames en heren
genodigden,
Beste sportvrienden,
Namens het College
van Burgemeester en Schepenen en de Gemeenteraad, heet ik U graag welkom op
deze academische zitting ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Petanqueclub
Alosta.
Het woord petanque
roept het beeld op van een zonovergoten Franse Midi, waar op de dorpspleinen
het jeu de boules de mensen bij elkaar brengt in de lommer van de platanen, het
geheel in kleur gezet door pittige discussies in het sappig taaltje van
Fernandel. In Zuid-Frankrijk is petanque veel meer dan een occasioneel
tijdverdrijf.
Het is een stuk
levende cultuur "une façon de vivre" zoals de Fransen dat zo mooi
uitdrukken. Het hoort er bij het leven zoals eten, drinken en slapen. Je zou
bijna kunnen spreken van een primaire behoefte.
Hoewel de oorsprong
van het petanquespel in een ver verleden ligt, is het in ons land nog niet zo
lang gekend. Na de tweede wereldoorlog waaide het over naar onze streken. De
clubs waren aanvankelijk uitsluitend gegroepeerd in de provincie Brabant en
Wallonië. Aalst behoorde tot de pioniers van het petanque in Vlaanderen.
Petanqueclub Alosta werd in 1965 opgericht als P.C. De Spijkers, genoemd naar
het clublokaal te Nieuwerkerken. Van de stichters zijn Fernand Ameloot en
Maurits De Ridder nog steeds actief in de club. Al in 1966 nam Alosta zijn
definitieve intrek in het Beukenhof. Sindsdien is het steeds meer crescendo
gegaan. In de zone Oost-Vlaanderen is petanqueclub Alosta uitgegroeid tot een
van de belangrijkste clubs. Over de historiek van "zijn" club zal
voorzitter Fernand Ameloot, erbij vanaf het eerste uur, ons straks ongetwijfeld
boeiend kunnen vertellen.
Op 30 september 1989
had ik samen met de Burgemeester en Schepen Edgard Hooghuys van Openbare
Werken, de eer om de opening mee te maken van de uitgebreide en vernieuwde
accommodaties in het Beukenhof. Het is duidelijk dat hier met vereende krachten
en in goede samenwerking met het stadsbestuur een fameuze infrastructuur werd
gerealiseerd, die vele andere clubs Alosta benijden.
Ik zei het toen al
en herhaal het graag hier nog eens : "Ik denk dat petanqueclub Alosta in
de eerste plaats een groep is van vrienden". Anders was dit niet mogelijk
geweest.
Kijkend naar het
eindresultaat zijn de maandenlange inspanningen zeker de moeite waard geweest.
En inderdaad : de
beschikking over een prachtige accommodatie, het groeiend aantal leden, de
ambitieuze organisaties en de steeds betere resultaten zijn allemaal zaken die
aan mekaar hangen en het gevolg van de enorme inzet van bestuur, leden en
medewerkers die met plezier al hun vrije tijd wijden aan hun hobby of club. De
persoonlijke voldoening die daarvan het gevolg is, moet groot zijn. Om kort te
gaan dames en heren, ik ga mij beperken want er zijn nog een aantal sprekers :
ik denk dat voor dit Alosta nog een grote toekomst is weggelegd. Ik wens U
mijnheer de voorzitter, bestuursleden en leden van de club, met de beste wensen
van het College van Burgemeester en Schepenen voor een voorspoedig 1991,
hartelijk proficiat met het zilveren jubileum van uw petanqueclub Alosta. Nog
verder veel succes en nog veel sportieve prestaties. Ik wens U verder nog een
gezellige avond.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport,
Gezin en Vrije Tijd
Collega's van het stadsbestuur
Mijnheer de inspecteur van Bloso
Mijnheer de ondervoorzitter van de kamer
Dames en heren bedrijfsleiders
Dames en heren leden van de werkgroep bedrijvensport Aalst
Dames en heren van de pers
Geachte genodigden,
De Aalsterse bedrijfssportwerking is één jaar
jong. Dat is een gelegenheid voor een eerste evaluatie en een blik in de
toekomst.
Bij het begin van deze bestuursperiode traden
de departementen Economische Ontwikkeling en Sport onder impuls van Bloso
Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Liga Bedrijfssport in overleg om in Aalst in
navolging van het succesvolle Gentse pilootproject een bedrijfssportwerking op
gang te brengen.
We lieten er geen gras over groeien. In een
eerste fase werden alle bedrijven uit de regio met minimum 20 werknemers
aangeschreven. Een 20-tal bedrijven reageerden positief.
Zo kon reeds op 2 maart '98 op het
stadsbestuur een eerste informatievergadering georganiseerd worden, waar de
mogelijkheden en de logistieke hulpmiddelen van het Stadsbestuur en de
Provinciale Inspectie van het Bloso werden toegelicht.
Op 18 april werd de werkgroep
Bedrijfssportwerking Aalst officieel opgericht en werden de grote krachtlijnen
van de werking vastgelegd. 14 vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen
maakten er effectief deel van uit. De doelstelling van de werkgroep werd
omschreven als het bevorderen van sport in bedrijfsverband en van een betere communicatie
tussen de verschillende sportende bedrijven. De handelskamer beschreef de
symbiose tussen sport en de bedrijfswereld op voorhand terecht als een
"winning team".
Sedertdien werden er door de werkgroep
driemaandelijkse vergaderingen gehouden, waar initiatieven werden genomen,
speelkalenders werden opgesteld en praktische afspraken werden gemaakt over het
gebruik van de infrastructuur, de organisatie van initiatie- en
vervolmakingscursussen en noem maar op. Niet zonder resultaat ...
In de loop van 1989 volgden zowat 156
werknemers reeds initiatie- en vervolmakingslessen in aerobics, squash, tennis,
volleybal en zwemmen. Op 1 juli deden een 45-tal werknemers mee aan een
sportnamiddag met wandeling, volleybal, tafeltennis en volkssportspelen op het
programma. In september werd gestart met een kalender zaalvoetbal, waaraan 7
ploegen deelnamen : Amylum, Dart Industries, A.S.L.K., Pioneer, Minit en
Somati.
Het ijs was gebroken. In 1990 wil de werkgroep
nog meer bedrijven bereiken en motiveren tot deelname aan de sportinitiatieven.
Op 12 mei e.k. wordt, als bewijs daarvan, de eerste bedrijfssportdag regio
Aalst georganiseerd, die straks door mijn medewerkster en stuwende kracht
achter de werkgroep : Magda Van den Brande zal worden toegelicht.
Het spreekt vanzelf dat we de organisatie van
onze eerste bedrijvensportdag aangrijpen om nog eens een warme oproep te doen
aan alle bedrijven uit de regio. Onze slogan blijft : "Sport is tof en 't
kan best in je bedrijf", (best in ALLE bedrijven natuurlijk !).
Vermeldenswaardig is alvast dat de bedrijven
die deel uitmaken van de werkgroep, naast deze belangrijke inzet op zich ook
nog bereid gevonden werden om samen met het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen
deze sportdag te sponsoren. Op deze wijze kon de drempel tot deelname voor de
nog niet aangesloten bedrijven verlaagd worden. Namens het College van
Burgemeester en Schepenen wil ik hier dan ook heel bijzonder volgende bedrijven
danken voor de sponsoring : Kamer van Koophandel en Nijverheid van Aalst en
Gewest, Pioneer, A.S.L.K., Amylum, Minit, Somati, Callebaut, Interstoom,
Tupperware en Gates.
Dames en Heren, U begrijpt dat gezien de
precaire financiële toestand van de stad een dergelijke samenwerking, ook op
financieel vlak welkom is en geapprecieerd wordt.
De bedrijven stimuleren tot bedrijfssport
houdt ook in de bedrijven motiveren tot deelname. Hiertoe moeten we met goede
argumenten naar voor komen, zeker als we, Japan, de USA en de Scandinavische
landen achterna, er ooit zouden willen in slagen sport in de bedrijven en
tijdens de werkuren ingang te doen vinden.
Over sportbeoefening samen met de collega's na
de werkuren bestaat ook hier weinig discussie. Het is plezierig, men leert het
personeel van het eigen of een ander bedrijf kennen in andere omstandigheden,
... enz. Dergelijke samenkomsten brengen ook algemeen een betere communicatie
tussen de bedrijven tot stand.
Anders is het gesteld met de idee om
sportactiviteiten te organiseren binnen het bedrijf en binnen de werkuren. Dit
blijft voorlopig nog een utopie, omdat hier de werkgever er nog te veel van
uitgaat dat een verlies aan arbeidstijd gelijk staat met een verlies aan
productiviteit, terwijl de werknemers vrezen dat men hen via de sport bijna
kunstmatig wil aanzetten tot een hoger arbeidsritme.
In Japan hebben echter ondertussen heel wat
experimenten aangetoond dat bedrijfssport tijdens de werkuren zowel de
werkgever als de werknemer ten goede komt.
In een bedrijf dat ik om deontologische
redenen niet bij naam kan noemen, werd via een grondige enquête vastgesteld dat
bijna 75 % van de werknemers psychofarmaca slikken. Een vakbondsman trok daar
het veelzeggend besluit uit dat economische en menselijke belangen moeilijk te
verzoenen zijn. Dat lijkt alvast het geval te zijn in de USA, waar de anti-drugcampagne
van President Bush heftige reacties uitlokte van psychiaters die beweerden dat
vele Amerikaanse managers slechts het hoofd boven water houden met drugs,
terwijl ze hun contact verliezen met hun gezin en hun omgeving, dat ze
vereenzamen en niet zelden wegglijden in de grote groep van 25 % depressieve
Amerikanen.
Het probleem heeft, zoals blijkt uit vele
onderzoeken, immers niet alleen te maken met het arbeidsritme of met de aard
van het werk zelf. Zelfs allerlei werksituaties die in "Modern Times"
van Charly Chaplin werden vereeuwigd, zijn niet de kern van de zaak. Hier gaat
het in essentie om de zelfvervreemding van de mensen die leven van verwachting
naar verwachting en zich daar dermate in opsluiten dat ze aan het leven
voorbijgaan en alle contact verliezen met hun omgeving. Ze leven met andere
woorden op een bom van onverwerkte gevoelens, isolement en conflicten en van
wat in die nieuwe visie stress wordt genoemd.
Ik vond het belangrijk om vanuit mijn
bevoegdheid als schepen van welzijn ook deze problematiek even aan te raken.
Belangrijk is alvast dat ook in dit verband het meest uitgeteste hulpmiddel om
ook hieraan te verhelpen sport in de bedrijven is, tijdens de werkuren, maar
beslist niet eender hoe !
Sport kan een middel zij om zich bewust te
worden en daardoor afstand te nemen van stresserende drijfveren zoals wedijver,
de beste zijn, winnen, enz ...
"Deelnemen is belangrijker dan
winnen" moet dan ook de spelgeest in onze bedrijvensport zijn.
Ik wil graag besluiten met alle betrokkenen
nogmaals te danken voor hun medewerking en wens het initiatief nog veel succes
toe.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Geachte aanwezigen,
Leden van de pers,
Het is mij een waar genoegen U de
zaalvoetbalclub Juventus uit Aalst voor te stellen, misschien minder goed
gekend door de meesten onder U, maar dit zou wel eens vlug kunnen veranderen
indien de stoutmoedige plannen van de club tot een goed einde zouden worden
gebracht. En er is, denk ik, objectief gesproken geen enkele reden om aan te
nemen dat dit niet het geval zou zijn.
Ik neem aan dat het organiserend comité, bij
monde van Albert Baeyens, U zelf graag zal toelichten over hoe en wanneer de
idee om het wereldduurrecord zaalvoetbal te verbeteren ontstond, op welke
problemen men bij de voorbereiding is gestuit en hoe men ten slotte op alle vragen
een antwoord heeft gevonden. Van mijn kant wil ik U graag zeggen dat het
stadsbestuur, vanaf het moment dat wij van de recordpoging op de hoogte werden
gebracht, graag bereid was het initiatief te steunen o.a. door de
infrastructuur gratis ter beschikking te stellen.
Juventus zal ook kunnen rekenen op de
sympathie van onze burgemeester, mevrouw Annie De Maght, die op vrijdag 14 juni
om 9 uur de aftrap zal geven voor wat zonder twijfel het begin zal zijn van het
grootste avontuur in de nog jonge bestaansgeschiedenis van de club.
Bij de voorbereiding van deze gigantische
opgave, 60 uur zaalvoetbal, werd duidelijk zo weinig mogelijk aan het toeval
overgelaten : intensieve trainingsschema's, dokterstoezicht, aangepaste
voeding, enz ... bij de stunt zijn niet minder dan 56 ploegen betrokken die
Juventus partij moeten geven. Hierbij ook enkele carnavalgroepen die voor de
humoristische noot zullen zorgen. De BRT, Lucien Van Impe en Jean-Marie
Pfaff-fonds, dat binnen het kader van de Koning Boudewijnstichting is opgezet
om sportinfrastructuur aan te passen voor gehandicapten. Vanzelfsprekend hebben
wij hiervoor bijzondere waardering.
Ik geef nu graag het woord aan ...
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
"Pointer,
tirer, carreau, pousette, raspaille, taper, demi-portée" zijn termen uit
het jargon van de petanquespeler. Over de herkomst ervan kan niet veel twijfel
bestaan.
Van alle jeux de boules die er nu in Frankrijk
nog zijn : jeu provençal, lyonnaise, parisienne, palet breton en jeu longue, is
petanque het jongste. Over het ontstaan van het spel zelf wordt het volgende
verteld. In de Provence leefden eens twee broers, die vaak jeu de boules
speelden. Eén van hen werd na een ongeluk verlamd aan zijn benen en kwijnde weg
in zijn rolstoel. De andere ging door met spelen. Om zijn broer een plezier te
doen, stelde hij hem op een dag voor een partij te spelen zonder aanloop en met
kleinere speelafstand. Dat bleek erg interessant en spannend. Zo werd petanque
geboren.
In de wereld van de petanque bij ons geniet PC
Alosta, opgericht in 1965, een grote bekendheid. Na een wat aarzelende start
nam de club al in 1966 haar definitieve intrek in het Beukenhof. Al dadelijk
wist men meer dan 200 spelers aan te trekken voor een groot zomertornooi. Nog
geen jaar later organiseerde de club het Belgisch Kampioenschap triplette voor
meer dan 500 spelers. In 1970 reeds was men toe aan het verruimen van de
clubaccommodatie tot acht binnenterreinen en 42 buitenterreinen, waarvan 12 met
verlichting.
In september 1988 besliste het clubbestuur om
nogmaals het lokaal in het Beukenhof te vergroten en aan te passen. Deze
schaalvergroting drong zich op omdat de club als sinds een aantal jaren in de
hoogste reeks van het petanquetornooi meedraaide.
Het stadsbestuur, eigenaar van de door de club
gehuurde installaties, gaf het principieel akkoord en deed een aanvraag bij de
herscholingsdienst van de RVA om aan het project medewerking te verlenen. De
clubleden vatten zelf de werkzaamheden aan en kregen na de winterstop de hulp
van arbeiders van de herscholingsdienst. De leden van de club stonden in voor electriciteitswerken,
het aanleggen van water- en gasleidingen, het steken van afvoerpijpen, het
vernieuwen van de vloeren en het moderniseren van de cafetaria. De RVA-ploeg
nam de metsel- en dakwerken voor haar rekening.
Na een vol jaar werken is alles voltooid en
kunnen de nieuwe installaties in gebruik genomen worden. Dames en heren, deze
vereniging is meer dan een verzameling petanquespelers. Ik denk dat
Petanqueclub Alosta in de eerste plaats een groep van vrienden is. Anders was
dit niet mogelijk geweest. Misschien dat sommige echtgenotes het niet met mij
eens zullen zijn als ik zeg dat de voornaamste drijfveer van mensen die al hun
vrije tijd geven aan hun hobby of aan hun club wellicht te maken heeft met het
gevoel samen voor de club iets unieks te realiseren en de persoonlijke
voldoening die daarvan het gevolg is. Kijkend naar het eindresultaat meen ik te
mogen concluderen dat de maandenlange inspanningen alle moeite waard geweest
zijn, ook al zijn daar een onbenoemd aantal nachtelijke debatten aan voorafgegaan.
Onze dank en gelukwensen aan de voorzitter
Fernand Ameloot voor zijn bezielende leiding in al die jaren, aan alle leden
van de club-duizendpoten en anderen, aan hun begrijpende echtgenotes, aan de
RVA-herscholing, aan mevrouw de burgemeester die als schepen van openbare
werken een belangrijk aandeel heeft gehad in deze realisatie en aan haar
opvolger Edgard Hooghuys die mee het werk voltooide.
Ten slotte mag ik zeker niet vergeten twee
recente en opmerkelijke prestaties van de club te honoreren nl. de klassering
van de heren in de finale van de Belgische Interclubbeker op 3 september te
Signeulx en de deelname vorig weekend van Alosta aan het wereldkampioenschap
triplette in Barcelona.
Ik denk dat voor dit Alosta nog een grote
toekomst is weggelegd in dit Beukenhof dat ik heb zien groeien en waar ik als
kleine jongen met de hond kwam wandelen langs de Molenbeek. Hetzelfde Beukenhof
waar straks kinderen zullen kunnen komen spelen op een volledig vernieuwd
speelterrein, waarvoor wij de vaste belofte van toelage gekregen hebben. Ook
dat is verheugend nieuws.
Dames en heren, ik heb helemaal aan het begin
uitgepakt met een zevental termen uit het jargon van de petanquespeler.
Misschien rijst er bij U enige twijfel over de vraag of ik wel weet wat die
termen eigenlijk betekenen. Weest gerust, ik weet wat ik zeg en ik ben ook
graag bereid dit te demonstreren in ploegverband met de burgemeester om U te
overtuigen van de tactische kwaliteiten van dit College van Burgemeester en
Schepenen.
Ik dank U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van jeugd,
sport en gezinszorg
Dames en heren,
De Vlaamse Zwemweek
1990 zit er op. Zo dadelijk volgt de uitreiking van de prijzen aan de zwemmers
die zich per ploeg of individueel hebben onderscheiden in één van de vele
proeven of spelonderdelen van deze Tropische Zwemweek. Ik heb het met opzet
niet over competitie of discipline omwille van het feit dat, en dat is deze
week toch weer gebleken, de zwemweek een bij uitstek recreatief gebeuren blijft
waarbij het er niet in de eerste plaats op aankomt om de sterkste of snelste te
zijn. Ik geloof dat wij nu al kunnen zeggen dat de zwemweek in Aalst opnieuw
een groot succes is geworden over de ganse lijn en ik bedank hier nogmaals
graag diegenen die dit grote zwemfeest in de goeie banen wisten te leiden. Dat
is in de eerste plaats het voltallig personeel van het zwembad, de stedelijke
sportdienst, de meewerkende verengingen Synchro, Neptunus, VIM, Hydra, Reinaert
Gent, Harva, Levensvreugde en ten slotte de schooldirecties en leerlingen die
actief hebben bijgedragen tot het welslagen van de zwemweek en in het bijzonder
aan de meer dan 400 leerlingen van het basisonderwijs die hebben deelgenomen
aan de tekenwedstrijd.
In 156 zwembaden
verspreid over Vlaanderen stond deze week in het teken van waterplezier,
animatie en recreatie in en rond het zwembad.
Aalst deed de
krantenkop : "Je kan het zo gek niet bedenken" alle eer aan in de
meest positieve zin. Het zijn precies de positieve reacties die ons voldoening
schenken en ons sterken in de overtuiging dat we goed bezig zijn, en dat er dan
weer een stimulans om er volgend jaar met hernieuwd enthousiasme tegenaan te
gaan;
Ik geef U bijgevolg
rendez-vous volgend jaar voor de 13de uitgave
van de Vlaamse Zwemweek.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport
en Gezinszorg
Dames en heren,
De sporthappening is de laatste jaren, vooral
dank zij de inzet van de vele vrijwilligers, uitgegroeid tot een niet te missen
orgelpunt van de Aalsterse sportmaand, die zoals U weet in het teken staat van
de recreatieve sportbeoefening.
Toch is er een kleine schaduwzijde, waaraan
wij niet zonder meer kunnen voorbijgaan. Het blijkt ieder jaar almaar
moeilijker om mensen te motiveren om in ploegverband deel te nemen aan de
sporthappening. Zo kon het gebeuren dat noch Herdersem noch Baardegem dit jaar
als ploeg vertegenwoordigd zijn. Laat ons hopen dat deze toch wel spijtige
ontwikkeling van voorbijgaande aard zal zijn.
Dit mag evenwel de pret niet drukken van de
andere ploegen. En dat zijn er toch nog altijd 8 met in het totaal tussen de
350 en 400 deelnemers.
Wij verwelkomen de ploegen van Aalst
linkeroever (de winnaar van 1990), Aalst rechteroever, Erembodegem, Gijzegem,
Hofstade, Meldert, Moorsel en Nieuwerkerken.
Wij danken het gelegenheidsorkest van de
linkeroever voor het muzikaal entertainment en last but not least de schenker
van prijzen en de sponsors, zoals deze op het programma vermeld staan.
Mag ik vervolgens de teamkapiteins, in
volgorde van afroeping, vragen om hun joker en het herinneringsgeschenk voor de
ploeg en de leden van het organisatiecomite in ontvangst te komen nemen :
1. Aalst linkeroever
2. Aalst rechteroever
3. Erembodegem
4. Gijzegem
5. Hofstade
6. Meldert
7. Moorsel
8. Nieuwerkerken
Dank U voor uw aandacht en dat de beste mogen
winnen.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
Dames en heren,
Wij zijn vereerd dat U zich hebt kunnen
vrijmaken om vanavond in ons midden te zijn.
Dat sport het meest actieve onderdeel van een
globaal welzijnsbeleid is werd hier vanavond ten volle aangetoond.
Met deze organisatie van de verkiezing van de
Sportlaureaat 1989 zetten de Adviesraad voor de Sport en de Sportdienst de
kroon op het werk van een succesvol 1989.
Een ondertussen mooie traditie in een stad
waar de sport altijd een uitermate belangrijke rol heeft gespeeld.
Vanavond kregen wij een terugblik aangeboden
op 30 jaar Aalsters sportverleden, origineel in beeld gebracht en op de scène
gezet in het artistieke luik van deze avond. Tot hetzelfde geheel behoort ook
de tentoonstelling "Retrosportief", tot en met vandaag te bezichtigen
in de tentoonstellingsruimte. Aan de hand van een 300-tal foto's en talrijke
attributen verspreid over een 20-tal sporttakken, biedt zij een dermate
interessant overzicht dat zij wellicht de aanzet kan zijn tot een
gestructureerde archiefvorming over het sportverenigingsleven in Aalst. De
tentoonstelling kwam pas echt tot leven in de gesprekken bij de rondgang, als
mensen die er bij betrokken waren zichzelf of anderen herkenden op foto's van
zoveel jaar geleden en als zij, niet zonder enige nostalgie, herinneringen
ophaalden aan deze vervlogen maar o ! zo mooie tijd.
Maar, geachte aanwezigen, vanavond waren wij
hier in de eerste plaats om onze grote waardering en bewondering te tonen aan
al onze stadsgenoten die dag aan dag het beste van zichzelf geven om de sport te
dienen.
En ik bedoel hier niet alleen de atleten en
sportbeoefenaars, al dan niet competitief of al dan niet individueel of in
groepsverband, maar ook diegenen die zich dikwijls achter de schermen volledig
en vrijwillig inzetten voor hun sportvereniging.
Dames en heren, aan het einde van een lange,
misschien vermoeiende maar alleszins spannende en interessante avond, past een
kort woord van dank aan al diegenen die deze avond hebben mogelijk gemaakt.
De adviesraad voor de Sport bedank ik in de
persoon van zijn voorzitter de heer Willy Coen die de idee van het thema en de
tentoonstelling ontwikkelde.
Ik bedank de medewerkers van de sportdienst
voor de perfecte uitvoering en coördinatie.
Wij danken onze eregast Rik Van Looy voor zijn
boeiende bijdrage aan deze avond. Hij liet voor onze een periode uit de
wielergeschiedenis herleven, waarin hij als "Keizer van Herenthals"
de hoofdrol speelde en waarin hij dank zij wilskracht, hardnekkigheid en
doorzettingsvermogen uitgroeide tot één der allergrootsten.
Rik, en mevrouw Van Looy bedankt dat jullie
hier waren.
Bedankt Louis De Pelsmaecker voor de vlotte,
vakkundige presentatie en zeker ook voor de vanzelfsprekendheid waarmee U de
opdracht aanvaardde om dit programma in de goeie banen te leiden. Dank U wel.
En dan volgt nog een reeks van bedankingen,
even welgemeend, voor de acteurs die met hun sketches zorgden voor de vrolijke
noot van de avond, de dansgroep Kaliope en het Koninklijk Atheneum voor de
geproefde bijdrage die zij leverden, de medewerkers van openbare werken voor
het maken en schilderen van het decor, de hostesses voor hun discrete maar
onmisbare aanwezigheid, de talrijke verenigingen die de organisatoren hebben
bijgestaan met raad en daad bij de realisatie en de mensen van De Werf voor het
onthaal en de technische uitvoering.
Proficiat, het was af, het was prachtig !
Ten slotte dank ik U, dames en heren, voor uw
enthousiaste aanwezigheid en uw gul applaus.
Met dank voor uw welwillende aandacht en mijn
hartelijke gelukwensen in naam van het stadsbestuur aan de laureaten, en met de
hoop dat de niet verkozenen hun nominatie als een erkenning en stimulans voor
de toekomst zullen beschouwen, geef ik graag het woord terug aan Louis De
Pelsmaecker.
Dank voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Aalstenaars zijn
vertrouwd met de jaarlijks terugkerende kaatstornooien op de Houtmarkt. Op veel
plaatsen is deze volkssport verdwenen of behoort zij tot de folklore. Dat de
kaatssport bij ons is blijven voortbestaan is enkel te danken aan de
opeenvolgende generaties Aalstenaars, die een groot stuk van hun leven bezig
zijn met hun geliefkoosde sport.
Met een zeer sterke
afvaardiging van de beste ploegen uit Wallonië, is het duidelijk dat opnieuw
gans kaatsminnend België aanwezig was op de afspraak van deze grote kaatsklassieker.
De vorig jaar
aangekondigde heraanleg van de Houtmarkt is inmiddels verwezenlijkt en het
nieuw kaatsterrein werd op 25 maart van dit jaar officieel geopend. Jammer
genoeg heeft de storm van de voorbije winter ook hier lelijk huis gehouden, met
als resultaat dat de vertrouwde lindebomen er moesten aan geloven. Het
stadsbestuur heeft al besloten hier nieuwe bomen te planten, zodat de Houtmarkt
zijn vroeger uitzicht kan terugwinnen en zelfs verbeteren.
De kaatssport
scheerde deze week hoge toppen met de ploegen uit Ninove, Ottignies, Buizingen,
Lodelinsart, Courcelles, Nivelles, Welar, Braine-Le-Comte, Horrues, Meerbeke,
Tollembeek en Bever. Vandaag beleefden we dan de grote finale met de vier
winnaars en de ploeg van Buizingen toonde zich uiteindelijk de sterkste.
Onze gelukwensen
gaan naar de winnende ploeg en onze dank naar alle deelnemende ploegen en
scheidsrechters voor het gebrachte spektakel en ten slotte ook naar het
organiserend comité waar Miel Van Den Broucke en Fons Baeyens traditiegetrouw
zorgden voor een perfecte organisatie.
Ik dank U voor uw
aandacht en wellicht tot volgend jaar !
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Collega's van de verschillende stadsbesturen,
Dames en heren van de pers,
Beste sportliefhebbers,
Ik wil vooral mijn collega's van het CBS
verontschuldigen.
Het stadsbestuur van
Aalst is graag uw gastheer bij de 13e uitgave van de jaarlijkse uitreiking van
sporttrofeeën door de Sportpersbond van de Denderstreek.
De uitreiking van de
gouden en de zilveren trofee werd in 1979 en 1980 uitgebreid met de clubtrofee
en de trofee voor verdienstelijke sportfiguren. In 1988 kwam daar ook nog de
jongerentrofee bij. Dit jaar zet de emancipatie zich volledig door vermits
zowel voor vrouwelijke als voor mannelijke atleten een gouden trofee wordt
toegekend. Op die manier is deze huldiging een soort van mijlpaal geworden van
het sportjaar in de Denderstreek, waarnaar met steeds groeiende belangstelling
wordt uitgekeken.
Dames en heren,
iemand die wij hier eveneens bijzonder hartelijk verwelkomen is de eregast van
de avond de heer Jan Wauters, sportjournalist bij BRT 1. Het wordt straks nog
boeiend ; dat is met een sportjournalist van dit kaliber een zekerheid. Sedert
de sport via de media ingrijpt in het leven van miljoenen mensen, heeft ook de
sportjournalistiek een steeds belangrijker plaats ingenomen.
Na de tweede
wereldoorlog is de sportberichtgeving zelfs uitgegroeid tot een belangrijk
wapen in de concurrentieslag tussen de kranten onderling, of tussen de
geschreven pers en radio en televisie. Klantenbinding werd verzekerd door
volledigheid van de informatie, aangevuld met voor- en nabeschouwingen,
kritieken en analyses. Niet alleen nam de beschikbare ruimte voor de sport
enorm in omvang toe ; er doken ook talrijke gespecialiseerde sporttijdschriften
op. Bijna elk magazine besloot een sprotbijdrage in te lassen ; clubs,
sportverenigingen en bonden beginnen een ledenblad uit te geven en er
verschijnen ontelbare sportboeken.
Op het eerste
gezicht kan men hieruit afleiden dat de media een monopoliepositie bekleden en
dat zij bepalen wie wel en wie niet "in the picture" komt. Er is
echter meer. Het mes snijdt aan beide kanten. Dat sport en topsport niet langer
zonder sponsors kunnen (en vica versa) is welbekend. Maar ook de pers kan niet
zonder sport en zeker niet zonder topsport. In ons land kan geen enkele krant
het zich veroorloven de topprestaties van, zeg maar, Ingrid Berghmans niet te
vermelden. "Sport doet een krant verkopen" is geen loze slogan. Maar
evenmin kan een krant het zich permitteren om op maandagmorgen een lange reeks
klasseringen van de meest diverse sporttakken en niveaus achter te houden, ook
al is dit ogenschijnlijk onbenullige informatie. Ook de
competitie-golfbiljarten van café "De sportman" om een fictief vb. te
noemen wil zijn prestatie en die van de concurrentie in zijn dagblad
terugvinden. Deze dubbele noodzaak bepaalt mee het evenwicht dat de sport, de
sponsor en de media met elkaar moeten vinden.
Dames en heren,
beste sportliefhebbers, omdat ik van mening ben dat bij gelegenheid als deze
korte inleidingen de beste zijn wil ik hier besluiten. Voor het verder verloop
laat ik dan ook graag het woord aan de specialisten, met bijzondere dank aan
het organiserend bestuur voor hun bijdrage aan de promotie van de sport in de
Denderstreek. De sportlaureaten wil ik graag vooraf reeds feliciteren voor hun
sportieve prestatie.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
Dames en heren,
Dat de meningen over het thema "de vrouw
in de sport" uiteenlopen wisten we al. Dat vrouwen in de sport een
uitgesproken mening hebben over dit onderwerp is hier vanavond nog eens
beklemtoond geworden.
De oude Grieken het decor inspireert mij
hiertoe slaagden erin hun schoonheidsideaal op onnavolgbare wijze te
vereeuwigen in hun bouw- en beeldhouwkunst. Terecht staan wij nog steeds in
bewondering voor de zuiverheid van lijnen en de schoonheid van vormen van de
klassieke beelden. Dichters, schrijvers, beeldhouwers, schilders en componisten
hebben doorheen de geschiedenis de schoonheid van de vrouw bejubeld. Eeuwenlang
hebben ze geprobeerd om het mysterie van de vrouw te ontsluieren. Niemand is
daar ooit volledig in geslaagd. Het mysterie en de schoonheid van de vrouw
hebben de eeuwen getrotseerd. De Griekse wijsgeer Plato zei ooit : "Sport
is de zuster van de muzen".
Bij de moderne lichaamscultuur, gemakshalve
spreken wij over sport, is het esthetische aspect : gratie, charme en
aantrekkelijkheid nog steeds aanwezig maar ondergeschikt aan de fysieke
prestatie.
Vrouwen zijn pas veel recenter tot
sportbeoefening gekomen. Zonder twijfel speelt hier het rollenpatroon nog
altijd mee in het al of niet professioneel beoefenen van een sport. Intussen
zijn kwasie alle sporttakken toegankelijk geworden voor vrouwen. Gelukkig maar
! Het is volkomen gerechtvaardigd om een persoonlijke voorkeur te hebben voor
een bepaalde discipline. Van wezenlijk belang is echter ervoor te zorgen dat de
prestaties niet op een kunstmatige manier worden opgevoerd en dat wij ons goed
zouden bezinnen over de bewering dat de grote sport begint waar ze al lang
opgehouden is gezond te zijn. Hoe dan ook is het duidelijk dat de koof tussen
man en vrouw in de sport steeds kleiner wordt, zowel wat betreft omkadering,
aandacht in de media, als financiële middelen. De Bloso-campagnes van de jaren
'70 hebben blijkbaar hun vruchten afgeworpen. De grotere belangstelling, ook
van sponsors, voor o.m. vrouwenploegsporten en de groeiende mogelijkheden van
de combinatie studie-topsport zijn belangrijke groeipolen naar de toekomst. Het
feit dat hier vanavond ook de laureaten van de interscholen gehuldigd zijn,
brengt mij ertoe om nog even stil te staan bij het uitermate belangrijk recent
onderzoek van de K.U.L. naar de sportbeoefening in Vlaanderen. De
onderzoekresultaten tonen een optimistisch beeld van de sportbeoefening bij
volwassenen. Volwassenen zijn meer "sportminded" geworden en dat
blijft zo na hun dertigste. De volwassen vrouw is nu heel wat sportiever dan 20
jaar geleden en in vergelijking met 1969 doen drie keer zoveel vrouwen na hun
dertigste nog aan sport.
Met de jeugd is het jammer genoeg minder goed
gesteld. De groep meisjes in de leeftijd tussen 14 en 18 jaar, die niet of
nauwelijks aan sport doet, steeg op 10 jaar tijd met 10 procent. Jongens van 13
doen meer aan sport dan hun leeftijdsgenoten vroeger, maar als ze 17 of 18
worden, haken ze ook snel af. Eén factor blijkt bepalend voor het al of niet
aan sport doen : het voorbeeld van de ouders. Doen die aan sport, dan volgen de
jongeren hun spoor. Bij meisjes is dit nog opvallender dan bij jongens.
Een ander opmerkelijk feit is wel de
vaststelling dat het schoolmilieu de plaats bij uitstek is, waar jongeren in
contact komen met sport. Clubs of jeugdbeweging blijken slechts een gering
aantal onder hen aan te trekken. Deze vaststelling is volledig in strijd met de
argumentatie van onderwijsplanners dat de lichamelijke opvoeding in de twee
laatste jaren van het secundair onderwijs tot één lesuur zou mogen worden
teruggebracht, omdat oudere leerlingen toch voldoende aan hun trekken zouden
komen buiten de school. Laat ons hopen dat het nooit zover komt, omdat de enige
manier om een fysiek actieve bevolking te kweken het schoolmilieu is en blijft.
Deze vaststelling is volledig in strijd met de
argumentatie van onderwijsplanners dat de lichamelijke opvoeding in de twee
laatste jaren van het secundair onderwijs tot één lesuur zou mogen worden
teruggebracht, omdat oudere leerlingen toch voldoende aan hun trekken zouden
komen buiten de school. Laat ons hopen dat het nooit zover komt, omdat de enige
manier om een fysiek actieve bevolking te kweken het schoolmilieu is en blijft.
Bovendien blijkt duidelijk dat de leeftijd 17
of 18 jaar bepalend is om uit te maken of iemand ook op zijn dertigste
nog actief in de sport zal zijn. De school is de enige plaats waar we de
jongeren sportpatronen kunnen bijbrengen om een preventieve
gezondheidsopvoeding te stimuleren en om de sportparticipatie op latere
leeftijd te vergemakkelijken. Het is een goede zaak dat elk pleidooi voor het
behoud van de lichamelijke opvoeding nu wetenschappelijk onderbouwd kan worden
met de resultaten van dit voor West-Europa unieke onderzoek.
Dames en heren, de 31ste verkiezing van de
Aalsterse sportlaureaat zit erop. Het werd traditiegetrouw een lange maar zeer
boeiende avond.
Alvorens mijn welgemeende dank uit te spreken
aan al diegenen die deze avond mogelijk maakten wil ik eerst en vooral in naam
van de burgemeester en het volledige stadsbestuur op mijn beurt nogmaals de
laureaten, de genomineerde en de verdienstelijke bestuursleden feliciteren.
Wij weten allemaal hoe diep jullie de sport in
het hart dragen. Een welgemeend proficiat, van harte.
De adviesraad voor de Sport met zijn
enthousiaste voorzitter Willy Coen en de medewerkers van de Sportdienst danken
wij voor het vele voorbereidende werk en de feitelijke organisatie.
Wij danken onze gastvedette Ingrid Berghmans
voor haar sportieve en interessante bijdrage. Ingrid is nog steeds een bron van
inspiratie voor vele jonge meisjes die door haar lichtend voorbeeld
gestimuleerd worden in hun sportbeoefening. Wij wensen haar in de komende tijd
veel sterkte en het allerbeste met de voorbereiding voor Barcelona.
Wij danken ook speciaal de vroegere vrouwelijke
sportlaureaten die aan het welslagen van deze avond hebben meegewerkt : Lieve
Brijs, Martine Verbreyt, Sonja Vettenburg, Godelieve Roggeman en Sabine
Appelmans. In de opsomming ontbreken Nicole Van Den Broeck en Carla Galle, maar
dat wist U al. Jammer toch, dat zij hier niet aanwezig konden zijn.
Ingrid Berghmans zal het ons niet kwalijk
nemen dat wij als Aalstenaars niet weinig fier zijn op Sabine, onze Sabine
Appelmans, die door haar almaar sterkere prestaties, hoe kan het ook anders,
steeds meer gelauwerd wordt. Zij wordt dan ook, denk ik, volkomen terecht
getipt als sportvrouw van het jaar 1990. Sabine proficiat !
Bedankt ook Louis De Pelsmaecker voor de
vlotte professionele presentatie. Wij prijzen ons steeds gelukkig als wij op uw
medewerking mogen rekenen.
Wij danken de tumbling-formatie Ikaros uit
Brugge o.l.v. Franck Steenlandt en de meisjes van de Turnkring Aalst o.l.v. Els
De Pauw voor hun spectaculair en smaakvol optreden.
Wij bedanken het personeel van De Werf voor
het vriendelijk onthaal en voor een perfectie technische uitvoering.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd, Sport
en Gezinszorg
Collega's van het schepencollege, gemeenteraad
en adviesraad voor de sport,
Mijnheer de voorzitter,
Heren bestuursleden,
Dames en heren leden en sympathisanten,
Geachte genodigden, beste sportvrienden,
Vorig jaar, kort na
de start van mijn schepenambt heb ik deze vergadering niet toegesproken.
Vandaag krijg ik hiertoe de gelegenheid en daar is een goede reden toe : er is
niet enkel de plechtige prijsuitreiking van vanavond, maar het MTSA bestaat ook
dit jaar 20 jaar.
Het mini-tornooi
Stad Aalst, in de omgang beter bekend als MTSA, is inderdaad een voorbeeld van
de bezieling die nodig is om 20 jaar amateurssport in stand te houden en zelfs
te laten uitgroeien tot een indrukwekkende organisatie.
Om talloze redenen
doen zowat alle overheden al vele jaren lang een grote inspanning om sport te
promoveren. Daarbij wordt vooral gedacht aan het zinvol opvullen van de vrije
tijd, aan volksgezondheid, aan sociale integratie en noem maar op.
Uit de praktijk
blijkt dat vele mensen daar ongevoelig voor blijven maar dat er gelukkig
integendeel een massa mensen zijn die er uit zichzelf van bezeten zijn en zich
geen leven zonder sport kunnen indenken.
Tot die laatste
groep mensen behoren de profs natuurlijk, maar ook de amateurs, de liefhebbers
die zonder de nodige impulsen spontaan gaan sporten, omdat ze in hart en nieren
sportmensen zijn.
Tot die mensen
behoren alle spelers, scheidsrechters, sympathisanten en bestuurders van het
MTSA. Het bewijs daarvan is dat ze daar reeds 20 jaar lang hardnekkig mee bezig
zijn.
Wie aan sport doet
wil graag winnen en droomt ervan om ooit eens kampioen te worden. Het succes,
de zege of de triomf kan er enkel komen als iedereen onvoorwaardelijk ten
dienste staat van de ploeg. Er is alleen uitzicht op de hoogste beloning na een
gedurende jaren volgehouden training waarbij de inspanningen om steeds beter te
doen niet uit de weg worden gegaan.
Het stadsbestuur
heeft behalve voor de competitiesport ook aandacht voor de promotie van de recreatieve
sportbeoefening. Ik denk hierbij aan de organisatie van de sporthappening, die
stilaan een traditie aan het worden is, aan de populariteit van initiatieven
zoals de sportinitiatie-cursussen, de superstar op wielen, de fietstocht
Grenzen van Groot-Aalst en nu ook onze succesvolle nieuwigheid : de
bedrijvensport.
Dat het
stadsbestuur, bijgestaan door de Adviesraad voor de Sport, de aandacht verdeelt
tussen de competitie - en de recreatiesport blijkt onder meer ook uit het
programma van de Aalsterse Zwemweek en de Aalsterse Sportmaand.
De waardering voor
zowel de recreatieve als competitieve sportbeoefening komt ten slotte tot
uiting in het palmares van de verkiezing van de Aalsterse sportlaureaten.
Het MTSA verwierf
ondertussen ook bekendheid, zeker bij de politie, met hun vele eetfestijnen
(gezonde eetfestijnen !) van de verschillende aangesloten ploegen.
Het MTSA staat na 20
jaar ook nog steeds symbool voor sportieve en vriendschappelijke competities in
tegenstelling tot het betreurenswaardig maar nog steeds groeiend
voetbalvandalisme in en buiten de stadions van de profs.
Van de 6 ploegen die
in 1970 startten in de zondagreeks, zijn er nog 3 in competitie. Het zijn de
Adelaars, Sunset en Gipak, die vandaag terecht worden gehuldigd, niet alleen omdat
ze 20 jaar stand hielden, maar omdat hun voorbeeld in vele andere mensen het
sportvirus heeft wakker gemaakt.
In het nieuwe
seizoen dat nu voor de deur staat wordt aangetreden met maar liefst 66 ploegen.
"Het kan verkeren," zie Bredero, al gaat het hier om alles behalve
een toeval.
Alle ploegen en
spelers, de oudste ploegen meest natuurlijk, de sympathisanten en vooral de
bestuursleden hebben dat succes zonder meer gemaakt.
Het stadsbestuur kan
niet meer volgen met de aanleg van de nodige voetbalterreinen, maar zal op dit
vlak, ondanks de slechte financiële toestand, inspanningen blijven doen. Een
bijkomend terrein achter de sporthal Denderdal is in afwerking.
Van ganser harte
wens ik de jubilarissen, die ploegen die het voetspoor volgden, de sympathisanten
en fans en het bestuur van MTSA, namelijk voorzitter Stefan De Boitselier,
bondssecretaris Alfons D'Haese, de voorzitter van het scheidsrechterscomité
Gustaaf De Leeuw, zijn secretaris Hans Van Campenhout en zijn medewerker Frans
Roels en tenslotte het nieuwe bestuurslid Felix De Sutter duizendmaal succes
toe en, zo mogelijk, een blijvende groei gedurende nog vele, vele jaren.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
De laatste decennia
heeft de Sport voor Allen-beweging een uitgesproken invloed gehad op de
ontwikkeling van de sport. Sport voor Allen is een begrip dat voor het eerst in
1966 werd geformuleerd door de Europese Raad voor Culturele Samenwerking in het
kader van het streven naar voortdurende vorming en culturele ontwikkeling van
de mens. Sedert de jaren zestig wordt de sport steeds meer in het licht
geplaatst van een aantal welzijnswaarden zoals onder andere gezondheid,
gemeenschapszin, creativiteit of het "zich goed voelen" zonder meer.
De ganse Sport voor
Allen-beweging heeft de klassieke sportdefinitie wijd open gegooid ; de grenzen
zijn verlegd zowel bij de wetenschapper als bij de beoefenaar. Heel wat
activiteiten die vroeger als zodanig niet in aanmerking werden genomen, worden
nu als sportbeoefening geïnterpreteerd.
De
accentverschuivingen van het sociale naar het individuele, van het competitieve
naar het recreatieve, van het groots opgezette naar het kleinschalige, zijn
typisch voor de hedendaagse sport- en vrijetijdsbenadering.
Dames en heren, in
deze filosofie lanceerde het Instituut voor Sportbeheer in 1979 de eerste
Vlaamse Zwemweek met medewerking van een vijftigtal zwembaden. Het werd een week
van waterplezier, animatie en recreatie in en rond het zwembad. Het zwembad en
zijn gebruiksmogelijkheden werden vanuit alle gezichtshoeken in de positieve
belangstelling gebracht.
Vandaag gaat het nog
steeds goed met Vlaamse Zwemweek. Dit jaar reeds toe aan de 12 uitgave, is de
week gewoon niet meer weg te denken uit het jaarprogramma van iedere sportieve
gemeente in Vlaanderen. Met 127 deelnemende gemeenten en gespreid over 156
verschillende zwembaden ziet ernaar uit dat men dit jaar naar een nieuwe piek
gaat wat betreft deelname. Het kan ook niet anders vermits uit een recente
enquête blijkt dat in Vlaanderen bij 13-18-jarigen zwemmen nog steeds de meest
beoefende sport is. Met 56 % bij de jongens en 59 % bij de meisjes staat
zwemmen bovenaan de top tien gevolgd door voetbal bij de jongens en turnen bij
de meisjes.
Inhoudelijk blijven
de landelijke georganiseerde acties de draagvlakken van de Vlaamse Zwemweek. De
actie 6 tot 12-jarigen, het spaarzwemmen en de actie drie-op-een-rij betrekken
het hele gezin in het gebeuren, terwijl plaatselijke initiatieven zich
voornamelijk richten tot specifieke doelgroepen. Terwijl in het Vlaamse land de
zwemweek zoals vorig jaar gepromoot wordt met de slagzin "zwemmen is
dol-fijn", wordt er bijkomend in Aalst dit jaar een tropisch tintje aan
gegeven. Vanaf vandaag 17 november tot en met volgende zaterdag 24 november
staan weer een hele reeks aantrekkelijke activiteiten op het programma.
Een krant titelde
vandaag "je kan het zo gek niet bedenken", positief doelend op de
grote waaier aan activiteiten.
Sommigen ervan zijn
voorbereid door verenigingen die in het zwembad actief zijn. Het aanbod richt
zich echter ook naar scholen, naar het grotere publiek en naar specifieke
doelgroepen. Het programma is evenwichtig samengesteld met de nodige aandacht
voor spel, beweging en ontspanning, maar ook uithoudingsvermogen, behendigheid
en ritme komen voldoende aan bod.
Naast de
zweminstuif, het trimzwemmen, de schattenjacht, drie op een rij,
onderwaterzwemmen, hydrobic en hinderniszwemmen, wordt het programma aangevuld
door doelgroepgerichte initiatieven zoals het revalidatiezwemmen voor
hartpatiënten, initiatiezwemmen voor mindervaliden en het bedrijfssportzwemmen.
Het geheel wordt dan
nog eens omkaderd met demonstraties en initiaties van de deelnemende
verenigingen : zwemclub Neptunus, waterballet Synchro, duikersclub Hydra en
modelbouwclub Vim.
Afwisseling en
originaliteit zijn nog steeds de belangrijkste ingrediënten van dit grote
zwemfeest. Als bijzondere initiatieven vermelden wij hier graag de
tekenwedstrijd met maar liefst 419 inzendingen van leerlingen van het
basisonderwijs. Het loont echt de moeite om de tentoongestelde tekeningen te
gaan bekijken.
Verder worden wij
vergast op een demonstratie kayakpolo en eskimotage door de "Reinaert
Eskimo Watersportclub" uit Gent, op een competitie onderwaterzwemmen, op
een Old Sixties zondagmorgen-aperitief, op het veelbelovend tropisch
avondzwemmen, op een heuse pannenkoekenslag en zo dadelijk op een oogstrelend
waterballet door Synchro Club Aalst.
Dames en heren,
vorig jaar brachten
wij hier nog hulde aan de heer Gaston Thybaert, nu zwembadbeheerder op rust.
Kort na de huldiging, op 11 december '89 om precies te zijn, is het College van
Burgemeester en Schepenen overgegaan tot de aanstelling van de heer Guy Van
Leuven als zwembadverantwoordelijke, die ik voor zover nog nodig bij deze graag
voorstel aan diegenen onder U die hem nog niet zouden kennen. Ik ben er van
overtuigd dat het stadsbestuur met de aanstelling van de heer Van Leuven een
goede keuze gemaakt heeft. Op korte tijd wist hij zich in te werken in de
specificiteit van het zwembadbeheer en bracht hij reeds een aantal
organisatorische en administratieve wijzigingen aan. Zo beschikt ons zwembad nu
over een heus zwembadreglement voor de gebruikers, en kregen de verenigingen
betere waarborgen via de tot standkoming van geschreven huurcontracten.
Wij danken hem
daarvoor uiteraard speciaal en hopen dat Guy Van Leuven zijn opdracht met
dezelfde zorgvuldigheid en hetzelfde dynamisme zal verderzetten.
Mijn dank en
felicitaties zijn ook gericht aan het voltallig personeel van het zwembad, aan
de deelnemende verengingen en aan de stedelijke sportdienst voor de uitstekende
samenwerking en vooral voor het enthousiasme waarmee aan de voorbereiding van
de Aalsterse Zwemweek is gewerkt. Het is ook verheugend vast te stellen dat
steeds nieuwe verenigingen vragen om op vaste uren gebruik te mogen maken van
het zwembad, zodat wij ook in de bijkomende avonduren naar een optimale
bezetting gaan. Ik denk aan het revalidatiezwemmen voor hartpatiënten van Harva
en de zopas door het C.B.S. goedgekeurde regeling voor de vereniging "De
Doggers" die in Aalst van start gaan met een kayak-polo ploeg.
Ten slotte en vanuit
de bedenking dat de Vlaamse Zwemweek ontstaan is in een periode dat de
zwembaden steeds meer de concurrentie te verwerken kregen van sporthallen,
recreatiecentra en vakantieparken, wil ik hier nogmaals benadrukken dat wij de
aantrekkingskracht van het zwembad groter moeten maken met nieuwe realisaties
in en rond het gebouw, stapsgewijs en met beperkte financiële middelen
weliswaar. Hoewel de aanleg van een peuterbad in de ruimte van de vroegere
kinderopvang technisch niet haalbaar blijkt te zijn, willen wij de idee van de
realisatie ervan niet loslaten. Ik heb al eerder gezegd dat bij de aanleg van
de grotere omgeving van het zwembad de nodige aandacht moet geschonken worden
aan de uitbreiding van recreatieve voorzieningen. Met de onlangs goedgekeurde
aanbesteding van infrastructuurwerken voor de groenaanleg en de noodweg voor
hulpdiensten, wordt alvast een eerste stap gezet in die richting.
Dames en heren, ik
zou het hierbij willen laten, evenwel niet zonder de organisatoren veel succes
toe te wensen in de komende week, aan alle deelnemers veel zwemplezier en graag
rendez-vous over acht dagen voor de prijsuitreiking en de slotplechtigheid. Ik
dank U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Sport, Jeugd
en Gezinszorg